25 januari 2020

Goed gedaan, Vlaamse regering! (Of toch niet?)


Zoals hier te lezen viel op vrt.nws, heeft Wouter Beke, onze nieuwe minister van welzijn, door verschuiving van middelen extra geld kunnen vrijmaken om mensen met een beperking die wachten op zorg, te helpen. Mooi, en goed gedaan, Wouter! Iedereen blij...
Of toch niet? Want laten we dit allemaal eens wat kritischer bekijken. Nog los van het feit dat het daar op het kabinet van Beke een rommeltje moet zijn waarbij hij om de haverklap nieuwe middelen vindt zonder dat er extra geld is (blijkens zijn communicatie van de laatste weken), is de maatstaf waaraan we deze aankondiging misschien best afwegen de plannen, doelstellingen en ambities van de opeenvolgende regeringen (waar zijn partij CD&V altijd deel van uitmaakte) inzake het helpen van mensen met een beperking.
Tien jaar geleden formuleerde Jo Vandeurzen, toenmalig minister en partijgenoot van Beke, immers zijn conceptnota "Perpectief 2020: nieuw ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap" (het hele document vind je als je doorklikt). Het werd de basis van alle hervormingen het afgelopen decennium in de sector en ik kan u, in de praktijk werkende, zeggen dat die ingrijpend waren. Alles wat u tegenwoordig hoort over zorgregie, de wachtlijst (één centrale i.p.v. per instelling), persoonsvolgende financiering vermaatschappelijking van de zorg,... is toen allemaal geconcipieerd. 
Kort gezegd komt het erop neer dat Perspectief 2020 (zoals het algauw ging heten) twee doelstellingen nastreefde, tegen 2020, om zo onder meer tegemoet te komen aan het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap. Die twee doelstellingen waren:



Aandachtige lezers merken meteen dat de Vlaamse regering er zich voor hoedde tot zeer concrete verbintenissen over te gaan, je zou deze doelstellingen eerder streefdoelen kunnen noemen dan "targets" (managertaal werd ook in de sociale sector plots hip want we moesten allemaal sociaal ondernemerschap omarmen) waarop je de directie (de regering) achteraf kan afrekenen.
Het idee achter die doelstellingen, uitgaande van vaststellingen in een veranderende maatschappij en internationale tendenzen, is zeker mooi. Personen met een handicap die het meest zorg nodig hebben, moeten (eerst) geholpen worden en die hulp moet vertrekken vanuit wat ze nodig hebben, niet vanuit het aanbod dat al bestond. M.a.w. gedaan met steeds maar weer dezelfde mensen met een complexe zorgvraag die nergens geholpen geraken omdat er voorrang verleend wordt aan "haalbaarder" problematieken en en gedaan met dat mensen met een handicap een pakketje hulp krijgen ongeacht of ze alles daaruit nodig hebben of niet. Voorwaar mooie doelstellingen zijn dat en er was, naast zoals overal enige weerstand tegen verandering (vooral omdat die nogal plots en onvoorbereid kwam), ook in de sector wel enthousiasme voor de ideeën. En de minister meende eindelijk het recept gevonden te hebben om van die verdomde lange wachtlijsten waar elke minister voor hem over struikelde, af te geraken. 
Hoe zag de praktijk er uit de voorbije jaren? Nou, het zou me veel te ver voeren om elk aspect daarvan te belichten en elk nieuw probleem dat opdook (van het verdwijnen van balans in het opnamebeleid van voorzieningen, want ze mochten niet meer zelf kiezen wie ze opnamen, tot haperende doch verplichte netwerktoepassingen die de overheid oplegde), maar sommige, in het kader van die doelstellingen belangrijke, wil ik wel voor de aandacht brengen.
De overheid streeft er dus (en Beke nu evenzeer) om de mensen met de hoogste noden alvast de garantie te bieden op zorg (en die moet dan ook nog op maat zijn). Maar hoe definieer je "de hoogste nood"? Je kan daar ronkende zinnen voor gebruiken zoals Vandeurzen deed in zijn nota of je kan kijken naar de praktijk. Die hoogste noden krijgen allemaal prioriteit 1. Mooi, duidelijk te onderscheiden van mensen met minder hoge prioriteiten. Nu ja, die andere prioriteiten zijn 2 (iedereen die niet 1 is maar toch NU geholpen wil worden) en 3 (toekomstige zorgvragen). Veel differentatie laat dat nu ook weer niet toe. 
Wanneer krijg je de hoogste prioriteit? Wel, er zijn 3 redenen:
- je krijg al zorg maar door verhuis van je familie, partner,... of wat voor reden ook zou je diezelfde zorg ELDERS willen krijgen
- je krijgt zorg maar om één of andere reden heb je nu niet zoveel zorg meer nodig dus je wil een lagere zorgcategorie maar wel liefst aansluitend natuurlijk
- je dient een dossier in om uit te leggen waarom je echt wel niet langer kan wachten op zorg
Die eerste twee redenen geven niet zo veel problemen in de praktijk, althans, niet meer dan vroeger. De derde reden is ietwat tricky. Ten eerste is er nogal wat administratie en papierwerk dat moet ingevuld worden om te bewijzen dat je dus écht niet meer kan wachten en dat je dus écht nog steeds die handicap hebt waarvoor het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) je al erkent. Dat dossier wordt beoordeeld en de overheid doet dat zeer streng en strikt. Mensen waarvan iedereen met gezond verstand en met kennis van zaken van de dagelijkse realiteit beseft dat ze nu toch echt wel zeer dringen hulp en ondersteuning nodig hebben, blijken geen "voldoende dringende" reden te hebben, bijvoorbeeld omdat hun ouders nog leven (en die kunnen toch voor hen zorgen?). Het is zelfs zo absurd dat zelfs een slechte, ongelooflijk destructieve relatie tussen ouder en kind, die het kind dus eerder kapotmaakt dan helpt, voor het VAPH een reden is om jou niet de hoogste prioriteit toe te kennen.
Stel dat je toch het geluk hebt dat je die hoogste prioriteit toegekend krijgt, is de lijdensweg nog niet voorbij, want je bent niet de enige. Daar zijn immers momenteel zo'n 6.000 van die wachten op een budget voor zorg. In totaal staan trouwens zo'n kleine 16.000 mensen op de wachtlijst om een budget of een budgetverhoging (wegens gegroeide zorgbehoefte) te krijgen, blijkens de cijfers uit het nieuwsartikel.
Probleem is ook dat de overheid ervan uitgaat dat alles wat je krijgt, beter is dan niets (en meteen ook reden om je prioriteit daarna te verlagen van 1 naar 2, want je krijg al "hulp", zelfs al is die niet toereikend). Maar de praktijk toont duidelijk dat vroeg én voldoende ingrijpen juist factoren zijn die een betere prognose geven én die voorkomen dat je later méér hulp nodig hebt dan je oorspronkelijk nodig zou gehad hebben. Net zoals degenen die langst wachten al iets geven ten koste van mensen met nieuwe zorgvragen, eerlijk LIJKT maar het geweldige nadeel heeft dat mensen pas hulp krijgen als de problemen al dermate geëscaleerd zijn dat ze méér en intensievere hulp nodig hebben dan oorspronkelijk nodig zou geweest zijn (en dus ook duurdere hulp!).
En wat met de doelstelling van vraaggestuurde zorg i.p.v. aanbodgestuurde zorg? Wel, dat is in de praktijk een pak moeilijker dan op papier. Want organisaties (instellingen, diensten,...) moeten met hun personeel binnen een kader van arbeidswetgeving wel die hulp georganiseerd krijgen en er waren ook al veel mensen die al hulp kregen die je hen ook niet zomaar kan afnemen om op een bepaald moment van nul te herbeginnen. Dus, net als in andere sectoren overigens, is de praktijk een verschuiving naar méér vraaggestuurd maar ook nog steeds sterk aanbogestuurd, want je kan maar krijgen wat voorhanden is. Dat is voor ons trouwens ook zo in de supermarkt: ik kan wel een kerststol WILLEN in jullie en de supermarkt zou me misschien graag helpen om mijn vraag te beantwoorden (uiteindelijk is verkopen wat ik wil hun businessmodel) maar als er geen zijn, zijn er geen, hoe hard ik dat ook wil...
En zijn de wachtlijsten nu verminderd? Dat was achterliggend misschien nog wel de grootste motivatie om al die veranderingen door te voeren. Wel, volgens het nieuwsartikel stijgt het aantal wachtenden nog steeds (van 15.583 nu tot vermoedelijk 24.900 in 2024, over VIER jaar dus al) en zelfs de groep met de meest dringende noden zou stijgen van 1.500 nu tot 4.000 dan.
Het is goed dat de regering tien jaar geleden doelstellingen en een plan had (zelfs al waren beide verre van perfect), maar mogen we dan nu alstublieft verwachten dat de minister i.p.v. wat maatregelen in de marge eens echte beleidsmaatregelen zou nemen vertrekkende vanuit een visie die realistisch de gigantische problemen van de sector aanpakt?
Want we hebben het hier nog niet gehad over personeelsomkadering (gemiddeld zo'n 80 % van de voorziene personeelsomkadering in de jaren zeventig toen de mix van problemen tenminste nog enige balans had doordat voorzieningen zelf een evenwichtig opnamebeleid konden voeren), het gigantische wantrouwen tegenover de hulpverlening (hulpverleningsinstanties die een persoon al zijn hele leven helpen en dus samen met zijn familie beter dan wie ook weten, vanuit profiessionele deskundigheid, wat iemand nodig heeft in de toekomst, mogen officeel geen "betrokkenen" zijn bij het indienen van het dossier met vraagverheldering en budgetaanvraag), de vermaatschappelijking van de zorg binnen een inclusieve maatschappij (ik weet niet of u het al opviel, maar deze overheid is helemaal niet zo inclusief als ze van ons verwachten: vreemdelingen, Walen, werklozen, langdurig zieken, linksen, culturo's,... zijn niet welkom want profiteurs dus het laat zich raden wat ze sommige politici écht vinden van mensen met een handicap die weinig "bijdragen aan de maatschappij"),...

Geen opmerkingen: