20 april 2020

Soul Asylum


Omdat ik muzikaal volwassen werd in de jaren negentig, liggen veel nostalgische herinneringen bij bands die toen actief en/of succesvol waren. Eén ervan is zeker Soul Asylum dat met singles als Runaway train, Misery en Somebody to shove die grungejaren mee kleur gaven. Net als een band zoals Buffalo Tom blijken ook deze Amerikanen rond Dave Pirner nog steeds actief. Meer zelfs: ze brachten zonet een nieuwe plaat uit: Hurry up and wait.
Ligt de relevantie in zulke bands in het blijven uitbrengen van grensverleggende albums, in potentiële hitsingles of in het levendig houden van de weemoed naar toen van hun toenmalige luisteraard, nu allemaal veertigers en beginnende vijftigers? Het is een vraag die nieuw werk van groepen waarvan ik niet wist dat ze nog bestonden altijd bij me uitlokt. En zelf weet ik het antwoord niet.
Op Hurry up and wait worden geen grenzen verlegd (deed de band dat eigenlijk vroeger?) en je hoort zeker geen groep die zichzelf heruitvond. Deze muziek ligt ergens in het te verwachten verlengde na 25 jaar. Gelukkig zijn er songs die je meteen enthousiast en blij maken en dat geldt bij uitstek voor Got it pretty good, dat vreemd genoeg ook heel erg aan het vrolijkste van The Levellers doet denken. Busy signals klinkt ook alsof het live op een podium het publiek zal weten te begeesteren en Here we go is radiovriendelijke indierock. Een uitdrukkelijke vermelding is ook Silent treatment waard, dat rustiger klinkt en waarin we de echo van die verleidelijke manier van Dave Pirner, die menig meisje deed smelten, horen.

Beluister hieronder het volledige album:

Geen opmerkingen: