02 juni 2020

Broeder Dieleman


Wie terugbladert doorheen deze blog zal wel af en toe een bericht over Broeder Dieleman tegenkomen. Toen ik Tonnie Dieleman leerde kennen (toen nog als de helft van The Bill Callahans) kon ik nog niet vermoeden dat deze Zeeuw zo een diepe muzikale indruk op me zou maken. Alle vorige platen kan u hier wel ergens besproken weten en maken ook deel uit mijn (uitgebreide) fysieke muziekcollectie. En daar ga ik zeker ook De liefde is de eerste wet aan toevoegen want zonder twijfel is dit alweer een stap voorwaarts.
Dat heeft wellicht ook te maken met de bijdrage van de muzikanten zoals Frank Grapperhaus op cello en Peter Slager op bas. Die verrijken de songs waardoor de metamorfose van Broeder Dieleman als troubadour stilaan vergelijkbare vormen aanneemt als die van Bob Dylan die electrisch ging.
De song die er na al die beluisteringen het meest uitspringt, is voor mij Lied van het riet, meteen het meezingmoment van de plaat. "Melodie zonder einde, een eeuwigdurend lied": het duurt nog geen drie minuten maar het had in een oneindige loop mogen afspelen en ik zou het nog niet beu worden. De Zeeuwse rietvelden lijken wel de eindeloze vergezichten die we kennen van films die zich afspelen buiten de steden in de VS.
Laten we overigens ook eens de andere songs onder de loep nemen. Het begint alvast met een toast op succes (Glasvol, liefje), een drinklied waarin de vocale dialoog met het achtergrondkoor het beeld oproept van een groep die het glas heft, de toespraak aanhoort en beantwoordt. Nieuw raam gaat meer dan over een letterlijk nieuw raam over een vernieuwd uitzicht en inzicht dat de blik op de wereld verandert. Toch is kijken door een nieuwe bril (zoals het meer gebruikelijk gezegde het uitdrukt) niet altijd even makkelijk. Wanneer Tonnie zingt dat hij het alle tijd geeft, weet je dat een veranderde houding ten opzichte van de omringende wereld wennen vereist. 
Thema's die doorheen zijn werk terugkomen, zijn Zeeuws-Vlaanderen, een hang naar onthaasting in nostalgie en koesteren van het erfgoed en ook religieuze referenties die, of hij nu gelovig is of niet, van invloed zijn geweest op wie hij werd. Jakobsladder verwijst naar het bijbelse verhaal van de schaapherder Jakob die in een droom engelen ziet afdalen en klimmen op een ladder naar de hemel. In dit lied wordt de plek waar Jakob zich te slapen legt, een plek voor transitie, waar werelden samen komen. En in het geval van de zanger lijkt dat het landschap te zijn waarin hij rondstruint en waar hij een proeve krijgt van wat een hemel voor hem zou kunnen betekenen. Het woordenloze achtergrondkoor in Gerammel biedt een zachte bedding voor alweer een verhaal waarin natuur en mens zich vermengen en hij zich een rammelaar voelt (een mannelijke haas of konijn). In Driftig mens verplaatst hij zich in de figuur van een man die soms ten prooi valt aan driftbuien, die muzikaal perfect weergegeven worden in momenten van chaos Einstürzende Neubauten of The Birthday Party waardig. 
Jaagpad hoort ongetwijfeld tot de hoogtepunten van dit album. Muzikaal ligt het in het verlengde van All along the watchtower (in de versie van Dylan zelf). Diezelfde bezetenheid, verbetenheid en het onvermogen om nog langer te zwijgen, liggen ook in de vocalen vervat. Het is een worsteling met de taal en met de natuur, om ze samen te brengen, om taal de natuur en het landschap te laten vatten, een vruchteloze en hopeloze poging omdat, zoals Jacques Lacan al zo duidelijk betoogde, de betekenaars (woorden en andere symbolen) die we gebruiken altijd het tekort in het Reële moeten laten ontsnappen. Taal is met andere woorden onvermogend om het reële volledig te bevatten...
42 is een rustpunt waarin de banjo spaarzaam de toon bepaalt. De rust en veiligheid van routines worden bezongen in Eerst de koffie: "eerst de koffie, dan de afwas en dan gaan werken". Het is niet helemaal duidelijk of Broeder Dieleman een keuze kan maken tussen die geruststelling in alledaagse handelingen of de saaiheid van steeds terugkerende handelingen. Misschien is het wel een en/en-verhaal. Na het al eerder vermelde Een lied van het riet keert de banjo terug nadrukkelijker op de voorgrond in Poonhaven, een dichtgeslibd en verdwenen landbouwhaventje nabij Terneuzen en Zaamslag uit de 19e eeuw. Hier horen we de muzikant als chroniquer van zijn streek, bij uitstek de rol die Broeder Dieleman met graagte én met verve vervult en die van hem in de meest ware betekenis van het woord een folkartiest maakt. 
Wijzang bezingt de vreugde van het zingen zelf en is gebaseerd op een door Frederik van Eeden vertaald gedicht van Rabindranath Tagore en het zou muzikaal een cover zijn van Bonnie 'Prince' Billy (al is niet meteen duidelijk welk nummer daarvoor dan diende). In Plaatsbepaling positioneert de artiest zich. "Ik ben mijn eigen instrument en ik ben vreugdevol gestemd", zingt hij in het refrein. Het is geen uitbundige vreugde, zo lijkt, maar een tevredenheid met waar men zich bevindt, het zich schikken in zijn lot en bestemming. 
Sleutelsong van deze plaat is natuurlijk het titelnummer waarmee geëindigd wordt. Hier krijgen we het verhaal van Jan De Prentenknipper, een figuur die Broeder Dieleman al een hele tijd inspireert (tot aan de grafische vormgeving toe, sinds hij zelf aan het prentenknippen is geslagen). Hij werd geboren in 1877 in Colijnsplaat als Jan Huijszoon en trok, wellicht geplaagd door het afzichtelijk uitzicht van een bochel, door Zeeuws-Vlaanderen op zoek naar schuren om in te slapen. In ruil voor kost en een slaapplaats gaf hij prenten die hij geknipt had, vaak bijbelse taferelen of de boerderijen voorstellend. Een terugkerende slagzin op veel van die prenten is de titel van dit lied. Broeder Dieleman trok zelfs in navolging van deze zonderlinge en folkloristische figuur die overal bekend stond door zijn eigen streek. De song is een prachtig eerbetoon aan deze man en kan een opstap zijn voor wie er meer wil over weten: tussen september 2020 en juni 2021 loopt een tentoonstelling van zijn prenten in het Zeeuws Museum in Middelburg.

Beluister hieronder het volledige album, dat je hier kan kopen via de website van Snowstar Records of hier via hun Bandcamp-pagina:

Geen opmerkingen: