Lovesick blues: the life of Hank Williams - Paul Hemphill
In deze biografie van Hank Williams, één van de grootste
echte country-sterren wiens songs mij enorm aanspreken, begint en
eindigt Paul Hemphill met de link die hij en zijn vader zelf hadden met
Hank, luisterend naar en geraakt door zijn muziek. Daarmee maken ze dit
biografisch verhaal wat persoonlijker. Het levensverhaal van deze
countryzanger is op zich al een wilde rit tot hij op zijn
negenentwintigste sterft en als lezer word je meegesleurd tussen de
successen en de dieptepunten in diens leven.
Voor mij is Hank Willliams op Johnny Cash na de grootste ster uit de country. Zijn songtitels alleen al ("I'm so lonesome I could cry", "There's a tear in my beer", "You're gonna change (of I'm gonna leave", "I'll never get out of this world alive",..) zijn pareltjes en de simpele, directe taal die hij hanteert, weet me steeds te bekoren. Ik ben blij dat ik nu ook meer weet over de zanger achter die liedjes.
Annegreet van Bergen verzamelde in dit boek haar columns over alledaagse zaken die ze als historicus benadert. Ze laat zien hoe vele dingen die wij tegenwoordig als (bijna) vanzelfsprekend beschouwen, dat vaak allerminst waren tot voor kort. Van koelkasten tot "doorleren", van boter tot treinen, heel wat producten en diensten kennen pas een recente geschiedenis, zeker voor de gewone man (in dit geval, in Nederland).
Het boek deed me heel erg denken aan "At home" van Bill Bryson, dat nog veel uitgebreider (en vanuit een Engels standpunt) gelijkaardige fenomenen en hun geschiedenis beschouwt en dat -eerlijk gezegd- daardoor ook een veel beter boek is geworden. Maar dit is voor wie minder tijd of zin heeft, alvast een heel toegankelijk begin.
In dit boek gaat journalist Johan Op De Beeck op zoek naar wat blues inhoudt. Hij gaat daarbij ten rade bij Belgische bluesmuzikanten of concertpromotoren maar ook bij de oude meesters zelf. Hij verbindt het hele boek door die roots van de muziek en haar vertolkers met de hedendaagse artiesten in ons land, met mensen van bij ons die gebeten zijn door eenzelfde bluesmicrobe als de auteur zelf. Daarin is het boek verhelderend, het beschrijft ook mooi de geschiedenis van het genre en van de voornaamste vertolkers.
Toch leest het ook vooral als een ode door een fan, die bijna elke oude bluesgrootheid als "de grootste" bestempelt en in zijn aanbidding voor het genre hedendaagse genres en artiesten meen te moeten neerhalen, alsof authenticiteit enkel in de blues (en jazz) terug te vinden zou zijn. Bovendien gaapt in zijn relaas te vaak een gat tussen de oude helden en de nieuwe generatie, waarin bluesartiesten uit de jaren tachtig en negentig uit het buitenland (of hedendaagse buitenlandse artiesten tout court) amper of niet aan bod komen. R.L. Burnside wordt weggezet als een marketingidee, hoewel zijn verhaal vele gelijkenissen vertoont met dat van de oude blueshelden: onbekend tot een blanke artiest (Jon Spencer) hem bekend maakte en hij eindelijk de erkenning kreeg die hij verdient. Die idolatrie en die verafgoding van alles wat maar oud en "authentiek" is naar de maatstaven van de auteur zelf, stoort bij momenten en dat is jammer.
Voor mij is Hank Willliams op Johnny Cash na de grootste ster uit de country. Zijn songtitels alleen al ("I'm so lonesome I could cry", "There's a tear in my beer", "You're gonna change (of I'm gonna leave", "I'll never get out of this world alive",..) zijn pareltjes en de simpele, directe taal die hij hanteert, weet me steeds te bekoren. Ik ben blij dat ik nu ook meer weet over de zanger achter die liedjes.
Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen - Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen verzamelde in dit boek haar columns over alledaagse zaken die ze als historicus benadert. Ze laat zien hoe vele dingen die wij tegenwoordig als (bijna) vanzelfsprekend beschouwen, dat vaak allerminst waren tot voor kort. Van koelkasten tot "doorleren", van boter tot treinen, heel wat producten en diensten kennen pas een recente geschiedenis, zeker voor de gewone man (in dit geval, in Nederland).
Het boek deed me heel erg denken aan "At home" van Bill Bryson, dat nog veel uitgebreider (en vanuit een Engels standpunt) gelijkaardige fenomenen en hun geschiedenis beschouwt en dat -eerlijk gezegd- daardoor ook een veel beter boek is geworden. Maar dit is voor wie minder tijd of zin heeft, alvast een heel toegankelijk begin.
Blues: seks, moed en tegenspoed - Johan Op De Beeck
In dit boek gaat journalist Johan Op De Beeck op zoek naar wat blues inhoudt. Hij gaat daarbij ten rade bij Belgische bluesmuzikanten of concertpromotoren maar ook bij de oude meesters zelf. Hij verbindt het hele boek door die roots van de muziek en haar vertolkers met de hedendaagse artiesten in ons land, met mensen van bij ons die gebeten zijn door eenzelfde bluesmicrobe als de auteur zelf. Daarin is het boek verhelderend, het beschrijft ook mooi de geschiedenis van het genre en van de voornaamste vertolkers.
Toch leest het ook vooral als een ode door een fan, die bijna elke oude bluesgrootheid als "de grootste" bestempelt en in zijn aanbidding voor het genre hedendaagse genres en artiesten meen te moeten neerhalen, alsof authenticiteit enkel in de blues (en jazz) terug te vinden zou zijn. Bovendien gaapt in zijn relaas te vaak een gat tussen de oude helden en de nieuwe generatie, waarin bluesartiesten uit de jaren tachtig en negentig uit het buitenland (of hedendaagse buitenlandse artiesten tout court) amper of niet aan bod komen. R.L. Burnside wordt weggezet als een marketingidee, hoewel zijn verhaal vele gelijkenissen vertoont met dat van de oude blueshelden: onbekend tot een blanke artiest (Jon Spencer) hem bekend maakte en hij eindelijk de erkenning kreeg die hij verdient. Die idolatrie en die verafgoding van alles wat maar oud en "authentiek" is naar de maatstaven van de auteur zelf, stoort bij momenten en dat is jammer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten