09 september 2013

Rue Royale


Waar weermannen je nog in het ongewisse laten, kan Indiestyle je exclusief al voorspellen dat we een knusse, gezellige, lekker-dicht-bij-elkaar herfst krijgen. Eén van de indicatoren die daarop wijzen, hoewel meteorologisch twijfelachtig, is het derde album van Rue Royale, Remedies ahead.
Rue Royale is een getrouwd stel uit Chicago, dat intussen zo’n vijf jaar geleden hebben en houden verkocht om in Europa muziek te spelen. Ze hadden toen net hun eerste LP onder de arm. Hun huis in Nottingham zag het duo in de voorbije jaren bij wijze van spreken minder vaak dan de binnenkant van hun busje, waarmee ze Groot-Brittannië en het vasteland doorkruisten. Daarbij schuwden de twee niet huiskamerconcerten te spelen. Stelselmatig wisten ze hun naam enige bekendheid te geven, tot deze plaat zelfs zonder manager en platenlabel: méér DIY is amper mogelijk.
Het verhaal achter de artiesten maakt onze bewondering voor wat ze brengen eigenlijk enkel groter. De folk waarin het duo grossiert, knispert als een open haard, voelt als een ruwe houtblok die je toch maar niet mee opstookt, en ruikt als dennennaalden in een vochtig novemberbos. De stemmen van Brookln en Ruth Dekker vormen de yin en yang van hun liedjes en brengen de twaalf nummers perfect in evenwicht. Nergens bruuskeren ze, nooit schreeuwen ze om aandacht en toch houden ze je in de ban. Luister maar eens goed naar Brought up somewhere else, een luisterlied dat kleine maar belangrijke details combineert met warme, gloedvolle zang.
Ook Every little step getuigt van hun hang naar evenwicht in de composities. Rust en levendigheid vullen elkaar aan, kleine toetsen speelsheid verlichten de weemoed die kenmerkend is voor dit soort muziek. Tussen de licht hypnotiserende intro van Changed my grip en deze afsluiter zijn we dan al verwend met muziek die smeekt om beluistering bij een ondergaande zon of kaarslicht, muziek die zich om je hals slaat als een sjaal, muziek die het vallen van de bladeren poëzie verleent en muziek die de eerste najaarsstormen bezweert.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: