29 maart 2020

Pearl Jam


Waarschijnlijk krijg ik nu hun fans massaal over me heen, maar er zijn groepen die weliswaar goed blijven na vele jaren en plaat na plaat kwaliteit afleveren, zonder dat het me veel doet. Foo Fighters en Queens Of The Stone Age behoren daartoe: ze hebben hun sound geperfectioneerd en hun platen zijn zonder meer uitstekend maar ze klinken voor mij onderling inwisselbaar na een tijd. Ook Pearl Jam treft eenzelfde lot.
Het verklaart waarom ik vooraf maar weinig enthousiast werd van het nieuws dat er opnieuw een nieuwe plaat zat aan te komen. Nu Gigaton er is, merkte ik toch een onbedwingbare nieuwsgierigheid (de nieuwe Pearl Jam!) en vrijdag was het de eerste van de nieuwe releases deze week die ik beluisterde.
Even zet de openingsnoot je op het verkeerde been en klinkt het als het begin van Lakini's juice van Live, maar meteen daarna is het in Who ever said het vertrouwde geluid. Die mengeling van pompende drums, gitaren eroverheen gedrapeerd en de typische stem van Eddie Vedder vormt ook op dit album het hoofdingrediënt. Ja, we horen samenhang in Superblood wolfmoon, een rustige melodie in Buckle up en een zinderende finale in Retrograde maar dat alles doet niets af aan het gevoel dat je dit, hoe goed het ook moge zijn, nog wel al gehoord hebt.
Deze plaat is er dus één voor de trouwe fans die met elke nieuwe plaat even blij zijn. Wie nog gehoopt had op koerswijzigingen of een totaal andere boeg waarover Pearl Jam het eens gooit, komt bedrogen uit. Nu ja, wat heet bedrogen als je niettemin een goede plaat in handen houdt.

Beluister hieronder het volledige album:

Geen opmerkingen: