30 augustus 2020

Gelezen (151)

Machines zoals ik - Ian McEwan


Nadat de wereldgeschiedenis ergens (in de jaren twintig? dertig? veertig?) een andere afslag heeft genomen, bevinden we ons in de jaren tachtig in Londen met Tatcher als premier en de op handen zijnde Falkland-oorlog, die in een wereld waarin de technologie al zoveel verder staat een heel andere wending zal nemen. Hoofdpersonage Charlie heeft net een robot gekocht die eruit ziet als een echt mens (Adam), één van de 25 modellen die er op dat moment bestaan. Hij is verliefd op zijn buurvrouw, Miranda, en zo rollen we in een driehoeksverhouding tussen een man, een vrouw en een androïde wiens artificiële intelligentie tegelijk indrukwekkend blijkt en tegelijk ook zo verschilt van wat ons menselijk brein doet. Die driehoeksverhouding (geen menage-à-trois overigens) wordt ook nog eens bezwaard door geheimen, misdaden en de maatschappelijke context.
Ian McEwan legt uiteindelijk Alan Turing (die we kennen van Enigma maar die in dit boek ook de architect van deze androïden is, in zekere zin) woorden in de mond die het spanninsveld waarop het hele boek teert, goed weergeven. Turing laat zich daarbij uit over de beperkingen van artificiële intelligentie als imitatie van ons brein omdat mensen grillig en onvoorspelbaar zijn en niet logisch en algoritmisch denken, noch cognitief, noch moreel. En hij raakt aan een definitie van bewustzijn die enorme implicaties heeft voor het verhaal, maar misschien ook wel voor ons, voor wie dit alles nog toekomstmuziek is (of lijkt).
Zoals elk goed boek is het niet één onderwerp dat alles overvleugelt, maar lezen we ook over de essentie van liefde, van trouw, van loyaliteit, van verraad, van wraak, van gerechtigheid en moraal. Dat alles maakt dit een heel ambitieus boek dat ik zonder meer tot de beste van Ian McEwan reken.


Wachten op de barbaren - J.M. Coetzee


Een boek schrijven over een oorlog zonder dat je ergens wapens hoort kletteren, slagen ziet geleverd worden of strategieën ten uitvoer ziet gebracht worden én toch de gruwel van oorlog vastleggen, dat is een klusje dat grote schrijvers zoals J.M. Coetzee wel aankunnen. Dat blijkt eens te meer uit dit boek.
Aan de grens van het Rijk leeft een grensnederzetting in harmonie met de "barbaren" in de woestijn, nomaden die in de woestijn en de bergen aan de grens van het Rijk leven. Vanuit de hoofdstad worden echter troepen gezonden omdat de barbaren het Rijk bedreigen. Gevangenen worden gefolterd, expedities worden uitgestuurd, maar de nomanden/barbaren blijken ongrijpbaar en de oorlog lijkt zich misschien wel in de geest van het Rijk af te spelen, eerder dan in het echte leven. Toch wordt het leven in het grensstadje helemaal overhoop gehaald en die tragiek wordt zo accuraat beschreven dat je doorheen het hele verhaal de gruwel voelt van de ontmenselijking die samenhangt met oorlogen en conflicten, zelfs ingebeelde.
Het is dan ook een pijnlijke waarschuwing in tijden waarin ook wij leven met "barbaren" die ons "bedreigen" en derhalve ontmenselijkt worden om steun te verzekeren voor een strijd tegen hen. Waartoe dat allemaal kan leiden, maakt dit boek hartverscheurend duidelijk. Helaas zullen weinigen deze waarschuwing lezen, laat staan begrijpen.


Het verborgen leven van bomen. Wat ze voelen, hoe ze communiceren - ontdekkingen uit een verborgen wereld - Peter Wohlleben


Halvelings verwachtte ik een boek met een hoog "zweef"-gehalte, een soort hippiepleidooi om bomen net als mensen te beschouwen. Gelukkig heeft Peter Wohlleben zulk een boek vermeden door zich op wetenschappelijke inzichten te baseren om uit te leggen hoe het leven van bomen eruit ziet, wat hun belang is en hoe de traagheid van hun leven ons blind maakt voor de enorme rijkdom ervan. Bovendien houdt hij een pleidooi om te geloven in de veerkracht van de natuur en tijd te gunnen aan de van nature traagste wezens die er zijn. In feite zou dit boek met deze inzichten verplichte lectuur moeten zijn voor iedereen die zich met bosbeheer bezighoudt en zeker van de verantwoordelijken voor alle beslissingen daaromtrent, zoals de bevoegde minister(s).

Foon - Marente de Moor


De setting voor dit boek lijkt bijna idyllisch: twee oude mensen wonen samen al lang in een afgelegen gebied van Rusland, waar ze ooit hun Laboratorium van de Onafhankelijkheid bouwden en uit Leningrad/Sint-Petersburg weggingen net om simpel leven te leiden. Maar Marente de Moor laat van die idylle niets heel. Vrijheid wordt in de post-communistische Russische Federatie een gezinsbegoocheling veroorzaakt door ongebreideld en keihard kapitalisme, een wantrouwende volksaard, een herhaling van een dictatoriaal regime en een nationalisme dat nietsontziend zijn eigen fake news produceert. De liefde die het koppel samenhield vertoont diepe barsten en de ouderdom blijkt een aftakeling te zijn die je ondanks goede wil en voornemens niet kan tegenhouden. Het leven in de natuur draait de antropomorfe kijk naar dieren (waardoor ze een variatie op de mens worden) om tot het verworden van de mens tot een animaal wezen. De stuitende naïviteit van de Westerse (Hollandse) vrouw en haar organisatie brengen zoveel schade toe dat niemand ongeschonden uit de zelfbegoocheling komt en ambities en aspiraties worden langzaam doodgeknepen. Zo lijkt het een grimmig verhaal maar gelukkig heeft de auteur ook gezorgd voor de kracht van verhalen, voor de kracht van verbeelding, die over alles heen een glans legt die tegelijk het bedrog in stand houdt én het bedrog leefbaar houdt. De eenzaamheid van het hoofdpersonage vindt iets wat enigszins op troost lijkt in de narratieve vermogens van de mens en het besef van zijn eigen eindigheid en zijn eigen onvermogen tegenover een natuur, een land, een wereld die zoveel macht hebben dat je er eigenlijk enkel door overrompeld kan worden. En toch slaagt het hoofdpersonage erin zich in zekere zin staande te houden en te leven, elke dag opnieuw, seizoen in en seizoen uit.

29 augustus 2020

Meridian Brothers


Als je Aphex Twin zou loslaten op het genre van de cumbia, zou je een nog iets extremere plaat krijgen dan Meridian Brothers ons nu voorschotelen, maar veel zou het toch niet schelen. Bijwijlen klinkt de manier waarop de Colombiaan (het gaat, behalve live, om een solo-project van Eblis Alvárez) eighties synthesizers en drummachines tegen deze Latijns-Amerikaans dansmuziek aansmijten, behoorlijk extravagant en doen ze in feite met de cumbia wat Atari Teenage Riot deed met drum 'n bass: het genre tot het uiterste drijven.
Omdat ik niet zo vertrouwd ben met al die diverse Zuid- en Centraal-Amerikaanse muziekgenres, heb ik eens opgezocht wat cumbia precies inhoudt. Het blijkt een complexe erg ritmische stijl te zijn die oorspronkelijk enkel zang en percussie inhield. Daar blijven deze Colombianen dicht bij in de buurt, alleen voegen ze natuurlijk ook nog die synthesizers toe.
Het leidt soms tot een grappige cover (Cumbia del Pichamán is een bijzondere versie van Son of a preacherman) of tot een Mario Bros-achtig geluid (Cumbia de la fuente). Hoedanook slaagt de man erin om het genre zulk een moderne toets mee te geven dat het ook buiten de danslessen een plezier is om naar te luisteren.

Je kan deze plaat hier kopen op hun Bandcamp-pagina en alvast hieronder beluisteren:

28 augustus 2020

Jerry Joseph


Jerry Joseph is voor velen een nobele onbekende, inclusief voor mij. Toch is hij al actief sinds 1982 en mede-artiesten als Jason Isbell of Jim White hebben hem hoog zitten als singer-songwriter. Wie zijn nieuwste plaat, The beatiful madness, beluistert, snapt goed waarom. 
Vanaf de eerste noten van opener Days of heaven tot en met afsluiter Eureka, bijna een uur later, worden we immers ondergedompeld in een muzikaal bad dat verwarmend, zuiverend en verkwikkend aanvoelt. Nochtans zijn de teksten zelden optimistisch en het bijtende cynisme van onder meer Sugar smacks ("
Everybody  has a reason to march but the fascists in the White House only laugh and pull another trigger, we might really need  a gun") kruipt onder huid. Gelukkig worden we muzikaal getrakteerd op een festijn aan mooie melodieën en loepzuivere alt.country. Dat danken we overigens geen klein beetje aan de muzikanten van Drive-By Truckers, die onder de schuilnaam The Stiff Boys hun vriend Joseph bijstaan. Ook Jason Isbell draaft overigens op, op Dead confederate dat het schijnbaar onuitroeibaar racisme van het Zuiden op de korrel neemt. Jerry Joseph zag een groot deel van de wereld (als jongere ging hij op een strenge kostschool in Nieuw-Zeeland en verder reisde hij ook door conflicten geteisterde landen als Mexico en enkele staten in het Midden-Oosten). Het levert geen optimistisch wereldbeeld op, maar wie schoonheid en bewondering zoekt, vindt die alsnog in onder meer Black star line, zijn ode aan grote held David Bowie
Deze plaat is een groeier, je moet meerdere luisterbeurten, liefst dagelijks, voorzien alvorens de plaat werkelijk zijn volle rijkdom prijsgeeft en een plek verovert in je hart, ziel en oor. Eens dat doel bereikt, is het zo'n plaat die nooit meer dat plekje opgeeft.

Je kan het album hieronder volledig beluisteren:

27 augustus 2020

Guided By Voices


Guided By Voices, de band uit Ohio rond Robert Pollard, brengt zijn éénendertigste plaat uit sinds 1987, het jaar van hun debuut Devil between my toes. Dat is bijna een plaat per jaar en gezien Pollard ook nog wat solo-albums en dergelijke uitbracht, kan je hem moeilijk van luiheid beschuldigen. GBV-platen zijn bovendien vaak goed herkenbaar en leverden hen de titel "keizers van de lo-fi" op. Ook dit album, Mirrored Aztec, past in het rijtje.
Voor het eerst echter valt me op hoezeer de songs de sound van R.E.M. benaderen en hoe dicht Pollards stem ligt bij die van Michael Stipe. Toch zijn er ook op deze plaat buitenbeentjes, zoals het bij momenten vrij jazzy en schijnbaar geïmproviseerde Math rock.
Deze plaat moet je vooral als geheel beluisteren. Singles die eruit springen, hoor ik niet meteen en het is eerder een continue stroom goed in het oor liggende songs die naadloos in elkaar overgaan zonder tot verveling te leiden. Guided By Voices doet andermaal waar het heel goed in is.


Beluister hieronder het volledige album:

The Mavericks


Hoewel ze al dertig jaar een vreemde mix van country, tex-mex, latin en rockabilly brengen, waren The Mavericks totnogtoe aan mijn aandachtig oor ontsnapt. De veelheid aan (goeie) bands is natuurlijk een geldig excuus dat ik dan ook graag inroep. Nu ze En Español uitbrachten, kwamen ze echter wel in mijn vizier en wat ik hoorde, beviel me.
Ik hou ook wel van de muziek van Los Lobos en dat is dan ook de eerste referentie waaraan ik denk bij het aanhoren van de spaanstalige klanken en de half-Mexicaanse country die me komen aanwaaien. La sitiera opent de plaat als een hartenkreet die gehoord en begrepen moet worden om verder onheil te vermijden. De gezelligheid die van Poder vivir afspat, opgesmukt met een accordeon, doet het vast goed rond een kampvuur op een lange zomeravond in de middle of nowhere. Mujer is een slepende ode aan de vrouw (al kan het ook een vervloeking zijn van haar grillen, mijn Spaans is nu eenmaal bijzonder rudimentair). 
Drie decennia al timmert deze band aan de weg en hoe bedreven ze geworden zijn, demonstreerden ze vorig jaar al bij hun dertigste verjaardag met Play the hits waarop ze bekende nummers naar hun hand zetten. Nu Raul Malo en zijn groep uit Miami een volledige spaanstalig album opnamen, doen ze dat met heel wat bekende songs uit het latino-repertoire. Bij de gastmuzikanten herkennen we onder meer Flaco Jiménez, die op een blauwe maandag nog samenwerkte met de Nederlandse band Jack Of Hearts (de single Zonked koester ik in mijn verzameling).

Je kan dit album hieronder beluisteren:

26 augustus 2020

Chuck Prophet


Ik heb al altijd een zwak gehad voor Chuck Prophet. Meer zelfs, het is één van het handvol artiesten op wiens nieuwsbrief ik ingeschreven ben en die ik met plezier lees. Sinds ik This time around van Green On Red leerde kennen, dat zo hard op The Rolling Stones leek, ben ik 's mans output blijven volgen. Live heb ik hem nog nooit gezien en nu ik allang een concerten meer bezoek (al van voor corona trouwens) zal het er wellicht ook nooit meer van komen.
Genieten doe ik dus maar met zijn platen en hij heeft toch wel net weer een nieuwe uitgebracht, zeker. The land that time forgot is weer om duimen en vingers van af te likken, al vind ik dat zijn sound intussen al een eind afgedwaald is van die Green On Red-platen. Maar stilstaan is achteruitgaan, heet het, en in het geval van Chuck Prophet is zijn evolutie alvast niet te versmaden, ook al gaat die aan de meerderheid der muziekluisteraars voorbij.
Zo is het zachtjes meedeinen op Love doesn't come from the barrel of a gun, hoor je een gewoonweg geweldige indierocksong met onder meer Best shirt on en zijn ook de rustiger nummers zoals Paying my respects to the train van hoge kwaliteit. Eigenlijk is er geen song op deze plaat die niet voldoet aan de kwaliteitsnorm die hij zichzelf op al zijn platen oplegt en dat maakt ook dit album weer een klein pareltje dat weliswaar enkel de ware liefhebbers zal weten te beroeren, maar prijs u gelukkig als u tot die groep kan toetreden.

Je kan het album hier kopen via zijn Bandcamp-pagina en hieronder alvast in zijn geheel beluisteren:

23 augustus 2020

Nas


Terwijl het alweer wachten is op de steeds maar weer aangekondigde en uitgestelde release van het nieuwe album van Kanye West kunnen we ons gelukkig laven aan een nieuwe plaat van een oudere hiphopheld. Nas serveert ons deze week immers King's disease en dat is spek voor mijn bek, zo blijkt. 
Voor we ons op de muziek concentreren toch even over de mooie hoes: een schilderachtig tafereel met knalrode engelen rond een troon met aan de voeten ervan een stilleven zoals de beste schilder het eerder al voordeden, je ziet het niet elke dag in de platenwinkel. Het is alvast één van meest opvallende platenhoezen die ik dit jaar al zag.
Nas weet op deze plaat te hinkelen tussen de sound van Illmatic, zijn meesterwerk uit 1994, en een modernere sound waardoor hij nog steeds mee wil kunnen met de jonge honden in het genre. Dat hoor je bijvoorbeeld op All bad, waarop Anderson .Paak een mooie gastbijdrage levert en zijn jazzy stem mooi aansluit op die Nas zelf. Een andere geweldige song op deze plaat is 10 points, waarop de namen van basketlegendes LeBron James, Michael Jordan en Kobe Bryant in het rond vliegen. Hier heeft de New Yorker geen gasten nodig om zijn song tot op eenzame hoogten te laten uittorenen. Hetzelfde geldt voor Ultra black, de single die onlangs uit het niets opdook en waarin Nas zijn trots op zijn huidskleur bekendmaakt.

Luister hieronder naar het volledige album:

22 augustus 2020

Erasure


Waren Pet Shop Boys de onbetwiste koningen van de eighties pop met hun intelligente songs, hun telkens weer verbazende diversiteit en hun gesmaakte samenwerkingen (met bijvoorbeeld Dusty Springfield), dan mocht Erasure zich toch één der prinsen noemen. Het duo maakte muziek die klonk alsof het leven één groot feest was en deed dat met typische Britse synthpop.
Enigszins in de schaduw van de grote muziekwereld bleef het duo platen uitbrengen en zo is The neon al hun negentiende plaat. Dat ze nog steeds de kunst van de bijna perfecte eighties synthpopsong beheersen, demonstreren ze meteen in opener Hey now (Think I got a feeling), een vrolijke song die meteen de nostalgische tiener in mezelf bovenhaalt. Als ik heel eerlijk ben, blijft dit na diverse beluisteringen het hoogtepunt van deze plaat. Want wat het duo Andy Bell en Vince Clark daarna brengt, klinkt weliswaar moderner qua sound maar kan toch niet tippen aan dat ultieme popgevoel dat bij de opener wel aanwezig is.
Erasure is daarmee in de hiërarchie van de pop weggezakt en ik zie hen daar met dit album niet meteen verandering in brengen. Daarvoor hinken ze teveel op twee gedachten. Enerzijds houden ze toch wat vast aan hun handelsmerk en anderzijds hebben ze de valkuil van stilstand vermeden. Helaas vallen ze daarmee wat tussen twee stoelen: te weinig eighties nostalgie doorheen de hele plaat om de veertigers van vandaag aan te kunnen spreken en te weinig volop kiezen voor een sound die past bij dit tijdsgewricht. Het tweetal weet de vinger aan de poppols onvoldoende te houden om, ik zeg maar iets, Charlie XCX of Dua Lipa naar de kroon te steken of zelfs maar van verre te benaderen, laat staan dat ze de resolute keuzes van FKA Twigs of Arca achterna gaan.
Het resultaat anno 2020 is dan ook een plaat die op zijn minst verdienstelijk mag genoemd worden maar die geen potten gaat breken en slechts af en toe dreigt bovengehaald te worden. Met de haast grenzeloze keuzemogelijkheden voor luisteraars valt deze plaat te weinig op om meer dan een rimpeling te veroorzaken. Dat is jammer, want ergens heb ik nog steeds een zwak voor dit duo.

Luister hieronder naar het volledige album:

21 augustus 2020

Bright Eyes


Voor wie denkt "joepie, een nieuwe plaat van Bright Eyes" start Down in the weeds, where the world once was nogal verwarrend. Het popequivalent van het klassiek orkest dat de instrumenten stemt terwijl het publiek nog keuvelt, daar lijkt Pageturners rag op. De zin ervan ontgaat me enigszins maar gelukkig steekt Conor Oberst, de frontman van Bright Eyes, daarna van wal met zijn typisch stemgeluid en muziek die in de lijn der verwachtingen ligt. Dat is nu eens pompeus zoals in Dance and sing en dan weer rustiger en gematigder, waarvan Just once in the world een mooi voorbeeld is. 
Opgemerkte muzikanten op deze plaat zijn Flea (Red Hot Chili Peppers) op bas en John Theodore (Queens Of The Stone Age en The Mars Volta) op drums. Zij verrijken mee het geluid van deze plaat die vaak erg overweldigend klinkt. 
Conor Oberst stond nooit bekend als een vrolijke jongen. Wie enkel First day of my life kent, zou dus wel eens bedrogen kunnen uitkomen. Tussen 2011 (toen zijn vorige plaat The people's key uitkwam) en nu stierf zijn broer, strandde zijn huwelijk, werd hij valselijk beschuldigd van seksueel misbruik en hij werd ook nog eens veertig, een door velen gevreesde leeftijd omdat het hoogtepunt van je leven dan achter je zou liggen. Het maakt er deze plaat allemaal niet vrolijker op, zoals onder meer te horen is in To death's heart (in three parts). Hoewel dat de plaat niet enkel muzikaal zwaar maakt om te verteren, zijn vele songs gelukkig op zich pareltjes waaraan het fijn laven is. Vooruitgestuurde single Mariana trench, Tilt-a-whirl en Pan and broom horen hier tot de persoonlijke favorieten.
Als volledig album is Down in the weeds, where the world once was allerminst een hapklare brok. Muzikaal en tekstueel wordt een aanval ingezet op de luisteraar die je op je knieën krijgt ware het niet voor al die heerlijke songs die je dus misschien nog best in kleine doses consumeert. Of zoals de dokter altijd zegt wanneer hij pijnstillers voorschrijft: maximaal drie per dag.

Beluister hieronder het volledige album:

20 augustus 2020

James Dean Bradfield


Natuurlijk is Even in exile, de soloplaat van James Dean Bradfield, niet gewoon een nieuwe Manic Street Preachers-plaat hoewel de overeenkomsten tussen wat hij solo brengt en wat zijn groep doorgaans uitbrengt, meteen opvallen. Zo herkende we zelfs flarden van A design for life in het instrumentale Under the mimosa tree. Behalve overeenkomsten zijn er echter ook verschillen.
Bradfield weet als geen ander hoe een goeie melodie van een song een potentiële hitsingle maakt en die vaardigheid gebruikt hij voor heel wat nummers op dit album. From the hands of Violeta, The boy from the plantation en Thirty thousand milk bottles kunnen allemaal bogen op een herkenbaar refrein zoals hij met zijn groep er ook al veel heeft gemaakt. Maar sommige songs verrassen: The last song is geen rechtlijnig nummer en There'll come a war heeft een heel lange intro waarin de gitaren die bij de Preachers vaak zo centraal staan nu eens naar de achtergrond worden verdreven. En er zijn de instrumentale songs zoals het hierboven al vernoemde Under the mimosa tree of Seeking the room with the three windows waarin de Welshman zich niet beperkt tot een muzikaal idee om uit te werken.
Meteen komen we daarmee tot de conclusie dat deze plaat een mooie aanvulling is op zijn oeuvre met de groep waarvan hij zanger en frontman is en zijn eigen plekje in de platenkast verdient.

Beluister hieronder het volledige album:

19 augustus 2020

Rumer


Hugh Prestwood is een Texaanse singer-songwriter die vooral in countrymiddens bekendheid geniet met songs die intussen ook al gecoverd werden door onder meer Alison Krauss en Trisha Yearwood. Nu waagt de Britse Rumer zich ook aan zijn back catalogue door vijftien van zijn songs in een nieuw jasje te steken.
Haar prachtige stem leent zich uitstekend tot songs die een jaren zeventig sfeer uitstralen, al is de eerste hit die Prestwood pas uit 1978. Hard time for lovers, de song waarover ik het had, staat ook op deze plaat, Nashville tears, waarvan de titel al aangeeft dat het niet bepaald een vrolijk album wordt. Toch voel je je na beluistering niet triest omdat de vocalen zalvend klinken en heel erg doen denken aan die van Karen Carpenter. De instrumentatie en arrangementen mogen dan behoorlijk zoet klinken, Rumer slaagt er toch in geen kleffe plaat af te leveren, een gevaar dat nochtans om de hoek school. We worden verwend op sterke songs (van één van Nashville's gevierde singer-songwriters) gebracht door een Britse zangeres die niemand onberoerd laat. The song remembers when is één van de vele hoogtepunten. Dit nummer illustreert heel goed hoe de combinatie van een goed geschreven song met een vocaliste die haar stem weet te buigen tot ze de songs kneedt als waren het haar eigen maaksels, bijzonder goed werkt.

Beluister hieronder het volledige album:

18 augustus 2020

Librarians With Hickeys


Ik ken een aantal bibliothecarissen (m/v), echt of op sociale media, en één ervan verdenk ik er zelfs van stiekem te verlangen naar een "tjoezeplek". Ze zijn trouwens ook medeleveranciers van boekentips, en zelfs dvd- of platentips. Als ik een totale carrièreswitch zou maken, zou ik hun beroepsgroep met plezier vervoegen, het lijkt me een heel toffe job. (In werkelijkheid moeten ze waarschijnlijk nieuwe aankopen saai inscannen en ingeven in het systeem, alle teruggebrachte materialen checken op eventuele beschadigingen, vlekken,... en uren aan de balie zitten en "ssssst" zeggen telkens iemand iets meer volume dan fluisteren produceert...)
Groepen met een leuke naam kunnen bij mij altijd op mijn nieuwsgierigheid rekenen en dus beluisterde ik Long overdue, de debuutplaat van Librarians With Hickeys (vandaar dus die inleiding). Dit viertal uit Ohio begon pas vorig jaar samen muziek te maken en bracht al enkele singles uit en nu is er dus een powerpopalbum dat me doet denken aan de vroege R.E.M., The Posies en Big Star. Grappig detail is dat ze bovendien op Big Stir Records hun materiaal uitbrengen...
Dit is geen hemelbestormde, vernieuwende plaat maar wel één die de jonge gitaarliefhebber in ons tot een glimlach weet te bewegen dankzij de fijne melodieën. Poor reception, Be my plus one, Obsession,... ze lijken allemaal weggelopen uit de vroege jaren negentig om pretentieloos een beetje uw dag op te fleuren. Twaalf nummers lang weet het kwartet ons op die manier te bekoren.

Beluister hieronder de volledige plaat:

17 augustus 2020

Penny Penny


Toen ik jong was (en nog studeerde) had ik het plan opgevat later naar Afrika te gaan om daar te werken. Hoe ik daar als psycholoog aan de kost zou komen, daar had ik niet concreet over nagedacht en evenmin hield ik op dat moment veel rekening met mijn fysieke toestand (mijn aangeboren hartafwijking en alle gevolgen daarvan) en hoe die niet meteen gebaat zou zijn van een tropisch klimaat (Congo leek met ongeveer de ideale bestemming). Ik stond zelfs op het punt als keuzevak Swahili te volgen. Ik was helemaal wet van het continent en luisterde ook veel naar Afrikaanse muziek. Dat was allemaal begonnen met de ontdekking van Johnny Clegg and Savuka, de in Frankrijk immens populaire Zuidafrikaan, en natuurlijk waren er ook Mory Kanté, Miriam Makeba en Youssou N'Dour. Langzaamaan verdiepte ik me wat meer in de muziek die hier helaas te onbekend is. Ik ben helemaal geen kenner geworden of zo, want zoals dat gaat in mijn jeugd, waren mijn interesses soms nog vluchtig en fladderden ze van het één naar het ander.
Toch ben ik af en toe Afrikaanse artiesten die een nieuwe plaat uitbrachten die goed onthaal werd, blijven beluisteren. Zo stootte ik nu op Penny Penny, een Zuidafrikaanse zanger die het sprookje "van dakloze tot ster" werkelijk beleefde. Tevens is hij politicus voor het ANC. Yogo yogo is in feite een re-issue van zijn tweede album dat in 1996 gepresst werd in Zimbabwe. De plaat is op CD zelfs voor het eerst buiten Zuid-Afrika verkrijgbaar.
Gezien de feitelijke leeftijd van dit album is het geen verrassing dat ik hem heel erg vond klinken als de muziek die ik toen beluisterde, begin jaren negentig. Er zit een soort (euro)discodeun onder enkele nummers (zoals Dodomenzi) maar vaker klinkt dit zoals Afrikaanse popmuziek toen vaak klonk, vooral vrolijk en dansbaar en steunend op ritmes eerder dan op melodieën. En zo komen we bij onweerstaanbare songs uit als opener Ibola aids (waarvan ik vermoed dat de lyrics een pak minder vrolijk zijn), Hai kamina en Ti samaboko. Wat wel opvalt als je die zo eventjes kort na elkaar beluistert, is dat hetzelfde ritme telkens weer terugkomt en als basis gebruikt wordt. Het zorgt voor consistentie maar kan voor sommigen ook het effect hebben van teveel herhaling en daardoor een te lange plaat, die net te weinig gevarieerd lijkt te klinken.

Beluister hieronder het album alvast, dat je hier kan kopen op de Bandcamp-pagina van de Zuidafrikaan:

14 augustus 2020

Gratis download: nieuwe single van Public Enemy



Vandaag kan je hieronder ook de review lezen van het album Loud is not enough van Enemy Radio, een muzikaal project van Public Enemy, en tegelijk vestig ik graag je aandacht op deze nieuwe single van Public Enemy, die je gratis kan downloaden op hun website, in ruil voor het inschrijven op hun nieuwsbrief.
Op deze single gaan ze tekeer tegen president Trump, die ze absoluut weg willen na de verkiezingen. Ze schetsen het grimmige beeld van zijn voorlopige nalatenschap na bijna 4 jaar presidentschap. Ze doen dat trouwens middels een samenwerking met DJ Premier van Gang Starr.

Lyrics:

WHATEVER IT TAKES RID OF THIS DICTACTOR
POTUS MY TAIL ASS DEBATOR
PRIMETIME, PRIMO RHYMETIME CRIME
LIKE NO OTHER IN THIS LIFETIME
WHITE HOUSE KILLER DEADIN LIFELINES
VOTE THIS JOKE OUT OR DIE TRYIN
UNPRECEDENTED DEMENTED
MANY PRESIONED NAZI GESTAPO
DICTATOR DEFENDED
ITS NOT WHAT YOU THINK ITS WHAT YOU FOLLOW
RUN FOR THEM JEWELS DRINK FROM THAT BOTTLE
ANOTHER FOUR YEARS GONNA GUT YALL HOLLOW
GUTED OUT DRIED UP BROKE AND CAN’T BORROW

State of the Union
Shut the Fuck up
Sorry ass Muther Fucker
Stay Away From Me

MR I AM THE LAW AND YOU ARE NOT
IN FACT, IM GOD I GOT A LOT
MR THESE UNITED BREAKS
TAKE OVER, COME OVER
ORANGE HAIR FEAR THE COMBOVER
HERES ANOTHER SCARE KEEP THEM HANDS IN THE AIR
BETTER NOT BREATHE You DARE NOT DARE
DON’T SAY NOTHING DON’T THINK NOTHING
MAKE AMERICA GREAT AGAIN THE MIDDLE JUST LOVE IT
WHEN HE WANNA TALK WALK YALL STRAIGHT TO THEM OVENS
HUMAN BEINGS OF COLOR YEAH WE BE SUFFERING

State of the Union
Shut the Fuck up
Sorry ass Muther Fucker
Stay Away From Me

BETTER ROCK THAT VOTE OR VOTE FOR HELL
REAL GENERALS NOW NOT SOME U.S.F.L
NOT A FKN GAME I DID NOT MENTION HIS NAME
OPERATION 45 YEAH IT’S THE SAME THING
SOUNDS LIKE BERLIN BURNIN SAME THING
HISTORYS A MYSTERY IF YALL AINT LEARNING
END THIS CLOWN SHOW FOR REAL
A STATE BOZO
NAZI CULT 45 GESTAPO

State of the Union
Shut the Fuck up
Sorry ass Muther Fucker
Stay Away From Me

Enemy Radio


Loud is not enough werd uitgebracht op 1 april en toen al werd duidelijk dat 2020 een bijzonder vreemd jaar zou worden. En toen moesten we nog de moord op George Floyd, de grootste impact van het coronavirus in de VS en de explosie in Beirut krijgen. Toch wist Enemy Radio blijkens opener 2020 al genoeg relevants te vertellen over de stand van zaken (voornamelijk voor zwarten in de VS) maar de song is vooral een oproep tot verandering, tot een soort revolutie voor de start van een nieuw decennium.
Enemy Radio is in feite Public Enemy maar nadat Chuck D Flavor Flav uit de groep zette na een dispuut over een optreden op een Bernie Sanders verkiezingsrally, hetgeen later allemaal een publiciteitsstunt bleek die het album danig overschaduwde in plaats van in het centrum van de belangstelling te plaatsen. Dat had toen nog gekund, op die laatste pre-coronadagen in de Amerikaanse media. Helaas bleek Flavor Flav niet echt opgezet met het promotieplan van Chuck D (en was hij blijkbaar ook in het ongewisse gelaten) wat leidde tot échte problemen binnen de band.
Die hele hetze (maar helaas ook de plaat) gingen hier grotendeels aan ons voorbij, waardoor het wat onbevangener luisteren is naar het album, dat echt wel de moeite waard is. Zo overweldigend als later dit jaar RTJ4 van Run The Jewels zou blijken, is het niet, maar het is een dijk van een hiphopplaat en daarom wil ik ze alsnog onder jullie aandacht brengen.
Zo is Goodnight Lucifer een muzikaal bijzonder interessant nummer, met tempowisselingen, raps en beats die je aandacht grijpen. De beschreven strijd tussen Satan en God is vooral voor een meer godsdienstig publiek intrigerend maar als je die gewoon over je heen laat gaan, kan je ook als atheïstische Vlaming volop genieten. Evenzeer is de eerste single uit het album, Food as a machine gun, een song die eruit springt, met zijn reggae- en dubinvloeden en alweer raps die zo smooth flowen dat het erin gaat als een milkshake. Het is overigens een song waarop Flavor Flav wel nog meedeed. Mij doet hij ook een beetje denken aan de The Disposable Heroes Of Hiphoprisy (een vroegere band van Michael Franti). 
Het zou jammer zijn om deze rapplaat zomaar ongemerkt te laten passeren want Public Enemy heeft in de Trumpjaren genoeg inspiratie gevonden voor alweer een militante plaat en al moeten ze in het klassement der strijdbare hiphoppers Run The Jewels tegenwoordig voor laten gaan, ze staan er na al die decennia nog steeds!

Beluister hieronder het volledige album, dat je hier kan kopen op de Bandcamp-pagina van de band:

13 augustus 2020

Billy Bruner


Met de hittegolf van de voorbije week ben ik niet meteen geneigd om heel dicht bij mijn lief zwoel te gaan dansen op stomende disco en ik ben er vrij zeker van dat ze dat ook absoluut niet zou willen. Met haar in mijn bubbel zou het nog net mogen, maar het is gewoon te warm. En heet, zo kan je ook zeker de soulboogie van Billy Bruner noemen, van wie net een titelloos album is uitgebracht met tien zeldzame en/of onuitgebracht nummers. Hij was de prins van de Tulsa boogie in de late jaren tachtig en speelde onder meer in bands als Darwin's Theory, T-Spoon en J.O.B. Band en produceert nog steeds muziek. Deze re-issue bij een Schots label is toch wel opmerkelijk en verdient zeker uw aandacht en luisterbereid oor.
Dat we middenin de jaren tachtig gedropt worden hoor je meteen al bij opener Tulsa song dat erg vertrouwd klinkt omdat het gebruik maakt van de toenmalig erg populaire ritmes, productie en arrangementen. Hetzelfde geldt voor The dream, dat zo naast hits van Paula Abdul of Lisa Lisa And Cult Jam kan staan. Cats meow klinkt als Billy Ocean die alweer een film voorziet van een catchy song en is met verve de beste song op deze plaat. Ook in ballads toont Billy Bruner zich bedreven, al moet je natuurlijk houden van het mierzoete dat toen zovelen kon bekoren. Never, Say yeah of Genesis zijn de kleine broertjes van Hello van Lionel Richie.
Het is eens een heel ander genre dan we tegenwoordig gewoon zijn voorgeschoteld te krijgen. Dat komt natuurlijk doordat het een re-issue is van songs uit de eighties, maar toch is het wel eens verfrissend zo'n release tussen de stapel nieuwe platen tegen te komen.

Je kan dit album hier kopen via de Bandcamp-pagina van het Schotse platenlabel Athens Of The North en hieronder alvast beluisteren:

12 augustus 2020

Mary Chapin Carpenter


Wanneer het te warm is om wat dan ook te doen, zoek ik verkoeling op en wil ik muziek die niet teveel van me vraagt. Gewoon rustige muziek (meestal) waarbij het niet uitmaakt of ik naar de teksten luister of niet, omdat zelfs ongeacht de inhoud de liedjes heerlijk aangenaam zijn.
Aan mijn lijstje kandidaatplaten daarvoor kan ik nu The dirt and the stars van Mary Chapin Carpenter toevoegen. Niet dat luisteren naar de teksten niet zou lonen, overigens, want de zangeres heeft het niet alleen over persoonlijk leed maar ook over de toestand waarin haar land verkeert en zoals we allen weten, is dat vergelijkbaar met de situatie van het (West)Romeinse Rijk kort voor de Germanen definitief binnenvielen.
All broken heart break differently herhaalt het thema van de openingszin uit Anna Karanina van Tolstoj (alle gelukkig families zijn hetzelfde, maar ieder ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen manier) en leert ons een wijze les omtrent liefdesverdriet. Ook Asking for a friend gaat over het einde van de liefdesrelatie. In Secret keepers horen we een pleidooi voor mededogen, niet medelijden. American Stooge daarentegen neemt een idioot op de korrel die zwicht voor makkelijk succes met soundbites en populistische ideeën, het is niet duidelijk of het hier over Trump gaat of over anderen.
Maar vooral muzikaal weet deze plaat te bekoren door telkens voor arrangementen te kiezen die uitstekend passen bij de doorleefde stem van Mary Chapin Carpenter. En daardoor luistert deze plaat zo mooi weg.

Beluister hieronder het volledige album:

11 augustus 2020

Gelezen (150)

De kapitein en de Glory - Dave Eggers


De parabel die Dave Eggers ons voorschotelt van een groot schip (de Glory) waar een onbekwame kapitein aan de macht komt en alle rampspoed die dat oplevert, is zo doorzichtig dat je meteen door hebt dat hij het over president Trump heeft. Toegegeven, hij maakt er een leuk verhaal van en sommige personages zijn erg raak getypeerd (Poetin met ontbloot bovenlijf op een paard gezeten bijvoorbeeld, maar hier dan in de versie van piraat De Bleke) maar ik vroeg me de hele tijd af: voor wie schrijft hij dit verhaal eigenlijk?
Voor de Trump-tegenstanders? Die zien de parallellen goed genoeg maar er komt niks nieuws aan het licht dat zijn tegenstanders niet al meermaals aan de kaak gesteld hebben.
Zijn medestanders dan? Daarvoor is het personage van de kapitein te grotesk waardoor ze meteen zullen zeggen dat dit een karikatuur is en dus niet op hun president lijkt (en helemaal ongelijk hebben ze niet, al zijn er meerdere facetten die grotesk lijken en toch niet overdreven zijn...). Gaan zij door deze parabel hun ongelijk inzien? Gaan zij hun steun (en dus stem in november) veranderen? Zij zullen dit boek niet eens lezen, het weggooien van zodra ze geconfronteerd worden met de "karikaturale omschrijvingen die Trump zouden moeten voorstellen?".
Jammer dus dat een goed verhaal eigenlijk niet echt een publiek heeft waarvoor het echt iets kan betekenen.


Elementaire deeltjes - Michel Houellebecq


De herlezing van Elementaire deeltjes van Michel Houellebecq heeft op mij nog steeds, zo herinner ik me, dezelfde uitwerking als toen ik het boek voor het eerst las. Ik ben gefascineerd door de denkbeelden van de auteur maar tegelijk vervullen ze me met een zekere afschuw in hun doorgedreven consequentie, hun radicaal (cultuur)pessimisme en hun deterministisch karakter. Elke vezel in me verzet zich tegen de consequenties van zijn mens- en wereldbeeld en tegelijk kan ik niet blind zijn voor deze mogelijke lezing van de huidige maatschappelijke toestand. Houellebecq is zowat de meest radicale schrijver van zijn tijd (onze tijd) en grossiert in determinisme, geweld, hedonisme en een soort extremistisch neoliberalisme en een bijna religieus vertrouwen in de wetenschap. Van vooruitgangsdenken is bij hem echter geen sprake, toch niet werkelijk: de mens en de beschaving komen al in dit debuut aan hun einde en elke troost (liefde, humor) blijkt ijdel en wordt met precisie en meedogenloos in puin geslaan.
We lezen in dit boek het levensverhaal van de halfbroers Michel en Bruno. Michel is een natuurkundige, niet in staat tot menselijke emoties zo lijkt het, maar in feite vooral niet in staat tot verbinding met anderen (en dat is de basis voor gedeelde gevoelens). Bruno is een ambtenaar wiens leven een puinhoop geworden is en die elk falen al bijna vanaf zijn jeugd in zich droeg. Waar Michel afstand neemt van genot, zoekt Bruno het voortdurend op en hij kent ook werkelijk op een bepaald moment in het boek succes, dankzij de liefde, maar de illusie van geluk wordt hem al snel ontnomen door de aftakeling van de lichamen (van hemzelf en van zijn partner). Michel weet intussen een revolutie teweeg te brengen in de wetenschap en filosofie die een ware nieuwe grote breuklijn in de geschiedenis vormt. Toch lijkt niets van wat Houellebecq ons als lezer voorschotelt, werkelijk zinvol in de betekenis van de zin van het leven die we zoeken. Het is een technisch-biologische benadering die ten grondslag ligt aan alles en zelfs de zogenaamde menswetenschappen dwingt zich aan haar wetten te onderwerpen. Dat blijkt een grimmig beeld, dat Houellebecq in zijn andere boeken ook vaak cultiveert.
Het is makkelijk hem hiervoor te haten en toch weet hij mij te prikkelen op een ongekend manier door denkbeelden die haaks staan op de mijne maar toch een coherent geheel vormen zonder in de idiotie te vervallen van zulke reducerende benaderingen als racisme, seksisme,... Net omdat bij Houellebecq alles mogelijk is en al vastligt in een afwezigheid van vrijheid, aanvaardt hij alles, tot in zijn uiterste consequenties. Het is een uitdagend standpunt dat tot denken aanzet.

10 augustus 2020

Steve Von Till


Het moet geleden zijn van Tilt van Scott Walker dat ik nog zo'n donker album hoorde als No wilderness deep enough van Steve Von Till. Wie al aan de rand van de afgrond der depressie staat, slaat deze plaat maar best over, want niets eraan (tenzij misschien de bedwelmende schoonheid die er desondanks van uitgaat) is ook maar enigszins hoopgevend of vrolijk stemmend. De stem van Von Till lijkt voort te kruipen als een bejaarde die elke beweging eigenlijk als inherent zinloos ervaart maar geen keuze heeft. De strijkers trekken de songs trager dan de boottrekkers op de Volga vooruit en alle klanken klinken zo donker als de nacht.
Ook qua songlengte laten ze geen sprankeltje hoop leven: vaak rond de zeven minuten uitgesponnen vermalen ze langzaam je wil om vooruit te kijken en alsnog verlichting te verlangen. Shadows on the run voelt als een molensteen om je nek die je diepte intrekt en laat verdrinken. Daarbovenop blijkt de zee waarin je gegooid wordt door de gitarist van Neurosis bodemloos.
Al die hel en verdoemenis kent maar dat ene randje van het soort schoonheid waardoor ik al altijd heel erg gefascineerd ben, die van de donkerte, waarbij ook de tegenhangers van liefde, hoop en kleur evenzeer verdienen gekoesterd te worden. Uiteindelijk blijkt ook zeer mooi zwart te bestaan.

Luister hieronder naar het volledige album, dat je hier kan kopen via zijn Bandcamp-pagina:

09 augustus 2020

Retro review: Chris Isaac


Mijn lief houdt niet erg van Chris Isaak. Dat kan. We verschillen wel vaker van muzikale mening. Voorbeelden? The Doors, Neil Young, Bob Dylan, The Smiths (en Morrissey solo uiteraard),... Ik weet nu al dat ik die artiesten in het nieuwe huis zal moeten beluisteren in mijn muziekkamer en niet in de living of waar we op dat moment samen zijn. Nu ja, zij kan dan naar Florence + The Machine luisteren waar ik het niet hoor.
Zelf heb ik wel een zwak voor de man. Wicked game was een song die ik als puber in 1989 niet goed begreep maar waar ik wel door geïntrigeerd raakte. En voorheen was er al Blue hotel geweest met die smachtende stem die een belofte inhield die ik niet kon ontcijferen, alsook Lie to me. San Francisco days en Forever blue, zijn volgende albums, leende ik uit in de bib om toen vaak te beluisteren (en net als iedereen, op cassette over te nemen). Uit beide albums sprak een rijkheid die ik eigenlijk niet bewust verwacht had op basis van die drie eerder vernoemde singles.
Forever blue is misschien wel de mooiste plaat die Chris Isaak ooit aan de wereld schonk. Zijn songkeuze bewijst dat hij de kracht en de mogelijkheden (maar anderzijds ook de beperkingen) van zijn stem intussen goed kende en dat maakt alle nummers bijzonder passend voor wat zijn vocalen toch telkens weer uitstralen: een weidsheid van Californische stranden en de oceaan, de vibrato van sterke emoties en een verlangen zo diep verankerd dat het verlangen het object overstijgt en waarde vindt in zichzelf, zoals de reis soms meer bevredigend kan zijn dan het reisdoel.
Soms doet hij aan Roy Orbison denken, zoals in Somebody's crying en Things go wrong. Het is bijna griezelig hoe dicht beider mannen stemmen bij elkaar blijken te liggen wanneer Isaak echt durft uit te halen. Vaak baden de liedjes in een rockabillysfeer (I believe) maar ook country sijpelt door (Goin' nowhere). Shadows in a mirror herbergt een vage echo van House of the rising sun en I believe heeft zo'n aanstekelijk refrein dat het verbazingwekkend is dat het geen (hit)single werd. 

Luister hieronder naar het volledige album:

08 augustus 2020

Glass Animals


De muzieksmaak van mijn oudste stiefdochter kruist af en toe de mijne om dan weer een andere richting uit te gaan. Nu ja, dat gebeurt nu eenmaal tussen verschillende generaties en erg is het niet. Op één van die kruispunten bevinden zich Glass Animals, een band die hier al twee keer aan bod kwam met een single.
Het viertal uit Oxford maakt muziek die met beide voeten stevig in het heden geplant staat. Er zit wat hiphop door, veel dance maar het zijn vooral de mooie melodieën en de slimme opbouw die overtuigen. En de plaat vormt een heel consistent geheel, zakt nergens in en biedt afwisseling met ook tussendoor kleine intermezzi in de vorm van drie hooguit een minuut durende fragmentjes. 
Boven de rest steekt toch één duo opeenvolgende songs uit: Domestic bliss en Heat waves kregen een uiterst sterk fundament mee in de ritmesectie en beklijven meer dankzij een intelligent refrein. Net als de rest van de plaat klinken ze tegelijk dromerig maar ook vastberaden. Elke beluistering opnieuw weten ze zich uit het peloton los te rukken om hun kwaliteiten ten volle te laten bewonderen. 

Beluister hieronder de volledige plaat:

Nieuwe single Kosmo Sound



Kosmo Sound is een Gents instrumentaal jazzsextet dat avontuurlijke paden wil bewandelen en dat onder meer doet op de nieuwe single Aunt sister Lydia, waarin ze exotische elementen (die doen denken aan de Afrikaanse uitstapjes van Paul Simon) vervlechten in hun door bas en drums aangedreven dubsong. Hierboven zie je de opname uit het optreden voor Sofar Sounds in Londen, nu is dit nummer ook uit als single en voorloper van een debuutalbum Antenna.

Beluister hieronder de studioversie:

07 augustus 2020

30 belangrijke boeken in mijn leven (deel 3 - slot)

American psycho - Bret Easton Ellis



Ik denk dat het op de reis moet geweest zijn naar Toscane, met mijn ex-vrouw en nog voor de geboorte van ons eerste kind, dat ik dit boek van Bret Easton Ellis meenam. Het contrast tussen de zachte kleuren van één van de meest populaire streken van Italië, het mooie weer en de relaxte sfeer op de camping en de kilheid en hardheid van het hoofdpersonage in dit boek en de gruwel die hij pleegt, kon niet groter zijn.
Nooit eerder (en nooit meer nadien) heb ik passages (jawel, meerdere!) gelezen in een boek waarna ik het boek even moest wegleggen, bekomen en even iets anders te doen in de hoop de beelden weer uit mijn hoofd te krijgen. Zoals iemand zei over De engelenmaker, hoe gestoord moet je zijn om dit te verzinnen, dat is dan een heel normale reactie. (Als psycholoog betwijfel ik of de uitspraak klopt en het feit dat je dit soort dingen in fictie verwerkt, misschien wel nét een gezonde reactie is om om te gaan met erge (andere) dingen die in je eigen leven zijn gebeurd, maar dit terzijde...).
Het verhaal situeert zich in de wereld van Wall Street in de meedogenloze, ultrakapitalische hoogdagen van de jaren tachtig onder Reagan. Het hoofdpersonage, Patrick Bateman, is een hooggeschoolde, knappe, intelligente jonge man die zich helemaal thuisvoelt in die wereld en de rücksichtlosheid ervan helemaal eigen heeft gemaakt. Hij verdient een vermogen, luncht in de meest exclusieve zaken en heeft (volgens onze normen) overdreven veel aandacht voor zijn uiterlijk en conditie. Klein detail: hij is ook seriemoordenaar, sadistisch tot op het bot, een type-voorbeeld van de psychopaat.
De boodschap van Ellis was overduidelijk: een dergelijke kapitalistische, neoliberale omgeving waarin geld en succes de enige waardemeters zijn, is de perfecte habitat voor mensen zonder scrupules, voor psychopaten, voor mensen die geweld even gevoelloos benaderen als alle andere aspecten van het leven.
Jaren later zag ik de verfilming (met een schitterende Christian Bale in de rol van zijn leven) en ik kan u verzekeren: hoe gruwelijk ook, de film moest nog ver onderdoen voor mijn verbeelding tijdens het lezen.
Je moet tegen een flinke stoot kunnen maar dit boek is werkelijk fenomenaal en het geweld erin is allerminst gratuit, hoe weerzinwekkend ook. Er zijn scènes die nooit meer uit je hoofd verdwijnen maar evenmin doen de boodschap en de waarschuwing die de auteur meegeven dat.


In de ban van de ring - J.R.R. Tolkien


Net als het vorige boek las ik dit boek van J.R.R. Tolkien op vakantie (ik weet niet meer welke of waar, ik zou durven gokken op de kampeervakantie in Cornwall met de dochter er al bij en de zoon in de buik van zijn mama). Gezien het hoge aantal bladzijden, zal ik het boek daar niet uitgelezen gekregen hebben.
Lange tijd in mijn leven was het zo'n boek waarvan ik wel al veel gehoord had, maar dat ik niet echt iets voor mij vond. Tot ik op een dag, op aanraden van vrienden, besloot om het te kopen bij ECI. En die vakantie koos ik dus als het geschikte moment om het heel dikke boek aan te vatten.
Mede door de verfilmingen die er intussen van gemaakt zijn door Peter Jackson, is de invloed van het boek nog heel wat groter geworden op onze gedeelde cultuur. Het boek leest als een fijn fantasy-verhaal, je kan het lezen als een allegorie en natuurlijk is het gebaseerd op één van de oudste verhalen ter wereld: de strijd tussen goed en kwaad. De personages zijn onvergetelijk (Gimli, de dwerg, een opdondertje dat wild om zich heen schopt maar een gouden hart heeft of Legolas de elf die eigenlijk één en al mysterie is maar ook een toonbeeld van loyauteit en vriendschap). Er zit zoveel in dit boek en er valt zovel uit te leren, dat het eigenlijk heel verwonderlijk is dat ik toen ik het las, niet echt een boodschap zocht of hoopte hier iets uit te leren. Dit boek is gewoon ook een geweldig meeslepend verhaal met heel veel personages die de geschetste wereld rijker en kleurrijker maken (de Enten zijn zelfs mijn favorieten, die hun tijd nemen om over alles grondig na te denken voor ze iets zeggen).
 


Brave new world - Aldous Huxley



Een tijdje geleden herlas ik dit boek van Aldous Huxley, net als 1984 van George Orwell, en schreef ik dit blogstuk over de dystopische romans.
Veel meer ga ik hier niet vertellen over het boek, maar wat me wel al een hele tijd bezighoudt (en dat is ook de reden waarom er zeker één in mijn lijst van 30 moest), is hoe het komt dat dystopiën zo populair zijn. Of het nu in series is (The handmaid's tale, Black mirror,...), films (The Hunger Games, The Maze Runner,...) of boeken, dystopische verhalen vinden heel veel weerklank. Eind negentiende eeuw had je een gevoel van weltschmerz dat tot een fin-de-sièclekunst leidde waarin pessimisme hoogtij vierde en ook op het eind van de 20e eeuw leek zo'n moment naderbij (al had de val van de Muur tot hoop geleid in 1989). Maar terwijl de vergelijkingen met de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw niet uit de lucht zijn, vertaalt dat onbehagen in de cultuur (ooit de titel van een beroemd werk van Sigmund Freud) zich dus in deze voorliefde. Zoeken mensen hier troost in of zien ze het als een waarschuwing? Of benaderen de meesten dit alles als louter entertainment en blijven ze blind voor de parallellen met onze huidige wereld? Het roept alvast heel veel vragen op...


De cirkel - Dave Eggers


Sowieso zijn er heel wat boeken van Dave Eggers die ik met veel plezier gelezen heb. Dat mijn keuze op deze viel, past perfect in wat ik gisteren zei over dystopische romans.
In dit boek wordt immers beschreven hoe een werkneemster van De Cirkel (een soort Facebook/Google avant la lettre) van dolenthousiaste beginneling helemaal afzakt tot een gestresseerde werknemer die alle nadelen van een rating-gebaseerde samenleving aan den lijve ondervindt. Het thema heb ik nog wel in andere boeken en series zien uitgewerkt worden (The warehouse van Rob Hart, Black Mirror S1E2 Fifteen million merits) maar nergens zo goed als in dit boek. Dit leest als een waarschuwing van waarheen we al danig op weg zijn...


Het complot tegen Amerika - Philip Roth


Terwijl de VS nu wel heel erg lijken af te glijden naar een neofascistische staat met een dictator aan het hoofd die gelooft in white supremacy en alle trucken bovenhaalt om aan de macht te blijven, die alle betrouwbare tegenstemmen in de kiem probeert te smoren door hun geloofwaardigheid weg te nemen met de intussen legendarische term "fake news", beschreef Philip Roth in dit boek al hoe dicht zijn geboorteland kwam bij een dergelijk scenario in de periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog, toen de immens populaire vliegtuigpiloot Charles Lindbergh de politiek inging. Tot zijn kindje ontvoerd werd...
Meer ga ik niet vertellen want een vriend van me is dit boek aan het lezen en ik wil geen spoilers weggeven, maar het is een verbluffend mooi en ontluisterend boek van een schrijver wiens hele oeuvre uw aandacht verdient en waarvoor hij, had hij langer geleefd, wel eens een Nobelprijs voor de Literatuur had kunnen krijgen.
 



Platform - Michel Houellebecq



Het interessante aan de boeken van de boeken van Michel Houellebecq is zijn pessimisme in zijn fictie doorgetrokken wordt tot zijn extremen. Een kapitalistische, door religieuze spanningen beheerste wereld waarin de kloof tussen beleid (en de superrijken) en de meeste burgers onoverbrugbaar geworden is, wordt in zijn boeken steeds een plek waar dingen gebeuren die we wel eens aanduiden met "het worst case scenario" maar die hij zo plausibel maakt dat je het gevoel krijgt al bij al niet al te veraf te zijn van zo'n wereld. Hij gooit daarbij vaak verworvenheden van de Verlichting en van het links denken overboord om ruimte te geven aan een ongebreidelde exploitatie van mensen, geweld en hedonistische seks. Om de één of andere reden levert dat geen gratuite taferelen op (hoewel dat gevaar om de hoek loert en diegenen die zijn boeken graag misbegrijpen, daar met graagte elementen uitplukken die dat moeten bewijzen), waardoor de scherpte voelbaar is maar ook voorstelbaar, de ideologische leegte om de hoofdpersonages heen vrijwel peilloos is en toch heel erg die van het lezersforum van HLN en consoorten benadert...
Je hoeft zijn visie op de wereld niet te delen om van zijn boeken te kunnen genieten en er door uitgedaagd te worden na te denken over welke wereld je wil en welke wereld zich om je heen vormt...
Platform is het boek waarin dat hyperkapitalisme en hedonisme misschien nog het meest duidelijk naar voren komen, in combinatie met extreem (terroristisch) geweld, waarbij Houellebecq zich duidelijk liet inspireren door wat een aanslag als die op Bali kan betekenen.


 Yesterday - Lars Saabye Christensen



In dit Noorse coming-of-age verhaal van Lars Saabye Christensen zien we een jonge Noorse jongen opgroeien in de jaren zestig, aan de hand van de releases van The Beatles, die zo'n geweldige indruk op hem maken dat ze de soundtrack voor zijn jeugd vormen. Naarmate de band evolueert, groeien hij en zijn vrienden ook uit tot jongemannen die geconfronteerd worden met de taken en obstakels die het leven uiteindelijk voor elk van ons in petto heeft, of dat nu in het Hoge Noorden is of hier bij ons.
Het fijnste is als je tijdens het lezen ook naar de albums van The Beatles uit het hoofdstuk waar je zit, luistert, dan hoor je hoe verbonden het verhaal en de muzikale reis van The Fab Four zelf, eigenlijk wel met elkaar zijn. En sowieso is luisteren naar alle albums van The Beatles een goed idee.


Het is de liefde die we niet begrijpen - Bart Moeyaert



Hoewel het strikt genomen een jeugdboek is, heeft Bart Moeyaert dit in zo'n mooie taal geschreven dat je er als volwassene evenveel plezier aan beleeft. In het verhaal, dat in drie delen uiteenvalt, schetst hij een wereld die ik ken uit de bijzondere jeugdzorg (waar ik werkzaam ben geweest) en maakt hij ons zo attent voor de niet-evidentie van het leven voor kinderen, maar ook van de warmte, de liefde, die zovele verschillende manieren heeft om getoond te worden, soms zelfs langs ondoorgrondelijke wegen (en hij heeft het dan vooral over de liefde tussen ouders en kinderen -en omgekeerd- en tussen broers en zussen).
Nog niet zo lang geleden herlas ik het boek en toen schreef ik daar dit over.


Eline Vere - Louis Couperus

 
Sinds ik mijn lief heb leren kennen, is mijn smaak (vooral in architectuur) sterk veranderd en ben ik nog meer gefascineerd geraakt door de periode vanaf het fin-de-siècle (einde 19e eeuw) tot en met het interbellum. Ik herinner me ook nog heel goed hoe we in de lessen Nederlands in het middelbaar over die interessante periode leerden en hoe het eind van de 19e eeuw gedomineerd werd in de kunst door weltschmerz en een zekere vermoeidheid en een pessimisme alsof men aan het eind van de beschaving gekomen was. Het leverde in ieder geval mooie kunst en mooie literatuur op.
Louis Couperus moet in ons taalgebied zowat mijn meest favoriete schrijver zijn uit die periode, die vooral in Eline Vere een wereld schetst van (Haagse) decadentie en luxe waarin geluk steeds moeilijker te vinden was omdat men niet goed wist wat nog te wensen. Overdaad schaadt, zo zou je kort door de bocht dit boek kunnen samenvatten. Het levert één van de mooiste personages op, de tragische Eline die wegzinkt in een depressie temidden de beau monde van die tijd. Daarmee schaart ze zich in het rijtje van monumentale romanpersonages waar we ook Jane Eyre, Cathy en Heathcliff en misschien (op een andere manier dan wel) zelfs Max Havelaar aantreffen.


Ten oosten van Eden - John Steinbeck


In een interview noemde Paul Verhaeghe, de Gentse psycho-analyticus en prof waarvan ik ooit nog les kreeg, dit boek van John Steinbeck het beste boek ooit en vertelde hij dat hij het elk jaar opnieuw herleest, omdat de auteur erin slaagt zoveel zinnigs over de menselijke psychologie te vertellen dat je nergens meer kunt leren dan in dit literatuurpareltje. Ik besloot nu maar eindelijk eens dat boek te gaan lezen.
En inderdaad, wat een machtige roman is dit. Een familiegeschiedenis, een klassiek thema (Kaïn en Abel), een historische en geografische achtergrond om duimen en vingers bij af te likken en personages die je nooit meer vergeet. Ook de verfilming met James Dean (die ik erna uit de bib ontleende) vond ik geweldig!
Jaarlijks herlezen doe ik niet maar ik denk dat ik dit boek nog wel één of meerdere keren in mijn leven ga lezen...