12 mei 2020

Gelezen (145)

De kracht van geld - Claudia Hammond


Claudia Hammond, een psychologe die blijkbaar een langlopend radioprogramma had in Groot-Brittanië (of misschien nog steeds heeft), schreef een soort overzicht van onderzoek dat gebeurd is naar verschillende aspecten van de psychologie van geld (hoe leren we met geld omgaan, sparen, geven aan goede doelen, wat vinden we een juiste verloning,...). Het zou mij, als psycholoog, dus plezier moeten doen zulk een boek te lezen en het is bij momenten echt wel interessant maar toch viel het ook wat tegen. De toch meerdere keren dat er fouten slopen in de teksten (genre "niet" waar het "wel" moet zijn, omkeringen waardoor ineens het tegenovergestelde beweerd wordt,...) werken storend. En hoewel er onderzoek uit andere delen van de wereld ook gehanteerd worden, blijven heel wat conclusies cultuurbepaald. Wat ik erger vind, is dat de auteur dat schijnt te negeren. Bovendien zijn er wel meer vragen bij methodologie van de onderzoeken te plaatsen die meteen bij me opkwamen (en zo methodologisch sterk ben ik eerlijk gezegd niet, als man van de praktijk) maar die door haar vrolijk genegeerd worden (of niet aan bod komen, wat enigzins vreemd is gezien ze ook wel vaak net wél die nuanceringen maakt). Al bij al was dit boek dus niet helemaal wat ik ervan verwachtte en viel het in het geheel voor mij toch wat tegen.

The Q/Omnibus Press rock 'n' roll reader - Danny Kelly


In deze bloemlezing worden fragmenten uit biografieën, uitgebracht door Omnibus Press, en artikels uit Q Magazine, bij elkaar gebracht over de groten van de muziek, van Elvis tot Jimi Hendrix, van The Beatles tot Prince, van Syd Barrett tot Bob Marley. Die fragmenten moeten je doen verlangen naar de boeken waaruit ze komen, maar dat gebeurde bij mij niet helemaal. Jazeker, voor wie zoveel interesse heeft in muziek als ik, is het een bron van anekdotes en verhalen die genoegen verschaft, maar al bij al weten de auteurs niet altijd de nodige interesse op te wekken om meer te willen lezen.

Suikertand - Ian McEwan


Hoe goed Ian McEwan schrijft, blijkt niet alleen uit de mooie en inventieve manier waarop hij dit verhaal over de relatie tussen een MI5-medewerkster en een schrijver neerzet maar wellicht nog meer uit de inventiviteit waarmee hij speelt met verhalen, verzinsels, fictie en realiteit, als elementen die in elkaar inhaken. Hij vertelt kortverhalen in samengevatte vorm alsof ze verteld worden door het hoofdpersonage aan de lezer, hij speelt met de "regels" (de immer veranderende, dynamische regels) van inspiratie en het modelleren van wat je schrijft naar wat je weet, wat je voelt, wat je zelf hebt meegemaakt of uit tweede hand hebt. En hij doet dat zo krachtig en kundig dat je als lezer meegetroond wordt, vanaf de eerste pagina tot de laatste.

Geen opmerkingen: