31 juli 2020

Klavertje vijf (5)


Het is nog eens tijd voor een klavertje vijf, een selectie van vijf losse songs die ik de moeite waard vind. En dit keer bestaat onze verzameling uit:
  1. Cursed female - Porno For Pyros: uit het titelloze debuut van de toen nieuwe band van Perry Farrell (Jane's Addiction) komt dit iets minder bekende liedje. Dat het minder bekendheid geniet, is best wel jammer want het is niet alleen heel goed, het is ook representatief voor het soort muziek dat deze band maakte.
  2. Tick tock - The Vaughan Brothers: lang voor TikTok een bekende en populaire app was (lang voor het bestond zelfs), zongen de broers Stevie Ray en Jimmie Vaughan al dit mooie nummer, terug te vinden op het enige album dat ze samen maakten (Family style).
  3. Right here - The Go-Betweens: The Go-Betweens waren een Australische band uit de jaren tachtig met onder meer Robert Forster en Grant W. McLennan, die daarna solo nog geweldige platen zouden maken. Grote hits hadden ze niet echt, dit is wellicht het meest bekende liedje.
  4. Buffalo ballet - The Walkabouts: Satisfied mind, de plaat waarop je deze cover van een John Cale-nummer kunt vinden, was mijn eerste kennismaking met The Walkabouts. Het album staat vol prachtige covers.
  5. T.V. song - Moondog Jr.: voor Zita Swoon heette zoals ze nu heten, maakte de band rond Stef Kamiel Carlens één album onder de naam Moondog Jr. en dat was op dat moment één van de beste Belgische platen naast die van dEUS.

Beluister hieronder de afspeellijst met het klavertje vijf:

30 juli 2020

Seasick Steve


Toen Seasick Steve in 2008 internationaal doorbrak met I started out with nothing and I still got most of it left, viel vooral zijn levensverhaal op. Het werd over alle muziekpagina's breed uitgesmeerd, in die mate dat je je begon af te vragen of het niet een soort gimmick of marketingtool geworden was, zelfs indien niet gelogen, om meer platen te verkopen. Ik heb er altijd een beetje een dubbele verhouding mee gehad: ja, zijn platen waren nooit slecht maar ik voelde me altijd een beetje mogelijk belazerd door de muziekindustrie die mijn wantrouwen na Milli Vanilli (en hun pogingen daarna ons alsnog The Real Milli Vanilli door de strot te duwen alsof er niets aan het handje was) als basishouding mochten verwelkomen.
Ik besloot hem dit jaar een kans te geven met Love and peace, zijn nieuwste (en tiende) album. En het lijkt erop dat ik daar geen spijt van ga krijgen. Zijn bluesrock is aanstekelijk, al vanaf de titelsong die als opener dienst doet. Verder ben ik ook heel erg te spreken over Regular man (het had een vroege bluescover door The Rolling Stones kunnen zijn), Clock is running, het heerlijk stampende Toes in the mud en de trage schuiver Mercy waarmee de plaat afsluit.

Beluister hieronder het volledige album:

29 juli 2020

Gelezen (149)

De nieuwe zijderoutes. Het heden en de toekomst van de wereld - Peter Frankopan


Het voorafgaande boek over de zijderoutes van Peter Frankopan las ik jammer genoeg nog niet, ik denk dat het interessant kan zijn dat vooraf te lezen gezien de verwijzingen ernaar. Toch is dit boek ook goed op zichzelf te lezen. De auteur legt goed uit hoe vooral onder impuls van China een Nieuwe Zijderoute ontstaat, die zelfs (Centraal-)Azië overstijgt en eerder een visie is in een geglobaliseerde wereld dan een territoriaal gegeven. Hij laat zien hoe in Azië op een andere manier naar relaties tussen landen gekeken wordt en hoe het zwaartepunt in de geopolitieke verhoudingen daardoor verschuift (en al verschoven is) van het Westen (Europa en VS) naar Azië. Hij laat de mogelijkheden daarvan zien maar ook de valkuilen, de obstakels en de uitdagingen.
Wat doorheen het boek ook duidelijk wordt, is hoe het beleid van Trump doorgaans catastrofaal is. Dat mag geen nieuws heten, hier wordt de schaal ervan duidelijk en die is nog een pak erger dan ik altijd al dacht. Toch wijst de auteur er ook op dat Trumps houding ook voordelen voor de VS kan opleveren, maar vooral de wispelturigheid lijkt dat strategisch voordeel teniet te doen of te zullen doen.
Frankopan is zeker niet blind voor de slechte kanten van Chinees, Russisch,... beleid. Soms bekroop me zelfs het gevoel dat hij eerder blind of alleszins is voor hetzelfde wanneer het de VS betreft dan deze landen. Ja, er vallen zeker heel wat vraagtekens en opmerkingen te plaatsen bij het buitenlands beleid van China en Rusland (en ook hun binnenlands beleid overigens) en hun impact op de wereld, maar dat geldt en gold natuurlijk niet minder voor de VS zelf. Die worden hier naar mijn mening toch iets te makkelijk gespaard bij momenten.


Sunset Park - Paul Auster


Paul Auster vertel het verhaal van Miles Heller en nog enkele andere personages, die elk in aparte hoofdstukken hun kans krijgen je binnen te laten in hun leven. Die levens zijn danig overhoop gehaald door de kredietcrisis van 2008, wat tot veel uithuiszettingen leidt en tot een economische crisis die velen treft. Hoewel dat alles slechts decor lijkt, weet Auster de hardheid van zo'n crisis goed weer te geven als een zeer sterk bepalende achtergrond en we krijgen een beeld van een meedogenloos Amerika, brute politie (ja, toen ook al natuurlijk), onder spanning staande relaties en een ontbrekend sociaal beleid.

Het moois dat we delen - Ish Ait Hamou


Je zou Ish Ait Hamou kunnen verwijten dat hij een linkse naïeveling is die denkt dat liefde uiteindelijk haat overwint, maar dan heb je dit boek niet goed gelezen. Haat, daarbij verliest iedereen. En ja, er gebeuren mooie en hoopvolle dingen in dit boek en dat maakt het net zo hartverwarmend om te lezen, maar het is niet al rozengeur en maneschijn.
In heldere, eenvoudige en o zo vlotte taal beschrijft hij het verhaal van een jonge vrouw van Marokkaanse origine die betrokken is geraakt bij een vreselijke gebeurtenis en een oude man die door dezelfde gebeurtenis getekend is. Hun ontmoeting is de katalysator voor goede én slechte dingen die gebeuren. Maar nog interessanter is hun eigen verhaal, dat meer omspant dan de gebeurtenis en de gevolgen ervan.
Dit boek is ook heerlijk herkenbaar: je herkent de stad Brussel, je herkent een ploeg als RWDM, je herkent een "minister van Asiel en Migratie" zoals hij in het boek heet, het type dat scoort bij de achterban met een "harde" aanpak van moslims. Je herkent ons land, zoals het er nu voor staat. En Ish Ait Hamou maakt duidelijk dat zelfs een land dat in zulke woelige baren terechtgekomen is, uiteindelijk bestaat bij gratie van de inwoners en dat zijn mensen, met elk hun verhaal, maar ook met (om de titel te parafraseren) al het moois dat ze delen.


Moeders van anderen - Mirthe van Doornik


Mirthe van Doornik weet in dit boek heel goed te vatten wat alcoholisme doet met een vrouw van middelbare leeftijd en vooral met haar kinderen, die opgroeien in een onstabiele omgeving en zo veel te vroeg volwassen moeten worden. Het is een hartverscheurend verhaal in feite, dat toont hoe mensen verschillende met hetzelfde gegeven omgaan. En toch zijn beide kinderen, hoe verschillende ze er ook mee omgaan, allebei getekend... 

Courtney Marie Andrews


Ooit stelde mijn lief me de vraag wat ik zou doen als het uit zou geraken, of ik dan terug de draad zou opnemen en iemand anders zoeken (en op welke termijn?) of voor altijd relaties afzweren. Eerlijk gezegd kan ik het me niet eens voorstellen dat dat nog ooit zou gebeuren ; dat één van ons sterft en de ander alleen achterblijft, lijkt me een veel aannemelijker scenario.
Wat ik weet dat ik niet zou doen, is een breakup-album uitbrengen, voornamelijk omdat ik geen noot muziek kan lezen, schrijven of spelen en mijn zangkwaliteiten overtreffen ternauwerdoor die van een kat wiens staart klem komt te zitten tussen de deur. Voor wie wel over de nodige kwalificaties beschikt, blijkt het nochtans een veelgekozen optie. Courtney Marie Andrews, een singer-songwriter uit Phoenix, Arizona, mag nu ook aanschuiven in dat rijtje artiesten. Met Old flowers schrijft ze over een stukgelopen lange relatie en dat doet altijd zeer, in het beste geval ook een beetje bij de luisteraar.
Met songs als Guilty, If I told (wat hou ik van hoe ze haar stem moduleert bij het begin van het refrein, het snijdt zelfs een beetje door de ziel) en It must be someone else's fault zit de kans er in dat u kan meevoelen met haar pijn. Ook het trage, slepende How you hurt kan dat klusje prima opknappen. Zelfs de instrumenten lijken mee te rouwen.  
Zomeravonden vragen voor de meeste mensen om vrolijke liedjes en dan zal deze plaat niet meteen snel ter hand genomen worden om de avond mee op te vrolijken. De herfst lijkt een beter jaargetijde voor deze muziek maar misschien betekent tijdloos ook seizoensloos... Uiteindelijk houdt liefdesverdriet ook geen rekening met de positie van de aarde ten opzichte van de zon.

Je kan het album hier kopen via haar Bandcamp-pagina en alvast hieronder beluisteren:

28 juli 2020

Oliver Tree


Een puberzoon in huis hebben betekent ook dat soms door onze woning de klanken schallen van een artiest die ik niet koos, maar die hij graag hoort en waar hij naar luistert tijdens het spelen van Minecraft of het bekijken van YouTube-filmpjes of een Netflix-serie. Eén van die muzikanten die mij langs die weg bekend raakten, is Oliver Tree, een Californische zanger, producer, comedian en filmmaker. Hij bracht net zijn debuutplaat Ugly is beautiful uit en ik beloofde mijn zoon die eens grondig te beluisteren en te reviewen zoals hij weet dat ik ook met ontelbare andere albums doe.
Wat me meteen opvalt, is dat lichtheid van de plaat in vergelijking met waar ik doorgaans naar luister. Muzikaal is dit duidelijk gericht op een jong publiek dat vooral leuke liedjes wil horen en plezier wil maken. Dat is geen verwijt, want zulke muziek kan toch meerdere lagen bevatten waardoor de lichtvoetigheid vooral drempelverlagend werkt voor een boodschap of voor -eens je beter luistert- verrassende mooie muzikale details of structuren en zo een opstapje vormen naar op het eerste zicht "serieuzere" artiesten. 
De carrière van de man is tot dusver nogal grillig verlopen en hangt aaneen van de gimmicks, waarbij "ik stop ermee" vaak een aankondiging is van nieuw werk. Hij wordt een beetje beschouwd als een levende meme en dat maakt het moeilijker om hem serieus te nemen. Toch blijkt hij op dit debuut wel degelijk iets te zeggen hebben. Zijn boodschap komt vooral neer op "wees jezelf en trek je niet teveel aan van de anderen", niet meteen een origineel advies maar misschien wel broodnodig, zeker gezien zijn doelgroep toch vooral bestaat uit jonge mensen die nog zoekende zijn naar hun eigen identiteit. 
Hij is ook een voorstander van het in eigen handen nemen van je leven (zo blijkt uit Miracle man en Waste my time) en hij beseft zelf wel dat hij niet meteen als een ernstige man beschouwd wordt (Joke's on you!).
Muzikaal situeert hij zich ergens tussen Blink-182 en Eminem in, een mengeling van pretpunk en persoonlijke rap. Ik word er niet meteen door van mijn sokken geblazen maar ik snap de aantrekkingskracht wel. En het moet toegegeven worden: dit is best wel een goeie plaat.


Beluister hieronder het volledige album:

27 juli 2020

Taylor Swift


Tot voor kort liep ik met een grote boog om Taylor Swift heen: te glad, te commercieel, te veel mainstream en te veel crowdpleasing naar mijn zin. Sommige mensen die ik bewonder om hun muzieksmaak bleken echter fan te zijn, wat me enorm verwonderde. Er was Ryan Adams die een heel album van haar coverde en recent bleek Astrid Stockman, de sopraan die na haar deelname aan De Slimste Mens Ter Wereld een BV werd, ook serieus (en allang) fan. En hoewel dat coveralbum moest bewijzen dat onder die zoete poparrangementen best wel goeie songs zaten, vond ik het allerminst Adams' beste album. Mijn nieuwsgierigheid werd nu alsnog geprikkeld nadat ik hier en daar wel heel lovende woorden hoorde over deze nieuwe plaat van mensen die anders net als ik Taylor Swift amper beluisteren.
Op Folklore blijft de dertigjarige zangeres ver weg van het popidioom dat ze al die jaren omhelsde. Deze achtste studioplaat kwam er dan ook na het aflasten van de tournee die op het vorig jaar uitgebrachte Lover had moeten volgen, nadat ze een berichtje kreeg van Aaron Dressner (van The National) die wel eens wou samenwerking tijdens het thuiszitten omwille van corona. Die samenwerking werd uiteindelijk veel meer dan enkele songs en vormt het merendeel van deze plaat. Ook Bon Iver horen we opduiken op de plaat, in het wondermooie Exile. Het contrast tussen hun beide stemmen werkt hier bijzonder goed en de songs zou niet misstaan hebben op For Emma, forever ago
Het is lang niet het enige verrassend mooie liedje. August is het soort liedje dat vrouwelijke singer-songwriters als Kristin Hersh maar al te graag zouden uitgebracht hebben en is radiogevoelig genoeg om te kunnen scoren zonder aan kwaliteit in te boeten. The last great American dynasty doet denken aan de schone liedjes van Suzanne Vega en This is me trying opent een beetje zoals de intro van Teardrop van Massive Attack, waarna de strijkers een ideale achtergrond vormen voor haar zweverige zang. Seven is een demonstratie van stembeheersing waarin verschillende registers aangeboord worden. Mad woman laat een volwassen vrouw horen en Peace is eigenlijk zo'n typisch albumnummer dat daardoor geen bekendheid verwerft maar toch kan uitgroeien tot een albumlieveling voor wie de plaat intussen goed heeft leren kennen.
Na country en pop vaart Taylor Swift hier de wateren der indiefolk op en omdat dat genre vaak een aandachtiger luisteraar vereist dan de vorige platen, is dit bij oppervlakkige beluistering voor velen wellicht te lang en teveel van hetzelfde. Maar wie goed oplet tijdens de songs, kan de variatie die er toch wel inzit, heel erg smaken en treft hier alweer lyrics die een heel persoonlijk verhaal vertellen.


Beluister hieronder het volledige album:

26 juli 2020

Django Collective Helsinki


Eén van de grootste muzikanten ooit in dit land was een atypische Belg: Django Reinhardt. Nu ken ik niet zoveel van de man noch van zijn muziek af (jazz is niet echt mijn ding, al moet ik zeggen dat swing mij wel enigszins kan bekoren). In Finland blijken er een aantal muzikanten zijn die niet alleen graag luisteren naar deze Belg maar er zich ook door laten inspireren. Django Collective Helsinki is een vijftal dat debuteert met Do standards en dit is precies wat ze doen: ze brengen standards uit de swingjazz.
En dat doen ze bijzonder goed. Volgens mensen die het kunnen weten (en van wie ik al eens iets lees op het internet) bewijzen ze op deze plaat zelfs de muziek van Reinhardt heel goed te begrijpen en doen ze hem alle eer aan met bijzonder rake vertolkingen. En hier en daar herken ik zelfs iets: Smile, vooral bekend geworden door de versie van Nat King Cole, is zo'n instant herkenbaar nummer dat hier een heel mooie versie meekrijgt. Er valt nog meer moois te ontdekken: hoogtepunten zijn voor mij alvast Taj Mahal, Limehouse blues en Anniversary song
Swing mag dan een niche vertegenwoordigen in de hedendaagse muziekscène, je kan en mag niet blind blijven voor de virtuositeit en het spelplezier van deze Finnen. Topplaatje dus!

Beluister hieronder het volledige album:

25 juli 2020

30 belangrijke boeken in mijn leven (deel 2)

Het parfum - Patrick Süskind




Het verhaal van Jean-Baptiste Grenouille, die geurloos geboren wordt in het Frankrijk van begin 18e eeuw en parfumier wordt (niet zomaar een parfummenger, maar de allerbeste), behoort tot mijn favoriete boeken. Net als in nog enkele andere (daarover in de volgende dagen meer) wordt in dit boek namelijk het huzarenstukje opgevoerd om de lezer zodanig mee te nemen in de gevoels- en denkwereld van de hoofdpersoon dat je zelfs wanneer hij gruwelijke dingen doet en de ergste grenzen overschrijdt, je nog begrip kan voelen omdat je geleerd hebt de wereld door zijn ogen te zien en dus zijn "interne logica" begrijpt. 
Als psycholoog en zeker ook in de functie van zorgbegeleider-orthopedagoog bij kinderen en jongeren met autisme, is dat voor mij sowieso een belangrijke vaardigheid: me verplaatsen in de ander (empathie) op een niveau dat het dagelijkse overstijgt. Er wordt wel eens gesproken van "autistisch denken" als men het heeft over de logica die mensen met ASS volgen en om hen goed te kunnen ondersteunen, is het nodig dat je je dat soort denken ook wat eigen kan maken.
Ik heb dan ook het grootste respect voor schrijvers die als niet-professionelen erin slagen een dergelijk inlevingsvermogen te bezitten én ook nog eens hun lezers daarin kunnen meenemen. Als je als auteur ervoor kan zorgen dat de lezer tot begrip kan komen van waarom mensen tot bepaalde daden overgaan (en het idee kunnen loslaten dat het gewoon inherente slechtheid is die aan de basis ligt van dit soort gedrag), dan heb je heel wat bereikt en maak je de lezers tot betere mensen, die met meer begrip voor elkaar kunnen omgaan (als ze die vaardigheden tenminste meenemen naar hun dagelijks leven).

Ooit zag ik de verfilming van dit boek, maar hier geldt toch echt wel: het boek is beter dan de film.
Opmerkelijk vind ik ook dat Patrick Süskind erin slaagt het ogenschijnlijk saaie hele middenstuk van het verhaal (waarin niet echt veel gebeurt, omdat Jean-Baptiste zich dan terugtrekt uit de wereld en enkel een fantasiewereld van geuren oproept) toch de lezer niet kwijt te raken. Diens moeite om door dit stuk te komen (het is natuurlijk wel een beetje moeilijker dan stukken vol dialogen en/of actie), wordt trouwens nadien ruimschoots beloond met een prachtig vervolg van het verhaal.


En de ezelin zag de engel - Nick Cave



Samen met het boek hierboven en Lolita van Nabokov vervolledigt dit de drieëenheid der boeken die exact hetgeen ik gisteren beschreef op magistrale wijze illustreren (het meenemen van de lezer in de gevoels- en gedachtenwereld van het hoofdpersonage waardoor je kan begrijpen waarom hij gedrag stelt dat we scherp veroordelen).
Dit romandebuut van Nick Cave wekte alleen al door de auteur, wiens muziek ik toen al heel graag hoorde en die nog steeds één van mijn muzikale helden is, mijn interesse. En zo barok als het boek aandoet (al zullen sommigen vermoedelijk de term 'gothic' passender vinden), dit is gewoon een heel mooi debuut, dat me overigens meer kon bekoren dat het nochtans meer uitgewerkte en met meer ervaring geschreven De dood van Bunny Munroe. Dit boek sluit eigenlijk vrij naadloos aan bij de plaat Murder ballads die hij met The Bad Seeds (en hulp van onder andere Kylie Minogue en PJ Harvey) maakte.


The house of sleep - Jonathan Coe



Ik denk dat het Katrien Meeus was die me op weg zette naar Jonathan Coe, als één van de auteurs die ze me ooit aanraadde. Verdere tips van haar waren de boeken van Nick Hornby, Het dagboek van Bridget Jones van Helen Fielding en ongetwijfeld nog wel meer Engelstalige boeken die ik toen las en waar ik nu even niet op kan komen... Ze studeerde dan ook Germaanse filologie.
Het is intussen al een hele tijd geleden dat ik dit boek las maar hoewel ik bijna al zijn boeken intussen las, herinner ik me wel nog hoeveel plezier ik aan dit boek (zijn tweede toen, denk ik, na Het moordend testament, en eigenlijk ook na een korter boek dat ik later ontdekte over een punkbandje, The Dwarves Of Death, of is er een punkbandje genaamd naar hen maar zijn ze in het boek een soort criminele organisatie...? ik weet het niet meer zo goed) beleefde...
Een liefde en slaapproblemen staan centraal in dit boek, meer ga ik er niet over vertellen omdat het gewoon veel te leuk is om je in dit vreemde verhaal te laten binnenzuigen. Dit is dus duidelijk ook een boek dat ik nog eens ga herlezen



High fidelity - Nick Hornby



Soms herken je jezelf zo sterk in een boek dat het lijkt alsof het over jou gaat: je kleine kantjes, je afwijkingskes, je onhandigheden, maar ook je passies en je enthousiasme, je goede bedoelingen,... Enkel de details zijn veranderd, maar dat doet er niet toe.
Hoofdpersonage Rob Fleming is een jongeman die een (slechtlopende) platenwinkel bezit in Londen en wiens relatie met Laura net geëindigd is. Hij zoekt troost in de muziek en stelt zich vragen als "ben je ongelukkig omdat je naar trieste liedjes luistert of luister je naar trieste liedjes omdat je ongelukkig bent?", hij maakt de vreemdste lijstjes (daar kan Roen zelfs nog een puntje aan zuigen...) en zijn zelfmedelijden is tegelijk grappig en zielig. Zijn pogingen om zijn oude liefdes te bevragen naar wat er misgegaan is, zijn goedbedoeld maar natuurlijk zowat de domste move die hij kan maken en er gebeurt zoveel in dit boek (dat overigens heel goed en heel trouw aan het boek verfilmd werd) dat je als lezer op de laatste bladzijde uitkomt voor je er erg in hebt.
Bovenal is het zo'n boek waar je hoedanook vrolijk van wordt, ondanks alles vervuld van een optimisme dat we allemaal heel goed kunnen gebruiken, zoals trouwens wel meer boeken -zeker de vroegste- van Nick Hornby.



Alles komt goed en alles komt goed en alle dingen komen goed - Tod Wodicka



Het moet ergens in 2007 of 2008 geweest zijn dat ik dit boek las. Ik vermoed dat ik al de trombose gedaan had waardoor ik kerst en nieuwjaar 2007 doorbracht in het ziekenhuis, hangend aan een zijden draadje. Toen ik herstelde, lag ik vaak beneden in een ziekenhuisbed te slapen en te lezen. Ik kon amper iets verdragen, de kwaadheid die al zo lang in me huisde en die ik altijd al onder controle had gehouden, kon ik niet meer bedwingen en ik voer uit tegen toen nog mijn vrouw, tegen mijn kinderen. Die begrepen er niet veel van, waarom ik toch steeds zo ineens boos werd.
In het ziekenhuis was ik in kunstmatige coma gehouden en daarna sliep ik een hele tijd amper, waardoor ik hallucineerde en waanbeelden had. De realiteit was voor mij, al wist ik dat toen niet, een vluchtig iets, dat maar af en toe doorspijpelde in de meest gekke gebeurtenissen (ik werd ontvoerd, gemarteld, een zwembadgebouw in het ziekenhuis -dat er overigens nooit was- brandde uit, er was een complot van enkele dokters en verplegers dat ik ontdekte,...). Ook nadat ik weer min of meer tot de realiteit kwam, werd ik eerst nog een tijdje bezocht door zulke vreemde denkbeelden en waarnemingen en nadien had ik nog langheel veel vragen en onzekerheden over wat de realiteit eigenlijk is. Het hielp misschien niet dat ik een innerlijke wereld had (al lang voorheen trouwens) waarin ik me terugtrok als het me allemaal teveel werd.
Het zal dan ook geen verbazing wekken dat ik me ook in het hoofdpersonage van dit boek van Tod Wodicka, Burt Hecker, herkende. Hij ontvlucht de realiteit (o.a. van de ziekte van zijn vrouw, die op sterven ligt bij aanvang van het verhaal en inderdaad ook overlijdt) door zich vol overgave te smijten op historisch re-enacting van de middeleeuwen. Helaas blijkt een wereld in de fantasiewereld moeilijk te verzoenen met leven in de realieit, waar hij vervreemdt, van zijn zoon bijvoorbeeld.
Na de dood van zijn vrouw gaat hij naar Duitsland (hij is zelf Amerikaan) om er deel te nemen aan een herdenking rond Hildegard von Bingen. Langzaam betreedt hij meer en meer de realiteit (hij gaat in Europa op zoek naar zijn zoon) en onderkent hij zijn eigen geschiedenis en zijn motieven voor de vlucht in de fantasie.
Ik was enorm geboeid door de mogelijkheden en de gevaren van het verlies van de realiteit en voor mij vormt dat het centrale thema van het boek. De grens tussen troost en rust vinden in een wereld waarin je je kan terugtrekken en jezelf verliezen daarin, is soms onduidelijk en het is er één die je makkelijk kan overschrijden maar die ook vele gevaren met zich meebrengt voor je échte leven.



Heer onder het gepeupel - Tristan Egolf



Ik had voor het boek vandaag heel wat moeite om de juiste cover te vinden. Omdat ik de meeste boeken die ik hier noem, ook zelf heb in mijn boekenkast, scan ik dan meestal gewoon de cover in en klaar is Kees! Maar niet zo vandaag want... papieren covers rond een harde kaft doe ik er steevast af (en gooi ik weg bij het papier), omdat ik dat eigenlijk mooier vind als die harde kaft in zijn eigen glorie prijkt. Het zal wel een kleine afwijking zijn, zeker, en het is zeker iets waar Elke altijd mee lacht en nu kan ze dus ook nog zeggen "zie je wel dat het beter is om die eraan te laten?"
Maar laat ik het hier nu maar vooral hebben over het boek zelf. Eerder toevallig en zonder enige kennis van auteur of boek bestelde ik dit ooit bij ECI (nu Bookspot) waar ik nog steeds lid van bed, intussen toch al zo'n dertig jaar vermoed ik. Zoals dat ook vaak met platen gaat die ik "blind" koop, is het zelden een tegenvaller en dat was ook hier niet het geval. Het verhaal: een in zichzelf gekeerde jongeman gaat in een klein Amerikaans stadje in het Midwesten werken als "vuilschuiver" (vuilnisman). Hij spaart maar verliest door pech en de geldzucht van anderen zijn zuur verdiende spaargeld. Zijn wraak op het stadje bestaat uit de organisatie van een staking van de vuilnismannen.
Het lijkt misschien niet echt een verhaallijn waar je veel mee kan en die voor velen weinig lijkt aan te spreken, maar wat auteur Tristan Egolf hiermee aanvangt in het boek is memorabel genoeg opdat ik na al die jaren nog steeds heel goed onthouden heb hoe goed ik dit boek wel vond. Het is allemaal al lang geleden dat ik het las en dus is een herlezing ook hier misschien wel eens aan de orde.



The black album - Hanif Kureishi

Er zijn dingen die je rationeel wel weet maar toch nooit echt ten volle beseft tot je met je neus op de feiten gedrukt wordt. Hoewel ook ik natuurlijk wel de feiten kende die een ander beeld zouden moeten oproepen, werd in de jaren negentig mijn idee over Londen nog steeds zeer sterk bepaald door hoe die stad er in fictieve tv-series en films uit zag: een stad voor blanke mannen en vrouwen waar er occasioneel eens een niet-blanke als figurant langsloopt. Het is een beeld dat lang standhoudt, zelfs nu nog, al is er een lichte verandering opgetreden: hier en daar is er een niet-blank personage en tegenwoordig zijn dat niet alleen de slechteriken.
Gezien het koloniale verleden van Groot-Brittannië is het helemaal niet verwonderlijk dat een aanzienlijk deel van de bevolking, zeker in de steden, afkomstig is van het Indisch subcontinent, ooit "de parel aan de kroon". En net als de Turken en Marokkanen in de jaren zeventig bij ons hadden die twintig jaar later een generatie opgevoed die tussen twee wallen viel: niet echt meer Indisch of Pakistaans maar ook niet aanvaard als Britten, altijd de buitenstaander, die "terug moet keren" naar ergens waar die niet eens zelf vandaan komt. En die dus van de weeromstuit zijn eigen identiteit opeist door een teruggrijpen naar een soort "thuisland"-ideaal (zoals Vlaams-nationalisten hunkeren naar een Vlaanderen dat eigenlijk nooit bestaan heeft, profileren zij zich met een extremere veruitwendiging van wat eigenlijk een cliché van afkomst is). Als leerling van het ASO in een goede school en als student psychologie aan de Universiteit van Gent, een "linkse" richting aan een progressievere universiteit, waren die feiten en analyses me bekend maar het de beeldvorming door media is bijzonder sterk.
Dit boek van Hanif Kureishi (en bij uitbreiding deze auteur zelf, van wie ik nog veel meer ging lezen) was de eye-opener die ik nodig had: gepresenteerd werd een subcultuur in Londen van Pakistaanse jongeren op de wip. Hoofdpersonage Shahid studeert aan een universiteit en wordt door twee krachten meegesleurd: jonge Pakistaanse moslims die na de net uitgesproken fatwa ten aanzien van Salman Rushdie een kruistocht beginnen tegen islamonvriendelijke boeken en in feite tegen de hen omringende, als bedreigend en verdrukkend ervaren wereld, en zijn docente met wie hij een seksuele relatie begint en die hem inwijdt in filosofie, muziek (The black album verwijst naar het gelijknamige, niet-uitgebrachte album van Prince uit 1994) en een wereld die liberaal en tolerant is maar er ook moeilijk in slaagt dat binnen een cultureel-koloniale visie te doen (je weet wel: de mensen uit de Derde Wereld verleiden tot onze waarden van Verlichting).
Wat dit boek zo bijzonder maakt, is dat het hoofdpersonage niet tot een synthese komt maar de dualiteit incorporeert, end daarmee wellicht één van de meest realistische personages vormt in de literatuur over tweede-generatie "allochtonen". Hij "kiest" niet om een keuze te maken tussen twee culturen, hij zoekt een identiteit die ruimte biedt aan twee culturen die uitwendig nog meer verschillend lijken (en onverenigbaar) dan ze in werkelijkheid zijn. En daarmee lost hij het dilemma niet op en toont Hanif Kureishi haarscherp aan dat het dilemme onoplosbaar is, toch in deze wereld (en laten we eerlijk zijn: het is er sinds 1995, het jaar waarin dit boek verscheen, niet beter op geworden).
Hoe zwaar dat allemaal ook is, tegelijk weet Kureishi zoveel humor in het boek te injecteren dat ik het intussen al met veel plezier meerdere malen herlas. De rol die een aubergine speelt in het verhaal is ronduit hilarisch (en tegelijk ook wel intriest, een soort islamversie van Bernadette Soubirous in Lourdes) en de wijze waarop het hoofdpersonage bij wijze van spreken op éénzelfde bladzijde switcht tussen loyale moslimjongere die mee strijd voert in een onderdrukkend land en de liberale, ongebonden, boven religie verheven jonge intellectueel, tovert vaak ook een glimlach op het gezicht van de lezer.


De mieren - Bernard Werber

 
Geen idee meer hoe ik ertoe kwam ooit De mieren van Bernard Werber te lezen maar vast staat dat ik het me nog nooit beklaagd heb. Dit is een vreemd, interessant, leerrijk, best wel spannend en graaggelezen boek waarin het hoofdpersonage een mier is die we volgend doorheen zijn leven. Je leert er vanalles bij over mieren, over hun kolonies, over hun verdedigingsmechanismen (het beruchte mierenzuur),... en ik genoot echt van elke bladzijde.
Ietwat vreemd misschien is dan ook dat ik toen het boek uit was, eigenlijk niet zo veel interesse had in het vervolg (er is nog één, wellicht zelfs twee -ik zou het kunnen opzoeken maar laat dat aan anderen over- vervolgboeken). Soms moet je stoppen op je hoogtepunt en als je jezelf afvraagt "wat kan daar nog aan toegevoegd worden?" is het antwoord vaak "niks meer" (belangrijke tip voor sequelmakers!).


Extreem luid en ongelooflijk dichtbij - Jonathan Safran Foer



Heel lang noemde ik dit boek als het beste dat ik ooit las, tegenwoordig ben ik daar niet meer zo zeker van (al zou ik niet één boek kunnen aanduiden dat die titel verdient, vermoedelijk). Het verhaal is wellicht bekend (en ook verfilmd): een jongetje met autisme vindt een sleutel van zijn vader waarna hij op zoek gaat naar het slot waar die sleutel op past, omdat hij denkt dat die toegang verschaft naar een belangrijk geheim dat zijn vader voor hem nagelaten heeft. Die vader heeft hij het laatst gehoord op het antwoordapparaat, vanaf diens werk in de Twin Towers, net voor de inslag van het tweede vliegtuig op 11 september. Het laatste wat ze horen is een knal, "extreem luid en ongelooflijk dichtbij"...
Zowel het thema van het autistisch jongetje als natuurlijk 9/11 boeiden me zeer sterk waardoor ik dit boek (het eerste van Jonathan Safran Foer voor mij) begon te lezen. Het boek was een wervelwind. Dit was het soort boek dat je wil lezen, gesitueerd tegen een belangrijke gebeurtenis, en dit keer was die gebeurtenis ook nog eens iets wat ik zelf heel bewust had meegemaakt. Zoals je de generatie van mijn ouders precies kan horen vertellen waar ze waren toen president Kennedy vermoord werd, zo weet ik nog precies waar ik het nieuws van de aanslagen hoorde. Dit is voor mijn generatie wellicht zo'n allesbepalende gebeurtenis dat een boek dat erover gaat en tegelijk niet enkel daarover, is wat een mens nodig heeft om terug perspectief op de zaak te krijgen. (Er zijn trouwens nog wel meer boeken over 11 september en/of de nasleep verschenen, fictieboeken, sommige zelfs naar verluidt heel goed, maar voorlopig is dit het enige dat ik ervan las).


De engelenmaker - Stefan Brijs


Eén gruwelijke scène uit het boek krijg ik nooit meer uit mijn hoofd. Die werd door Stefan Brijs zo treffend beschreven en druipt van het onrecht, gruwelijk onrecht, dat ze recht door mijn hart ging. Dat die scène zo gruwelijk is, is niet eens omwille van (de beschrijving van) wat gebeurt, maar vooral doordat het zo onverwacht komt en zoveel machteloze woede oproept, zelfs bij de lezer.
In dit verhaal dat zich afspeelt nabij het Drielandenpunt (in het Belgische Kelmis dus) maken we kennis met een vreemde dokter en zijn mysterieuze kinderen, met een vrouw die in het klooster gaat en zwanger wordt en met een dorp dat heel herkenbaar is in een roman die nochtans een geschiedenis verhaalt waarvan je hoopt dat ze nooit echt heeft plaatsgevonden.
Dit boek is, op die ene scène na wellicht, geen boek dat lezers hoeft af te schrikken. Het is bijzonder goed geschreven, het verhaal ontvouwt zich zoals dat hoort in romans en je raakt als lezer gekluisterd aan het boek, gretig om steeds verder te blijven lezen.

24 juli 2020

John Vanderslice


2009 was voor mij zowel het jaar van de klap als van het (begin van het) rechtkrabbelen en zal dus altijd een heel bijzonder jaar blijven voor mij. Het was bijna negen maanden nadat ik wegging bij mijn (nu ex-)vrouw, onder meer omdat ik een andere liefde had gevonden en ons huwelijk niet veel meer voorstelde. Die ander was het duwtje dat me de sprong deed wagen, maar ik was ervan overtuigd dat zij de ware zou blijken voor mij, meer nog: ze MOEST de ware zijn, dit keer mocht het niet lukken. Toen ze halfweg het jaar (de laatste dag van juni) vertelde dat ze onze relatie verbrak, viel ik in een put. Niet alleen had ik het niet zien aankomen maar nog minder begreep ik het. Ik zakte diep weg, ik was onherkenbaar voor de mensen die me kenden, voelde me alleen en in de steek gelaten, vol twijfels over mijn beslissing om uit mijn huwelijk te stappen en met heel veel zoeken naar hoe ik alleen moest zorgen voor mijn twee kinderen en dus ook die rollen moest opnemen die als in een spontane dans altijd door hun moeder waren opgenomen. Tegen het eind van het jaar kwam ik langzaamaan weer met het hoofd boven water en dat had onder meer te maken met keuzes die ik maakte. Keuzes voor mezelf: dingen doen die ik graag wou doen (maar waar het niet meer van kwam of nooit gekomen was), waaronder (opnieuw) concerten bezoeken. 
Eén van die concerten op het eind van 2009 was dat van John Vanderslice in het (inmiddels ter ziele gegane) Gentse muziekcafé Video. De muzikant kende ik enkel van naam maar het gratis concert was dichtbij en klonk, toen ik wat muziek van de man opzocht op internet, wel veelbelovend. Het concert loste, zoals u hier kan lezen, de verwachtingen in. 
Toch volgde ik deze Amerikaan niet langer daarna en dook hij slechts onlangs terug in mijn gezichtsveld op met de release van Dollar hits, eind maart. Die plaat is heel bijzonder: gebouwd rond één echt lang nummer en nog een song van normale lengte zitten steeds kleine stukjes muziek als chocoladevlokken op een taart, soms iets langer dan twee minuten, soms onder de minuut blijvend. Het levert een geheel op dat heel bevreemdend klinkt en op het eerste zicht een consistente samenhang mist. Toch verbindt vooral het experiment de elf liedjes die samen nog geen half uur duren.
Omwille van zijn lengte zuigt Cracked pass words de aandacht naar zich toe. Het is een lied dat samenhangt aan breakbeats en vervormde vocalen en een semi-futuristisch cachet meekreeg. Ook Ice castles / Tender mercy neemt door zijn bijna vier minuten een centrale plaats in op het album. Hier overheersen dreiging en aliënatie. De brokjes tussendoor kunnen heel vreemd zijn (eHarmony icons) of net als heel gewone liedjes klinken (Show me love). Overwegend echter vormen de songs op deze plaat vooral een vreemde trip in de (muzikale) hersenkronkels van een buitenbeentje.

Beluister hieronder het volledige album:

23 juli 2020

The Chicks


Vroeger heetten ze The Dixie Chicks, maar dat eerste deel lieten ze eerder dit jaar vallen als protest tegen de verheerlijking door sommigen van het racistisch verleden van het Zuiden van de VS (en de slavenpraktijken die daar heersten en die ze bestendigd wilden zien) en dus mag je hen nu gewoon aanspreken met The Chicks. Tegelijk met die naamswijzing lijken ze ook een andere muzikale koers gekozen te hebben. Dat is alvast de indruk na het beluisteren van hun nieuwste album, Gaslighter.
Zo is de opener en tevens titelsong een behoorlijke rockend popnummer dat zowel popliefhebbers die van de Ultratop hun Heilige Graal maken als luisteraars met een meer diverse muzikale smaak zal weten aan te spreken. Het zet meteen ook de toon voor het hele album, dat afwisselend klinkt en goed in het gehoor ligt.
Maar dat betekent helaas niet dat ik echt onder de indruk ben. Ja, er zit geen slecht nummer tussen en de koerswijziging zal hen ongetwijfeld luisteraars opleveren die voorheen met een boog om hun country heen liepen. Toch mis ik pit en bezieling in de songs, die net iets te vaak hengelen naar goedkeuring (door een groot publiek) dan echt zo tegendraads te zijn als de dames zelf intussen al hun handelsmerk hebben gemaakt. Vooral de ballads zoals Young man en Everybody loves you blazen eerder Knuffelrock nieuw leven in dan dat ze puurheid uitstralen. Een wat minder gezwollen arrangement had hier zeker een in wezen goede song beter tot zijn recht laten komen.

Luister hieronder naar het volledige album:

22 juli 2020

Julianna Barwick


Van Julianna Barwick postte ik in het verleden al eens een review van Nepenthe, dat toen zelfs in mijn eindejaarlijst op 23 eindigde. Ik vond het toen al geen voor de hand liggende, hapklare muziek en dat is het nog steeds niet. Wat de Amerikaanse uitbrengt, is steevast heel bijzonder en dat geldt niet minder voor haar nieuwe plaat, Healing is a miracle
Haar muziek situeren is niet zo eenvoudig: het is een mengeling van een soort neo-klassiek maar dan minder minimalistisch dan we uit die hoek gewoon zijn (althans, ik bij de componisten die ik beluister) met echo's naar een verleden van religieuze gezangen, duidelijk bestemd om in een grote abdijruimte gezongen en gespeeld te worden. Hier en daar hoor je ook moderne toetsen die je verzekeren van het 21e-eeuwse karakter ervan. Luister maar eens goed naar een song als Flowers, haast religieus gezang op een groeiende melodie die van Underworld had kunnen zijn. 
Ook de samenwerkingen die op de plaat terug te vinden zijn, lonen de moeite. In light met Jònsi (Sigur Rós) is een dromerige song die geen platgetreden paden bewandelt maar zich af en toe even akoestisch laat verstoren om zo rijker en gelaagder te klinken. Nog hemelser (letterlijk dan) klinkt Oh, memory waarop we ook Mary Lattimore horen, een harpiste die al samenwerkte met Thurston Moore, Kurt Vile,... Het album wordt afgesloten met een door Nosaj Thing mee onder handen genomen Nod, wat resulteert in repetitieve ambientsong waarop de vocalen alweer met de hoofdrol gaan lopen.

Je kan dit album hier kopen via haar Bandcamp-pagina en alvast hieronder beluisteren:

21 juli 2020

Yo La Tengo


Temidden deze coronatijden moeten artiesten soms improviseren en nieuwe dingen proberen en dat is exact wat Yo La Tengo deed. Ze namen in hun repetitieruimte in Hoboken (niet dat nabij Antwerpen maar in New Jersey) enkele instrumentale songs op, die het resultaat waren van wat los gejam en geëxperimenteer en heel veel improvisatie, gedurende vijf opeenvolgende dagen. En deze verzameling van vijf songs brengen ze nu uit als een EP, getitels We have amnesia sometimes.
Het trio heeft al heel wat door de critici goed onthaalde platen gemaakt maar de verkoopcijfers maken duidelijk dat het grote publiek deze band nog niet omarmd heeft. Gelukkig lijken ze zich daar niet al te veel van aan te trekken en deze EP zal zeker geen nieuwe luisteraars over de streep trekken, toch niet in die aantallen dat ze ineens succesvol genoemd kunnen worden. Toch zijn de vijf nummers wel best goed. Er wordt telkens ruim de tijd genomen om de muzikale ideeën goed uit te werken en dat levert songs op die er staan. Hoogtepunt daaronder is voor mij toch het woensdagnummer James gets up and watches mourning birds with Abraham. Dat is een langoureus stuk muziek waarin je kan wegzinken als in een verkwikkende droom.

Je kan deze EP hier kopen via hun Bandcamp-pagina en alvast hieronder beluisteren:

JARV IS


This is hardcore van Pulp was voor mij aanvankelijk een tegenvaller na de fijne singles waarmee de band bekendheid had verworven. Het was niet zozeer dat het geen goede plaat was maar mijn verwachtingen waren heel anders dan wat ik te horen kreeg. Gelukkig liet het album zijn geheimen kennen en is het best een goeie plaat. Daar moest ik meteen aan denken toen ik de nieuwe plaat van Jarvis Cocker, frontman van die band, beluisterde, die hij uitbrengt onder de naam JARV IS. Beyond the pale heet die en is een soort nieuwe This is hardcore: verrassend (én) goed!
In opener Save the whale klinkt de Brit als een mengeling tussen Leonard Cohen (muzikaal had dit ook bij de Canadees gepast) en David Sylvian. Ook in het volgende nummer, Must I evolve? blijkt Jarvis Cocker songs te kunnen schrijven die hun tijd nemen, zich ontwikkelen, de leuke popdeuntjes van weleer overstijgen (niet dat daar iets mis mee was hé) en hij toont zich daarmee een rijpe, volwassen artiest. 
Dat mag vooral blijken uit de combinatie van diversiteit en aanhoudende kwaliteit op deze plaat. Am I missing something? mag dan niet meteen single-materiaal zijn, het is een wonderbaarlijk mooie song die op zo'n album heel goed werkt. House music all night long klinkt als latere Blur vermengd met een stevige portie Arcade Fire. Sometimes I am pharaoh mag dan muzikaal mijlenver staan van de songs op Different class van Pulp, toch is er een element waar je niet meteen de vinger kan opleggen en dat toch duidelijk maakt dat dit dezelfde zanger is (het zou dus wel eens de stem kunnen zijn en de manier waarop hij die gebruikt). Swanky modes is de enige song die niet meteen aansloeg: te traag, als een toegift voor een bijna leeg café, doordrenkt van een soort nachtelijke, dronken blues en verhalen vol geliefdes die je verlaten hebben en dromen die niet uitgekomen zijn. Geef dit lied echter de kans en een pak luisterbeurten en het groeit uit tot een diep peuterend, tot nadenken stemmend lied. Toch ben ik blij dat de afsluiter Children of the echo is, een song tjokvol goeie ideeën en ook hier is de invloed van Leonard Cohen weer duidelijk merkbaar.

Beluister hieronder de volledige plaat:

20 juli 2020

Leo Takami


Natuurlijk geeft de naam van de artiest (Leo Takami) dat ook al weg maar vanaf het begin van opener Felis catus and silence op het gelijknamige album weet je dat deze muziek uit Japan komt. De invloeden zijn overduidelijk. 
Er zit ook veel jazz en klassieke (Westerse) muziek in deze mengeling met het Japanse gagaku (een verzamelnaam voor enkele specifieke vormen van traditionele Japanse muziek en dans). Het levert songs op met blokfluit en typische Japanse instrumenten (een soort xylofoon menen wij te ontwaren), zoals in het titelnummer, en soms zelfs dromerige melodieën zoals Children on their birthdays. Hoogtepunt is voor mij toch Unknown dat in het laatste deel een piano laat meanderen tussen klassiek en jazz.

Beluister hieronder het volledige album:

19 juli 2020

Darrell Scott


Darrell Scott kent u misschien niet maar zijn song You'll never leave Harlan alive (gecoverd door onder meer Dixie Chicks en Guy Clark) mogelijks weer wel. Nochtans heeft deze Amerikaan al een behoorlijke staat van dienst, met onder andere samenwerkingen met Steve Earle, Mary Gauthier, Emmylou Harris en productiewerk voor Malcolm Holcombe en Guy Clark op zijn palmares.
Met zijn nieuwste album neemt hij negen bluesnummers van Hank Williams onder handen en die plaat heet dan ook toepasselijk Sings the blues of Hank Williams. Het levert een weliswaar korte (net iets meer dan een half uur) maar verrassende bloemlezing op uit diens werk, met nu eens niet de voor de hand liggende songs. Toch zijn het stuk voor stuk erg mooie songs met als uitschieters When you're tired of breaking other hearts en Lost highway. Die typische snik in de stem van Hank mag dan ontbreken, je voelt dat Scott veel gevoel in de songs legt en daarmee doet hij zijn grote voorbeeld alle eer aan.

Beluister hieronder het volledige album:

18 juli 2020

Soulwax


DEEWEE sessions vol. 01 van Soulwax is een release waar je als luisteraar niet meteen van weet wat je ermee aan moet. En soms is dat een compliment.
De EMS Synthi 100 is een behoorlijk zeldzame synthesizer die erg futuristisch klinkt. Eén van de dertig exemplaren ervan hadden de broers Dewaele een jaar lang in bruikleen en ze experimenteerden erop los, wat resulteert in deze plaat. Voor zover we konden nagaan, is dit het enige album dat volledig met deze synthesizer is opgenomen, die onder meer gebruikt werd door The Who (voor Won't get fooled again). 
Zes songs, Movement 1 tot Movement 6, laten horen hoe het duo op zoek gaat naar hoe dit instrument dat ze als een derde bandlid opnemen in de band, ten volle benut kan worden. Dat leidt in Movement 1 tot een soort ambient-achtige song die uitgroeit tot iets wat van Biosphere had kunnen zijn. Movement 3 is dan weer knotsgekke, psychedelische electro zoals je die vooral in de jaren tachtig kon horen in de meerwaardediscotheek. Movement 5 doet een beetje denken aan Indochine, aan vroege Depeche Mode en zelfs Alphaville. En dat maakt dat iedereen op deze plaat wel ergens toch zijn gading kan vinden.

Beluister hieronder het volledige album, dat je ook als fysiek exemplaar kan kopen (als je snel bent) en dan krijg je niet alleen mooi vinyl in handen maar ook nog eens een boekje van 50 pagina's met uitleg over het instrument:

17 juli 2020

The Beths


Future me hates me was een meer dan fijn plaatje maar de evolutie die The Beths blijkbaar hun pas uitgebracht opvolger Jump rope gazers doorgemaakt hebben, is behoorlijk fenomenaal. Het viertal weet immers op deze plaat wat meer uit te halen waardoor je meer gegrepen wordt en je het gevoel hebt dat deze plaat ook nog ballen bezit. Vooral de eerste songs zijn op dat vlak bijzonder duidelijk en mogen gelden als een intentieverklaring. I'm not getting excited klinkt als een soort vrouwelijke Ramones met Kim Deal in hun midden, Dying to believe bewijst dat de melodie niet vergeten wordt tussen al dat gitaargeweld en de titelsong mag dan een pak rustiger zijn, hij houdt het midden tussen Grant Lee Buffalo en Belly. Acrid put weer uit die heerlijke gitaarpop van de nineties en zo gaat het het hele album door. Enige minpuntje is dat de variatie wat afzwakt waardoor onze aandacht een beetje verslapte, maar als deze band bij elke nieuwe plaat zoveel vooruitgang maakt, staat ons nog veel moois te wachten.

Beluister hieronder het volledige album:

16 juli 2020

30 belangrijke boeken in mijn leven (deel 1)

Ik startte deze reeks als antwoord op een Facebook-challenge maar besloot de boeken ook hier te delen:
Koning van Katoren - Jan Terlouw


Ik vermoed dat zowat iedereen van onze generatie ooit dit boek las. De Nederlandse schrijver Jan Terlouw (ook nog politicus geweest, een linkse liberaal, toen dat nog bestond) laat ons kennismaken met Stach, een jongen wiens vader is omgekomen bij een ongeval tijdens het werken aan de toren in de hoofdstad van Katoren en die besluit mee te doen aan de proeven om de nieuwe koning te worden. Hij krijgt zeven opdrachten van de ministers die intussen het land regeren (en helemaal geen nieuwe koning willen), zelfs een achtste, die hij moet proberen tot een goed einde te brengen. Elk van die opdrachten is in feite een verwijzing naar een groot probleem in de volwassenenwereld van toen: vervuiling, godsdienstige onenigheid, oorlogszucht,... Het is net dat symbolisme dat dit boek onvergetelijk maakt, omdat je ook als kind begrijpt waarover het hier echt gaat.
Het is één van de kinderboeken die ik me nog het best herinner en ik heb het een twintigtal jaar geleden nog eens herlezen (en enkele jaren geleden de verfilming bekeken met mijn kinderen). Van Jan Terlouw las ik overigens met evenveel plezier Oorlogswinter en Oosterschelde windkracht 10 (over de overstromingen van 1953 en de Deltawerken). Ik zou die zelfs nu nog elk kind aanbevelen.

Kruistocht in spijkerbroek - Thea Beckman 


Ook nu nog lees ik heel graag historische romans. Als ze goed geschreven zijn, vormen ze een mooi verhaal, mooie zinnen en dat allemaal tegen een interessante achtergrond waar een mens nog wat van opsteekt. Ik weet niet of mijn fascinatie ervoor bij dit boek startte maar het is zeker het meest bijgebleven historisch kinderboek dat ik ooit las. Het vertelt het verhaal van de 16-jarige Dolf uit Amstelveen die in de tijd terugkeert en zo midden in de kinderkruistocht belandt.
Ik heb later voor school nog een werkstuk gemaakt over de kruistochten (en toen ook non-fictie gelezen over de kinderkruistochten) maar ik ben er zeker van dat mijn beeld over die schandvlek in de geschiedenis al dankzij Thea Beckman ontstond.

Het meisje met de ster - Maria Heylen


Ooit zat ik enkele jaren in de Kinder- en Jeugdjury, die elk jaar boekenprijzen van de lezers (kinderen dus) uitreikte aan de beste kinderboeken in diverse leeftijdscategorieën. Je moest alle genomineerde boeken (zo'n 10 per jaar ongeveer, vermoed ik) lezen en er je mening over geven. In elke stad zat een plaatselijke jury die op het eind van het jaar haar rangschikking (ik denk een top 3) maakte en die werden samengebracht zodat er één weer per categorie was. Ik heb nog eens teruggekeken naar het palmares en ik denk dus dat ik van 1982 tot 1984 deelnam.
In 1983 won het boek dat morgen aan bod komt, maar ik weet nog dat het voor mij een close call was met het boek van vandaag.
Het meisje met de ster van Maria Heylen vertelt het verhaal van de vriendschap tussen 2 meisjes tijdens WO II en hoe één van hen, een Joods meisje, verplicht wordt een ster te dragen. Het is eigenlijk een wondermooi kinderboek over de verschrikking van de jodenvervolging, op zo'n manier gebracht dat het voor kinderen bevattelijk is en ook niet overladen met de gruwel ervan. Toch kon je je als kind, zo herinner ik me, goed inleven in hoe het moest zijn om op die manier, gestigmatiseerd, te moeten leven en steeds meer angst te moeten voelen voor wat men met jou van plan is.
Er waren wel meer boeken die me bijgebleven zijn uit die tijd: het boek dat morgen aan bod komt (dat dat jaar dus won en waarvan ik denk dat ik het uiteindelijk ook op 1 gezet heb), maar ook De bloeiende mimosaboom van Gerda Van Cleemput (over de blinde en dove Helen Keller), De zomer van de oude spoorwegwagon van Annelies Tock (ik denk over de vriendschap tussen een oudere man en een kind waarbij de oude man in een oud treinstel woonde en dat treinstel, helemaal overhangen met takken en met veel bloemen, stond op de covertekening, en enkele boeken uit de reeks Rode Ridder-verhalen, want naast de strips had je toen ook "gewone" boeken over de ridder.
Die KJJ-deelname was belangrijk voor mij, omdat het een eerste stap naar meer zelfstandigheid inhield. De hoofdbibliotheek van Gent, waar we toen met het groepje uit de regio Gent samenkwamen op geregelde tijdstippen om de boeken met elkaar te bespreken, lag toen nog aan de Kouter. Het was een wirwar van zalen die onderaan het appartementsblok waar nu Standaard Boekhandel zit, maar steeds doorliepen en helemaal achteraan was een klein kantoortje waar we samenzaten. Ik ging er met de tram naartoe, als 10-, 11 en 12-jarige. Ik weet nog hoe mijn vader me het traject aanleerde: van de halte van de tram dichtbij ons huis naar de Kouter (rechtstreekse lijn 40 toen) en hoe ik moest leren wanneer ik moest bellen om de halte aan te vragen. Het waren nog de oude trams met dat hard in te drukken zwarte knopje voor de halte-aanvragen.
En helemaal op het eind van het werkjaar (dat gelijkliep met het schooljaar) was er dan de prijsuitreiking. Ik herinner me slechts één van de twee, die ging door in de Aula van de Universiteit Gent in de Volderstraat. Het was een gebouw dat een enorme indruk op me maakte en dat wij daar de sterren waren (naast de bekroonde auteurs) was een zalig gevoel. Het was mijn eerste echte receptie (met fruitsap uiteraard ). Later zou ik nog 2 keer in die aula komen: met school voor een tentoonstelling over ESA (het Europees ruimtevaartprogramma) waar ik voor het eerst hologrammen zag en voor de proclamatie toen ik afstudeerde als psycholoog.

De ster van Napels - Nicole Boumaâza


Op Italiëreis in het zesde middelbaar hadden we één heel lange rit tussen de verschillende steden waar we verbleven. 's Morgens vertrokken we aan ons hotel in Firenze, we maakte weliswaar een tussenstop in Sienna waar we ook ons middageten nuttigden maar na de middag was het aan één stuk door naar ons hotel in Sorrento, in de baai van Napels, met zicht op de Vesuvius. Die rit duurt meer dan vijf uur, zeker in een touring car. En dus werd er veel gebabbeld met elkaar, naar muziek geluisterd op de walkman of naar de cassettes die wij doorgaven aan de leraar die naast de buschauffeur zat. Toen we in de buurt van Napels kwamen, toen een stad die we kenden van de maffia en van Diego Maradona, schakelde de chauffeur echter over naar een plaatselijk radiostation met Italiaanse, Napolitaanse (veronderstelde ik meteen) smartlappen. Ondanks de dan bijna zes jaar Latijn, verstond ik maar flarden van de teksten maar die liedjes gaven me wel het gevoel toegang te krijgen tot de echte Napolitanen, tot de Italianen zoals ze zich nooit tonen aan toeristen. Ik hield er een levenslange fascinatie en zelfs liefde voor regionale radiostations aan over en op reis hou ik ervan om gewoon naar een plaatselijke zender te luisteren onderweg. Helaas is het intussen in Europa met transnationale radioketens vooral eenheidsworst maar soms word je toch verrast door plaatselijke muziek (alsof je hier ineens op Radio 2 met zijn Vlaamse schlagers zou stoten) en door presentatoren die alles vertellen in de taal van het land, met een stevig regionaal accent vaak.
Dat alles wist ik uiteraard nog niet toen in 1983 toen De ster van Napels van Nicole Boumaâza de winnaar werd voor de Kinder- en Jeugdjury waar ook ik deel van uitmaakte (zie dag 3). Dit jeugdboek gaat over een eenvoudig meisje uit een arm gezin in Napels met een heel mooie stem, dat toevallig ontdekt wordt en de nodige obstakels moest overwinnen om tenslotte deel te kunnen nemen aan een belangrijke zangwedstrijd in Italië (vaag denk ik dat het zelfs het festival van San Remo was, zoiets als de Baccarabeker bij ons maar met meer uitstraling). Uiteraard (in kinderboeken loopt alles goed af) wint ze uiteindelijk en wordt ze beroemd en kan ze haar ouders iets teruggeven voor al de zorgen die zij kreeg. Toegegeven, dat laatste is een moraal waar ik vandaag nogal dubbel tegenover sta, maar toen sprak het mij zeker ook aan.

De Saint en de blonde erfgename - Leslie Charteris


Het was het tweede of derde middelbaar, op vrijdagnamiddag. We hadden ons laatste uur Nederlands van die week, het zou zelfs heel goed het laatste lesuur van de week kunnen geweest zijn. Ik weet het, de details zijn nogal onzeker, het is dan ook al zo'n 35 jaar geleden. De naam van de leerkracht ben ik vergeten, ik weet wel dat hij ooit eens zelf één of twee boeken geschreven had en dat ik er eens eentje had gezocht, uitgeleend en iets van gezegd had in de les. Het bracht hem toen tot verlegenheid, voor ons toen toch wel een wonderlijk voorval bij deze man. Anyway, op vrijdag vertelde hij altijd op een verhaal. Een vervolgverhaal (uit een boek of film, maar dat wisten wij toen nog niet, naïef als we waren). Het ging eens over een reusachtige spin die een dorpje bedreigde, en het ging soms over De Saint! De Saint is een soort James Bond, een atletische superheld die overal opduikt waar er misdaad in het spel is en met soepele kracht en vlugge intelligentie alle problemen oplost, op zulke wijze dan nog dat de bedrieger zelf bedrogen wordt en in de netten gelokt wordt. Bescheidenheid kende hij, hij was zich terdege bewust van zijn kwaliteiten en roemde die zelf. En on top of it all kon hij elke mooie vrouw meteen voor zich winnen. Zelfs de misdadigsters konden niets uitrichten tegen zijn charme en liepen met open ogen in zijn vallen. Ik hield enorm veel van deze held en hunkerde naar nog dat laatste halfuurtje waarin we zouden meegetroond worden op dienst avonturen.
Later ontdekte ik dat de verhalen van de Saint (Simon Templar is zijn -fictieve- naam) als tv-serie bekend waren toen ik nog een klein kindje was, met Roger Moore in de rol van de held.
Soms leende ik in de bibliotheek, in periodes, eens de boeken van Leslie Charteris, de schrijver die al die verhalen bedacht. Toen ik jaren geleden tijdens één van de rommelmarktbezoeken met mijn lief ergens een boekje zag van de Saint, kocht ik het meteen. En ik heb er intussen acht, tussen al de serieuze literatuur door die ik verslind, lees ik dan soms eens zo'n detectiveverhaal, luchtig en heel vlot leesbaar en de Saint blijft die zelfbewuste, atletische, intelligente en gewiekste held én vrouwenmagneet die ik stiekem ook wel zou willen zijn.

Dierenboerderij - George Orwell


In de lessen Engels in het middelbaar lazen we een fragment uit Animal farm van George Orwell, de bekende parabel over de dieren die in opstand komen op de boerderij en een utopische gemeenschap stichtten op basis van gelijkheid. Maar de varkens gedragen zich steeds meer als de bazen en zetten de regels naar hun hand. De leraar Engels die ik had, legde haarfijn uit hoe Orwell dit verhaal als een allegorie geschreven had voor hoe de communistische Oktoberrevolutie in de Sovjet-Unie was vervallen in de stalinistische dictatuur en hij wist ons perfect uit te leggen wie als het ware samenviel met welk personage, daardoor deze roman eigenlijk als sleutelroman verklarend. Ik was zo geïntrigeerd en gefascineerd dat ik het hele boek las (met veel plezier overigens).
Ik heb gekozen voor deze uitgave (zie foto) om een heel bijzondere reden. Ik kocht, toen ik volwassen was, immers deze mooi geïllustreerde versie, weliswaar in het Nederlands, met tekeningen van Ralph Steadman. Die illustrator heeft een heel eigen stijl. Daarmee maakte ik kennis op een latere reis, intussen zo'n 7 (schat ik) jaar geledenn gemaakt met mijn lief en elk onze kinderen, naar Tsjechië. In de stad Cesky Krumlov, waarheen we een daguitstap maakten, zagen we toevallig een tentoonstelling met werk van Egon Schiele in een plaatselijk museum. Verder in het museum waren er nog tentoonstellingen over Molletje, de tekenfilmserie, en over illustrator Ralph Steadman, die betrokken bleek bij de Disney-tekenfilm Hercules en bij The wall van Pink Floyd. Het waren niet alleen mooie tentoonstellingen, ik herkende ook de tekenstijl van een boek dat ik thuis had, en dat ik dus vandaag koos.


Hannah's daughters - Marianne Fredriksson


Ik had hier ook voor Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez kunnen kiezen, maar de eerste echte familieroman die ik las, was deze van Marianne Fredriksson, die in het Nederlands beter bekend is als Anna, Hanna en Johanna. Het vertelt het verhaal over drie generaties vrouwen en hun onderlinge verbondenheid.
Laat ons zeggen dat ik niet altijd een even makkelijke relatie met mijn familie had zelf en dat een romans over relaties tussen broers en zussen, tussen ouders en kinderen en tussen andere familieleden een zekere fascinatie teweegbrachten bij mij. Daarnaast heb ik een zwak voor geschiedenis en vind ik spulletjes van vorige generaties vaak intrigerend. Er is iets in de relatieve nabijheid in de tijd en het toch helemaal andere van voorwerpen die uit ons dagelijks leven verdwenen zijn, dat prikkelend werkt (vandaar wellicht het plezier dat ik kan beleven aan samen met mijn lief naar rommelmarkten en kringwinkels gaan). Ook de voorwerpen uit mijn eigen jeugd (zoals Arcopal-bloemenservies) weten datzelfde gevoel op te wekken.


Smilla's gevoel voor sneeuw - Peter Høeg


Het is tijd voor een shout-out naar Lieve, die hoewel ze ver weg woont (nog voorbij de brug!) toch altijd een vriendin blijft, ongeacht hoe vaak of weinig we elkaar zien. Er was een tijd dat we elkaar dagelijks zagen, op haar kot en later op haar studio. En in die tijd waren er zelfs dingen die ik van haar leerde (nochtans was onze relatie toen nogal gekenmerkt door een iets dominantere aanwezigheid mijnentwege ). Nee, De stam van de holenbeer lezen (de hele cyclus), zo ver heeft ze me nooit gekregen. Maar ze legde wel het zaadje voor mijn latere interesse in De hobbit en In de ban van de ring (Harry Potter, dat lukte dan weer niet). En ook dit boek, Smilla's gevoel voor sneeuw van Peter Høeg, was een aanrader van haar die ik met plezier gelezen heb.
Wanneer een jongetje van het dak valt in Kopenhagen en Smilla daarvan getuige is, beseft ze dat dit geen ongeluk is en gaat op onderzoek uit. Zelf de dochter van een Deense arts en een Eskimose zeehondenvangster, raakt ze verwikkeld in een verhaal dat ons naar Groenland leidt, het stukje Denemarken waarvan we wel eens vergeten dat het Deens is.
Het boek opende een heel nieuwe wereld voor me: die van Groenland, Eskimo's/Inuit, een land van sneeuw en ijs en voortdurende koude,... Als boeken lezen reizen is, is dit mijn koudste reis ooit, maar ook één van de mooiste.


Muskietenkust - Paul Theroux


Tegenwoordig tracht ik het boek te lezen vóór ik de film zie maar in het middelbaar heb je niet altijd te kiezen. We gingen met de hele klas kijken naar The mosquito coast met Harrison Ford in de hoofdrol (en een jonge River Phoenix als de jongen vanuit wiens standpunt het verhaal verteld wordt). De film is een aanklacht tegen de hyperkapitalistische (toen al) maatschappij in de VS. Een uitvinder die zich tegen die samenleving keert, trekt met zijn gezin naar het Amazonewoud om er een nieuw leven op te bouwen, waar ze zelfbedruipend zullen leven. Omdat hij een grote ijsmachine uitvindt en bouwt, is hij in eerste instantie de held van de hen omringende Indianen in het woud. Algauw echter komt hij in conflict met de naburige missionaris die er met zijn gezin tracht te bekeren. De utopie gaat helemaal naar de verdommenis, niet in het minst door de koppigheid van de vader. Hij raakt bezeten van zijn idee en wil het nog eens opnieuw proberen en verliest zo gaandeweg zijn gezin.
Bij de aftiteling zag ik dat het een verfilming was van een boek, van Paul Theroux, en ik besloot het boek uit te lenen uit de bib. Ik weet nog hoe gretig ik het las (zo herinner ik me dat ik het mee had toen we een hele namiddag en avond op bezoek gingen bij de meter van mijn moeder en diens zus, die samenwoonden in Destelbergen, en daar op de lange en erg onhandige sofa las terwijl de volwassenen met elkaar praatten over de wereld, de grote en de kleine eigen wereld - ik was toen 15 of zo).
Iets meer dan een jaar geleden vond ik een exemplaar in de kringwinkel en ik aarzelde niet het te kopen en ga dit boek beslist nog eens herlezen. Intussen heb ik al veel van de reisboeken van Paul Theroux gelezen (jaja, de vader van tv-ster Louis Theroux) trouwens en ook die zijn doorgaans aanraders.


De brute bruiloft - Yann Queffélec


De prof ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Gent waarvan ik les kreeg (Prof. Dr. Leni Verhofstadt-Deneve), was één van de tofste docenten die we hadden in die vijf jaar en ze kon ook echt heel goed lesgeven. In de eerste kandidatuur gaf ze ons een inleiding tot de ontwikkelingspsychologie, met uiteraard de theorieën van Piaget, van de Russen (Vygotsky en zo), van Eriksson, de leertheorie (van Pavlov over operante conditionering naar de sociale leertheorie,...) Het waren boeiende lessen doorspekt met sprekende voorbeelden en soms verwees ze naar boeken of films. Eén van de boeken die ze als voorbeeld aanbracht van zowel de leerprincipes uit de leertheorie (je weet wel: gedrag aanleren via belonen, straffen en negeren, even kort door de bocht) en van hoe hechting ook daardoor kan bepaald worden, was De brute bruiloft van Yann Queffélec.
Het gaat over een jongen die verwekt wordt tijdens een verkrachting. De ouders van zijn moeder sluiten de moeder tijdens haar zwangerschap op zodat ze niet de schande van het dorp zou zijn en de kwaadheid die de moeder voelt ten aanzien van zowel de verkrachter als van haar eigen ouders, presenteert ze aan haar kind, met wie ze geen band wil aangaan. Maar soms is het sterker dan haarzelf en omdat hij af en toe beloond wordt voor zijn toenaderingspogingen, blijft hij nooit opgeven om zijn moeder voor zich te winnen, haar aandacht en liefde te krijgen. Je voelt het al aankomen: zoiets kan niet goed aflopen... (of het dat ook doet, ga ik niet verklappen).