29 februari 2012
Cactus concert: A Winged Victory For The Sullen (+ Sleepingdog)
Adam Bryanbaum Wiltzie stond afgelopen zondag tweemaal op het podium in de Magdalenazaal in Brugge. Samen met Chantal Acda vormt hij Sleepingdog, en met Dustin O'Halloran bracht hij vorig jaar onder de vlag A Winged Victory For The Sullen een prachtig album uit.
Met Sleepingdog was ik nog absoluut niet bekend, maar de band vormde een aangename verrassing. Chantal Acda zingt met een prachtige stem over soms sobere, soms rijk geïnstrumenteerde soundscapes en melancholische melodieën, en de set was bijzonder goed opgebouwd. Ze startten als duo, werden bijgestaan door extra muzikanten waardoor de songs langzaamaan krachtiger werden, en Chantal Acda en Adam Wiltzie sloten samen de set af met een rustig orgelpunt.
A Winged Victory For The Sullen heeft exact 7 nummers (op hun vorig jaar verschenen titelloze CD ) en ze speelden die ook allemaal, wellicht zelfs in de volgorde zoals ze op de CD terug te vinden zijn. Na herhaalde luisterbeurten van dat album was ik minder overtuigd geraakt: de songs bleven niet echt beklijven. Maar live klonken de nummers wél krachtiger (de zware bastonen en luide hoge tonen zullen daar ook wel een aandeel in hebben), en zo wist AWVFTS mij live wél te overtuigen.
Ergens vonden beide heren en hun drie strijkers nog een bisnummer, dat de avond mooi afsloot.
27 februari 2012
Lied van de week : week 9 - 2012
Op 21 februari werd het nieuwe album van Lambchop, Mr. M, uitgebracht, en deze eerste single uit dat album bewijst nog maar eens wat voor een geweldige band Lambchop is. Kurt Wagner en de zijnen brengen muziek die tussen americana en post-rock in hangt bij momenten, en ook dit nummer is daar een perfect voorbeeld van. Het begint als een rustig americana-nummer, erg melodieus en tot Kurt Wagner begint te zingen, had het van Ryan Adams kunnen zijn. Het typisch stemgeluid is echter uit de duizenden herkenbaar. En dan, voor halfweg, verandert het in een instrumentaal nummer dat een soort rustige post-rock inluidt.
Hoedanook, het nummer is een echte aanrader, en je krijgt het zomaar cadeau van de band ook :
Je kan het album hier kopen.
26 februari 2012
Mark Lanegan Band
Screaming Trees reduceren tot die ene, toegegeven geweldige single is hen onrecht aandoen. Met hun ouder werk ben ik niet bekend, maar zowel Sweet oblivion als opvolger Dust bevatten genoeg goeie muziek om hen af en toe nog eens op de draaitafel te laten belanden.
Daarna zou het liedje echter over zijn voor de band, maar zanger Mark Lanegan slaagde er wonderwel in om een tweede (en derde) adem te vinden, met enkele prachtige solo-platen (de eerste al in 1990, toen hij nog volop bezig was met Screaming Trees), lidmaatschap van Queens Of The Stone Age en The Gutter Twins (met Greg Dulli van Afghan Whigs) en samenwerkingen met Isobel Campbell en Soulsavers.
Begin dit jaar werd Blues funeral uitgebracht. Twaalf songs, samen goed voor iets minder dan een uur muziek, tonen dat Mark Lanegan en zijn band nog steeds zeer relevant blijven. Meer zelfs, deze potente plaat mag gerust gerekend worden tot zijn beste werk.
De ziel van de grunge waart er doorheen en verbroedert vrolijk met zijn talent voor pure songschrijverij, zoals hij dat al etaleerde in zijn albums waarin americana een prominente rol opeist. Nu is het niet nieuw dat hij etaleert dat hij zijn songsmidkwaliteiten zowel in rustiger als in ontstuimeriger nummers weet aan te wenden. Ode to sad disco en Tiny grain of truth bewijzen deze stelling perfect. De gitaren gaan loos én de melodielijnen bljven overeind. Het is niet iedereen gegeven...
Het begint eigenlijk al met opener The gravedigger's song, een vuile, smerige lap gitaargejammer op een voortjakkerende percussie, en Mark Lanegan die zijn door drank, drugs en sigaretten gelooide stem zinnen als "The magnolia blooms so sweet only torturing me" laat zingen.
Helemaal verknocht zijn we aan Bleeding muddy water, wat ons betreft een absoluut hoogtepunt in zijn oeuvre. Wanhoop druipt elke porie van dit lied. Dit is liefde die verteert, liefde die uitdroogt én verdrinkt, liefde die onontkoombaar is hoewel je weet dat je er best van weg zou lopen, nu je de illusie hebt dat het misschien nog kan. Dit is verzwolgen worden in het moeras, en smachten naar de grijpende armen van de modder, omdat leven op vaste grond geen enkele zin meer lijkt te hebben, zoveel minder leven lijkt. Doordrongen van dit besef is het onmogelijk niet te klinken als Mark Lanegan die meegesleurd wordt in de muziek, die in dienst staat van zijn stem én die tegelijk ook bepaalt welke richting het lied uitgaat. Minder dan de 6 minuten en 17 seconden die nodig zijn om de ondergang hier vorm te geven, zouden onvoldoende zijn. Tot de laatste noot voel je door merg en been gaan wat hij doormaakt.
Het is alleen al qua titel toepasselijk dat dit gevolgd wordt door Gray goes black. Jazeker, een waarschuwing dat het er niet lichtvoetiger op wordt, is op zijn plaats, maar wie Lanegan kent, het zwart van de vormgeving en het rood van de foto's van de zanger weet te lezen en zich niet laat misleiden door het bloemetjesbehangmotief van de hoes, heeft die waarschuwing natuurlijk niet nodig. Integendeel, op zulke lieden oefenen al deze elementen juist een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit.
Phantasmagoria blues neemt ons helemaal mee naar de wereld van de 19-eeuwse theatervorm waarbij projecties van skeleten en andere griezelige figuren een belangrijke rol speelden. Het script dat zich ontvouwt in dit lied, leest als een film van Tim Burton.
In Quiver syndrome worden we even opgeschrikt door een vleugje Millionaire, en daar zal de bijdrage van Aldo Struyf niet vreemd aan zijn. Het brengt een dynamiek in het nummer die de variatie van het album ten goede komt. Harborview hospital begint dan weer als een U2-lied, volledig gedragen door The Edge. Ook hier heeft Struyf een onmiskenbare, zij het wat minder opvallende stempel gedrukt. De keyboards belichamen het angelieke van de hulpverleners, al lijkt Lanegan weinig illusies te koesteren over de effectiviteit van hun aanbod.
Relatieve rust keert weer in Leviathan. Die rust raakt langzaam verloren in Deep black vanishing train dat gedragen wordt door bedrieglijk eenvoudige akkoorden, die repetitief de zang schragen. Tot slot mag de band nog eens helemaal voluit gaan in Tiny grain of truth, dat schuurt als zand tussen de tanden.
Mark Lanegan omringt zich met goed bekend volk (behalve Struyf ook nog Josh Homme, Greg Dulli en Chris Goss) en levert een plaat af waarvan we weten dat we zo nog lang en veel zullen draaien...
25 februari 2012
Vooruit concert : Admiral Freebee solo
Met Blues from a hypochondriac (Always hoping for the worst) trapte Tom Van Laere, alias Admiral Freebee zijn solo-concert af in de Gentse Vooruit. Een goedgevulde theaterzaal zag echter een wat aarzelende, trage start, en waarin de nummers aan de piano in aanvang de betere bleken te zijn in de semi-akoestische set. Gelukkig groeide Admiral Freebee in zijn concert, en vooral met heel veel humor kreeg hij de zaal uiteindelijk mee.
Artiesten die solo gaan en hun band achter zich laten, maar wel nog steeds dezelfde nummers spelen, gaan er al eens prat op dat ze op die manier “terug naar de essentie” gaan. De essentie van nummers uitpuren is inderdaad een nobel streven, al dient opgemerkt dat lang niet alle muziek met zo'n aanpak gebaat is. Stel u eens voor dat Vinnie van Pantera solo zijn nummers zou brengen: het zou niet werken, omdat de essentie van Pantera net de tomeloze energie en kracht is. Dat probleem stelden we vast bij Ever present en Oh darkness, die in de solo-uitvoering teveel aan kracht inboetten, hoezeer de admiraal ook zijn best deed, hard zong en hard gitaar speelde.
Wel geslaagd waren de versies van Perfect town en zelfs van Bad year for rock 'n roll, dat wel scherp genoeg bleef klinken. Intussen had Admiral Freebee zich ontpopt tot een bijklussende stand-up comedian. Heel wat van zijn collega's moesten voor de bijl: Milow, Daan, Tom Barman, Mauro, Koen Wauters, Alex Callier,... Dankzij die humor en een sterkere materiaalkeuze, en ook een dosis zelfrelativering, slaagde hij erin het tij te doen keren, en kreeg hij het publiek alsnog mee. Een prachtige versie van Dylan's Man in the long black coat, een erg funky versie van Always on the run, een wonderschoon Faithfull to the night, het nog steeds pakkende Rags 'n run: de hoogtepunten werden stilaan aan elkaar geregen.
Admiral Freebee, die Always on the run geëindigd had met “I'm leaving” maar gelukkig terugkwam voor een bisronde, entertainde het publiek met een volledige sketch rond The Voice, waarin hij aan de piano een nummer bracht met flarden Meat Loaf - I would do anything for love (but I won't do that) – en Billy Bragg (we menen Must I paint you a picture herkend te hebben). Hij had de grap rond het vertrekken eerder al verdergezet met het eerste bisnummer, Trying to get away, en eindigde finaal met Murder of the sun.
Kan Admiral Freebee zonder zijn band? Hij bewees vanavond dat hij solo gerust twee-derde show gevuld krijgt, en met zijn humor slaat hij zich aardig uit de slag. Bij de ruigere nummers missen we echter de kracht van een groep muzikanten in steun, en dus hopen we dat hij na deze tour, die hem nog naar enkele zalen in Nederland en Vlaanderen brengt, gewoon weer de draad opneemt.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
De hoes (2)
De muziek van Sophia staat immers mijlenver van The God Machine. Ze bleek wel erg passend bij wat ik al meermaals had meegemaakt. Erg gelukkig was ik nog niet geweest in de liefde (al had ik al een langere relatie achter de rug). Meestal had ik gesmacht naar meisjes die onbereikbaar bleken, wat overigens het verlangen en zinloos hopen niet verminderde. Tijdens mijn studiejaren was een hele wereld opengegaan, die oneindig veel verder reikte dan mijn vakgebied. Maar zelf was ik nog onvolwassen en wist ik dat alles nog onvoldoende een plaats te geven. Hoewel ik al 25 was toen, had ik het gevoel nog maar pas de schade van wat ik gemist had in mijn puberteit, in te halen. Sluimerend onder mijn broeierige, hongerige ziel en mijn hang naar het ontdekken van de wereld, bleef een gevoel van fundamentele eenzaamheid de grondtoon van mijn leven bepalen.
So slow, Are you happy now en Another friend ("I think I lost another friend today / He says he's gotta go but he'd like to stay / Is it because we don't see life the same way / Maybe I should lie and say / Everything's ok") vormen stuk voor stuk perfecte soundtracks bij die grondtoon. Of zelfs nog maar het begin van het album, met Is it any wonder: rustige muziek en dan "This world is full of dreamers, and this world is full of deceivers". De toon was meteen gezet : "Is it any wonder that love has no meaning to me?".
Uit dit album : When you're sad (mp3)
24 februari 2012
Portico Quartet
Technojazz, lazen we ergens, heet de muziek die Portico Quartet maakt. De Londenaars brengen op hun derde album, dat ze naar zichzelf vernoemden, muziek die meandert tussen post-rock, ambient, pianomuziek die niet zou misstaan in een soundtrack en jazz.
Opener Window seat rolt aan en af als de golven van de zee en is een inleiding die de uitspattingen die later op de plaat komen aanzetten, niet aankondigt. Ruins drijft het tempo eerst omhoog, klinkt dan door de saxofoon halvelings als iets wat niet had misstaan op Peter Gabriels Passion en ontpopt zich tot jazz, eerst nog vrij toegankelijk maar daarna toch al meer als de kakofonie die een ongeoefend oor een beetje gek maakt. Gelukkig duurt dat niet al te lang, en is Spinner een zwoeler en rustiger nummer. Menige broeierige filmscène snakt naar dit soort muziek, al kan Portico Quartet het ook hier niet laten om voorbij de helft toch hun nummer wat voller te proppen.
Het repetitieve aspect van hun muziek wordt perfect geïllustreerd in Rubidium. Dit is eigenlijk onversneden post-rock met een saxofoon in plaats van een gitaar. En jawel hoor, ook hier mag de drummer halverwege helemaal jazzgewijs loos gaan. Met Export for hot climates lijkt Michael Nyman een overgebleven stukje uit de soundtrack van The piano het album binnengesmokkeld te hebben, en je hoort ons niet klagen over de rust die ons daarmee een minuut lang gegund wordt. Want Lacker boo is de volgende collage post-rock (denk aan Dirty Three) en ambient (denk aan The Orb). Erg sfeervol is het in ieder geval wel.
Steepless klinkt door de inbreng van zangeres Cornelia aanvankelijk als Lamb, krijgt een lichte technotoets toegevoegd en eindigt met wat click ‘n paste en drum ‘n bass patronen. 4096 colours is puur soundtrackmateriaal met wat lichte ruis op het einde en een lange, bijna onhoorbare outro. Over City of glass zijn we het meest te spreken: de percussie opent het nummer met houtklanken die door iets onbestemds van Derrick May (de housepionier uit Detroit) omringd worden. De saxofoon stuwt de temperatuur langzaam omhoog, laat de ruimte dan aan de ambientklanken en de song eindigt met opnieuw diezelfde warme houtklanken. ‘Trace’ is een rustige uitsmijter die we snel vergeten en die hooguit een interessant soundscape kan genoemd worden.
Portico Quartet vraagt een inspanning van de luisteraar. De nummers verenigen muziekstijlen die je niet meteen bij elkaar verwacht en vooral de saxofoon en de soms heel hard alle kanten uitstuiterende drums duwen de plaat erg richting jazz. De inspanning loont wel, want na meerdere luisterbeurten en een beetje gewenning aan alles wat op je afkomt, ontdekten we het verslavende kantje van Portico Quartet.
Technojazz, het is niet hoe wij dit zouden genoemd hebben. Als we er al een naam moesten opkleven, zouden we eerder bij post-rockjazz uitkomen.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
Je kan Portico Quartet live aan het werk zien op 2 maart in de Roma in Borgerhout.
22 februari 2012
Jim Ward
Tijdloze radiovriendelijkheid bestaat nog, en Jim Ward weet met zijn mengeling van pop en folk de juiste toon aan te slaan om daar zelfs een heel album mee te vullen. Twintig nummers lang, meer dan één uur en tien minuten lang: de inspiratie was niet gering, zo mag blijken uit het album Quiet in the valley, on the shores the end begins.
Er zijn vast mensen die dat een hele prestatie vinden, maar zelf blijven we toch wat op onze honger zitten. We houden bij Indiestyle namelijk wel van een angel in de muziek, van een weerhaakje hier en daar, van een onverwachte wending of een verrassende combinatie. Het lijken allemaal zaken die Jim Ward met een grote boog ontwijkt. En dat levert een plaat op met welisware goeie nummers, die echter onderling erg inwisselbaar zijn en waar we na meerdere beluisteringen nog steeds geen uitschieters tussen vonden, tenzij misschien op Coastlines na, een lied dat boven het klasgemiddelde weet uit te stijgen. Overigens is er ook geen enkel zwak nummer op deze plaat, en dat is dan weer een pluspunt natuurlijk.
Jim Ward was de oprichter van zowel At The Drive-In als Sparta, twee bands waaraan we met plezier terugdenken en waarvan de platen in elke zichzelf respecterende platenkast mogen gezien worden. Zulks blijkt echter geen garantie op een goeie solo-worp. Bovendien is het eigenlijk een compilatie van drie EP's. Nu is één van de krachten van een (goeie) EP net de bondigheid, waardoor hij niet gaat vervelen. Een verzameling van drie gelijkaardige EP's daarentegen: dat gaat wél vervelen op den duur.
Meer dan aardig kunnen we dit dus niet noemen, en de vergetelheid wenkt dan ook, tenzij slimme radioprogrammators hier al eens een geschikte vuller ontdekken om nog het tot het nieuws of het reclameblok te rekken.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
21 februari 2012
Team Me
Platenhoezen kunnen vaak al veel vertellen over wat je mag verwachten. De collage die Team Me maakte voor To the treetops! roept nostalgie, een zomers gevoel (die vlinder!) en vooral een droomwereld op.
De Noorse band lost die verwachtingen ruimschoots in op hun debuutalbum. In openingsnummer Riding my bicycle (From Ragnvalsbekken to Sørkedalen) herinneren ze door de vrolijke samenzang aan de gekke bende vrienden die I’m From Barcelona ooit verzamelde voor zijn eerste succes. Noorse indie pop die zomerser klinkt dan een fiesta, het bestaat dus. En daar blijven ze ons van overtuigen, in onder meer Show me en het van de bijzonder lange titel voorziene With my hands covering both of my eyes I am too scared to have a look at you now.
Af en toe klinken ze wat rustiger, en meteen ook een stuk melancholischer, zoals in Fool of Favorite ghost. Dat eerste nummer doet trouwens bij momenten erg aan Sigur Rós denken, wellicht ook omdat de stem van zanger Marius Hagen in die rustige momenten wat aanleunt bij die van Jónsi. In ieder geval bewijst de band meer te kunnen dan springerige indie pop te maken. In een staat van ontroering weten ze ons niet te brengen, al liggen de kiemen ervoor klaar en kunnen ze dat live misschien alsnog bewerkstelligen. Looking thru the eyes of Sir David Brewster vist in dezelfde rustige poel, tot we opgeschrikt worden door een achtergrondstem die lijkt te twijfelen tussen The Blair Witch Project en een Monty Python-sketch. Het is een bijzonder, maar niet helemaal geslaagd detail.
Soms werken die kleine details wél: het zenuwachtige getik in Daggers en het accordeon dat Dear sister opent, we zijn er wel weg van. Toch sluiten we Team Me het meest in ons hart omwille van het prachtige tribute aan Patrick Wolf en Daniel Johns (de zanger van Silverchair, niet te verwarren met Daniel Johnston, aan wie we eerst dachten dat ze refereerden). Een eenvoudig pianoriedeltje opent voor wat een perfect popnummer wordt, en dankzij de lalalala’s een ideale zomersingle zou kunnen worden.
Met een debuut als dit mogen ze ons altijd uit onze winterslaap wekken, springt de verwarming spontaan vijf graden hoger en kunnen we onze dansbenen amper stilhouden. Er kan nog bijgeschaafd worden, maar voor bands als Team Me lijkt de term veelbelovend wel uitgevonden.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
20 februari 2012
Lied van de week : week 8 - 2012
ME (Minco Eggersman, in dit geval bijgestaan door drie andere muzikanten) heeft een fraai vormgegeven nieuw album uit, Reservoirs, waarover later meer (gezien ik het review voor Indiestyle). Bij het nummer Ammunitia werd deze prachtige clip gemaakt, die naar mijn mening erg goed het beklemmende gevoel weergeeft van de watertoren waarin de plaat opgenomen werd (zonder verwarming zelfs!)
Je kan het album hier kopen.
Lyrics :
I've seen your shadows in my sleep
So dark
I've heard your cries out of the deep
By far
But tonight
I've been hunted in my dreams
Too fast
I've felt the pain of so it seems
At last
But tonight
Falling down from disaster
Dead of night sets me free
Ammunitia
Ammunitia
When I scream you hide away
Again
You're my symptom, I'm your cure
Nightmare
But tonight
You keep on aiming for my chest
For real
That's when it hits me once again
You steal
But tonight
Falling down from disaster
Dead of night sets me free
Ammunitia
Ammunitia
Ammunitia
Ammunitia
Kindertheater: Meneer Hummeling gaat op reis
Alain De Botton wist het ook al: reizen is stresserend en veel mensen vergallen de pret door teveel te plannen, door te hoge verwachtingen en door een volgeplande agenda. Nee, dan kan je beter zoals meneer Hummeling (er blijken zelfs 2 meneren Hummeling te zijn die op reis gaan!) je vakantie regelen met de Vakantiehal. In die hal wordt je reis voor je gemaakt, onder het motto "Alle pret, zonder de last". En dus worden beide heren getrakteerd op een verbeelding prikkelende reis, waarbij ze er inderdaad in slagen het reisplezier te herontdekken.
Slapstick (de scène met de zwembroek herkenden we uit Mister Bean) en grappige situaties, veel fantasie en prachtige acteerprestaties van de drie mannen op het podium maken deze kindervoorstelling erg geslaagd, ook voor volwassenen.
Het bleek meteen ook de allerlaatste voorstelling te zijn, welke we vrijdagavond zagen in het CC in Brugge, en bovendien werd Loek Beumer (één van de acteurs uit het gezelschap) die dag 65 jaar, en hij mag vanaf nu genieten van een welverdiend pensioen...
19 februari 2012
Lied van de week : week 7 - 2012
Al sinds ongeveer de eerste dag van dit jaar wordt Michael Kiwanuka aangekondigd als dé revelatie van 2012. Dit nummer kreeg meteen heel veel airplay. Uiteindelijk ben ik gezwicht: het is inderdaad een mooi nummer, en het sloop bijna ongezien toch voorbij mijn natuurlijke argwaan wanneer iets opgedrongen wordt...
Je kan het gelijknamige album hier alvast voorbestellen.
Lyrics :
Home again
Home again
One day I know
I'll feel home again
Born again
Born again
One day I know
I'll feel strong again
I left my head
Many times I've been told
All this talk will make you old
So I close my eyes
Look behind
Moving on, moving on
So I close my eyes
Look behind
Moving on
Lost again
Lost again
One day I know
Our Paths will Cross again
Smile again
Smile again
One day I hope
To make you smile again
I won't hide
Many times I've been told
Speak your mind,just be bold
So I close my eyes
Look behind
Moving on, moving on
So I close my eyes
And the tears will clear
Then I feel no fear
Then I'd feel no way
My paths will remain straight
Home again
Home again
One day I know
I'll feel home again
Home again
Home again
One day I know
I'll feel strong again
I left my head
Many times I've been told
All this talk will make you old
So I close my eyes
Look behind
Moving on, moving on
So I close my eyes
Look behind
Moving on
Huisconcert : Holly Throsby + Tiny Ruins featuring Jordan Ireland
Uit Australië kwam de frêle Holly Throsby, die af en toe bijgestaan werd door haar drumster Bree en ook even door Jordan Ireland (van het ter ziele gegane The Middle East). Ze zong erg fragiel bij momenten, deed af en toe eens denken aan Emily Jane White bij het aanzetten van een nummer, en vertederde vooral, met haar lieflijke stem en de onschuld die ze uitstraalt.
Ook Tiny Ruins klonk bij momenten een beetje als Emily Jane White, en heeft met de Amerikaanse ook de sfeerzetting (Victoriaans, roept de amateur-geschiedeniskenner in me) gemeen. Haar nummers klinken een pak voller en voldragener dan die van Holly Throsby, en het is daarom merkwaardig dat we van deze vrouw minder gepakt waren. Toch zal je ons geen onvertogen woord horen zeggen over deze Nieuw-Zeelandse.
Door omstandigheden moesten we het derde concert, dat Jordan Ireland solo speelde, missen. We hoorden daarover nogal wat positieve geluiden...
Peter Broderick
Lap! In geen tijd wordt dit vast een nieuwe trend, een hype zelfs: een url als albumtitel. Peter Broderick, een muzikale duizendpoot die zich vaak ophoudt in de buurt van Nils Frahm (die trouwens de producer is van deze plaat), heeft enkele jaren na zijn vorige gezongen album nog eens een vocale staalkaart van zijn kunnen afgeleverd. Tussendoor hield hij ons meer dan zoet met haast ontelbare releases met instrumentale muziek, niet zelden horend bij films en documentaires waar we overigens nog nooit van gehoord hebben.
Op zijn website legt de man uit waarom hij gekozen heeft voor dit vernieuwende idee. Aanleiding was zijn eigen ongenoegen en dat van mensen rondom hem bij muziek die beschikbaar is via (vaak niet-legale) downloads. Immers, je moet dan vaak het artwork en de lyrics missen, en daar wou hij iets aan doen. Want mensen die zijn muziek downloaden, zo meent hij, kopen soms uiteindelijk toch de cd, of komen naar een concert, en kopen ze daar dan bij de merchandise-stand. Met een albumtitel die telkens je hem intypt meteen een snelkoppeling wordt, raak je meteen op een website waar dat alles wél beschikbaar is.
Nog geen noot muziek gehoord, en opgemerkt is dit album (http://www.itstartshear.com) in ieder geval al. Maar hoe zit het nu met die muziek? Is die alle (relatieve) heisa waard? Wie de muziek van Peter Broderick wil situeren, komt onvermijdelijk bij Duyster uit, het radioprogramma van Studio Brussel dat haast synoniem geworden is met een muziekgenre (in werkelijkheid natuurlijk meerdere genres). Zijn muziek past immers ook wanneer hij erbij zingt perfect in dat plaatje, en dus kunnen ook wij er niet omheen.
Het is pas vanaf de laatste minuut van opener I am piano dat er gezongen wordt. Vooral de piano (uiteraard) dicteerde tot dan de sfeer van het album, en de stem van Broderick voegt zacht in, bruskeert de gezette toon niet. In A tribute to our letter writing days worden herinneringen opgehaald aan een romantische correspondentie, die niet verder raakte dan 7 brieven. De collectie wordt op de schoot, eenzaam in een schommelstoel bij het haardvuur, gekoesterd. Het is het soort nostalgie dat bij Broderick wel vaker doorschemert, en ook op dit album voortdurend de kop opsteekt. Blue blijkt een nummer dat zijn vader ooit op 19-jarige leeftijd schreef, en dat hij op een oude cassette ontdekte. Jawel, cassettes en brieven: wie het zich vandaag herinnert als gisteren, is intussen al voorgoed de jeugd voorbij.
En dan is er de opgemerkte titelsong, die verrassend modern klinkt en waarover parlando lyrics liefdesmijmeringen uitspreiden die een gekwelde en filosofische geest verraden. Meer dan acht minuten lang is Asleep daarna een passend en ingetogen eerbetoon aan een verongelukte vriend, waarvoor de tekst het resultaat is van een internetconversatie waarbij iedereen uitgenodigd werd zijn bijdrage te leveren. Na een eveneens ingetogen Colin schakelt Broderick over op het Duits in Words, met een sober arrangement.
With the notes on fire klinkt wat meer uptempo en daardoor vanzelf lichtvoetiger. Het is een best grappig lied, want de lyrics worden vervangen door een steeds herhaald lalalala, wat door de titel overigens volledig verklaard wordt. Trespassing, over een doodgereden vogeltje (we maken géén grapje) dompelt ons echter algauw weer onder in een palet van grijstinten, waar gelukkig in afsluitend nummer Everything I know nog enkele toetsen wit aan toegevoegd worden.
Al bij al schonk Broderick ons een gevarieerd en evenwichtig album voor liefhebbers van singer-songwriters die zich inpassen in de traditie van melancholie en herfst- en winterliederen. En zo wordt het internetproject voorzien van een passende soundtrack.
Peter Broderick live zien kan op 23 en 24 februari op de Slaapwel Records Labelnight in het Cultuurcentrum te Mechelen.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
Maribel
Zwaar aangezet, zo kunnen we de opening van het album Reveries van Maribel gerust noemen. Deze Noorse band met een nieuwe Duitse zangeres weet het smachten muzikaal vorm te geven, met slepende drums en jammerende gitaren, die baden in rock ‘n roll. De stem van de frontdame voegt aan alle zwaarte en melodrama een ogenschijnlijk engelachtige toets toe, doch hoed je voor vergissingen: verlichting brengt ze niet. Dat mag blijken uit songtitels als Falling down the stairs, You bring the sadness en Devil's sigh.
Meow!, waarin de drums een lichte epileptische aanval lijken te ondergaan, groeit door het fijne gitaarwerk uit tot een ode aan katten waar die andere kattenliefhebbers van PSAPP de lichtvoetige tegenhanger van schreven. Weet je nog hoe de straten van Gotham City in Batman steeds donker en druilerig waren, hoe zelfs hoofdstraten slechts veredelde steegjes en achterafstraatjes leken? Weet je nog hoe er immer regen viel, en de enige tinten donkerblauw en zwart leken te zijn? In dat decor zie je zangeres Rebekka Marstein zo You bring the sadness staan zingen. En muzikaal lijkt de sfeer iets te beteren (motregen in plaats van een bui, lichtblauw als nieuwe tint) in het volgende nummer Pretty nights, maar dat is slechts schijn.
Je merkt het al, vrolijke Hansen zijn het niet, die van Maribel. Vergelijkingen met Curve en My Bloody Valentine zijn niet veraf, of gedachten aan het somberste van Belly en Lush. We lazen dat de band na hun debuutalbum implodeerde, uiteenviel en daarna terug bijeen kwam, in een wat gewijzigde line-up. Beluistering van het debuut zou uitsluitsel kunnen brengen of dat doorklinkt in dit album. Wij durven zweren dat de knal van de implosie als een echo op de achtergrond ruist.
Het meest naargeestige aan dit album is misschien wel dat alle tinten van gitzwart bovendien loepzuiver klinken. De gitaar in Perfumed klinkt beter dan elke gitaar die we ooit hoorden. Je kan met de koptelefoon vrijwel elk detail horen met een zuiverheid alsof elke snaar en elk onderdeel van de drumkit een eigen spoor kregen bij de opname. Ze moeten daar in Oslo gedacht hebben: als we de luisteraar willen meesleuren in alle nuances van zwart, moet elke noot, elke drumbeat ervan doordrongen zijn en op eigen kracht het oor van de luisteraar bereiken.
In die missie zijn ze alvast geslaagd. Jammer genoeg moeten we ook concluderen dat al dat werk een goede plaat oplevert zonder écht memorabele nummers.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
18 februari 2012
Ongeletterd concert : J. Keens Balloon Flight
De al bij al korte set was evenwichtig opgebouwd uit oudere nummers en enkele nieuwe songs, en we hoorden enkele mooie en verrassende covers. Enkele liedjes werden ook ingeleid met een mooi verhaaltje, zoals de totstandkoming van Meaningless boy, dat geschreven werd voor het kaasmuseum van Passendale. Je hoort ook dat deze zanger gegroeid is: tussen de oudere en nieuwere nummers hoor je wel wat verschil. Ze klinken meer voldragen...
We waren overigens erg onder de indruk van de gedurfde, akoestische cover van Idiotheque van Radiohead, een nummer dat in de gestripte versie zo basic klinkt dat je er voor of tegen bent. Een tussenweg lijkt me haast onmogelijk.
Ook de 2 toegiften waren covers. Het van Adele bekende Dylan-nummer To make you feel my love kwam goed tot zijn recht in de akoestische versie, en de stem van J. Keens Balloon Flight maakt er een persoonlijke interpretatie van. Hij klinkt noch als Dylan noch als Adele...
Ook Hey ya van Outkast was een bijzondere cover, en sloot een mooi, maar wat kort concert perfect af...
Setlist :
08 februari 2012
Bears
Dat is zeker ook het geval met Bears, dat op 14 februari het album Greater Lakes uitbrengt en daar hoort een prachtige, naïeve hoes bij :
Luister alvast naar dit nummer van het nieuwe album :
Eleven a.m. (mp3)
En ook naar dir ouder nummer :
Please don't (mp3)
07 februari 2012
Lied van de week : week 6 - 2012
Ooit zagen we Peter Broderick live aan het werk in het mooie kader van een kerk (de Sint-Elisabethkerk in het Groot Begijnhof), en de voorbije weken mochten we het nieuwe album http://www.itstartshear.com voorbeluisteren, ter recensie voor Indiestyle. Ik wil u alvast verklappen dat het een prachtig album geworden is, en dit (titel)nummer kreeg ook nog eens een mooie clip mee...
Je kan het album hier alvast bestellen. De release is op 20 februari.
Lyrics :
What have you seen?
What haven't you seen?
Most things
I can't be certain but I think I have a lot to learn
About you
Sometimes you fill the air
And it's hard for me to breathe
A collection of images, words and sounds is distracting
Always distracting
But of course I can't ask anything of you
Cause this isn't even my guitar
http://www.itstartshear.com
http://www.itstartshear.com
Maybe you can make one big everything by combining everything
But you'll never know what's missing
And if your scale is too large, your weight won't even register
If
Your
Scale
Is
Too
Large
Your
Weight
Won't
E-
ven
Re-
gis-
ter
Won't
E-
ven
Re-
gis-
ter
http://www.itstartshear.com
http://www.itstartshear.com
I wanted to say
There is love here
I wanted to say
I am ready to share
But I don't own anything
I don't own anything
And that's why I'll go silent
06 februari 2012
Sue Me Charlie
Die band heeft niet alleen een eerste EP, All is sizzle, uitgebracht, maar heeft bovendien dit fijn nieuw nummertje op YouTube gegooid :
De EP bestellen kan je vermoedelijk door te mailen naar info(at)suemecharlie(dot)be
Je kan hier ook zien waar ze binnenkort optreden...
This Winter Room
Chip Johnson, een muzikant uit Virginia (VS), maakte een eigen album. Het was immers zijn wens om ooit een plaat te maken waarop hij alles zelf doet. Met een klein beetje hulp van bevriende muzikanten is hij daar nu bijna in geslaagd. Onder de banier van This Winter Room maakte hij Losing the paper moon, een album van 12 nummers waarnaar het aangenaam luisteren is. De instrumentatie is rijk genoeg om variatie aan te brengen, van puur singer-songwritermateriaal tot prachtige indiepopnummers. Erg spectaculair is het zelden, maar in zijn eenvoud is het een aangenaam album. Een plaatje om te koesteren tijdens deze koudegolf...
Je kan het alvast hier beluisteren :
Humo's Rock Rally preselectie in Leffinge
Geopend mocht er worden door Januskopf. De jongeman bleek enkel gewapend met zijn gitaar te braaf uit te vallen, en kon enkel in zijn tweede nummer, ‘Indian Summer’ beklijven. Niet toevallig werd hij daarin geassisteerd door een bassist, wat zijn muziek meteen meer body gaf. En zo maakte hij in amper drie nummers al zijn naam waar, maar de balans helde jammer genoeg over naar de verkeerde kant.
Een frisse jongedame uit Gent, bijgestaan door 2 muzikanten maar toch aangekondigd als een solo-artiest: Paper Fox bracht lichtvoetige indietronica met inhoud. Ze stond behoorlijk stevig op het podium en kan bogen op voldragen nummers, en dat kon het publiek erg smaken.
Het viertal Noble Tea bracht het soort indierock waarbij je al eens dreigt uit de bocht te gaan en jezelf te verliezen in bombast. Opmerkelijk was dan ook dat ze erin slaagden om die valkuil te vermijden, zelfs al gingen ze in hun laatste nummer helemaal uit hun dak. Bovendien beschikken ze over een set evenwichtige nummers en zit het met de rockattitude duidelijk snor.
Underground hiphop uit Oostende: Mad Sin was zeker de opmerkelijkste deelnemer aan deze preselectie. Gehuld in een doktersjas leek de frontman op een kruising van Dr. Octagon op steroïden en een bokser. In het eerste nummer zaten flarden drum ’n bass en dubstep, en Mad Sin zweepte het publiek op. In de volgende nummers deden ze steeds meer denken aan Cypress Hill. Drie nummers lijkt me te kort voor hen om iedereen echt mee te krijgen, en hun muziek is atypisch voor dit soort wedstrijd. Desalniettemin gaven ze een gesmaakt optreden.
Bij Soldier Six hoorden we twee nummers lang héél veel potentieel, tonnen rockattitude, heel veel goeie muzikale ideeën en een opwindende uitvoering. Toch stuiterden de songs teveel alle kanten uit, waardoor ze een hyperkinetische verzameling van wel 20 songs leken. In het slotnummer slaagden ze er gelukkig wel in om hun vuile, rauwe rock ook coherentie mee te geven, en toen zag je pas echt wat een goeie band dit is.
Semper Fi had een horde fans, gestoken in een band T-shirt, mee en hun ruime podiumervaring was goed merkbaar. Stevige metalsongs met hele flarden Tool zetten De Zwerver in lichterlaaie, en de übercoole bassist, de wild meppende drummer en de zijn manschappen aanvurende gitarist maken het podium hun thuis. Enkel een gebrek aan variatie kan een struikelblok vormen.
Alweer uit Gent kwam het trio The Glücks, met stevige bluesrock die wil klinken als The Jon Spencer Blues Explosion. Meer dan genoeg attitude heeft deze band, met een gitarist die als een waar podiumbeest uit zijn dak gaat. Ze lappen ook de regels aan hun laars (en wilden hun set al inzetten en zelf aankondigen vooraleer de officiële presentatrice dat kwam doen). Toch ontwaarden we enkel in het derde nummer een echt goeie riff als basis, waardoor de meeste songs wel de feel hadden, maar nog niet de inhoud.
Breathe The Sound, helemaal uit Antwerpen afgezakt, mét fanbase, maakt erg toegankelijke poprock, met samenzang die erg melodieus klinkt en de refreinen radiovriendelijk en catchy maakt. Als u ons referenties zou vragen, komen Milow en Coldplay spontaan op, en we kunnen ons voorstellen dat ze daar erg blij mee zijn.
Alleen met een gitaar op het podium kruipen bleek vanavond niet zo’n best idee. Nelly Ann heeft een mooie stem, kan gitaar spelen, maar mist iets dat haar boven de ontelbare singer-songwriters laat uitstijgen. Dat werd het meest duidelijk toen ze een nummer van Lana Del Rey coverde. Doorleving kan ze nog onvoldoende in het nummer leggen en daardoor blijft ze te weinig beklijvend.
Dirty Harry & His Smelly Harper mocht afsluiten met onversneden blues. Het duo bestond uit een zanger-gitarist, bijgestaan door een sympathieke knul op mondharmonica, die intussen ook de basdrum bediende. Ze klinken dan ook erg basic, en deden ons bij aanvang zelfs wat aan G. Love & Special Sauce denken. Zwakke plek is echter de zang, waardoor ze ondanks de juiste houding en het enthousiasme wat door de mand vielen.
Je vindt dit verslag ook hier op Indiestyle.
05 februari 2012
Lied van de week : week 5 - 2012
M.I.A. zal dezer dagen misschien meer dollars zien binnenstromen dankzij haar bijdrage aan de nieuwe single van Madonna, maar die kan ons niet bekoren. Haar eigen nieuwe single daarentegen, Bad girls, kan hier wel op meer dan instemmend geknik rekenen. Net als voorheen slaagt M.I.A. er immers in om niet-westerse muziektradities te integreren in haar eigen mix van (westerse) muziekstijlen. Soms overheerst woede, hier verrast ze ons met een op het eerste gehoor erg laidback houding...
Momenteel werkt ze naar verluidt aan haar vierde album, waar dit nummer dus vermoedelijk op zal staan en dat deze zomer zou uitgebracht worden.
Try-out concert Ansatz Der Maschine
Met enige vertraging, want het is al geleden van 15 januari, en al wou ik wachten met erover te bloggen tot het échte concert bij de CD-release, er is intussen al (te) veel tijd gepasseerd.
Maar ik was er dus bij, toen Ansatz Der Maschine in De Kreun in Kortrijk een week op voorhand een try-out concert speelde voor enkele genodigden, ter voorbereiding van het release-concert dat ze een week later zouden geven...
Over het nieuwe album kon u hier al lezen, en nog veel meer zelfs in dit interview, en u kan zich vast wel voorstellen dat we erg benieuwd waren hoe dat live allemaal zou klinken. Welaan, laat ons maar meteen met de deur in huis vallen: het was bijzonder!
In de live-uitvoering klinken de nummers krachtiger dan op plaat, en dat heeft onder meer te maken met de meer prominent aanwezige blazers op het podium. Die stuwen de songs de zaal in, en voegen aan het palet waarin zich al mysterieus, bezwerend en melancholisch bevinden, ook nog eens energiek en overrompelend toe.
De visuals die op de achtergrond geprojecteerd worden, voegen aan de concertervaring toe doordat ze de sfeer van de muziek mooi vertalen naar beelden. En voor de oplettende kijker, zitten er -net als in de muziek, en de songtitels- knipogen in, zoals wanneer de camera over oude kaarten glijdt en alle geboorteplaatsen van de bandleden blijken de revue te passeren...
Die concertervaring is trouwens toch wel bijzonder, verschillend van andere concerten. Ansatz Der Maschine speelt immers alle nummers naadloos na elkaar, met dus enkel applaus na het laatste nummer tot gevolg. Het is voor een regelmatige concertbezoeker even wennen, al horen we nadien dat dit intussen al een handelskenmerk van de groep geworden is...
Net niet ademloos werden we achtergelaten met een prachtige climax. A never ending blues, dat ook al het nieuwe album Heat afsluit, is immers de perfecte afsluiter. Geen enkel ander nummer is hier meer voor geschikt.
En dan krijgen we één bisnummer, uit het vorige album : Kohn Denny. Nog even wordt daarmee de luisterervaring van het slotnummer verlengd, want beide liedjes liggen toch wel wat in elkaars verlengde.
Setlist :
1. Intro
2. The desert story
3. The last fire
4. Le vent polaire
5. Going north (taking her horse with me)
6. February 11th
7. The fatal heat slump
8. Earth
9. A never ending blues
Bis:
Kohn Denny
We kunnen u enkel maar aanraden Ansatz Der Maschine niet te missen : ze treden nog op in 't Stuk in Leuven (18/2), Trix in Antwerpen (26/2), de N9 in Eeklo (9/3) en De Warande in Turnhout (14/12). Info en tickets, en nieuwe concerten vind je allemaal hier.