30 mei 2012

Helder



Met het album The rhythm of change sluit Helder een trilogie af. In 2003 was er The king lost his crown en in 2006 The ceiling is not the sky. Samen worden deze albums dan ook wel eens de “The”-trilogie genoemd. Ditmaal speelde de Gentenaar zelf alle instrumenten in. Net als bij de vorige platen houdt hij bovendien zelf productie, arrangementen, opname en mix in handen. Persoonlijker is haast onmogelijk als je de muziek uit je hoofd wil vertalen naar een geluidsdrager.
Opvallend is dat Helder als singer-songwriter veelzijdige pop brengt, die ons doet denken aan Chuck Prophet, Freedy Johnston en Dirk Blanchart. Nochtans klinkt hij nergens echt zoals hen, maar het zit meer in de “vibe” van de hele plaat die deze associaties oproept. Twaalf nummers lang laveert Helder tussen glasheldere pop (Reborn, een nummer waar we maar niet de vinger kunnen leggen op waar we dit precies nog al eens gehoord hebben), speelse melodietjes als tierlantijntjes (On the lake), rauwe blues à la Jon Spencer Blues Explosion (Head hunt) en rustige folk (Life has just begun). En hoewel rust overheerst, zijn er genoeg ritmewisselingen om de aandacht de volle veertig minuten vast te houden. Een song als The real thing is daar een perfect bewijs van, en bezit bijna alle elementen die we verspreid over het hele album aangereikt krijgen.
Dit album is al even uit, en dreigt een beetje tussen de plooien te vallen tussen alle goeie (ook Belgische) releases van de voorbije maanden, wat we betreuren. De meeste songs van Helder kunnen zo de radio op, op bijna elke zender zelfs, en mits de nodige airplay zou hij gestaag het publiek dat o.m. Milow wist te overtuigen, voor zich kunnen winnen. De muziek klinkt erg toegankelijk en is toch origineel genoeg om opgemerkt te worden. Bovendien klinkt alles alsof hier een bijzonder mooie live-set in vervat zit. En daarom durven we u -misschien nog meer dan de aanschaf van dit album- aanraden om zijn concertkalender goed in de gaten te houden.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.


The rhythm of change


My private joke

27 mei 2012

Handelsbeurs concert: Billy Bragg (voorprogramma: Mark Wetzels)



Mark Wetzels, van COEM en boyShouting, opende de avond, eerst helemaal alleen, en daarna samen met zijn COEM-maatje Stoffel. Ze speelden nummers van beide bands, en zowel nummers van de eerste plaat als een nieuw nummer van het deze zomer te verschijnen nieuwe album van COEM. We werden alvast erg nieuwsgierig gemaakt, en met erbovenop ook nog een Tom Waits-cover werd de Handelsbeurs in Gent vrijdagavond vakkundig opgewarmd voor het optreden van Billy Bragg.


Bij Billy Bragg mag je altijd een flinke portie politiek verwachten. Al ten tijde van Tatcher was hij een echte socialist, en stond hij mee op de barricaden, wat ook altijd uitdrukkelijk bleek uit zijn muziek. Hij liet op de hoezen een maximumprijs printen, koos o.m. voor de veelzeggende albumtitel Talking with the taxman about poetry en zong The Internationale en There is power in a union. Dat politiek engagement heeft hij nog steeds, hoewel reeds een vijftiger. En hij verkondigt het ook nog steeds uitvoerig tijdens zijn optredens, Nu kan je daarover zeggen wat je wil, maar in tijden van kredietcrisis en economische malaise, ook in Europa, is zijn boodschap relevant. Dat bewijst hij door aanpassingen in de teksten van oudere nummers, waardoor ze een hedendaagse touch krijgen. Helaas verpakt hij die boodschap muzikaal tegenwoordig minder goed dan vroeger, en dat valt op in een set waarin die oudere nummers niet alleen op veel herkenning kunnen rekenen, maar ook kwalitatief een pak beter blijken dan het nieuwer materiaal uit Fight songs (zijn album uit 2011).


De hoogtepunten waren dan ook vooral Greetings to the new brunette, There is power in a union, Must I paint you a picture?, Waiting for the great leap forward, Sexuality (aangekondigd als zijn disco-hit),... Bovendien bleek hij erg grappig in zijn bindteksten, vertelde hele verhalen, duidde songs en gaf hij uiteraard ook zijn politieke visie mee. Middenin het concert, toen de nieuwere songs de bovenhand hadden en hij wat prekerig werd, zakte het concert een beetje in, maar met een blik gouwe ouwes had hij dat snel gefikst. Tussen zijn eigen nummers had hij ook al kwistig gestrooid met Woody Guthrie-songs, die hij met Wilco op twee aanbevelenswaardige platen bewerkte.
In de bisronde speelde hij eerst een lied dat hij voor de radio-special rond de Titanic had gemaakt, waarin het perspectief van de ijsberg als uitgangspunt gold (The story of the iceberg), gevolgd door La la la... means I love you en als finale uiteraard A new England. De zaal ging (alweer) volledig uit haar dak, en iedereen leek het er na het concert over eens dat dit goed was geweest... Wij hadden enkel een klein beetje moeite met de balans tussen muziek en politiek bij momenten, maar uiteindelijk slaagt hij met meer dan de hakken over de sloot.



Je vindt deze review ook hier op Indiestyle.

26 mei 2012

Lied van de week : week 21 - 2012

The bird watcher - Imaginary Family





Ik weet niet meer langs welke weg op het internet ik vorige week gewezen werd op de eerste single van Imaginary Family, die gratis te downloaden valt, maar ik ben mijn "bron" erg dankbaar. Joanna Isselé, geboren in de Franse Alpen maar tegenwoordig Gentse, maakt een soort minimale droomfolk, en weet je met haar prachtige stem te betoveren. We mogen een EP verwachten in september, zo las ik...

Er hoort ook een prachtige clip bij dit nummer.

19 mei 2012

Les Nuits Botanique: Mariee Sioux (voorprogramma: Maia Vidal)



Maia Vidal mocht woensdagavond openen voor Mariee Sioux. De frêle jongedame, met haarband en grote oorringen, in een wijd gewaad en op blote voeten, ziet er erg engelachtig uit, en verraste aangenaam met een popsongs met een extraatje. Chanson, een vleugje jazz en folk vormden de toegevoegde waarde, en door het gebruik van een heel uiteenlopend instrumentarium (met een kleine trompet, een xylofoon, een accordeon,…) klonk het geheel erg speels.


Het Museum van de Botanique is een erg mooie locatie, en het publiek mocht plaatsnemen rondom de set, waardoor de artiesten letterlijk te midden van het publiek speelden. Het ontlokte Mariee Sioux een woord van welkom “in my living room”, en nog voor een noot gespeeld was, had ze daarmee perfect de sfeer omschreven die het hele optreden zou kenmerken. Geruggesteund door twee muzikanten (waaronder haar man), maar enkele songs ook solo, bracht ze zowel werk uit haar nieuwste album Gift for the end (dat we eerder al bespraken) als uit voorganger en debuutalbum Faces in the rock


Daarmee zat qua songkeuze de balans in het concert alvast goed, en dat gold ook voor de muzikale omlijsting. In de intieme setting kwamen de details nog veel beter tot hun recht dan op plaat, wat toch wel opmerkelijk is. Het concert trapte af met het openingsduo van haar recente plaat, Homeopathic en Ghost in my heart, twee pareltjes die maar blijven groeien bij elke beluistering en waarvan de volle rijkdom pas live echt tot zijn recht komt. Maar ook oudere nummers als Flowers and blood en Buried in teeth kregen prachtige arrangementen mee, waardoor Mariee Sioux boven zichzelf uit leek te stijgen.
Hoewel de tour er voor haar bijna opzit, was ze toch blij hier te spelen, op het festival waar ze al veel over gehoord had, en waar ze nu eindelijk ook geprogrammeerd stond. Ze voelde zich vermoeid, maar zichtbaar op haar gemak met het publiek zo helemaal rondom zich. Mariee Sioux kwam nog even terug voor één bisnummer, Loveskulls, van de EP die ze samen met Bonnie ‘Prince’ Billy maakte. In een perfecte setting voor dit concert werkte Mariee Sioux betoverend.




Setlist:

1. Homeopathic
2. Ghosts In My Head
3. Icarus Eye
4. Flowers And Blood
5. Buried In Teeth
6. Friendboats
7. Swimming Through Stone
8. Wizard Flurry Home
9. Tule
10. Old Magic
—————————————————
Bis : Loveskulls

Je vindt deze review ook hier op Indiestyle.

18 mei 2012

Damon Albarn


Damon Albarn heeft al een mooi parcours afgelegd, van Blur over Gorillaz en The Good, The Bad And The Queen, tot Mali Music en Monkey. Na Democrazy, eigenlijk een verzameling demo’s waar songs van Gorillaz uit geboren zouden worden, heeft hij met Dr Dee nu zijn tweede solo-album uit. Wie verwacht een lightversie te zullen horen van Blur of Gorillaz is eraan voor de moeite, want dit album ligt veel meer in de lijn van wat hij onder de naam Monkey schreef. Journey to the west, een bewerking van een Chinese opera, toonde al dat hij ook die weg durfde inslaan, en de sterke invloeden die dat toen mogelijk maakten, horen we ook op dit album terug.
Damon Albarn combineert eigentijdse muziek met Engels koorwerk, renaissancemuziek, en West-Afrikaanse klanken. Het klinkt op het eerste gehoor nogal opera-achtig, en in feite is het ook een moderne opera, waarin Albarn het leven bezingt van John Dee, een wetenschapper en filosoof die ten tijde van de Engelse koningin Elisabeth I opgang maakte, maar die een erg turbulent leven leidde, te midden van politieke en godsdienstige conflicten. Zoals veel wetenschappers uit die tijd, situeerde hij zich op het raakvlak van wetenschap en magie, had hij interesse voor kunst, wiskunde en alchemie en was hij actief op vele terreinen van de wetenschappen. Hij was betrokken bij de hervorming van de juliaanse kalender, die het in Europa tenslotte zou moeten afleggen tegen de gregoriaanse kalender, die we nog steeds gebruiken. Zijn levensverhaal leest als de ideale basis voor een opera, en het is niet voor niets dat Shakespeare hem ooit ten tonele bracht in één van zijn stukken.
Wat levert al deze inspiratie nu op aan muziek, vroegen we ons af. Opvallend zijn alvast de veelzijdigheid en de durf van dit album. De veelzijdigheid uit zich in de variaties en de integratie van al die verschillende invloeden, de durf valt op omdat Damon Albarn, die de weg naar succes kent, toch koos voor the path less traveled. Dat zoiets loont op artistiek vlak bewijst dit album, voor wie oren heeft en eenzelfde durf aan de dag legt. Natuurlijk is dit geen hapklare brok en vraagt beluistering een heel open houding ten aanzien van muziek. Wie zich hierdoor niet laat afschrikken, wordt beloond.
Opener The golden dawn vangt aan met vogelgeluiden en klokken, en die geluiden komen terug, tot in afsluiter The dancing king. Tussendoor horen we klassiek aandoende muziek (en we bedoelen hiermee niet klassiek in de zin van The Beatles en The Stones, of blues of folk, maar echt het soort muziek dat je hele dagen kunt beluisteren op Klara of het Nederlandse Radio 4) zoals A man of England, maar ook meer hedendaagse toetsen in Saturn waaroverheen een zangeres meanderend zingt alsof dit een inzending is voor de Koningin Elisabethwedstrijd voor Zang. Coronation is koraal werk, terwijl Preparation "clicks ‘n beats" bevat en de intro pure Massive Attack had kunnen zijn.
Velen zullen deze kelk aan zich laten voorbijgaan en dat is jammer. Beweren dat dit de Heilige Graal is, zou overdreven zijn. Beweren dat Damon Albarn zijn muzikaal genie nogmaals bewijst, alsook de andere kwaliteiten die hem in alle uithoeken van het muzikale landschap lijken te laten verzeilen, is daarentegen een stelling die we met vuur zullen blijven verdedigen.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

16 mei 2012

Lied van de week : week 20 - 2012

Leave your body behind you - Richard Hawley




Misschien is het nog te vroeg na enkele beluisteringen, maar mijn eerste gevoel zegt dat Richard Hawley Mark Lanegan serieus naar de kroon steekt. Ondanks de verschillen tussen beide artiesten en beider albums, valt niet te ontkennen dat ook Richard Hawley erin slaagt om een bepaalde sound en sfeer op te roepen, en deze single is daar een prachtig voorbeeld van. Eens ik het hele album meer en aandachtiger heb kunnen beluisteren, mag u hier nog een uitgebreidere bespreking verwachten.

Je kan het album hier kopen.

15 mei 2012

Zulu Winter


Wil je graag weten in welke omgeving je Zulu Winter moet zoeken in het brede spectrum der indiemuziek? Denk Beach House, Tame Impala, Deerhunter en ook een vleugje Vampire Weekend. Al houden we er niet van om groepen al vanaf hun debuut (of later) in een vakje te stoppen, een beetje oriëntatie kan geen kwaad.
Het Londense vijftal klinkt op Language al vanaf de eerste noten wat zweverig, en koppelt daar gelukkig erg goeie nummers aan. Luister maar eens naar hun meest recente single We should be swimming, dat niet alleen een catchy refrein heeft, maar ook prachtige details herbergt. En waar de eerder vernoemde groepen erg Amerikaans klinken, weet Zulu Winter de Britse identiteit te bewaren. Niet alleen in de manier van zingen, maar net ook in die details. De melancholische ondertoon van Bitter moon wijst richting Echo & The Bunnymen, de intro van Never leave lijkt Stewart Copeland van The Police op de drums te hebben. Bij momenten klinken de songs ook wat wijdlopig, zoals bij Coldplay of Editors. Even later klinken ze wat ingetogener, zoals in afsluiter People that you must remember. Al die invloeden en de in wezen goeie popmelodieën maken het niet zo verwonderlijk dat Zulu Winter zowat overal getipt wordt als the next big thing, en dat ze vergeleken worden met alle succesvolle bands van de laatste jaren.
Vanaf de openingsintro van Key to my heart (en we verwijzen nog éénmaal naar een andere band: The Cure) tot de slotakkoorden van People that you must remember weet Zulu Winter in ieder geval te overtuigen. Het loepzuivere geluid klinkt nooit te gepolijst, en alle invloeden of vergelijkingspunten worden met mate genuttigd. Zo ontstaat een evenwichtige plaat die we op haar eigen merites kunnen beoordelen, en waarvan we nu al weten dat ze, tot leven gebracht op festivals, kan uitgroeien tot één van de platen die onze zomer kleur zullen geven. Want, laat je niet misleiden door de bandnaam, deze plaat klinkt erg zomers en erg festivalgevoelig. In gedachten horen we het publiek nu al meezingen met Silver tongue, We should be swimming en bij uitbreiding vrijwel elke song eigenlijk.
De vijf Britten hebben een plaat gemaakt die bij 2012 hoort zoals chocoladesaus bij vanille-ijs, en aangezien dit nog maar het debuut is, verwachten we nog veel van deze band. Laat hen nu maar eerst onze festivals veroveren.

Deze recensie kan je ook hier lezen op Indiestyle.

14 mei 2012

Muzikale mailbox (10)

Some interesting music I received in my mailbox:
Wat interessante muziek die in mijn mailbox terechtkwam:


We beginnen met New Hands, een groep waarvan hun eerste single het eind vorig jaar tot "lied van de week" schopte. Ze hebben alweer een nieuwe single klaar, en die heet Tulips. Hij is minder meteen toegankelijk dan Things I've heard, en het duurde enkele beluisteringen eer we mee waren, maar we kunnen het u toch aanraden.


We'll start with New Hands, a band that convinced us to make their first song 'song of the week' last year, due to the irresistable sound of it. Today, they present us their new song, "Tulips". It takes a bit more effort than last year's "Things I've heard", but still, after relistening a few times, we can really recommend it!

Matthew De Zoete leeft op een boerderij op het platteland van Ontario, en maakte een album met muziek die hoort te passen bij een korte film, geïnspireerd door home videos van zijn grootouders. Zijn album Colour film kan je hier kopen.




Drie nummers kan je hier downloaden / You can download 3 songs for free :


 

Matthew De Zoete lives on a farm in rural Ontario and has made this album, "Colour film", with songs destined to suit as a soundtrack for a short movie, inspired by home videos his grandparents made. You can buy the album here.

Beluister het hele album hier / Listen to the whole album here :



Tot slot stellen we u The Imaginary Suitcase voor, het soloproject van Laurent Leemans, lid van folkrockgroep Ceilí Moss, dat op zijn laatste album onder meer een (korte) cover speelt van Each man kills the thing he loves (mij bekend van Gavin Friday & The Man Seezer). Op het solo-album van The Imaginary Suitcase, Here's to those we could not save, wanen we ons temidden Kiss The Anus Of A Black Cat en Love Like Birds.
Je kan de man alvast live aan het werk zien op volgende locaties :

17/5: Concert @ In Vino Veritas (Waterloo)
24/5: Concert @ La Porte Noire (Brussel) als support-act voor Floatstone
23/6 (wordt bevestigd/to be confirmed) : Concert @ Fêtes de la Musique (Nijvel)
21/11: Concert @ Le Fonograf (Brussel) met Marieke Lightband

Hier alvast een voorproefje met een cover van April skies van The Jesus & Mary Chain / A small teaser with a cover of "April skies" (The Jesus & Mary Chain) :

 

Last but no least, let us introduce to you The Imaginary Suitcase, solo project of Laurent Leemans, member of Ceilí Moss, a folk-rock band  on whose latest album we heard a (short) cover of "Each man kills the thing he loves" (a song known to me through Gavin Friday & The Man Seezer). On his solo album ("Here's to those we could not save"), it's easy to compare his music to that of Kiss The Anus Of A Black Cat and Love Like Birds.
Above you'll find some concert dates. 

13 mei 2012

Willis Earl Beal

Een opmerkelijke aankondiging tussen de concerten van Democrazy is zeker de komst van Willis Earl Beal naar de DOKkantine in Gent. Willis Earl Beal is een jonge gast met een voorliefde voor de rauwe authenticiteit van oude blues en slaagde erin in Chicago (en intussen ook al ver daarbuiten) uit te groeien tot een muzikale sensatie dankzij het zelf verspreiden van zelfgemaakte flyers. Ook de boodschap op zijn website is opmerkelijk:
"Schrijf me en ik zend u een tekening. Bel me en ik zing u een lied". Zowel zijn adres als telefoonnummer staan vermeld.



Monotony


Evening's kiss


 Wavering lines


Willis Earl Beal heeft ook enkele concerten gepland in België en Nederland :
Zijn debuutalbum Acousmatic sorcery kan je hier kopen.

Gezien: The devil and Daniel Johnston



In de documentaire The devil and Daniel Johnston krijgen we een blik op het turbulente leven van de unieke artiest Daniel Johnston, die ik onlangs nog in de Vooruit zag ter gelegenheid van het verjaardagsfeest van Democrazy. Ik had de documentaire ooit al eens gezien tijdens het Filmfestival, als ik me goed herinner. 
Opvallend is dat er heel veel (zelfgenomen) beelden en audio-opnames konden gebruikt worden van Johnston zelf, die al op jonge leeftijd zelf heel veel vastlegde op video- en audio-cassettes. Het gaat daarbij niet alleen om zijn muziek, die hij zelf overtapete of zelfs opnieuw moest inspelen op een nieuwe cassette, waarna hij ze ronddeelde om gehoord te worden. Ook gesprekken en dagboekfragmenten legde hij op die manier vast.
We zien hoe Daniel Johnston langzaamaan meer en meer psychische problemen krijgt, hoe die verergeren door gebruik van drugs en hoe ze zijn carrière doorkruisen. Onderweg passeert wel wat beroemd volk: MTV, Jad Fair, Steve Shelley, Kurt Cobain,...
Voor mij maakt deze documentaire nog eens duidelijk waarom hij zo intrigerend is. Niet alleen zijn ziektebeeld, zijn obsessies met The Beatles, Captain America en Casper The Friendly Ghost, maar vooral de manier waarop hij erin slaagt ondanks beperkte zang- en musiceertalenten toch prachtige nummers te schrijven. Die klinken doorgaans erg lo-fi, en vaak zelfs wat vals, een soort allesbehalve-veredelde demo's, en toch hoor je dat er erg mooie nummers tussen zitten, die daar niet stuk door te krijgen zijn: True love will find you in the end (uiteraard!), Devil town, Story of an artist, Don't let the sun go down on your grievances,...
Zoals een vriend verwoordde: "Het belangrijkste obstakel als je de muziek van Daniel Johnston wilt ontdekken, is Daniel Johnston zelf".

12 mei 2012

Gelezen (45)

Sprakeloos - Tom Lanoye



Mijn liefde voor het proza van Tom Lanoye heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Vooral zijn polemische stukken heb ik altijd met veel plezier gelezen, omdat Lanoye zich daarin scherpzinnig en spitsvondig toont. Het zijn eigenschappen die ook wel altijd in zijn romans, zijn toneelstukken en zijn gedichten terug te vinden zijn (al ben ik -toegegeven- met zijn poëzie minder vertrouwd).
Sprakeloos, het boek over zijn door een beroerte getroffen moeder, stond al een hele tijd in mijn boekenkast, en na al het goede dat ik erover hoorde en las, ook van mensen die niet zo hoog oplopen met Lanoye, vond ik eindelijk de tijd die het boek verdient ervoor te maken. En alweer kon ik het fel smaken.
Lanoye toont zich alweer een begenadigd woordkunstenaar, vooral in het eerste deel van het boek, waarin hij draalt om het verhaal aan te vatten, maar op zo'n manier en met reeds zoveel verhaallijnen erin verweven, dat de vaart er ook meteen goed in zit. In het middendeel van het boek, dat de meeste ruimte inneemt, verweeft hij verhalen uit zijn jeugdig (en minder jeugdig) verleden met de kroniek van de beroerte en de daaropvolgende achteruitgang, die overigens ook getekend wordt door nieuwe beroertes. Het boek is vooral een ode aan zijn moeder, de vrouw tegen wie hij zich verzette en waarvan hij zielsveel houdt. 
Al het goede dat ik erover hoorde, klopt, en u mag het boek nu zelfs blind gaan kopen, uitlenen uit de bib,... en massaal gaan lezen!

11 mei 2012

Lied van de week : week 19 - 2012

Little talk - Of Monsters And Men




Misschien nog meer dan I'm a bird van Marco Z (enkele weken geleden hier nog vermeld), zijn de kinderen weg van dit leuk deuntje van het IJslandse Of Monsters And Men. En ik ben ook gecharmeerd, zeker na het zien van het filmpje hieronder waarop ze het nummer live brengen. Het doet me overigens ook aan Arcade Fire denken, maar dan in een vrolijker bui...




Je kan het album My head is an animal, waarop je Little talk kan vinden, hier kopen.

Lyrics :

Hey! Hey! Hey!
I don't like walking around this old and empty house
So hold my hand, I'll walk with you my dear
The stairs creak as I sleep, it's keeping me awake
It's the house telling you to close your eyes

Some days I can't even trust myself

It's killing me to see you this way

Because though the truth may vary

This ship will carry
Our bodies safe to shore

Hey! Hey! Hey!

There's an old voice in my head that's holding me back
I tell her that I miss our little talks
Soon it will all be over, buried with our past
You used to play outside when you were young
Full of life and full of love

Some days I feel like I am wrong and I am right

Your mind is playing tricks on you my dear

Because though the truth may vary

This ship will carry
Our bodies safe to shore

Hey!

Don't listen to a word I say
Hey!
The screams all sound the same
Hey!

Because though the truth may vary

This ship will carry
Our bodies safe to shore

Go, go, go away

I wish you'd disappear
All that's left is a ghost of you
Now we're torn, torn, torn apart
There's nothing we can do
Just let me go, me against you
Now wait, wait, wait for me
Please hang around
I see you when I fall asleep

Hey!

Don't listen to a word I say
Hey!
The screams all sound the same
Hey!

Because though the truth may vary

This ship will carry
Our bodies safe to shore

Don't listen to a word I say

Hey!
The screams all sound the same
Hey!

Because though the truth may vary

This ship will carry
Our bodies safe to shore

Because though the truth may vary

This ship will carry
Our bodies safe to shore

Because though the truth may vary

This ship will carry
Our bodies safe to shore

10 mei 2012

Sweet Billy Pilgrim


Het Engelse Sweet Billy Pilgrim is aan zijn derde album toe met Crown and treaty, en het viertal etaleert daarop rijk gearrangeerde indiefolk. De melodieën zijn vaak erg catchy en de instrumentatie en de arrangementen geven niet meteen al hun geheimen prijs. Vergelijkingen met Arcade Fire zijn dan ook niet zo vergezocht, al zijn er ook duidelijke verschillen tussen beide bands.
Een nummer als Archaelogy klinkt erg verwant met soulvolle dance of hiphop, al is het verre van dance of hiphop. Dat lijkt vast erg tegenstrijdig, maar het is alsof Pharell Williams (N.E.R.D.) een hand heeft in deze song, die nochtans niet uit de toon valt op dit album. Het maakt het nummer overigens erg toegankelijk en erg radiogevoelig. En het illustreert perfect hoe Sweet Billy Pilgrim een ruim spectrum aanboort. Blakefield gold bijvoorbeeld draagt dan weer heerlijk ouderwetse country-elementen en Amerikaanse folk in zich, niet in het minst door de manier waarop de banjo haast onopvallend toch een bepalende rol inneemt.
Vooral in de refreinen toont de band zich erg bekwaam in het produceren van weerhaakjes waardoor ze blijven hangen, en vanaf de eerste beluistering erg vertrouwd klinken. Shadow captain, Arrived at upside down en opener Joyful reunion illustreren deze stelling overigens perfect. De inbreng van vocaliste Jana Carpenter voegt extra waarde toe, zoals mooi te horen is in Shadow captain, een song die al aangenaam om horen was. Wanneer Jana Carpenter begint te zingen, krijgt die echter nog meer diepgang, met een toets van het beste van The Cranberries en Sinéad O’Connor. Die extra toetsen zijn zelden heel uitgesproken, ze blijven eerder bescheiden op de achtergrond, vanwaar ze uiteindelijk veel meer invloed blijken te hebben.
We horen in Crown and treaty nog geen écht topalbum, al zijn er heel wat veelbelovende elementen aanwezig. Wat ontbreekt, is één (of meer) memorabel liedje, dat de rest meezuigt. Als Sweet Billy Pilgrim erin slaagt om die ene absolute topsong te schrijven, kunnen ze heel groot worden. Voorlopig noemen we hen een talentrijke, écht goeie groep die een prachtige plaat afgeleverd heeft. Zo ééntje waarvan de afwezigheid in je platencollectie een jammere zaak zou zijn.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

Gevaarlijk jong (2/2)

Gisteren schreef ik al over de tentoonstelling Gevaarlijk jong, nog steeds een supertip, waar je je wel voor moet haasten, aangezien ze maar tot 20 mei loopt. 


Ik werk zelf als orthopedagoog in een MPI (internaat en semi-internaat) voor kinderen met een mentale beperking, in het team waar de kinderen daarnaast (althans de meeste) ook een autismespectrumstoornis hebben. In onze voorziening begeleiden we ook heel wat kinderen met gedrags- en emotionele stoornissen, en in het verleden werkte ik ook vaak met deze en gelijkaardige doelgroepen (o.m. in de bijzondere jeugdzorg). Dat speelt vast erg mee in waarom ik zo door deze tentoonstelling gegrepen werd.
De kinderen en jongeren die ik nu of vroeger begeleid(de), zijn allen in hun ontwikkeling bedreigd. In die zin gaan delen van de tentoonstelling ook over hen, en het is jammer dat ik daar maar zo laat achter gekomen ben, want ik had eigenlijk wel graag met (een deel van) hen naar deze tentoonstelling geweest (nu zal dat praktisch niet meer haalbaar zijn). Want met begeleiding zijn er zeker delen die ook voor hen herkenbaar, toegankelijk, interessant zijn. Ik hield aan het bezoek (o.m. door het gedeelte met outsider art waarin artiesten terugkijken op hun eigen jeugd) ook een versterking over van mijn overtuiging dat we met onze kinderen en jongeren meer moeite moeten doen om dit toegankelijk te maken voor hen, hen ermee in contact moeten brengen en hen de kans moeten bieden zich te laten raken door wat ze zien. Zoals een collega van me het onlangs verwoordde: op dat vlak onderschatten we hen enorm! Zelfs in alle drukte op het werk (die er niet beter op lijkt te worden), wil ik absoluut graag tijd kunnen maken om mee mijn schouders te zetten onder projecten om hen ofwel hier zelf te laten rond werken ofwel minstens met hen naar dit soort exposities te gaan kijken.


Wat me ook bijzonder raakte, is dat ik een bevestiging zag van mijn eigen idee dat kinderen de voorbije decennia te weinig kind mogen zijn. Maatschappelijk is er een verschuiving gekomen in de visie op het kind, waarbij kinderen opnieuw meer mini-volwassenen zijn geworden, met weinig tolerantie voor het feit dat zij nog veel moeten leren, en vooral met een heel sterke nadruk op de consumptiemogelijkheden van kinderen. Kinderen en jongeren zijn een belangrijke commerciële doelgroep geworden, wat zich manifesteert in kindermode die een aftreksel is van (vaak ook licht seksueel uitdagend getint) volwassenmode, van de Studio-100isering en verketnetting, en in de agressieve targetting van reclamemakers en producenten t.a.v. kinderen en jongeren. Het is een tendens waar ik me met hand en tand probeer tegen te verzetten, zeker als het mijn eigen kinderen betreft, maar die natuurlijk zo alomtegenwoordig is dat je daar zelf weinig tegen vermag. Ik vind het erg mooi te zien hoe kunstenaars een erg confronterende spiegel durven voorhouden van deze tendens.


Maar ik raad u vooral aan om zelf de tentoonstelling alsnog te gaan bekijken, en bij uzelf na te gaan waarin u geraakt wordt. Want over één ding kunnen we het zeker eens zijn: kinderen zijn een goed en een thema dat elk van ons heel diep raakt, omdat ook wij delen in de maatschappelijke kijk waarin kindertijd en jeugd als zeer belangrijk en waardevol gezien worden. Of om het met woorden uit de catalogus te zeggen: "Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst."

09 mei 2012

Gevaarlijk jong (1/2)


Rijkelijk laat (want de tentoonstelling loopt maar tot 20 mei) ging ik in het Museum Dr. Guislain in Gent naar de tentoonstelling Gevaarlijk jong. Kind in gevaar, kind als gevaar. In die tentoonstelling worden aan de hand van kunstwerken en ander archiefmateriaal aspecten belicht van onze visie op kinderen en de kindertijd, gevaren die het kind bedreigen en op hoe kinderen zelf een gevaar kunnen vormen voor anderen (o.a. door geestesziekten of gedragsstoornissen). Kinderen is in deze overigens een term die moet begrepen worden als 'minderjarigen', aangezien het ook vaak over jongeren gaat.
Een belangrijk thema in de tentoonstelling is het ideologisch gebruik (of misbruik) van het kind. Kinderen en jeugd worden door allerlei ideologieën gerecupereerd om het eigen blazoen op te poetsen of als argumenten, die inspelen op de emoties. Immers, kinderen zijn een goed dat maatschappelijk vaak erg geïdealiseerd bekeken wordt en benaderd wordt binnen een associatie met onschuld, kracht, ongereptheid en maakbaarheid. Dat het overigens niet enkel politieke ideologieën zijn zoals socialisme en nazisme, maar ook het (ultra)liberaal kapitalistisch gedachtengoed dat op een bijzondere manier omgaat met kinderen en de kindertijd en die incorporeert, strekt tot eer van deze tentoonstelling. De hele idealisering van de kindertijd is er op zich eigenlijk eveneens een voorbeeld van. Voorbeelden hiervan zijn de kortfilm Rhabarber boy van Ulu Braun, waarin het kind in navolging van L'enfant sauvage getoond wordt als een ongerept, primitief, onbeschreven blad, dan wel als misschien toch niet zo onschuldig, en de foto's van Ruud van Empel, die de beelden zodanig manipuleert dat er een heel cleane, haast perfecte kindertijd geconstrueerd wordt.


Ook de tegenstelling kindertijd versus volwassenheid en de ambigue houding daaromtrent wordt meermaals geïllustreerd. Heel wat kunstenaars spelen met dat ambigue, b.v. in de foto's van Edith Maybin waarin ze haar eigen kinderhoofd op haar volwassen vrouwenlichaam plaatst. Ook wanneer misbruik en sexualisering van kinderen getoond worden, zoals in de foto's van Sergey Bratkov, wordt die ambiguïteit op confronterende wijze aan de toeschouwer voorgehouden. Foto's van kinderen die meedoen aan schoonheidswedstrijden voor kinderen (die trouwens ook al gebruikt werden voor de tentoonstelling Het gewichtige lichaam) tonen hoezeer deze vaak jonge kinderen zelf al mini-volwassenen geworden zijn, om te voldoen aan verwachtingen die van de kindertijd een soort ideale mini-volwassenheid maken.


Kinderen in gevaar behelst ook de psychiatrische kijk op problemen bij kinderen. Er wordt getoond hoe jongeren door complexe stoornissen in hun ontwikkeling bedreigd zijn, maar evenzeer hoe psychiatrisering van de normale ontwikkeling een bedreiging vormt voor kinderen (denk daarbij maar aan het hele debat rond ADHD, Rilatine en de DSM-classificaties).
Ook de jongerencultuur en hoe kunstenaars die trachten een plaats te geven in hun werk, komt ruimschoots aan bod. Er is aandacht voor historische ontwikkelingen in de kijk naar kinderen, krachten van kinderen worden belicht. Er is werk te zien van o.m. Banksy, Miro, Gerda Dendooven, Larry Clark, Keith Haring, Eugène Laermans,...
De tentoonstelling loopt nog tot 20 mei. Meer info vind je hier.

07 mei 2012

Nieuw album The Rest

Bijna dag op dag 2 jaar geleden kon je hier lezen wat ik vond van het tweede album van The Rest, Everyone all at once. Op 19 juni wordt de opvolger uitgebracht, Seesaw. Elke week verschijnt er een nieuw nummer van die plaat op hun Bandcamp, en zal dat er gratis te downloaden zijn tot het volgende nummer verschijnt...
Ondertussen kan je al eens kijken naar deze video voor Always on my mind, compleet met koor en dieren!


It's been almost exactly two years ago that I told you (here) what I thought of The Rest's second album, "Everyone all at once". On June 19th, they will release the new album, "Seesaw". From now on, one new song will be posted on their Bandcamp page. It will be available for download there, untill the next song is posted...
Meanwhile, have a look at this video of "Always on my mind", with choir and animals!

De Kreun concert: A Place To Bury Strangers (voorprogramma: Maze)


Nog voor het voorprogramma moest optreden, leek er mist neergedaald over Kortrijk, of nee… IN De Kreun in Kortrijk. De rookmachine was blijkbaar uitgebreid getest, en dus mocht het publiek al meteen, nog voor een noot gespeeld was, opgaan in de witte slierten.


De eerste noten werden gespeeld door Maze, de winnaar van Westtalent vorig jaar. In de klassieke triobezetting drums-gitaar-bas brachten ze een potje stevige noiserock. Frontman van deze band zijn, het lijkt me niet erg gezond. Hij zong/schreeuwde zijn teksten met een hoge stem, bij momenten kwam hij zelfs in de buurt van het soort smurfenstem dat je krijgt wanneer je 33-toerenplaten draait op 45 toeren. Het dient gezegd: hun nummers waren stevig en dik in orde. De bindteksten waren vooral erg bondig (“bedankt”, “oud nummertje”, “nieuw nummertje”,…)


Gisteren nog speelde A Place To Bury Strangers in Trix in Antwerpen (het verslag daarvan kan u hier lezen), vandaag waren ze headliner in De Kreun. Omdat de band met visuals werkt, zitten ze een beetje gevangen in een keurslijf wat setlist betreft, en veel verschil met hun optreden gisteren was er dan ook niet. De verschillen zaten vooral in de details. Frontman Oliver Ackermann vecht het hele concert lang met zijn gitaar. Het gooien ervan in het begin van de set bleek fataal voor een eerste gitaar (al hopen we dat ze achteraf toch nog gereanimeerd kon worden), en dus moest hij zijn gitaar al gauw vervangen. Ook de vervanger werd echter gegeseld met een enthousiasme waar folteraars op Guantanamo een puntje kunnen aan zuigen.
De visuals die geprojecteerd werden op een scherm achter de band, maar ook op de bandleden zelf, waardoor ze voortdurend baadden in kleurrijk licht, toonden ons lavastromen, bomen, een oriëntaals uitziende danseres, een hartslagregistratie,… Onderwijl liet het trio (ook al in diezelfde klassieke bezetting als Maze) vooraan zowat de beste shoegaze horen die tegenwoordig op een podium te scoren valt. Die klonk bijwijlen verrassend modern, zonder echter de referenties aan bands als Ride, Lush, Curve en natuurlijk The Jesus And Mary Chain achterwege te laten.


Ook vandaag werd geëindigd met een langgerekt slottrio, dat al een heel lang muzikaal stuk bevatte dat je zou kunnen omschrijven als het shoegaze-equivalent van een gitaarsolo: bakken noise, feedback, effecten,… Net toen we dat toch een beetje beu dreigden te worden, werd opnieuw zang ingezet. Helemaal op het einde kregen we een nog veel langere noisetrip, die nog ingezet werd door de drie groepsleden samen (al bood het de drummer wel de gelegenheid zijn flesje bier ad fundum uit te drinken terwijl hij met één hand repetitief een cymbaal beroerde), maar die bijna 10 minuten lang verdergezet werd door enkel de gitarist-frontman. Hij bewerkte op alle mogelijke manieren de pick-upelementen en koppelde daarvoor ook de snaren los. Gehuld in een haast eindeloos onweer van stroboscooplicht, door machines uitgebraakte rook en noise, maakte hij daarmee bisnummers onmogelijk, al maalde het publiek daar na de veel te lange “outtro” schijnbaar niet erg om.


Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.

Je kan een demo met 6 nummers van Maze hier gratis downloaden (via hun site).

06 mei 2012

Vooruit concert: Killing Joke

Met twee support acts begon de concertavond donderdag in de Vooruit al vroeg. Opener The Crying Spell, uit Seattle, klonk verrassend melodieus. Ze hadden duidelijk goed geluisterd naar oude punk- en new wave-platen. Verder viel op dat de bassist hun nummers naar een hoger niveau tilde.


De tweede band van de avond, The Icarus Line, bracht loeiharde rock en bluesrock en toonde zich een mengeling tussen The Stooges en The Jon Spencer Blues Explosion. Hun zanger waande zich ook Iggy Pop, in ontbloot bovenlijf, en deed erg zijn best over te komen als een irritant, intimiderend etterbakje. Toch zouden we geen spat verbaasd zijn mocht hij in een bejaardentehuis blijken te werken en er het meest geliefd zijn bij de oudjes. Ze eindigden hun set in complete noise en feed-back nadat ze wat licht balorig gedrag hadden vertoond.


Over het nieuwe album MMXII van Killing Joke waren we niet helemaal tevreden (zoals je hier kan lezen) en we vroegen ons af hoe hun nieuwe materiaal live ingepast in hun ruime back catalogue zou klinken. Het goede nieuws is dat de recente nummers niet uit de toon vielen en naadloos pasten in de set. De vijf Britten zijn intussen routiniers en dat merkte je aan heel wat elementen. Zanger Jaz Coleman zag er met zijn zwart omrande, wijd opengesperde ogen, zijn donkerblauwe overall, zijn hoekige en wat robotachtige danspassen uit als een zelf uit de doden opgestane grafdelver. Zijn grimassen leken op die van een opa die griezelverhalen vertelt aan zijn kleinkinderen: de geruststellende knipoog zit er al in vervat, om nachtmerries te voorkomen. En zo wordt hij natuurlijk een soort Alice Cooper, die twijfelt tussen angstaanjagend en clownesk.
De muziek bevatte sterk repetitieve gitaar- en baspartijen en lekker meeschreeuwbare refreinen. Toen de set wat dreigde te verzanden in die repetitiviteit, tapte de groep net op tijd uit een ander vaatje en volgden enkele meer gevarieerde nummers, waarvan sommige zwaar aangezet werden, en andere weer net heel dicht tegen metal aanleunden. Het publiek bleek bovendien erg gewillig, danste wild om zich heen, zong uit volle borst mee en verwelkomde elk gebaar van de zanger. 


Toch bleken sommige songs te ééndimensioneel om te kunnen boeien. Dat viel vooral op bij de eerste twee nummers van de bisronde, die er zelfs niet in slaagden het meest enthousiaste deel van het publiek warm te laten lopen. Gelukkig werden ze gevolgd door Love like blood en Pandemonium. Terwijl Pandemonium uitgroeide tot het hoogtepunt van het optreden, slaagde grote hit Love like blood (in een wat gepimpte versie) er niet in overeind te blijven. Natuurlijk hielp de bekendheid van het nummer, dat door iedereen meegezongen werd, om het te redden van ondermaatsheid, maar we verkiezen veruit de plaatversie.
Een concert is meer dan de muziek alleen, en dat bewees Killing Joke overvloedig. Ten goede deden ze dat door ook muzikaal minder sterke nummers zo te brengen dat ze bijdroegen tot de totale concertbeleving, door tijdig te variëren, door te snappen ook dat gebrek aan nuance live geen handicap hoeft te zijn. Aan de andere kant zagen we vooral een gitarist die zijn werk deed (weliswaar niet tegen zijn zin, maar hij was wel duidelijk “aan het werk”) en waren er de te vaak herhaalde truken van de foor die hun effect na een tijd verloren.



Je vindt deze review ook hier op Indiestyle.

04 mei 2012

Lied van de week : week 18 - 2012

Default - Django Django


OK, ik ben helemaal verkocht. Na het lezen van deze recensie van het album van Django Django, was mijn nieuwsgierigheid helemaal geprikkeld, en deze single is ongelooflijk verslavend! Dit is een groep waar we nog véél meer van zullen horen (of dat valt althans te hopen).

Je kan hun debuutalbum, Django Django, hier kopen.

Lyrics :

You thought you'd set the bar,
I'd never tried to work it out
We just lit the fire and now you want to put it out
You gave it all you got,
and all you got is not enough
Why don't you hand it over,
time is up, you've had your shot
Gather once again,
disasters in the end,
it's like a default

You thought you'd make the grade,

oh, your …start to fade
We threw it in the fire,
it's better that it not remain
You just brought together,
didn't seem to have the heart
We use like coming off now,
you that it would fall apart
Take one for the team you're a cog in the machine,
it's like a default
Take one for the team you're a cog in the machine,
it's like a default

You've missed the starting on,

for everything you ever done
You took part in the race,
but disappeared without a trace
You thought you'd set the bar,
I'd never tried to work it out
We just lit the fire and now you want to put it out
Forget about the cause,
press rewind then stop and pause
It's like a default
Forget about the cause,
press rewind then stop and pause
It's like a default.

03 mei 2012

Flying Horseman

Zondagavond hoorde ik Flying Horseman met een live-sessie in Glimworm op Urgent. Het was een prachtige sessie, en ik was meteen verkocht. En kijk eens aan, via hun Soundcloud kan je het hele 2e album, Twist, streamen.


02 mei 2012

Father John Misty


Father John Misty… Is het een gospel- of blueszanger van 80 jaar, die ons muzikaal tracht te bekeren? Is het een dominee die zich aan een plaatje waagt, zoals het echtpaar achter Welcome Wagon? Het is J. Tillman, één der Fleet Foxes, die al enkele soloplaten op de wereld losliet.
Natuurlijk hoor je wel hier en daar een link met Fleet Foxes, dat kan moeilijk anders, al is hier wellicht ook sprake van hineininterpretierung. Omdàt we weten dat dit een lid is van deze groep, horen we de gelijkenissen beter, want Father John Misty verschilt ook op meerdere punten van Fleet Foxes, meer nog dan Tillman op zijn eerdere platen deed. Neem bijvoorbeeld Hollywood forever cemetery sings, een folksong waarop Keith Richards lijkt mee te spelen, of het met een orgeltje geïnjecteerde countrynummer I'm writing a novel, waarop het voorzichtig line-dancing is in de late uurtjes, in een roadhouse waar de barman de stoelen al omgekeerd op de lege tafels zet, de laatste hardnekkige klanten tevergeefse hints gevend.
O I long to feel your arms around me daarentegen heeft enkel iets meer meerstemmige harmonieën nodig om op het titelloze debuut of Helplessness blues van Fleet Foxes te kunnen. Erg beatlesque start dan weer This is Sally Hatchet, vooraleer Tillman aka Father John Misty daar een geheel eigen draai aan geeft. Afsluiter Everyman needs a companion leent zich uitstekend tot een samenzang, rond het kampvuur dan wel aan de toog, door dronken mannen met baarden, net voor ze hun nu echt wel allerallerlaatste pint aanvatten eer ze de confrontatie met hun boze echtgenote, in nachtjapon en met de deegrol in de hand, aangaan.
Father John Misty levert niet alleen een behoorlijk gevarieerde plaat af met Fear fun, hij weet bovendien erg krachtige beelden op te roepen. Nu heeft J. Tillman op enkele jaren tijd natuurlijk al een muzikale nalatenschap om U tegen te zeggen opgebouwd, en toch vinden we dit tussen zijn solowerk (want laat er geen twijfel over bestaan dat we Fleet Foxes geniaal vinden) een hoogtepunt. Klein minpuntje is Nancy from now on, dat in zijn genre eigenlijk slechts middelmatig kan genoemd worden. Het is een kleine smet op een intrigerende plaat, die overigens gesierd is met een al even intrigerende hoes.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

Platenlabel Sub Pop geeft ook nog eens 2 nummers gratis weg :
Het eerste nummer krijg je trouwens in je mailbox als je je inschrijft voor de nieuwsbrief :



01 mei 2012

De hoes (4)

Een kathedraal in een onbestemd (mediterraan?) stadje, met twee torens, waarvan vooral de eerste erg opvallend is, prijkt prominent op de hoes van Red apple falls van Smog. De bandnaam is met gouden letters, in vloeiend schrift, in de rechterbovenhoek geschreven, met een erg langoureuze S. De rode titel van de plaat staat mooi tegen de blauw-witte wolkenhemel, en lijkt bestudeerd slordig geplaatst. De voorste toren van de kathedraal is erg breed, met heel veel ramen en zelfs nog een verbreding bovenaan. Het is niet helemaal duidelijk of het een echte kathedraal is (ik vermoed van niet).


Je begrijpt al dat ik meteen voor de hoes viel, die tegelijk een lo-fi aanpak én mysterie oproept. Het was ook mijn eerste kennismaking met Smog, de band van Bill Callahan, die hier bovendien samenwerkt met Jim O'Rourke.
De plaat blijkt een verhaallijn te bevatten, over de verteller die zich in het stadje Red Apple Falls vestigt en waar hij kennismaakt met een weduwe. De weduwe en de rode appels blijven terugkeren in de 9 liedjes.
Het album begint erg voorzichtig, met een trompet die de komst van de ochtendkrant aankondigt. The morning paper trekt je meteen de sfeer in van deze plaat, met het repetitieve patroon op gitaar, en de aanzwellende muziek. Blood red bird is een mooi voorbeeld van het soort lo-fi gitaarmuziek dat ik o.m. via Smog leerde kennen. Prachtig nummer! En dat kan nog veel meer gezegd worden van Red apples, dat vaak door
Cat Power tijdens haar optredens gecoverd wordt. De spaarzaam geplaatste toetsen piano en de aarzelende zang markeren heel goed het key-gebeuren dat beschreven wordt en de lyrics zijn van een betoverende pracht. En zoals sommige van de lezers intussen al weten, betekent dit vooral dat Callahan er hier heel mooi in slaagt het pijnlijke falen, de kiem van mislukking die al vervat zit in de start, goed te vatten : "She wanted nothing in return / I gave her nothing in return". Dat het hoofdpersonage niet bepaald overloopt van zelfvertrouwen, blijkt ook uit I was a stranger en To be of use. Het loopt dan ook (voorspelbaar) fout in de titelsong : "The widow says / it's hard to live / with a man / a man like me/ the widow says / it's hard to live / on the lonely version of love I give".
To be of use
was trouwens zo mogelijk nog voorzichtiger dan Red apples, en dat wil wat zeggen... Het nummer klinkt muzikaal bedrieglijk simpel, alsof zelfs ik het zou kunnen spelen op mijn gitaar... (tot de pedal steel op de proppen komt, het een melancholische alt.country-toets geeft en het geluid iets gevulder wordt). Single Ex-con is een aanstekelijke deun, die zo tussen het fijnste van
The Folk Implosion en Guided By Voices mag. Inspirational slaat verder de alt.country- en americanaweg in, met een prachtig treurende pedal steel, en de tekst zou inderdaad een inspiratie kunnen zijn voor wie vastzit in een uitzichtloze relatie...
Afsluiter Finer days ademt berusting uit, en het hoofdpersonage geeft zelfs alle moed op een verbetering van het lot op : "I could extend them a hand / but they would only pull it off / ... / and so I find myslef / isolated / isolated in these fine fine days". Ook muzikaal klinkt de berusting door, met alweer zeer minimaal aangebrachte gitaarakkoorden, die meestal zachtjes op de achtergrond blijven.

Wanneer de laatste noten weggestorven zijn, blijft enkel nog de zachte, melancholische herinnering,... én -gelukkig!- de repeat-knop.
Een andere, prachtige (Engelstalige) bespreking waarin elk liedje apart onder de loep wordt genomen (op een onnavolgbare wijze) vind je hier.