30 april 2021

Mogwai


Het tiende studio-album van Mogwai, As the love continues, bleek plots een groot (commercieel) succes in Groot-Brittanië en dat is toch wel verwonderlijk. Hoe goed hun platen ook altijd al geweest zijn, het is niet meteen muziek gericht op een groot publiek.
Binnen de post-rock gelden de Schotten als één van de topgroepen en naast hun reguliere albums brachten ze ook al soundtracks uit. Al hun platen ademen constante kwaliteit en dat is bij deze niet anders. Meer dan voorheen hoor je echter ook dat de band zijn horizon heeft verbreed, al vanaf opener To the bin my friend, tonight we vacate earth. Here we, here we, here we go forever klinkt verrassend electronisch en Ritchie Sacramento had een jaren negentig indie gitaarhitje kunnen zijn. Dat terugkeren naar de sound van bijna dertig jaar geleden horen we ook duidelijk in Ceiling granny.
Verdere hoogtepunten zijn er met Supposedly, we were nightmares (dat zowaar als springerige post-rock zou bestempeld kunnen worden) en het dromerige Dry fantasy
Waarom de groep er dit keer wel in slaagt meer mensen te bereiken, is duidelijk voor wie hoort hoe ze wat nostalgie naar de jaren negentig verwerken in hun muziek en het pad der zuivere post-rock verlaten om dwars door het bos een eigen weg te stappen.

Beluister hieronder het volledige album, dat je hier kan kopen via hun Bandcamp-pagina:

24 april 2021

The Polyphonic Spree


The Polyphonic Spree is zo'n groep waar ik ooit eens kennis mee maakte en die ik best wel goed vond, maar die algauw weer de krochten der vergetelheid opzocht (of er minsten in belandde) waardoor ik hen haast vergeten was. Nochtans herinner ik me dat hun mooie zang één van de troeven was waarmee ze me toen bekoorden. Het was ten tijde van Together we're heavy (2004), een plaat geproduced door Eric Drew Feldman, hier mogelijk bekend als (ex-)lid van dEUS en Pixies
Afflatus, hun nieuwste en pas zevende album in bijna twintig jaar, beroept zich nog steeds op de mooie vocalen om te bekoren. Al in Don't change en You put my love out the door vallen die nog meer op dan de lichtvoetige melodieën. Daarna volgt een prachtige cover van het atypische Rolling Stones-nummer She's a rainbow. Meteen hoor je hoe ze de vrolijke toon van het nummer perfect te pakken hebben.
Alle tien songs op deze plaat houden die kwaliteiten vast al lijkt de plaat wel een beetje in te zakken in de tweede helft. Gelukkig maakt afsluiter The spirit of radio veel goed door een totaal andere richting in te slaan. Hier zijn het zowaar de gitaren die de hoofdrol opeisen en krijgen we een vrij potige song te horen, met in de tweede helft verrassende tempo- en stijlwisselingen.
De band uit Dallas heeft me opnieuw voor zich gewonnen en dit album zal deze zomer nog wel vaker beluisterd worden.

Je kan het album hier bestellen via de Bandcamp-pagina van de band en hieronder alvast beluisteren:

13 april 2021

Retro review: Crosby, Stills, Nash & Young


Eén jaar voor mijn geboorte zorgden vier op dat moment gevierde muzikanten voor een samenwerking die nog steeds geldt als legendarisch. De Amerikaanse singer-songwriters David Crosby en Stephen Stills hadden al samen met hun Britse collega Graham Nash een titelloze debuut uitgebracht en werd nu ook nog eens vervoegd door Neil Young. Die laatste had ook al net wat albums uitgebracht en had al met Stills samengewerkt in Buffalo Springfield

Déja vu verwierf intussen de status van klassieker en is voor elk van de vier mannen hun grootste succes. De in folk en country gedrenkte muziek wurmt zich ook vandaag nog steeds meteen een weg naar je hart. Hoewel elk van de bandleden zijn eigen delen meestal apart opnam, hoor je toch een verrassend hechte band. 

Tot mijn persoonlijke favorieten horen zeker het niet van humor gespeende Almost cut my hair en het heel erg door Neil Young beheerste Helpless. Dat nummer kende ik al van een verzamelaar van deze artiest. Het is een typische Young-song, waarin de zang langoureus klinkt en de melodie bedrieglijk simpel lijkt. Woodstock ken je uiteraard van de soundtrack van de documentaire over het gelijknamige festival. Het lichtvoetige Our house straalt zoveel optimisme uit dat we dat tegenwoordig terug heel hard kunnen gebruiken. Ook de up-tempo afsluiter Everybody I love you doet het nog steeds goed, al hoor je duidelijk een productie eigen aan de jaren zeventig.

Niet enkel nostalgici mogen af en toe teruggrijpen naar deze plaat. Het is gewoon een terechte klassieker.

Beluister hieronder het volledige album:

11 april 2021

Samba Touré


De Malinese zanger en gitarist Samba Touré is géén familie van de legendarische Ali Farka Touré, mijn favoriete Afrikaanse bluesartiest. Zijn moeder was wel één van de eerste vrouwen die samen met Ali Farka zong. Zelf trok Samba Touré naar hoofdstad Bamako waar hij kennismaakte met de populaire gitaarmuziek uit Zaïre (tegenwoordig Congo). Via die weg leerde hij de muziek van de grote Malinese artiest ook kennen, hij ging hem bewonderen en begon in dezelfde gitaarstijl te spelen. 

Dat hoor je heel duidelijk op Binga, zijn vierde plaat (zijn derde was een hommage aan Ali Farka Touré, met wie hij in 1997 overigens mee op tournee mocht). Je hoort de typische bluesgitaarstijl en ook de parlando zangstijl keert hier terug, onder meer in Atahar. Tot de pareltjes behoren het instrumentale (uiteraard...) Instrumental en Fondo waarin je echo's hoort van Ry Cooder.

Wie niet van Malinese blues houdt, loopt hier best in een boog omheen want er wordt op deze plaat vooral een traditie voortgezet. In zijn genre is dit echter een steengoede release.

Je kan dit album hier kopen via zijn Bandcamp-pagina en hieronder alvast beluisteren:



10 april 2021

Balmorhea


Het duo Rob Lowe en Michael Muller uit Austin, Texas, ook wel bekend als Balmorhea, kwam op deze blog al eerder aan bod omwille van hun mooie releases, waaronder een live-album opgenomen in de Gentse Sint-Elisabethkerk in het Groot Begijnhof. Hun nieuwste plaat, The wind, is uit bij Deutsche Grammophon, één van 's werelds meest vooraanstaande labels als het op klassieke muziek aankomt. Ook Max Richter en Dustin O'Halloran, om er slechts twee te noemen, vonden al eerder de weg daarheen. Zelfs Moby en de Nederlander Joep Beving sieren hun back catalogue.

Dat nu ook de Texanen onderdak vonden bij dit klassieke platenlabel, hoeft niet te verbazen voor wie al eerder genoot van hun zachte, kabbelende, verstilde, soms zweverige, ingetogen en tegen klassiek aanschurende composities. Ook nu weer horen we zacht gitaargetokkel (Landlessness) en behoedzame pianotoetsen (La vagabonde, Evening,...) die de basis leggen voor mooi gearrangeerde songs. Een hele resem gastartiesten uit muziekgenres die we gemakkelijkheidshalve onder "modern klassiek" kunnen samenvatten, werkten overigens mee.

Het geheel is een erg rustige en contemplatieve plaat, die de luisteraar meeneemt naar een wereld waar je je zorgen kan vergeten en kan verdrinken in pure schoonheid.

Beluister hieronder het volledige album:


08 april 2021

The Antlers


De New Yorkers van The Antlers zijn toe aan hun zesde studioplaat, Green to gold. Waar sommige bands potentiële luisteraars lokken met een aantrekkelijke hoes, weet ik het niet zo voor deze. Er gaat iets fascinerends van uit, dat wel, maar tegelijk is het ook een tikje schreeuwerig. Gelukkig hoefden ze mij niet echt meer te overtuigen om hun muziek te beluisteren. 
Ik leerde hen immers in 2009 kennen dankzij het prachtige album Hospice, waarmee ze in mijn persoonlijke top van dat jaar zelfs eindigden op de negende plek. En ook op deze nieuwste combineren ze mooi gitaarspel met zang die zacht, allerminst opdringerig en bij momenten hemels klinkt. Solstice is hier een mooi voorbeeld van. 
Op deze plaat kiezen ze minder resoluut voor stevigere elementen van indie-rock maar opteren ze voor een zalvende houding. Het tweetal dat nog overblijft van de band levert daarmee songs af die bedaard en rustig kabbelen. Dan is na een tijdje onderlinge inwisselbaarheid en zelfs verveling bij de luisteraar een valkuil die je vakkundig moet vermijden en daar slagen ze gelukkig goed in. It is what it is leunt op een jazzy saxofoon en na de titelsong, die de percussie wat meer naar voren schuift, volgt Porchlight dat de gitaarsound in balans brengt met lichte pianotoetsen.
Green to gold kan voor mij niet tippen aan het inmiddels al elf jaar oude Hospice. Toch dragen ze nog steeds met verve de titel van "kleine parel die je je vrienden wil aanraden".

Beluister hieronder het volledige album, dat je hier kan kopen via hun Bandcamp-pagina:

06 april 2021

DJ Muggs The Black Goat


DJ Muggs kan je kennen als lid van Cypress Hill en voor wie nog beter vertrouwd is met hiphop ook van Soul Assassins. Net als bij die bands, waar hij met zijn samples en beats zorgt voor een dystopische sfeer, komen we al luisteraar niet terecht in een zonnige maar duistere wereld, niet in land van honing en melk maar van dreiging en zwaarte.

Dies occidendum betekent zoveel als verbrijzelde dagen en het is exact die versplintering, zo herkenbaar in deze coronatijden, die me de plaat intrekt. De instrumentale hiphoptracks vormen samen een verhaal, over hoe DJ Muggs worstelt met verschillende demonen en stemmen die net als bij iedereen samen deel uitmaken van dezelfde persoon. Die versplintering van mensen is bij de één meer uitgesproken dan bij de ander, hier hoor je hem in de diverse stijlen die gehanteerd worden. Zo klinkt Subconscious als minimalistische triphop en daardoor het ook een beetje denken aan de minst toegankelijke platen van DJ Krush

Anicca zoekt eveneens maximaal effect in minimalistische muziek Afsluiter Transmogrification is met zijn ruim vijf minuten het langste nummer op de plaat (hier horen we eindelijk de zwarte geit waarnaar DJ Muggs verwijst) en is de synthese in de meest klassieke betekenis: de verschillende elementen zijn via een soort muzikale catharsis tot een nieuw inzicht gekomen. Dat inzicht lijkt vooral uit innerlijke rust te bestaan, minutenlang horen we amper meer dan gekraak als het einde van een vinylplaat, krekels en hier en daar een geluidje. 

Vrolijk kan je deze plaat niet noemen en makkelijk toegankelijk is ze evenmin. Veel zieltjes zal hij niet winnen buiten een schare muziekliefhebbers die steeds op zoek zijn naar vernieuwende en opmerkelijke releases. Dit wordt voor hen een kluif waar ze even zoet mee zullen zijn. 

Beluister hieronder het volledige album:



03 april 2021

Godspeed You! Black Emperor


Er zijn bands en artiesten die altijd en overal buiten categorie blijven en met elke nieuwe plaat bewijzen dat men hooguit kan proberen hen te imiteren, maar dat niemand hen zal weten te evenaren. Telkens opnieuw herinneren ze er ons aan dat ze een eenzaam hoog niveau halen. Ik denk hierbij aan Sonic Youth of Prince en ook aan Godspeed You! Black Emperor

De Canadezen maken experimentele post-rock die in 2000 met het tweede album Lift yr skinny fists like antennas to heaven insloegen als een bom. Drie jaar na Luciferian towers is er nu hun pas zevende album. G_d's Pee AT STATE'S END! is goed voor iets minder dan een uur afwisselingen tussen climaxen en rustmomenten die nooit helemaal tot rust komen. Het broeierige dat hun muziek kenmerkt, blijft altijd zinderen tot in de uitlopers van de songs. Neem bijvoorbeeld Where we break how we shine (ROCKETS FOR MARY) waarin de relatieve rust na First of the last glaciers door de haast in eenzaamheid terugkerende drumroffel beklemt.  

De woede die de eerder genoemde plaat uit 2000 typeerde (en ook nog wel meer releases) staat minder op de voorgrond, de intensiteit is er wel nog steeds maar zit in andere details en heeft een andere lading meegekregen. Dit album klinkt meer beschouwend, zoomt uit en weet daardoor minder rechtstreeks te raken maar meerdere luisterbeurten later merk je dat je doordrongen bent van hun muzikale kijk.

Beluister hieronder het volledige album, dat je hier kan kopen via hun Bandcamp-pagina: