16 februari 2014

Gezien: Inside Llewyn Davis


Neem de combinatie van Joel en Ethan Coen en de entourage van Bob Dylan, een man voor wie ik dit jaar een meer dan bijzondere interesse hebt ontwikkeld, en u weet vast waarom ik extra geprikkeld was om naar Inside Llewyn Davis te gaan kijken. 
Llewyn Davis is een talentvolle folkzanger en -muzikant die steevast de verkeerde keuzes maakt en (dus) vooral pech en ongeluk treft op zijn weg. Hij blijkt losjes gebaseerd te zijn op Dave Van Ronk. Helemaal op het einde van de film komt na hem een jonge gast optreden, die onmiskenbaar Bob Dylan blijkt, dan nog voor de poort waarachter al zijn roem, faam en succes zal wachten. Het contrast kan amper groter.
De humor in deze film is minder uitbundig dan in The big Lebowski en minder slapstick dan in Burn after reading, en zit vooral in kleine details. Schaterlachen is er niet bij, monkellachen daarentegen vaak... En natuurlijk is er mooie folkmuziek, muziek om bij weg te dromen, om van te genieten, om te beseffen dat het verhaal hand in hand gaat met een ode aan muziek die je kan raken.
Deze film is geen "instant" klassieker, maar ik vermoed dat meerdere kijkbeurten je dieper naar binnen trekt. Hoedanook staat de schoonheid ervan buiten kijf. Het tempo ligt laag genoeg om de film te laten openbloeien en zachtjes treed je een wereld binnen die enkel The Coen Brothers kunnen in beeld brengen.

Geen opmerkingen: