29 september 2017

Retro review: R.E.M.



Het was 1991. Mijn muzikaal ontwaken was nog pril. Twee jaar voorheen had ik, tijdens mijn vakantiejob bij een bakker in Melle, Studio Brussel ontdekt. Mijn ouders hadden me schlagers, licht klassiek en de BRT Radio 2 Top 30 bijgebracht en de radio in de bakkerij had me wakker geschud en de weg gewezen naar muziek die niet gewoon naar binnen glijdt als een smeltend vetblokje in een warme pan, maar vol weerhaakjes zit, scherpe randen en waar je moeite voor moet doen. Ik was zelf schuchter op zoek beginnen gaan naar wat die goeie muziek dan wel mocht zijn, abonneerde me op Humo voor de reviews (en interviews met muzikanten) én de lijstjes ("essentiële platen van de seventies", "tien platen die je moet gehoord hebben als je ... graag hoort",...).
Net zoals ze nu nog steeds doen (maar in mijn herinnering uitzonderlijk genoeg om enkel de platen die dat echt verdienen in the picture te zetten), koos Studio Brussel soms een plaat die ze de hele dag voorstelden. De eerste waarvan ik me dat herinner en waarvan ik dus om het uur een lied te horen kreeg, was Out of time van R.E.M.
Losing my religion was al uit en al een hit geworden (of al halverwege onderweg) en toen ik, na afloop van die dag op Studio Brussel, enkele dagen later de cd ging kopen en beluisteren, werd het lange tijd het ijkpunt waarrond zich het album ontvouwde. Het was een rots van vertrouwdheid in een plaat die een rijkdom kende die ik eigenlijk nog niet echt kende: niet langer afzonderlijke, steengoeie songs, maar een hecht album waarin elk nummer zijn plaats heeft (en daar precies past) en ze zonder elkaar toch iets minder rijk klinken.
En wat voor wonderlijks stond er niet allemaal op: Endgame is op de na-na-na's na instrumentaal, wat voor mij een gedurfde zet klonk. Belong is het betere kampvuurlied: geen zeemzoet Vrolijke vrienden maar een uitnodiging om samen te zingen voor mensen die niet kunnen zingen en dan maar gewoon de strofes willen mompelen. Ik kende van R.E.M. al Orange crush en Stand en had de plaat waar die op stonden (Green) wel eens uitgeleend in de bib, dus Out of time klonk vooral rustiger dan ik verwacht had. 
Werkelijk elke song van deze plaat kende ik algauw van naaldje tot draadje. Ik hield van de uitgelatenheid van Shiny happy people, van het door de gitaar voortgestuwde Half a world away, van het poppy en een tikkeltje stoute Radio song (tegenwoordig klinkt het me allerminst stout in de oren, maar toen was er iets in de samenwerking met KRS-ONE dat ondeugender klonk dat de muziekjes die ik alle voorgaande jaren had gekend). En wat was het zoet vertoeven in een zachte-dekentjessongs als Near wild heaven en Texarkana.
Hoe sterk de herinneringen zijn, blijkt bij herbeluistering van de plaat in 2017. Alle gevoelens waarmee het album toen gepaard ging, lijken weer helemaal terug te komen. En ja, intussen vind ik Green een sterkere plaat omdat die minder lijkt te willen plezieren dan deze, en ja, intussen is mijn muziekcollectie zo uitgebreid dat Out of time eigenlijk meer bij het "brave" gedeelte ervan hoort. Onveranderd blijft wel dat ik nog steeds werkelijk élke song beresterk vind. Nu hoor ik dat R.E.M. muziek integreerde en instrumenten gebruikte die ik pas veel later echt zou ontdekken. Misschien heeft deze plaat vooral enkele belangrijke zaadjes geplant die mijn muzikale smaak hielpen uitgroeien tot wat die vandaag is.

Beluister hieronder het album:

Geen opmerkingen: