10 januari 2021

Aaron Watson


De Amerikaan Aaron Watson brengt op American soul weliswaar nogal middle-of-the-road country, de plaat ligt goed in het gehoor en weet te bekoren. Van deze Texaan moet je een hemelbestormende songs verwachten en wie goed luistert naar de titelsong hoort een ode aan de VS die maar weinig inwoners voor de borst kan stoten, zo goed weet hij in een verscheurd land het midden te bewandelen.
De hoogtepunten op deze plaat zijn dan ook die songs die net een klein beetje buiten de lijntjes durven kleuren: Out of my misery is een popsong met een countryrandje en Silverado saturday night, de opener, is zo heerlijke meezingbaar en up-tempo dat je bereid bent hem zijn doordeweeksheid te vergeven.

Beluister hieronder de volledige plaat:

09 januari 2021

Henrik Appel


De laatste jaren valt het me meer en meer op dat artiesten met plezier teruggrijpen naar de sound van de jaren zeventig. Toch moet de Zweed Henrik Appel gedacht hebben: "waarom niet meteen nog een decennium eerder teruggaan?". Op Humanity, zijn tweede plaat, klinkt hij als een volleerd kind van de jaren zestig. Prominent op de voorgrond staan zijn stem en zijn gitaar en de sound die klinkt alsof met rommelige, versleten apparatuur is gewerkt.
Als voormalig lid van een underground punkgroep (Lion's Den) kiest hij hier voor een heel ander muzikaal palet maar dat levert wel goeie songs op: Wake me up herbergt voor de goede luisteraar nog echo's van het punkverleden, I want to lie is een lieflijke song ondanks de titel en het tempo ligt wel erg laag in Mrs. Spaceman.

Beluister hieronder het album, dat je hier kan kopen via zijn Bandcamp-pagina:

05 januari 2021

Retro review: Genesis


In 1986 was ik als middelbare scholier verkocht aan Veronica's Countdown met Adam Curry. Soms slaagde ik er in mijn ouders te overtuigen om me naar Top of the pops te laten kijken op BBC, al was de eerste poging een beetje een misser omdat The Cure er net Caterpillar ten beste gaf en mijn ouders wel heel hard fronsten. Het was vermoedelijk ook op de BBC dat ik voor het eerste de clip zag van Land of confusion van Genesis, waarin de poppen van Spitting image de draak steken met de beroemdheden en wereldleiders van toen. Ook de bandleden zelf ontsnappen er trouwens niet aan. Voor zulke satire hadden we hier kortstondig TV Touché met Herman Van Molle en Jessie De Caluwé, maar dat werd na protest afgevoerd. Bekijk hier alvast de clip van Land of confusion:

Deze song staat op Invisible touch, het dertiende studio-album van Genesis, waar Phil Collins intussen al zo'n tien jaar de scepter zwaaide als frontman (na het vertrek van Peter Gabriel). Zelfs nu, bijna 35 jaar later, klinkt deze plaat nog steeds goed. Uiteraard hoor je dat het een product van de jaren tachtig is, maar songs als Tonight, tonight, tonight (dat bijna 9 minuten duurt) blijven met gemak overeind. Gekend zijn natuurlijk de singles die uit de plaat getrokken werden, zoals bovengenoemd nummer, de titelsong en Throwing it all away. In too deep is een soort ballad die de gemiddelde ballad uit die tijd moeiteloos doet verbleken. Al bij al is dit nummer niet al te cheesy en muzikaal zit het ook wel goed.
Uptempo gaat de band ook wel goed af: de drumpartijen zijn duidelijk hoorbaar en een vitaal onderdeel van Anything she does. The Brazilian begint zelfs als een vrij moderne dancetrack met de Zuidamerikaanse ritmes prominent voorop. Even later brengt de synthesizer een melodielijn in die best de moeite waard is. Dit blijft een instrumental maar wel een opwindende. Het bijna 11 minuten durende Domino weet me dan weer minder te bekoren. Dit lied valt uiteen in twee stukken maar hoewel bassist Mike Rutherford dit één van de beste dingen vindt die Genesis ooit maakte, deel ik zijn mening niet.

Beluister hieronder het volledige album:

04 januari 2021

Steve Earle


Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen en daar is Steve Earle al om ons te verblijden met zijn nieuwe plaat. De voorbije jaren bewees hij in ieder geval in topvorm te verkeren en was elke plaat een waar genoegen voor het oor. Met J.T. zet hij die lijn gewoon verder. Dat doet hij dit keer met een coveralbum van songs van zijn vorig jaar overleden zoon Justin Townes Earle.
Net als zijn vader had Justin Townes een leven vol verslavingen achter de rug toen hij aan een ongelukkige combinatie van alcohol, cocaïne en fenaline bezweek in augustus. Omdat hij vandaag 39 zou geworden zijn, brengt Steve Earle deze plaat, die in fysieke vorm ergens in maart te verwachten valt, al digitaal uit op die gemankeerde verjaardag.
Hoe moeilijk het moet zijn om de songs van je eigen zoon te zingen wanneer zijn overlijden nog zo fris is, kunnen we ons amper voorstellen. Vervuld van trots maar ook verdriet kwijt Steve Earle zich hier heel goed van zijn taak. Samen met zijn band kiezen ze vaak voor een rijke instrumentatie en dat maakt vooral van de up-temposongs hoogtepunten. Luister maar naar opener I don't care, het mooi openbloeiende Maria, het folky They killed John Henry en het wonderschone Harlem river blues. Niettemin blijkt het pakkendste nummer de titelsong van Justin Townes' laatste album, The saint of lost causes. Het nummer verscheen in 2019 en krijgt hier zulk een krop in de keel mee dat wij van pure ontroering ook tranen plengen.

Luister hieronder naar het album, dat je hier digitaal kan kopen of waarvan je een fysiek exemplaar kan bestellen, via de Bandcamp-pagina van Steve Eearle: