10 augustus 2020

Steve Von Till


Het moet geleden zijn van Tilt van Scott Walker dat ik nog zo'n donker album hoorde als No wilderness deep enough van Steve Von Till. Wie al aan de rand van de afgrond der depressie staat, slaat deze plaat maar best over, want niets eraan (tenzij misschien de bedwelmende schoonheid die er desondanks van uitgaat) is ook maar enigszins hoopgevend of vrolijk stemmend. De stem van Von Till lijkt voort te kruipen als een bejaarde die elke beweging eigenlijk als inherent zinloos ervaart maar geen keuze heeft. De strijkers trekken de songs trager dan de boottrekkers op de Volga vooruit en alle klanken klinken zo donker als de nacht.
Ook qua songlengte laten ze geen sprankeltje hoop leven: vaak rond de zeven minuten uitgesponnen vermalen ze langzaam je wil om vooruit te kijken en alsnog verlichting te verlangen. Shadows on the run voelt als een molensteen om je nek die je diepte intrekt en laat verdrinken. Daarbovenop blijkt de zee waarin je gegooid wordt door de gitarist van Neurosis bodemloos.
Al die hel en verdoemenis kent maar dat ene randje van het soort schoonheid waardoor ik al altijd heel erg gefascineerd ben, die van de donkerte, waarbij ook de tegenhangers van liefde, hoop en kleur evenzeer verdienen gekoesterd te worden. Uiteindelijk blijkt ook zeer mooi zwart te bestaan.

Luister hieronder naar het volledige album, dat je hier kan kopen via zijn Bandcamp-pagina:

Geen opmerkingen: