04 september 2020
Biffy Clyro
Al toen ik nog wel eens naar een festival ging, was Biffy Clyro zo'n groep die je wel vaak op een affiche zag staan. Eerlijk gezegd nam ik nooit de moeite hun muziek echt te beluisteren omdat er een sfeer rond hen hing die me zelfs zonder een noot te horen wat deed afhaken. Dat is natuurlijk oneerlijk tegenover de band maar als excuus draag ik graag aan dat ik veel naar muziek luister en dat het aanbod zo oneindig groot is dat je noodgedwongen veel mist. Details als bandnamen, de hoesfoto, de context waarin je hun naam tegenkomt,... kunnen dan bepalen of je de moeite neemt eens te luisteren of niet. En zo glipten ze telkens tussen de mazen van het net, ook al omdat op die festivals waar ze speelden en waar ik heen ging, er altijd wel een band op hetzelfde moment stond geprogrammeerd die ik wél goed ken en die ik ook nog eens graag hoor en dus verwachtingsvol aan het werk wou zien.
Als ik wat research doe voor deze review, blijkt al gauw dat A celebration of endings, hun negende album al, niet noodzakelijk erg representatief is voor hun back catalogue. Naar het schijnt wist de band altijd een goede balans te vinden tussen potige rock en luistervriendelijke poprock. Zoals ik zelf ook kan vaststellen, is die balans niet helemaal goed, althans niet naar mijn smaak, op deze plaat. Waar ze wel goed in slagen, is het soort muziek maken dat stadions en festivals moeiteloos aankan. Gezwollen rocksongs en -ballads strooien ze achteloos over de plaat uit. Mogelijks ben ik hier te oud voor geworden, maar die gespierde demonstratie van hoe ver hun sound wel draagt, is vermoeiend en naar mijn smaak zelfs een beetje belachelijk. Een ballad als Opaque smeekt om aanstekers die door de massa omhooggehouden worden (al zijn die tegenwoordig vooral vervangen door de zaklamp op de gsm) en een up-tempo song als Tiny indoor fireworks klinkt voor iemand die echt muziek intensief ging beluisteren op het eind van de jaren tachtig na dertig jaar ervaring toch eerder als dertien-in-een-dozijn dan als veelbelovende rock. Originaliteit is wellicht ook niet hun grootste zorg, dat wil ik best geloven, maar wie Guns N' Roses en Bon Jovi heeft meegemaakt in hun hoogdagen, hoort dat de Schotten uiteindelijk ook teruggrijpen naar dezelfde kneepjes die al die tijd al werken.
Toch snap ik hun succes ook wel. Voor jonge oren klinken ze in ieder geval potent, opwindend en misschien wel -bij gebrek aan een zorgvuldig decennialang opgebouwde ervaring- bijzonder. Het is fijn meezingen met North of no south en vertederend om je lief naast je eens goed vast te pakken tijdens Worst type of best possible of Space. Vergeet bij die laatste song zeker niet diep in zijn/haar ogen te kijken. Elke generatie heeft zijn groepen nodig die nét dat aanreiken en het mag gezegd: voor deze generatie doet Biffy Clyro dat vast uitstekend. Maar veertigers overtuigen die graag door diverse genres struinen (en daar reken ik mezelf toe) is toch wat te hoog gegrepen.
Je kan de hele plaat hieronder beluisteren:
Labels:
2020,
mening,
muziek,
nieuwe release,
spotify
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten