Zwaar aangezet, zo kunnen we de opening van het album Reveries van Maribel gerust noemen. Deze Noorse band met een nieuwe Duitse zangeres weet het smachten muzikaal vorm te geven, met slepende drums en jammerende gitaren, die baden in rock ‘n roll. De stem van de frontdame voegt aan alle zwaarte en melodrama een ogenschijnlijk engelachtige toets toe, doch hoed je voor vergissingen: verlichting brengt ze niet. Dat mag blijken uit songtitels als Falling down the stairs, You bring the sadness en Devil's sigh.
Meow!, waarin de drums een lichte epileptische aanval lijken te ondergaan, groeit door het fijne gitaarwerk uit tot een ode aan katten waar die andere kattenliefhebbers van PSAPP de lichtvoetige tegenhanger van schreven. Weet je nog hoe de straten van Gotham City in Batman steeds donker en druilerig waren, hoe zelfs hoofdstraten slechts veredelde steegjes en achterafstraatjes leken? Weet je nog hoe er immer regen viel, en de enige tinten donkerblauw en zwart leken te zijn? In dat decor zie je zangeres Rebekka Marstein zo You bring the sadness staan zingen. En muzikaal lijkt de sfeer iets te beteren (motregen in plaats van een bui, lichtblauw als nieuwe tint) in het volgende nummer Pretty nights, maar dat is slechts schijn.
Je merkt het al, vrolijke Hansen zijn het niet, die van Maribel. Vergelijkingen met Curve en My Bloody Valentine zijn niet veraf, of gedachten aan het somberste van Belly en Lush. We lazen dat de band na hun debuutalbum implodeerde, uiteenviel en daarna terug bijeen kwam, in een wat gewijzigde line-up. Beluistering van het debuut zou uitsluitsel kunnen brengen of dat doorklinkt in dit album. Wij durven zweren dat de knal van de implosie als een echo op de achtergrond ruist.
Het meest naargeestige aan dit album is misschien wel dat alle tinten van gitzwart bovendien loepzuiver klinken. De gitaar in Perfumed klinkt beter dan elke gitaar die we ooit hoorden. Je kan met de koptelefoon vrijwel elk detail horen met een zuiverheid alsof elke snaar en elk onderdeel van de drumkit een eigen spoor kregen bij de opname. Ze moeten daar in Oslo gedacht hebben: als we de luisteraar willen meesleuren in alle nuances van zwart, moet elke noot, elke drumbeat ervan doordrongen zijn en op eigen kracht het oor van de luisteraar bereiken.
In die missie zijn ze alvast geslaagd. Jammer genoeg moeten we ook concluderen dat al dat werk een goede plaat oplevert zonder écht memorabele nummers.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten