26 juli 2024

Retro review: Peter Gabriel


Enkele jaren nadat ik de soundtrack van Peter Gabriel ontdekte, zag ik The last temptation of Christ, een film die heel wat ophef veroorzaakte toen hij in de cinema kwam (vooral in de VS natuurlijk waar christelijke fundamentalisten ook toen al meer en meer het publieke debat binnendrongen). Echt geweldig vond ik die niet en ik moet zelfs bekennen dat ik me daar niet veel meer van herinner. De soundtrack Passion daarentegen staat zowat in mijn ziel gegrift. Het was de eerste release op het Realworld-label dat Gabriel had opgericht om de betere wereldmuziek een platform te geven en tot op heden staat het label voor kwaliteit en kan je er de mooiste ontdekkingen doen. Heel wat artiesten die later ook albums zouden uitbrengen op Realworld, kleuren overigens Passion, dat daardoor zo'n muzikale rijkdom uitstraalt dat je er haast van gaat duizelen. En stel je eens voor hoe dat allemaal in 1989 klonk, toen je enkel Westerse muziek hoorde op de radio en je nog niet avontuurlijk nieuwe muziek kon ontdekken op het internet.
Ik heb vast al eens verteld over een gezin waar ik ging bij babysitten die een heel mooie en toen voor mij totaal onbekende cd-collectie hadden. Ik leerde er Nick Cave kennen en Einstürzende Neubauten en dus ook deze plaat. Ik was echt van mijn sokken geblazen. Dit klinkt niet als filmmuziek zoals we dat gewend waren (en zijn) maar als een wervelende draaikolk in een muzikale wereld die voorheen onbekend was en die duizelde van muzikale taal die ik nog moest leren kennen, zoals je een niet-Westerse taal zou leren.
Armeense muzikanten en instrumenten weerklinken op opener The feeling begins waardoor meteen een oude Middenoosterse sfeer wordt gecreëerd die wel past bij het Palestina van 2000 jaar geleden, althans bij het beeld dat we daarvan hebben. Niet alleen Armeense muziek wordt geïncorporeerd in deze plaat, ook traditionele liedjes uit Kurdistan (in  Lazarus raised), Senegalese muziek (A different drum, waarop Youssou N'Dour meezingt), Braziliaanse percussie en Pakistaanse qawwali van Nusrat Fateh Ali Khan, de grootmeester, (op titelsong Passion) en een traditioneel Egyptisch instrument, de arghul (onder meer op Of these, hope en Wall of breath). We horen instrumenten uit Marokko, Iran, Kurdistan,...
Ondanks die grote muzikale diversiteit en variatie slaagt Peter Gabriel erin om van deze plaat met zoveel verschillende invloeden één geheel te maken die een toen nog voor de meesten ongehoorde sfeer opriep maar toch onmiskenbaar ook Westerse toetsen bevat waardoor je als luisteraar,  ondanks je gebrek aan vertrouwdheid met die andere muzikale talen, toch houvast hebt in het ontdekken van de songs.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

25 juli 2024

The Dream Machine


De Britse band The Dream Machine bracht vorig jaar nog maar hun debuutalbum uit en daar is de opvolger al. Small time monsters is zo'n plaat waar je graag eens naar luistert zelfs al zal je zo volgend jaar misschien al weer vergeten zijn. De songs zijn niet memorabel maar wel aanstekelijk en passen in een lange traditie van indie muziek. Er schuilt zelfs een mogelijk radiohitje in Holding on of opener (en single) Frankensteiin. Verder horen we dus vooral muziek die we toch vooral als verdienstelijk mogen omschrijven. Nergens gaat de band onder een ondergrens qua kwaliteit maar er wordt ook niet geëxcelleerd. Dit is dan ook een leuk tussendoortje om op te zetten terwijl je de afwas doet of wat lummelt in de tuin.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen:

24 juli 2024

Eccentric soul: the Cuca label


In welke mate let u op het label waarop muziek verschijnt? Laat u zich daar soms door leiden om een album al dan niet te kopen, eventueel zelfs als u de band noch de muziek al kent? Heeft u favoriete labels?
Wat de major labels betreft, is er al bij al niet echt verschil: ze brengen allemaal zowel troep als steengoeie platen uit dus hun naam op de hoes zegt nog niets. Maar er zijn labels die, minstens een tijdlang, toonaangevend zijn en waarop dan vrijwel enkel bands uitgebracht worden die uw aandacht meer dan waard zijn. Ooit was Island Records zo'n standaard voor kwaliteit. Binnen de wereldmuziek is Realworld, het label van Peter Gabriel, dat nog steeds. Motown is wellicht het bekendste voorbeeld. In de jaren negentig en begin deze eeuw kon je op Mo'Wax en Ninjatune vertrouwen voor de betere alternatieve dance en Metalheadz, opgericht door Kemistry & Storm samen met Goldie, is tot op vandaag een toonaangevend label voor drum 'n bass. Voor rommelige indiebands moest je bij Matador of Domino Records zijn, hiphop kende met Death Row hoogdagen en recenter nog vind je de beste alternatieve rockgenres terug op Sacred Bones. Het zijn allemaal labels waar ik (op zijn minst gedurende een periode in mijn muzikale zoektochten) vrijwel blindelings platen van zou kopen.
Van het Cuca label had ik nog nooit gehoord maar de net verschenen verzamelaar Eccentric soul: the Cuca label brengt daar nu verandering in. En ik kan u alvast verklappen dat zowel mijn oren als mijn dansbenen enorm verheugd zijn met deze ontdekking. Cuca Records werd opgericht in 1959 in Sauk City (Wisconsin) en kende zijn hoogdagen in de jaren zestig. Begin jaren zeventig droogde de bron echter op. De specialiteit was overigens niet, zoals u misschien afleidt uit deze verzamelaar, soul maar polka en etnische muziek. Maar ook muzikanten uit de jazzscene, pop, rhythm 'n blues en folk konden er opnames maken. Meestal ging het dan om artiesten uit Wisconsin of omgeving.
Deze verzamelaar begint alvast met een klassiek klinkend vroeg soulnummer van Twiliters (Restless love). Ik hoor er echo's in van Sam Cooke (alleen al die stem!). Meer uptempo komen we uit bij I'll say "yes" van The Devilettes of I lost my job (and I've got to find another) van Supreme Four. Verspreid over deze compilatie vind je de prachtigste pareltjes, zoals Ten thousand years (Harvey Scales and The Seven Sounds), het slepende My man lives (Betty Moorer), het licht psychedelische She's gone (Step By Step) of Tribute to Jimi Hendrix (The Fabulous Troubadores en Rex Swanigan).

Als u nog niet overtuigd bent, kunt u hieronder alvast de hele compilatie beluisteren en ze is hier te koop of hier via de Bandcamp-pagina:

13 juli 2024

Bette Smith


Bessie Smith kende ik al lang (en u hopelijk ook en anders moet u maar eens in de wonderschone wereld van de vroege blues duiken), Bette Smith was een mij onbekende naam tot ik op haar nieuwe album, Goodthing, stootte. Geen blues op ons bord, maar soul om duimen en vingers van af te likken: dat mag je verwachten als je de plaat oplegt.
Goodthing is haar vijfde album. Haar eerste twee albums werden uitgebracht onder de artiestennaam Bette Stuy en in 2018 werkte ze mee aan
27: The Most Perfect Album, een compilatie van songs die elk geïnspireerd zijn op één van de 27 constitionele amendementen van de Amerikaanse grondwet. Daar bevond ze zich in goed gezelschap: Dolly Parton, Devendra Banhart, They Might Be Giants,...
Dit album begint alvast stevig met de funky titelsong, waarin de baslijn terecht de hoofdrol opeist. We maken ook kennis met de krachtige stem van de zangeres. Daarmee kan ze ook met gemak mid-tempo songs als Happiness en een ballad als Eternal blessings vocaal zo mooi invullen dat je als een blok valt voor deze artieste. Toch zijn het de uptempo liedjes die me het meest kunnen bekoren: M.O.N.E.Y. (opnieuw gebouwd rond een vette baslijn), Whup 'em good (dat heel erg doet denken aan The Rolling Stones) en het naar bluesrock neigende More than a billionaire.
Hoogtepunt voor mij is Lived an died a thousand times. Die song begint met een eenvoudige drumbeat en ontwikkelt zich tot een road song zoals enkel Amerikaanse artiesten die zo goed kunnen brengen. Het tempo van de drums neemt je mee op de (muzikale) reis.
Afsluiten doet Smith met No more love songs, dat net als het eerder al genoemde Eternal blessings, het vooral moet hebben van zijn eenvoud als ballad. Het plaatst de stem van de zangeres wel heel erg op het voorplan en daar ga je hier geen klachten over horen.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen via haar Bandcamp-pagina:

11 juli 2024

Joe Gideon


Het huwelijk van blues en punk dat Joe Gideon (toen nog met The Shark, eigenlijk gewoon zijn zus Viva) ons in 2009 presenteerde op Harum scarum smaakte naar meer. Desondanks raakte ik deze artiest helemaal uit het oog (en oor). Gelukkig eist hij mijn aandacht nu terug op met Altered self, zijn derde soloplaat waarop hij onder meer hulp kreeg van Bad Seed Jim Sclavunos. Het geluid dat het album uit 2009 kenmerkte is intussen allang veranderd en verruimd. Dat levert een plaat op die je als luisteraar drie kwartier (iets meer zelfs) weet te boeien en waarop je uiteenlopende songs hoort.
De bluesrock van weleer horen we maar weinig terug, de punkattitude is zeker gebleven. Gideon laat zijn stem meanderen door de songs, als een niet-hese Tom Waits of een Nick Cave in zijn meest experimentele dagen. Je wordt een diepte ingesleurd die tot een synthese en climax komt in Wild & free. Rust, stilte en bijna parlando zang krijgen we dan weer voorgeschoteld in Life cycle of the atlas moth. Al bij al is de instrumentatie op deze plaat vrij sober maar er zijn zoveel details te horen dat je toch likkebaardend telkens opnieuw meer en meer ontdekt op de plaat.

Je kan de volledige plaat hieronder beluisteren en hier kopen via zijn Bandcamp-pagina:

29 juni 2024

Mdou Moctar


Af en toe kruist een Afrikaanse artiest mijn luisteraarspad en ik hou wel van de vaak traditioneel klinkende albums die ik op die manier ontdek. De Nigeriaanse Touareg Mdou Moctar weet met zijn band echter een atypisch geluid voort te brengen, dat een stuk harder klinkt dan ik doorgaans van dergelijke artiesten gewoon ben.
Zelden zijn gierende gitaren immers een handelsmerk maar dit Nigeriaanse kwartet heeft goed beseft dat het huwelijk tussen hun muzikale verbetenheid en urgentie en de teksten (waar ik overigens uiteraard geen woord van begrijp wegens in een plaatselijke taal) over het terrorisme dat Nigeria (en andere Afrikaanse landen) teistert. Het gevoel in de steek gelaten te worden in de strijd ertegen door de VS en Europa, overheerst (naar ik dus lees).
Opener en titelsong Funeral for justice klinkt als een kwade aanklacht. Echo's van Afrikaanse blues vinden we vooral terug in de intro's van Imouhar en Tchinta of in liedjes als Takoba en Imajighen. Het is net de aanwezigheid van beide muzikale invloeden die deze plaat zo rijk maakt en zelfs interessanter dan vele andere West-Afrikaanse releases.

Je kan het album hieronder volledig beluisteren en hier kopen via hun Bandcamp-pagina:

28 juni 2024

Dave Alvin & Jimmie Dale Gilmore


Samen met zijn oudere broer Phil stond Dave Alvin met de band The Blasters mee aan de wieg van de roots rock die nog steeds menig muziekliefhebber weet te charmeren. Sinds eind de jaren tachtig maakt hij soloplaten en toen hij een pauze nam om gezondheidsredenen, scoorde Dwight Yoakam met zijn Long white Cadillac een hit en besloot hij terug muziek te gaan maken.
Voor zijn nieuwe plaat, TexiCali, werkte hij samen met Jimmie Dale Gilmore, ook al een gewaardeerd muzikant sinds de jaren zeventig. Wat vanaf de eerste beluistering opvalt, is hoe het duo erin slaagt om hun verhalen te vertellen aan de hand van een muziektaal die niet gewichtig of moeilijk doet, maar net heel toegankelijk is. Southwest chief ligt makkelijk in het oor en dat maakt het allemaal wat eenvoudiger om te focussen op de lyrics. De afwisseling tussen beide stemmen op deze plaat werkt bijzonder goed. Naast rustige countrysongs zijn er ook countryrocknummers als Broke down engine en het bluesy Roll around die instant weten te bekoren.
Twee rasechte muzikanten met zoveel jaren op de teller en tonnen ervaring, dat moest bijna vanzelf een goede plaat opleveren en inderdaad, TexiCali stelt nooit teleur.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen via Daves site of hier via Jimmies webpagina:

27 juni 2024

Alcest


Leven als God in (het zuiden van) Frankrijk, het is een droom die voor de plaatselijke bevolking evenmin evident is als voor wie erheen trekt met hoge verwachtingen. Zelfs in een klein stadje als Bagnols-sur-Cèze in de Gard-regio is het niet altijd een pretje en dat hoor je in de muziek die Neige, frontman (en lange tijd enig lid tot drummer Winterhalter erbij kwam) van Alcest, al meer dan 20 jaar maakt.
Oorspronkelijk maakte de band (er waren nog twee andere bandleden in die eerste jaren) black metal, een genre dat we sowieso al weinig associëren met vrolijkheid en een zonnige kijk op het leven. Neige voegde aan dat muzikaal palet ook nog elementen van shoegaze en post-metal toe en u begrijpt dat de verwachtingen niet meteen richting frivole songs evolueerde.
Hun zevende album, Les chants de l'aurore, bevat duidelijk elementen uit bovenvermelde genres en dat levert een plaat op gevarieerder klinkt dan de pure black metal die we eerder al van andere groepen hoorden. Zo klinkt L'envoi verrassend melodieus en zou het in volle grungeperiode, toen harde gitaren in zwang waren, tot op de radio hebben kunnen schoppen. Zo avontuurlijk zijn radiomakers intussen al lang niet meer en zo missen luisteraars ook een kennismaking met songs als Flamme jumelle en Réminiscence. Net als eigenlijk op het hele album bewijst Alcest ermee dat ze een niet op de platgetreden paden binnen het hokje van één genre blijven maar net een muzikaal blik weten open te trekken waar voor (bijna) elk wat lekkers in zit.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen via hun Bandcamp-pagina of hier via de site van hun platenlabel:

26 juni 2024

Been Stellar


Shoegaze en post-punk zijn genres die altijd op mijn aandacht kunnen rekenen en laat dat net zijn waar Been Stellar in grossiert op hun debuut Scream from New York, NY. Daarop klinkt het vijftal erg zelfbewust en zelfzeker.
Opener Start again is meteen een stomp in het gezicht waar je even van moet bekomen en is een veelbelovend begin van een plaat waar we gezien de buzz errond veel verwachten. Sinds de vijf leden in 2017 in New York kwamen studeren, vonden ze elkaar in hun liefde voor The Strokes, Sonic Youth en Television en op deze eersteling kan je die invloeden terughoren. Zo had Pumpkin één van de radiovriendelijker songs kunnen zijn van Sonic Youth en na een rustig begin barst de titelsong helemaal open. Can't look away is wat weerbarstig maar eens je in het nummer geraakt, is het zo'n vier minuten genieten. In Takedown schurkt het quintet dan weer tegen The Strokes aan. I have the answer is een uitsmijter die een pak beter smaakt dan het hartig ontbijt.
In al die jaren dat ik muziek luister met een intensiteit alsof mijn leven  ervan afhangt, heb ik vele hemelbestormende bands zien passeren en jammer genoeg branden de meeste ervan al even snel op als ze als een komeet aan de hemel verschenen. Laat ons hopen dat eenzelfde lot dit vijftal niet beschoren is.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen via hun Bandcamp-pagina:

25 juni 2024

Daryl Hall


Daryl Hall
kennen we vooral als de helft van het legendarische duo Hall & Oates, dat menige hit scoorde in de jaren zeventig en tachtig. Al in 1980 maakte hij ook een solo-album en met D is hij aan zijn zesde studio-album toe zonder John Oates.
Wie vertrouwd is met zijn vroeger werk, heeft al een vrij goed idee wat te verwachten. Hall zoekt immers op dit album geen avontuurlijke wegen op maar blijft mooi binnen het popidioom dat hij en zijn partner zo goed beheers(t)en. De productie van Dave Stewart (Eurythmics) versterkt die sound nog en het resultaat is dan ook een pretentieloze popplaat met enkele bijzonder aangenaam in het oor liggende songs, die een semi-live sound meekregen. Zo zijn The whole world's better, Can't say no to you (de eerste single uit deze plaat), Walking in between raindrops en Why you want to do that (to my head) erg vertrouwd klinkende nummers, het een al meer dan het ander met een typische eightiesvibe.
Verwacht van dit album geen baanbrekend werk noch hoogtepunten in de popgeschiedenis. Dit is gewoon een fijne plaat, zonder meer.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen:

23 juni 2024

Galg


Er hangt behoorlijk wat mysterie rond de band Galg. O. (Omar van Iskandr en Dool) en S. stichtten de band eind 2013 en toen kwamen zanger D. en drummer M. (Mike van Fluisteraars) erbij, maar in het begin van 2014 verliet D. alweer de band. Er werd een EP gemaakt (Afzicht), er werd veel opgetreden en er werd begonnen naan de opnames van een full album, dat uiteindelijk Teloorgang zou heten en nu pas gereleased werd.
Vier repetitieve tracks die een gefaalde zoektocht naar het moois in de wereld vertegenwoordigen, vullen de plaat. Het resultaat van die mislukte queeste zijn drones die heel sterk vervreemding oproepen en je in ieder geval niet vrolijker naar onze wereld laten kijken. In opener Hemeltergend brengt de door Otto Kokke (Dead Neanderthals) getormenteerde saxofoon geen spatje verlichting en ook in Verzoeking verdrink je als luisteraar in een overweldigend, donker geluid. De schreeuw die het gezang uitmaakt klinkt als een wanhoopskreet vanuit de hel die gewoon op aarde gevestigd is, zoals duidelijk te horen in Het mes. Afsluiter Doorn in het oog mag dan naar mijn gevoel het mooiste nummer zijn op de plaat, het is het soort schoonheid dat pijn doet omdat het dwars door je ziel snijdt en je elk straaltje hoop ontneemt. Zelfs het meer melodieuze karakter ervan kan niet verhullen dat we naarmate we het einde van het album naderen, steeds meer omsloten worden door de moedeloosheid om nog iets van opbeurends te vinden. Het einde van dit nummer is dan ook een reqiuem voor de hoop.
Soms schuilt schoonheid in het aanschouwen van het lelijkste en slechtste van de mens en de wereld en dat geldt zeker ook voor Teloorgang, een plaat die na bijna tien jaar eindelijk het levenslicht zag en daar mogen we ons toch wel gelukkig om prijzen.

Van zodra er een stream van het album beschikbaar is, post ik die hieronder. Intussen kan u het album hier bestellen via Consouling en naar eerder werk luisteren op hun Bandcamp-pagina.

16 juni 2024

Retro review: Françoise Hardy


Iedereen kent Tous les garçons et les filles, de hit van Françoise Hardy uit 1962. Het is één van de vrolijkste popsongs uit die periode in het Frans en het leverde haar meteen, bij haar debuut, roem op. Enkele dagen geleden, zo'n kleine 62 jaar later, overleed ze op 80-jarige leeftijd. En helaas kennen velen niet meer van haar omvangrijk oeuvre en weten evenmin dat ze behalve een muzikale carrière ook acteer-, literaire en zelfs astrologische carrière had.
Haar overlijden was voor mij de aanleiding om nog eens door haar werk te grasduinen en nadat ze in de jaren zestig al enkele albums in het Frans had uitgebracht, volgde in 1966 een Engelstalige plaat, toepasselijk Françoise Hardy in English getiteld. Had ik voorheen ook al altijd het idee dat Hardy zo een beetje de Franse tegenhanger was van Sandie Shaw (die u kent van Eurosonghit Puppet on a string), dan is die indruk bij deze wat versterkt (al moet ik toegeven dat ik het oeuvre van Shaw ook niet echt meer dan oppervlakkig ken).
Behalve de obligate vertalingen van eigen nummers bevat deze plaat ook covers van Frans- en Engelstalige songs, zoals Say it now (van Bobby Skel) of Only you can do it (van The Vernons Girls). Die passen perfect tussen de overige nummers. Het leverde haar alvast een bescheiden hit op in het Verenigd Koninkrijk met All over the world, een vertaling van het zelf geschreven nummer Dans le monde entier.
Naar dit album luisteren is behalve een nostalgische trip naar een periode waarin ik niet eens geboren was, ook een aangename kennismaking die aantoont dat Hardy allesbehalve een one hit-wonder was en ook zelf prachtige songs wist te schrijven. Dat bleef ze overigens doen tot 2018,  toen haar laatste studioplaat Personne d'autre verscheen.
Laat het bericht van haar overlijden ook u inspireren om door haar rijke discografie te struinen. U zult, net als ik, gecharmeerd, verrast, verblijd, ontroerd en zoveel meer worden. Overigens zong de Franse zangeres ook al eens in het Duits of Italiaans.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

15 juni 2024

Chantal Acda


Nadat ik haar ooit eens telefonisch interviewde voor Indiestyle, kruisten de paden van Chantal Acda en ons (mijn vriendin en ik) elkaar meermaals. De van oorsprong Nederlandse is het soort artieste dat je meteen het gevoel geeft dat jullie al langer vertrouwd zijn met elkaar, als oude kennissen die elkaar af en toe tegenkomen. Dus, Chantal, sorry als ik de voorbije jaren je wat uit het oog verloren was door alle horden die mijn leven een pak moeilijker gemaakt hebben. Bij beluistering van Silently held, haar nieuwste plaat, komt die vertrouwdheid nochtans meteen terug.
Deze plaat werd gemaakt met The Atlantic Drifters, een gelegenheidsband met Amerikaanse muzikanten als Bill Frisell, Colin Stetson (op saxofoon) en oude bekende Shadzad Ismaily en Belgische artiesten waaronder haar partner Eric Thielemans op drums het meest in het oog springt.
Na een al prachtig openingsnummer (One day one life) krijgen we de mooiste cover die ik al ooit hoorde van I can't make you love me van Bonnie Raitt. De blues van het origineel krijgt een nog meer melancholische garderobe aangemeten die dankzij de saxofoon een jazzy toets meekrijgt maar toch vooral gedragen wordt door de haast zalvende stem van Chantal Acda. Was ik maar ooit zo mooi afgewezen als de bestemmeling van deze song...
De hele plaat neemt je zachtjes bij de hand, leidt je door het leven met al zijn mooie en verdrietige momenten en is de troost die je al altijd hebt willen ontvangen. De tederheid waarmee Above of The barn dat doen, staat in schril contrast tot de steeds harder wordende manier waarop we elkaar tegenwoordig met elkaar omgaan. Bovendien werken de titelsong Silently held en nummers als The friends parade en Taking part als pleidooien voor een terugkeer tot traagheid, tot onthaasting en tot bezinning.
Het hele oeuvre van de in Antwerpen wonende en internationaal geprezen artieste verdient uw luisterend oor meer dan elke nieuwe Britse hype of schreeuwerige stadionband en met Silently held bewijst ze nogmaals waarom dat zo is.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen via haar Bandcamp-pagina:

14 juni 2024

Rotting Christ


Het moet halfweg de jaren negentig geweest. Ik was al lang afgestudeerd, mijn beste vriend van toen had net werk gevonden als bedrijfspsycholoog en betrok een appartementje in Sint-Agatha-Berchem en we besloten een daguitstap te maken naar Amsterdam, waar we beiden vreemd genoeg nog nooit geweest waren. De weergoden waren ons niet bepaald welgezind, want ik herinner met het miezeren nog terwijl we door de straten van de ons toen nog onbekende stad slenterden. Ergens in een klein straatje ontdekten we een leuke platenwinkel waar ze een zeer uitgebreid én divers aanbod hadden. Via de grunge hadden we ook wat ruigere muziek ontdekt en bands als Sepultura en Napalm Death waren op onze radar verschenen. Snuisterend door de metalbakken ontdekten we Rotting Christ, een groep waarvan we zonder ooit een noot gehoord te hebben (je had toen nog geen streamingdiensten) en dus louter op basis van de bandnaam een running gag maakten de volgende jaren als we bij elkaar op bezoek gingen.
Nadat die vriend voor zijn werk verhuisde naar Nederland, verwaterde het contact en het is intussen al meer dan 20 jaar geleden dat ik hem nog zag of hoorde. Telkens echter ik ergens op een vermelding van Rotting Christ stoot, komt de herinnering weer bovendrijven. En dat is exact wat gebeurde toen ik zag dat de Griekse black metalband dit jaar een nieuwe plaat heeft uitgebracht, Pro Xristou. Wat zoekwerk op het internet leerde me dat dit hun veertiende studio-album is sinds hun oprichting in 1987. Hun debuut uit 1993 vertelt me dat ze ten tijde van de Amsterdamtrip een nog jonge, aan het venster piepende band waren. Intussen hebben ze hun sporen binnen het genre duidelijk al verdiend.
Wat mag je verwachten als je je waagt aan deze plaat? Wel, vooreerst is er natuurlijk de meeslepende, bombastische muziek waarin de Grieken al 35 jaar grossieren. Inhoudelijk neemt de groep ons mee op een reis langs allerlei heidense heersers uit de periode vóór Christus, van de laatste Romeinse koningen (The apostate) tot Ierland en de Vikingen (Yggdrasil). Er zit behoorlijk wat onrust in La lettera del diavolo waarop gastzangeres Androniki Skoula (bekend van het wel heel experimentele koor Chaostar) als onheilspellende vrouwenstem op de achtergrond klinkt. Pix lax dax haalt je als een ervaren visser rustig binnen met rustiger gitaren tot de song openbarst en je verslindt. Waar sommige black metalbands vooral imponeren met een verschroeiende ritmesectie en gitaren, verliezen de Grieken de melodie nooit uit het oog en zo worden we vergast op liedjes die ook nog eens behoorlijk goed in het gehoor liggen. Luister maar eens goed naar Pretty world, pretty dies of Like father, like son die beiden ook in een unplugged versie overeind zouden blijven.
Ik lees hier en daar dat dit één van hun beste platen is. Zelf ken ik hun oeuvre veel te weinig om daarover te kunnen oordelen. Het lijkt er wel op dat dit een goede instapplaat is voor wie de Griekse band wil leren kennen en waarderen.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen:

13 juni 2024

Crowded House


Crowded House
is zo'n band waarvan je bij elke nieuwe plaat weer weet dat je niet teleurgesteld zal worden. Prachtige melodieën kenmerken hun heerlijke popsongs die nooit schreeuwerig om aandacht vragen en er toch vaak in slagen om een glimlach op je gezicht te toveren en de zon een beetje te laten doorbreken. Bovendien doen ze dat al sinds 1985 (met een eerste studio-album in 1986). Ondanks die lange periode is Gravity stairs pas hun achtste album. Kwaliteit gaat hier duidelijk boven kwantiteit.
En daar mogen we ons gelukkig om prijzen. Want aan hun oeuvre, gelardeerd met prachtige singles als Don't dream it's over, Better be home soon, Into temptation, Fall at your feet, Four seasons in one day en zoveel ander moois, voegen ze ook na bijna 40 jaar nog maar eens muziek toe die de wereld net dat tikje mooier maakt. Weliswaar hoor ik op deze plaat geen potentiële evenwaardige singles als de hierboven genoemde songs,  niettemin ben ik wel gecharmeerd van Oh hi, Blurry grass en The howl, alledrie up-temponummers die perfect passen in het zo vertrouwde popuniversum dat de band van Neil Finn ons al zo lang construeert.
Persoonlijk vind ik de rustiger nummers iets te braaf en te doorsnee op dit album doch er zullen vast wel genoeg liefhebbers zijn en al in al is deze plaat een aangename luisterervaring die ik dit jaar af en toe nog zal herhalen.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen:

12 juni 2024

Arooj Aftab


De Amerikaans-Pakistaanse zangeres Arooj Aftab was voor mij een nobele onbekende tot een vriend me haar nieuwste album tipte omwille van een link met persoonlijke redenen. Bij beluistering was ik meteen verkocht. Ik ben blijkbaar niet de enige die haar muziek heel erg weet te waarderen, want zowel in 2022 als in 2023 ontving ze nominaties voor Grammy Awards, waarvan ze er zelfs één verzilverde in 2022 (Best global music performance: je zou het wereldmuziek kunnen noemen).
Arooj put dan ook rijkelijk uit de muzikale tradities van Pakistan (neo-Sufi en Hindoestaanse klassieke muziek) maar evengoed uit jazz, electronica, indie pop en minimalisme. Het levert op Night reign alvast prachtige, verstillende songs op die in de gehaastheid van het huidige leven als rustpunten aanvoelen. Het is de ideale muziek om je dag mee af te sluiten, gelegen op de bank met enkel het licht van een staande lamp (liefst wat gedimd) en met een lekker glas bij de hand, vrij van alle zorgen en afgesloten van de wereld die verder raast, dag en nacht.
Een persoonlijke favoriet op dat vlak is zeker Na gul, dat voortkabbelt en perfect bij de hierboven beschreven setting past. Verder vinden we op deze plaat ook een mooie versie van Autumn leaves en Zameen waarop we zowaar de helemaal uit het oog verloren Chocolate Genius als gastmuzikant aantreffen. Maar eigenlijk is elke song een pareltje op zich, dat je best in alle rust tot je neemt. Laat je meedrijven op de prominente pianoklanken en haar wondermooie stem en ontdek zo een artieste die onze aandacht meer dan verdient.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen:

09 juni 2024

Shellac


Toen ik las dat Steve Albini overleed op 7 mei, werd ik daar toch even stil van. Een blik op alle albums waar hij bij betrokken was, leert me welke grote invloed hij uitoefende op mijn uitgebreide platenkast en op mijn muzikale smaak. Zelf musiceerde hij ook, als gitarist-zanger bij Shellac bijvoorbeeld. Ooit kocht ik van die band de vinylplaat At Action Park, gewoon op basis van zijn naam.
De albums van Shellac zijn niet voor gevoelige oren. En dat geldt dus ook voor deze laatste plaat die ze ooit zullen gemaakt hebben. To all trains laat net als zijn voorgangers een compromisloos geluid horen waarin gitaren en noise de oren van menig onschuldig onervaren luisteraar teisteren. Dit is muziek voor geoefende muziekliefhebbers die postpunk, noise e tutti quanti al op zich hebben laten inwerken, bij voorkeur meermaals.
De zang van Albini sleurt ons een wereld in waarin schoonheid verscholen zit in chaos en waarin de lelijkheid die ook deel uitmaakt van de wereld, toch een verklanking krijgt die je kan leren appreciëren. In minder dan een half uur confronteert Shellac je met een onderkant van de samenleving die de meesten liever niet willen zien of horen maar waarvan we eigenlijk niet zouden mogen wegkijken.
Humor bezit de band eveneens, getuige Scabby the rat, een song over een gigantische rat die al je aardappelen opeet en vrouwen bezwangert. Er zitten duidelijk kwajongens verscholen in de oudere mannen die al 32 jaar lang deze band vormen.
To all trains is een kopstoot van doorwinterde rockers die altijd hun eigen pad hebben gekozen en zich verzet hebben tegen de hokjes waarin ze geduwd werden. Helaas is het ook een afscheid, hoewel ze dat bij het maken natuurlijk nog niet wisten. Eer Steve Albini door het lijstje platen waar hij een hand in had nog eens te herbeluisteren maar ook en vooral door dit album van Shellac in huis te halen en aan je stereo-installatie toe te vertrouwen!

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en hier kopen via hun Bandcamp-pagina:

08 juni 2024

Supersonics


De Eindhovense band Supersonics grijpt al voor de derde keer terug naar de aanstekelijke rock 'n roll uit de jaren vijftig en zestig om ons de dansvloer op te krijgen. Na Close to you en 69 automobile is Bird on a wire immers hun derde studioplaat en de vorige platen heb ik dan nog niet gehoord, deze derdeling swingt als een huis (en oneindig veel leuker dan Felice ooit in Het swingpaleis).
De hoes heeft een heel erg groot "Winter is coming"/Game of thrones-sfeertje maar laat je daar vooral niet door afschrikken. Het kwartet kan in deze lente die zich maar schoorvoetend laat kennen de zon zeker in huis brengen en van het dansen op hun aanstekelijke songs ga je alvast genoeg zweten om de illusie van beginnende zomertemperaturen te doen ontstaan. Het hele album is een reeks liedjes die er de gang in houden. Zelfs rustiger nummers als Closer to the fire en afsluiter Stay bederven  het feestje allerminst.
Vernieuwend is het allerminst wat de Nederlanders doen doch wie zo goed een ouder genre beheerst, hoeft zich daar helemaal niet om te schamen. Met dit album van Supersonics doe je jezelf een groot plezier, neem dat maar van ons aan.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren en je kan het hier kopen via de site van platenlabel El Toro Records:

07 juni 2024

Pearl Jam


Elke nieuwe release van Pearl Jam roept weer dezelfde existentiële vragen op. Maakt de band nog grungemuziek? En bestaat grunge überhaupt nog in 2024?
Gelukkig is het antwoord op beide al meteen bij het openingsnummer van Dark matter een luid en duidelijk ja. Natuurlijk is rock tegenwoordig zo zwaar beïnvloed door wat bands als Pearl Jam, Nirvana, Stone Temple Pilots, Alice In Chains,... begin jaren negentig op onze smachtende oren loslieten. En dus kan je je vragen stellen over de grenzen van genres, een discussie die niet altijd even zinvol is (goede muziek is goede muziek, punt). Opener Scared of fear tapt duidelijk uit het vatje van stevige gitaren waarvoor de band rond Eddie Vedder al altijd bekend heeft gestaan en dat geldt evenzeer voor React, respond, dat er meteen op volgt. Nadat Eddie Vedder vooral solo heeft bewezen ook meer ingetogen songs te kunnen schrijven en zowaar een singer-songwriter in zich te hebben huizen, doet het deugd dat het rockbeest nog lang niet verdwenen is.
Toch mogen we ook wel blij zijn met de evolutie die Vedder zelf heeft doorgemaakt want het levert ook een prachtige song op als Won't tell, dat het beste van beide werelden verenigt. Ook Something special demonstreert dat de frontman wel degelijk een goede melodieuze song kan neerpennen. Verder horen we echo's van Spin the black circle uit één van hun vroegste platen in het potente en heerlijk voorbijdenderende Running.
Ook anno 2024 is Pearl Jam een groep die zijn relevantie weet te behouden en zich niets aantrekt van hitlijsten en trends. Dark matter is een waardige toevoeging aan een al indrukwekkend oeuvre.

Beluister hieronder het volledige album, dat je hier kan kopen:
 

30 april 2024

Aprilchallenge - dag 30: de song die bij jou op nummer 1 staat in jouw Tijdloze

We sluiten deze aprilchallenge af met het beste nummer aller tijden volgens mij. Dat is natuurlijk altijd een hachelijke onderneming om songs uit verschillende tijdvakken en uit verschillende genres met elkaar te vergelijken, maar Smells like teen spirit van Nirvana is voor mij toch de wel het nummer dat mijn jeugd en mijn muzikale smaak definieert. Nirvana heeft rechtstreeks en onrechtstreeks de poort opengebeukt naar allerlei artiesten en genres die ik in die meer dan 30 jaar ontdekt heb. Toen ik het hier had over de tien platen die mijn leven hebben beïnvloed, had ik het al uitgebreid over het hele album Nevermind en eigenlijk heb ik daar weinig aan toe te voegen.

Smells like teen spirit - Nirvana

29 april 2024

Aprilchallenge - dag 29: een song die je kent van een tv-serie

Het was het eind van de jaren tachtig of zelfs al begin jaren negentig en ik babysitte toen vaak voor leden van de Gezinsbond. Zo was er één gezin waar ik haast elke week 2 avonden op rij mocht oppassen op de kinderen, omdat de vader DJ was in een bekende discotheek in de buurt en zijn vrouw er als danseres optrad en zelfs meezong op een naar de discotheek vernoemd trio dat naar mijn weten één maxi-single uitbracht (die ik als dank voor mijn beschikbaarheid als oppas cadeau kreeg).
Omdat het altijd heel laat (tot in de vroege uurtjes) was en ze graag uitsliepen de volgende dag, mochten de kinderen wel heel erg lang opblijven en ik merkte dus al gauw dat na 22u er eigenlijk geen eigenlijk tv-programma meer geschikt was om zulke jonge kinderen (de oudste was 9 of 10, de jongste van 5 mocht ik gelukkig wel al om 22u in bed stoppen) naar mee te laten kijken. Het leverde aanvankelijk dilemma's op maar uiteindelijk ontdekte ik er de serie Crime story, een beetje de voorloper van de huidige series en de eerste waarin afleveringen echt voortborduurden op elkaar en samen het verhaal vormden. Voorheen stonden afleveringen van tv-series eigenlijk altijd op zichzelf.
De begintune van de serie was Runaway van Del Shannon, een hit uit 1961. Het verhaal van Crime story ging over de strijd tussen een agent uit het team dat georganiseerde misdaad (zeg maar de maffia dus) bestreed en één van de rijzende sterren binnen de maffia in Chicago en algauw ook in Las Vegas, waar de meeste afleveringen zich afspeelden. Het was gesitueerd in de jaren zestig en dus zag je geweldig mooie Amerikaanse wagens en een sfeer waarin die hit zo wonderwel paste.
Hoewel ik dit nummer van Del Shannon wel al kende, ben ik het toen pas echt ten volle gaan waarderen. De productie van deze song die gebruikt werd voor de opening credits klonk immers nog krachtiger dan het origineel. Ik heb hieronder dan ook voor die versie gekozen:

Runaway - Del Shannon

28 april 2024

Aprilchallenge - dag 28: een song van een artiest met dezelfde voornaam als jij

Veel artiesten met dezelfde voornaam als ik zijn er niet (dat zou wel anders geweest zijn mocht ik Paul, Neil of George geheten hebben), maar ik dacht meteen aan dit leuk nummer van de Antwerpse Sven Van Hees. Zijn chill-out en lounge mag dan niet meteen een genre zijn waar ik af en toe naar luister, ik herinner me wel nog dat toen deze langskwam op de radio, ik toch wel gecharmeerd was van Tsunami. De laidback sfeer van het nummer, het repetitieve,... dat alles laat je wegzinken in de song als in een diepe zetel.

Tsunami - Sven Van Hees

27 april 2024

Aprilchallenge - dag 27: een song van minder dan 2 minuten

Tegenwoordig zijn songs meestal ergens rond de 4 minuten lang maar als je een liedje wil dat maar half zo lang is, kom je al gauw uit bij punk of bij vroege rock 'n roll. Ik koos vandaag voor het laatste met Eddie Cochran, een rockabilly-zanger die vooral eind jaren vijftig hits scoorde, waaronder dus deze C'mon everybody. Ik heb altijd een zwak gehad voor deze man die erg opzwepend klinkt, in dit nummer alsook in Summertime blues. Laten we dus van de opdracht van vandaag maar eens een ode maken aan de pioniers van de rock.

C'mon everybody - Eddie Cochran

26 april 2024

Aprilchallenge - dag 26: een song met een blokfluit

Het is misschien wel één van de meest niet-sexy muziekinstrumenten die er bestaan en een bron van eindeloos geplaag in mijn Twitterconversaties met Vlinderstof: de blokfluit. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat een song vinden waarin op niet-ironische manier dat instrument gebezigd wordt, een onmogelijke opdracht bleek. Het dichtst benaderde ik het nog met de dwarsfluit van Ian Anderson (Jethro Tull) in heel wat van hun songs.

Bungle in the jungle - Jethro Tull

25 april 2024

Aprilchallenge - dag 25: een song met een onverwachte sample

Mijn eerste beluistering van Yeezus van Kanye West was een soort implosie in mijn hoofd. Los van wat voor geschifte, egocentrische figuur Kanye is, ken ik amper een artiest die even ingenieus weet om te gaan met de muziek om hem heen en er zulke sterke songs van maakt. Het is dan ook geen wonder dat veel van zijn songs instant hits werden. Een deel van zijn genie is openstaan voor artiesten uit heel andere genres (zoals Paul McCartney of Bon Iver) en hun muziek in een plaats geven in het typische hiphopuniversum dat hij op zijn platen schept.
Ik kende vooraf de geweldige versie van Strange fruit niet die Nina Simone zo krachtig weet te brengen. Uit een documentaire die ik later zag, leerde ik Nina Simone kennen als een militante artieste die haar ongelooflijk talent inzette om een steeds duidelijker politieke boodschap rond gelijkheid voor zwarten in de VS over te brengen (of tegen de Vietnamoorlog). Strange fruit is een song die eerder ook al door Billie Holiday werd gebracht en gaat over het ophangen van zwarten aan de takken van de bomen in het zuiden van de VS, een gebruik dat veel te lang is blijven bestaan onder blanke supremacisten.
De sample van deze uiterst potente song in Blood on the leaves combineert die kracht met de productionele vaardigheden van Kanye en zijn eigen sterke zeggingskracht. 

Blood on the leaves - Kanye West

24 april 2024

Aprilchallenge - dag 24: een song uit het album met de mooiste platenhoes


De mooiste platenhoes: dat is natuurlijk een heel moeilijke keuze. Platenhoezen kunnen immers op heel verschillende manieren mooi zijn. Ze kunnen visueel je in de wereld van de plaat trekken, ze kunnen refereren naar dingen die je mooi vindt (zoals bestaande kunst of mooie voorwerpen), ze kunnen een heel eigen stijl hebben of ze kunnen zoveel laten zien dat je telkens opnieuw details ontdekt die je eerder ontgingen.
Ik heb gekozen voor zo'n hoes uit die laatste categorie, zo één waarop er zoveel gebeurt dat je er niet op uitgekeken raakt. Ik hou ook wel van de kinderlijke, naïeve stijl van de tekening. De band Fuck zelf, een Californische lo-fi band die perfect past bij het Matador label waarop ze ook platen uitbrachten (waaronder Pardon my French waar dit nummer op staat), is vrij obscuur en hoorde ik ooit eens toevallig op Studio Brussel waarna ik hun plaat in een opwelling kocht. In 2018 releasten ze na 14 jaar nog eens een album en een oudere song van hen haalde ooit de populaire sitcom How I met your mother.

Fuck motel - Fuck

23 april 2024

Aprilchallenge - dag 23: een song om met anderen, zelfs onbekenden, samen te zingen

Mijn zoon zat ooit één jaar in een voetbalclub. Het was niet de eerste sport die hij probeerde maar het zou wel de laatste ploegsport zijn. Zijn autisme en ADHD maakten het samenspelen met anderen moeilijk en uiteindelijk zou hij jaren later in (en dankzij) de lockdown de sport(en) vinden die hem wél liggen. Toen begon hij te fietsen, op zijn eentje, steeds grotere ritten en intussen heeft hij een racefiets en een mountainbikefiets, deed hij mountainbikewedstrijden mee met een wielerclub, gaat hij ook vaak lopen en wandelen.
Maar toen, op 6 december 2014, speelde hij voetbal en omdat hij dat weekend bij mij was, ging ik met hem naar de uitwedstrijd, ergens in het Gentse. Het was een week nadat Luc De Vos overleden was en die voormiddag, ongeveer terwijl de match bezig was, werd hij begraven. Om  13u speelden alle radiozenders gelijktijdig Mia van Gorky, dat 't Vliegerke van Walter De Buck zowat lijkt verdrongen te hebben als officieus Gents volkslied. Dat moment zaten we nog na de wedstrijd in de kantine. U weet hoe dat gaat: de spelertjes krijgen een bonnetje voor een drankje na de match en de ouders drinken dan ook iets, de clubkas van de thuisploeg spijzend. Er moeten zowat 40 à 50 mensen in de kantine geweest zijn en behalve een voetballende zoon had ik met de meesten weinig gemeen. Omdat ik niet zo'n vlotte smalltalker ben, is dat altijd een lastig moment voor me, want met wie moet ik in godsnaam waarover praten als onze werelden zo van elkaar verschillen.
Om 13u zette de uitbater van de kantine de radio wat luider en door de boxen weerklonk Mia. Iedereen staakte zijn gesprekken en letterlijk iedereen zong mee met die in Gent zo bekende regels. En gedurende die vijf magische minuten voelde ik me verbonden met alle aanwezigen (en misschien wel met alle Gentenaars) op een manier die ik nooit eerder en nooit erna heb ervaren.
Naar het schijnt is You'll never walk alone van Gerry & The Pacemakers, het supporterslied van Liverpool, als dat door al die supporters op Anfield Road gezongen wordt, het ultieme samenzanglied en bezorgt het iedereen die het meemaakt kippenvel. Ik hoop daar ooit eens tussen te staan maar totnogtoe heb ik dat nog niet kunnen ervaren, dus dat ene moment van Luc De Vos is veruit het dichtste daarbij dat ik ooit in de buurt kwam, denk ik. 

Mia - Gorky

22 april 2024

Aprilchallenge - dag 22: een song die perfect past bij jouw leven nu

Zoals ik al eens eerder vertelde, wacht ik om getransplanteerd te worden (hart en nier). Het wachten betekent niet dat ik stil in de zetel zit met mijn gsm in de hand, hopend dat elk moment dat verlossende telefoontje komt dat er een donorhart is, maar wel dat mijn leven al een hele tijd in de wachtmodus staat waarin ik weinig plannen maak, door mijn gezondheidstoestand sowieso weinig kan doen en waarop alles afgestemd is op "na mijn transplantatie, dan...!". Samen met mijn lief maak ik plannen voor dingen die we erna (en ook na de lange revalidatie eerst) gaan doen en intussen probeer ik in kleine dingen geluk te vinden, energie te vinden en vooral te overleven tot het zover is. Bloggen en muziek beluisteren zijn, samen met koken, de fysiek haalbare dingen die momenteel af en toe mij geluk verschaffen (en het samenzijn met mijn lief natuurlijk).
Hoewel mijn situatie wel heel erg specifiek is om er een song over te vinde, herken ik wel één en ander in de tekst van Waiting room van Fugazi.

  • "Everybody's moving, please don't leave me to remain": de mensen rondom mij hebben een leven vol beweging, waarin dingen gebeuren, terwijl mijn dagen en weken op elkaar lijken en ik vaak het besef van de tijd kwijtraak. Toch wil ik graag nadien terug kunnen aansluiten en niet door een te grote achterstand in het leven tegenover anderen, uit de boot vallen.
  • "I don't sit idly by, I'm planning a big surprise": ik probeer niet bij de pakken te blijven zitten en hoewel ik op korte en middellange termijn weinig plannen kan maken, maak ik die wel, zoals gezegd samen met mijn lief, voor de tijd na de transplantatie en revalidatie. Ik probeer daar realistische voorstellingen bij te hebben want gezondheidsproblemen zullen er (in veel mildere vorm hopelijk) ongetwijfeld wel nog zijn.
  • "Sitting in the waiting room": dat is exact hoe ik me voel, zittend in een wachtruimte, niet wetend hoe lang het nog duurt eer het mijn beurt is.

Waiting room - Fugazi

21 april 2024

Aprilchallenge - dag 21: een song waarop je een onbedwingbare neiging voelt te dansen

Er zijn zo van die nummers op fuiven en feestjes waarop je meteen de dansvloer op moét. En ook al is het voor mij al een hele tijd geleden dat dansen mogelijk en haalbaar is (omwille van mijn gezondheid), sommige songs blijven in mijn hoofd dat effect hebben dat ik er meteen wil op bewegen. Eén van die liedjes is de versie die Jason Nevins maakte van It's like that van Run DMC. Deze versie is zo opzwepend dat ik me nergens nog iets van aantrek en (in mijn hoofd toch) de coolste dansmoves bovenhaal.

It's like that - Jason Nevins vs Run DMC

20 april 2024

Aprilchallenge - dag 20: een song over (een) sport

Gisteren kwam Max Cavalera al in beeld met Sepultura, dat hij in 1996 verliet, en vandaag is hij alweer present, zij het dan met Soulfly, de band die hij in Arizona oprichtte en waar zijn zoon Zyon ook deel van uitmaakt. In het Portugees bezingt de band in een stijl die uiteraard heel dicht aanleunt bij wat hij met Sepultura maakte, zijn liefde voor de Braziliaanse voetbalcultuur. Wat ik niet wist, is dat Umbabarauma een cover is van een liedje van Jorge Ben. Wat ik gisteren vertelde over Max Cavalera die er met zijn bands in slaagt de hardere gitaren van de metal te combineren met de ritmes die de muziek uit zijn geboorteland rijk is, geldt ook zeker en vast voor dit liedje.

Umbabarauma - Soulfly

19 april 2024

Aprilchallenge - dag 19: een song van een artiest of band uit Zuid-Amerika

Wat een openbaring was Chaos A.D. van Sepultura toen ik de cassette in 1993 kocht en voor het eerst beluisterde. Het moet de hoes geweest zijn die me zo geïntrigeerd had dat ik tot die aankoop verleid werd (en het feit dat de cassette verrassend goedkoop verkocht werd). Dankzij grunge was ik de richting van hardere gitaren uitgestuurd qua muzikale smaak maar heavy metal was toen niet bepaald het genre dat ik kende en luisterde. Ik had er eerder een eenzijdige kijk op en ik dacht toen nog werkelijk dat alles zo klonk als de "hair metal"-bands die op MTV al eens passeerden.
Dat de Braziliaanse band rond de broers Max en Igor Cavalera zo hoorbaar hun culturele erfenis incorporeerden in een genre dat het toch in de eerste plaats leek te moeten hebben van de gitaren waarop geramd wordt, verbaasde me hogelijk. Bij Sepultura worden de ritmes (en die klinken echt wel heel Braziliaans bij tijden) minstens even belangrijk en dat maakt dat ze toch wel opvallen tussen andere metalbands.
Het instrumentale nummer Kaiowas dat een soort interludium vormt op het album laat zien hoezeer ze verknocht zijn aan die ritmes en de drummer krijgt hier een steeds prominentere rol toebedeeld. Het mag dan wel behoorlijk atypisch zijn voor een plaat die voor de rest ook behoorlijk agressief klinkt, ik blijf dit een heel bijzonder nummer vinden.

Kaiowas - Sepultura

18 april 2024

Aprilchallenge - dag 18: een cover die beter is dan het origineel

Het origineel van The Carpenters is al een mooi nummer, natuurlijk door de loepzuivere zang van Karen Carpenter, aangevuld met een prachtig en lieflijk arrangement. Niettemin houd ik nog veel meer van de cover die Sonic Youth van de song maakte voor het tribute-album If I were a carpenter in 1994. Zoek dat album overigens maar eens om te beluisteren want er staan ook nog een rits anders mooie covers op, van onder meer American Music Club, Bettie Serveert en Babes In Toyland.
Superstar haalde in 2007 de soundtrack van de leuke film Juno. Naar ik las, was Richard Carpenter niet echt weg van deze cover, in tegenstelling tot ik dus. Wat die vooral zo goed maakt, is dat de dreiging in de song zo hoorbaar is, b.v. in de lage pianonoot bij aanvang van het refrein, als het ware een voorbode van het verschrikkelijk lot dat Karen te beurt viel (zoals geweten overleed ze aan de gevolgen van haar anorexia). Ook de distortie van de gitaren, zo kenmerkend voor Sonic Youth, past perfect bij het trieste verhaal dat de song vertelt, over de onbereikbare liefde (voor een ster die je hoort op de radio in dit geval).

If I were a carpenter - Sonic Youth

17 april 2024

Aprilchallenge - dag 17: een song die klinkt alsof hij van een andere artiest of band is

Telkens ik het begin hoor van This time around van Green On Red is mijn eerste gedacht: "Ah, The Rolling Stones". Op de opener van het gelijknamige album klinkt Green On Red nog meer Stones dan de Stones zelf. Zanger Chuck Prophet zingt als een jonge Mick Jagger en de band weet de essentie van de rock van de Stones perfect te vatten. Het duurt dan ook altijd even voor mijn frank valt en ik besef dat het dus Green On Red is.

This time around - Green On Red

16 april 2024

Empusae & Peter Bjärgö


Empusae is nog steeds het geesteskind van Nicolas Van Meirhaeghe (aka Sal-Ocin) en nadat ik op deze blog al eerder de albums Lueur en Iter in tenebris reviewde alsook zijn optreden op labelnight Ogentroost, schenk ik met plezier opnieuw aandacht aan zijn nieuwste plaat: Onus. Het onvolprezen Consouling brengt de nieuwste release uit, die hij samen maakte met Peter Bjärgö, een Zweedse metalmuzikant.
Wat me zo hard opviel aan de twee eerder genoemde oudere platen, was dat ze erg donker klonken en Sal-Ocins strijd met zijn demonen muzikaal vorm gaven. De vier songs op Onus zijn zeker niet lichtvoetig maar het lijkt alsof de zang van Peter Bjärgö helpt om een kier open te zetten en wat licht binnen te laten. Ook muzikaal word je niet meer overvallen door het somberste zwart: Coiling despair klinkt als een sprankel hoop. Dat lijkt nochtans niet echt de bedoeling op een plaat die een titel meekreeg die "last van het leven" betekent en waarop de desintegratie van onze beschaving, de destructie van onze planeet en de conflicten tussen mensen centraal staan. 
Beide artiesten werkten eerder al samen op Proslambanomenos, al werd toen voor een andere aanpak gekozen. Op die eerste collaboratie voegde Nicolas instrumentatie toe aan de zang en composities van Peter. Dit keer gebeurde net het omgekeerde: aan de muziek van Empusae voegde Peter zang en extra geluiden toe.
Onus is voor mij de mooiste plaat die ik van Empusae al hoorde. De vier songs mogen dan gedrenkt zijn in een wanhopige en uiterst pessimistische kijk op vandaag, je wordt als luisteraar niet overvallen door deze gevoelens zonder lucht om te ademen. Integendeel, vreemd genoeg vind ik deze plaat nét de bezongen verschrikkingen overstijgend. Het maakt Onus een erg intrigerende en enigszins verwarrende ervaring. En misschien zijn verwarring en zelfs verbijstering exact wat we nodig hebben in een wereld die recht op de afgrond lijkt af te stevenen.

Je kan de volledige plaat hieronder beluisteren en hier kopen via Consouling of hier via de Bandcamp-pagina van Empusae:

Aprilchallenge - dag 16: een song met mooie samenzang

Eigenlijk zijn de absolute koningen van de samenzang uiteraard The Beach Boys, daarvoor hoef je maar te luisteren naar God only knows of Wouldn't it be nice (of bijna eender welk liedje van de band). Toch heb ik gekozen voor een groep die deze eeuw de samenzang een nieuw hoogtepunt bezorgde op hun debuutalbum en de kort erna verschenen EP. Fleet Foxes klinkt zo prachtig dat ik me niet kan voorstellen dat iemand van zender verandert als ze nummers uit die twee platen spelen op de radio. Hun stemmen verleiden de luisteraar en zelfs na intussen meer dan vijftien jaar blijft hun muziek (vooral van die eerste platen dus) me ontroeren en me betoveren. 

Mykonos - Fleet Foxes

15 april 2024

Aprilchallenge - dag 15: een live-versie van een song die beter is dan de studioversie

Met mijn keuze vandaag oogst ik zeker en vast een epische roloog van mijn vriendin, die de studioversie van ongeveer twaalf minuten al niks vindt (en de zanger sowieso een zaag én een onuitstaanbare vent) en die wie deze live-versie van bijna zestien minuten een ware marteling zal vinden.
Voor mij was deze live-versie, zoals ze te horen is op In concert, een driedubbele plaat waarmee ik kennis maakte dankzij Studio Brussel en die ik de volgende dag al ging kopen, mijn kennismaking met The end van The Doors. Zanger Jim Morrison laat zich helemaal gaan (net als de band trouwens) en improviseert er op los met grapjes, een gedicht dat uit een anekdotisch verhaal voortvloeit,... De band speelt intussen op de achtergrond wat muzikale thema's uit de song waardoor het een geheel blijft. Dit is misschien wel mijn favoriete live-song van eender wie, net omdat het laat zien hoe je als artiest of band live de mogelijkheden van je songs nog verder kan exploreren.

The end - The Doors

14 april 2024

Aprilchallenge - dag 14: een afsluitend nummer op een album

Hoewel OK computer hier de vaakst beluisterde CD is, heb ik vandaag gekozen voor het afsluitend nummer op The bends van Radiohead. Street spirit (fade out) blijft immers voor altijd verbonden met dierbare herinneringen aan een tijd waarin ik weliswaar serieus op drift geraakt was maar ik toch in een zeer goede vriendin een anker vond, dat mijn persoonlijke stormen (helaas niet altijd zonder zelf averij op te lopen, om in de metafoor te blijven) doorstond. Vaak deed ze dat door mee te deinen op die woelige baren van het zelf niet weten waar ik aan toe was, wat ik wou, hoe ik geluk moest vinden, herkennen en vasthouden. Achteraf gezien heeft ze een pak meer gedaan dan ik toen besefte, toen ik haar aanwezigheid te vaak evident vond.
In die tijd ging ik vaak als afsluiter van mijn avond nog eens langs bij die vriendin, die in een studiootje woonde in Gent, samen met haar nog erg klein kindje. Hoe laat het ook was, ik was altijd welkom en ik heb er vaak nog uren zitten babbelen, zitten drinken en zitten grappen maken, zitten luisteren naar muziek samen,... Soms ging ze even naar de nachtwinkel iets halen om te drinken (vaak appeljenever) en dan zette ik intussen The bends op en skipte bijna altijd meteen naar de afsluiter, die ik telkens opnieuw beluisterde. Eén avond, zo weet ik nog goed, was ik met de koptelefoon aan het luisteren terwijl ze naar de nachtwinkel was en zong ik mee met een eigen tekst over mijn eigen leven , die ik improviseerde terwijl ik de melodie meevolgde. Een geweldige zanger ben ik zeker niet en met een koptelefoon meezingen, dat klinkt voor anderen altijd luider (en misschien ook wel valser) dan je zelf denkt. En de hoge noten die Thom Yorke zo mooi uit zijn strottenhoofd perst, die waren en zijn echt wel te hoog gegrepen voor mij. Het moet nogal een bizarre luisterervaring voor haar geweest zijn toen ze, wat ik niet doorhad om ik met mijn ogen toe en afgewend van de deur stond mee te "zingen", terug binnen kwam. Het heeft even geduurd eer ik haar aanwezigheid had opgemerkt (en meteen stopte met zingen). Toch heeft zij het altijd een mooi moment gevonden, misschien wel omdat Street spirit iets in me naar boven bracht van de twijfels die ik achter mijn semi-zelfverzekerd gedrag en mijn drang om altijd grappig te zijn verstopte.
Het nummer zelf is een prachtige afsluiter van een sowieso al uitstekende plaat en het is echt "eruit gaan met een knal". Het is geen wonder dat Radiohead zelf ook besefte hoe goed hun afsluiter was en ze het uitbrachten als single. Meestal zijn afsluitende nummers een soort synthese van de plaat (in het beste geval toch, soms is het de laatste vuller om het album vol te krijgen) maar dat lijkt hier niet echt het geval.  Ondanks de al geweldige nummers High and dry en Fake plastic trees hebben ze hiermee een nog net iets hoger niveau gehaald.

Street spirit (Fade out) - Radiohead

13 april 2024

Aprilchallenge - dag 13: een song in een taal waar je niets van begrijpt

Vandaag gaan we voor een guilty pleasure. Muzikaal is dit nummer eigenlijk niet zo veel soeps, maar het klinkt tegelijk zo aanstekelijk dat het toch blijft hangen. Bovendien is er de beroemde meme Numa numa guy met de mollige jongeman die voor zijn camcorder wel heel enthousiast meedoet, die ik zo  grappig vind dat ik die af en toe eens opzoek op YouTube als ik iets nodig heb om me vrolijk te maken. 

 

Het nummer zelf, van de de boysband O-Zone, is in het Roemeens (hoewel de band zelf Moldavisch is) en daar begrijp ik nu eens echt niets van. Nochtans ligt het Roemeens van de levende talen nog het dichtst bij het Latijn dat ik 6 jaar lang gestudeerd heb in het middelbaar. Op het gehoor alleen echter kan ik er niets van maken. Ik heb wel al gemerkt dat als ik het tegelijk geschreven zie staan en het Roemeens trager en duidelijk gearticuleerd gesproken wordt, ik hier en daar toch iets herken.
Gelukkig vind je op internet makkelijk de (in het Engels) vertaalde lyrics, om ten volle te kunnen genieten van de "poëzie" die in zulke popnummers gehanteerd wordt.

Dragostea din tei - O-Zone