We moeten het even over Kevin hebben - Lionel Shriver
Hoewel ik doorgaans tracht het boek te lezen voor ik de film zie, kan dat soms niet. Ook We need to talk about Kevin zag ik al enkele jaren geleden (en heb ik op dvd) en nu pas kwam ik ertoe het boek te lezen. En ik kan u alvast meedelen dat, zoals wel vaker, het boek nog beter is dan de film. Al laat het boek je ook wat in verwarring achter, want wat rechtlijnig leek, blijkt dat toch niet helemaal...Het verhaal is wellicht vrij bekend: een jongeman vermoordt op zijn middelbare school (in de VS, waar anders?) meerdere medeleerlingen. In dit boek vertelt Lionel Shriver het verhaal vanuit het standpunt van zijn moeder. De wat afstandelijke Eva, trots op haar Armeense roots en haar onderneming (ze maken avontuurlijke reisgidsen voor budgetvriendelijke reizen), is gelukkig met haar werk en haar man, maar toch besluiten zij en haar echtgenoot aan gezinsuitbreiding te doen. De zoon die geboren wordt, Kevin, zal -zo weten we al meteen vanaf het begin van het boek en zo weet ook de moeder wanneer ze haar verhaal vertelt- uitgroeien tot de dader van een "school shooting". Het beeld dat zijn moeder schetst is dat van een kind dat voortdurende kwaad lijkt en kwaadaardig. Zelf ziet ze vooral die kant van hem, terwijl zijn vader net omgekeerd voortdurend het positieve in zijn zoon wil zien en zijn zoon in feite verstikt in "normale" verwachtingen van een soort doorsnee-kind, wat hij duidelijk niet is. Op het einde blijkt de vader daar met zijn leven voor te moeten boeten, evenals het vele jaren later geboren zusje van Kevin. Intussen worden de "incidenten" met de jongen naarmate hij groter wordt steeds ernstiger. En de auteur tracht, bij monde van de moeder, op geen enkele manier de maatschappij verantwoordelijk te stellen.
Het is natuurlijk bijzonder ambitieus van een schrijver om de eeuwenoude "nature versus nurture"-vraag uit de ontwikkelingspsychologie van een antwoord te willen voorzien (worden we gevormd door onze context/opvoeding of zijn we genetisch/biologisch bepaald?). Shriver lijkt een duidelijk standpunt in te nemen maar naarmate het boek vordert, verschuift het langzaam naar een meer ambigu antwoord en blijken beide zijden (nature en nurture) van belang te zijn. Meer zelfs, naarmate het verhaal vollediger wordt, gaan de scherpe randjes er wat vanaf en krijgen we een complexere jongen te zien dan de baarlijke duivel die hij honderden pagina's lang leek te zijn.
Het is die verschuiving die je als lezer verwart, omdat de schrijver je aanvankelijk (en lange tijd) duidelijk één richting meesleepte om je vervolgens te laten zien dat het antwoord heel wat genuanceerder is, net als Kevin en net als de wereld.
Op het einde van het boek staan 11 "leesvragen", het soort vragen dat je leraar ook zou kunnen stellen over het boek dat je in het middelbaar verplicht moest lezen. Je kan dat schamper afdoen als belerend en middelbare-schoolachtig maar in feite zijn deze vragen bedoeld om die verwarring én de nuance verder uit te klaren, te kristalliseren, niet door zelf als bij een vraagstuk of een puzzel het juiste antwoord uiteindelijk te geven maar door je zelf aan de slag te zetten.
Grand Hotel Europa - Ilja Leonard Pfeijffer
Eén van die verbazingwekkende dingen die ik leerde tijdens mijn studie psychologie was dat je soms meer leert van goeie fictie dan van om het even welk handboek of theoretisch werk. Dat gevoel overvalt me ook nu: ik leerde meer over de ziel van Europa, over haar wezen, over de onlosmakelijke band met het verleden en de vrijwel unieke manier waarop wij in Europa met het verleden omgaan. Toegegeven, ik vertrouw nu ook wel sterk op wat Ilja Leonard Pfeijffer schrijft, maar het ligt wel in de lijn van wat ik zelf al zag, hoorde en dacht dus het lijkt mij allemaal niet onwaarschijnlijk en mijn vertrouwen in de auteur berust op rationele argumenten.
Drie grote thema's komen in dit boek naar voren, naar mijn idee (al gaat het uiteraard ook nog over andere zaken die daar doorheen lopen en de drie thema's zijn ook met elkaar verbonden:
1. De relatie tot het verleden:
Pfeijffer schetst hoe belangrijk ons verleden voor ons, Europeanen, en voor onze Europese traditie is. We worden op allerlei, zowel positieve als negatieve, manieren sterk bepaald door ons verleden. Positief door de zorg voor de herinnering eraan, door het levend houden van tradities, door een besef dat we bepaald worden door ons verleden, zowel in het heden als in de toekomst. Negatief door nationalisme en populisme dat steevast teruggrijpt naar een mythisch, geïdealiseerd verleden waarin "alles beter was" en dat heeft geleid tot oorlogen.
Daartegenover plaatst hij de Amerikaanse en Aziatische (en in het verhaal van de piccolo ook Afrikaanse) fixatie op de toekomst waarbij het verleden iets is dat je achter je moet laten. De toekomst ligt voor het grijpen, het verleden is voorbij, is een overwonnen terrein.
2. Feit versus fictie:
Dit is het eerste boek van Pfeijffer dat ik lees, dus ik moet mij hier vooral beroepen op wat hem hierover hoorde vertellen in Zomergasten deze zomer op de VPRO, maar naar het schijnt is dat zowat het belangrijkste en steeds terugkerend thema in zijn werken. Hij is werkelijk door gefascineerd (wat ook bleek in zijn keuzes voor Zomergasten waar dit thema de rode draad vormde).
In Grand Hotel Europa komt het meeste plezier van de hoofdpersonages in het spel waarin ze van feiten fictie maken en van fictie feiten tijdens hun "zoektocht naar de laatste Caravaggio". Het doet er niet toe of het verhaal dat ze (re)construeren waar is of niet, het is de mogelijkheid ervan die zoveel plezier schenkt. En tegelijk is de fictie pas echt leuk als ze zo nauw mogelijk aansluit bij de feiten. De fictie moet "realistisch" zijn wat eigenlijk vooral betekent dat ze of geloofwaardig genoeg is doordat ze aansluit op de feiten en enkel invult waar de feiten onbekend zijn of wanneer ze op een andere wijze voldoende "suspension of disbelief" vertoont.
3. (Massa)toerisme:
Hier toont Pfeijffer zich deels als een gelijkgestemde met Michel Houellebecq, in zijn beschouwing van (massa)toerisme is als een hyperkapitalistisch en (in de woorden van Paul Verhaeghe) ideologisch neoliberaal discours volgend fenomeen. Bovendien wijst hij op de paradox dat toerisme een zoektocht behelst die vernietigt waar ze naar op zoek is, namelijk authenticiteit en uniciteit. Doorheen heel het boek zijn de visies van de verschillende personages omtrent toerisme zeer confronterend voor ons, die in mindere of meerdere mate meedrijven met deze haast onstuitbare golf van toerisme als zelfbevestiging.
Dit boek is vaak bijzonder grappig, erudiet en doorspekt met seksscènes die ook de meer voyeuristische lezer af en toe wat gunnen maar doet vooral nadenken, over de eerder vernoemde thema's maar in wezen of ons leven, over wie we zijn, over wat we willen en over hoe we ons verhouden tot onszelf, anderen en verleden, heden en toekomst.
Het verhaal van de dienstmaagd - Margaret Atwood
Ik moet zeggen: ik ben niet echt ondersteboven van dit boek van Margaret Atwood. Toegegeven, doordat het boek intussen een bekende fictie-reeks geworden is (die ik overigens nog niet zag), waren de verwachtingen gestuurd én vermoedelijk ook opgeblazen. Daarom ben ik blij dat ik de reeks nog niet zag en mijn verwachtingen tenminste nog bepaald werden door een eerder vaag beeld van die serie.
Het verhaal is wellicht bekend: Vanfred is een Dienstmaagd, een vrouw die gerekruteerd is in een dystopische, religieus-extremistische VS om kinderen te baren voor een Bevelvoerder. Vrouwen zijn helemaal onderdrukt en in welke categorie ze ook vallen, hun levens zijn allerminst benijdenswaardig. Langzaam komen we doorheen het boek iets meer te weten over de gebeurtenissen die hiertoe geleid hebben, al concentreert het boek zich vooral op hoe dit alles in het "heden" van het verhaal beleefd wordt door het hoofdpersonage.
In een seculier Europa waarin godsdienstfanatisme vanuit christelijke hoek een eerder marginaal verschijnsel is/lijkt, is het misschien ook gewoon moeilijker om je voor te stellen dat dit werkelijk zou kunnen gebeuren, maar dit boek speelt in een Amerikaanse setting en appelleert wellicht in de eerste plaat Amerikaanse lezers voor wie christelijk fundamentalisme allerminst onvoorstelbaar is.
Waarom viel dit boek me eigenlijk wat tegen? Ik merk dat het niet zo makkelijk is die vraag te beantwoorden. Het is in elk geval zo dat dit boek traag op gang komt en het gevoel in het verhaal gezogen te worden, bleef heel lang uit. Naarmate meer puzzelstukjes op hun plaats vallen, raak je als lezer meer betrokken bij het verhaal, al voelde ik doorheen de zinnen een zekere afstand die moeilijk te overbruggen bleek. Bovendien zorgt het feit dat je al bij al vrij weinig te weten komt over de gebeurtenissen die leidden tot deze maatschappij, ervoor dat het voelt alsof je in de dierentuin naar een exotische diersoort kijkt, eerder dan dat je deel zou gaan uitmaken van die wereld. Samengevat lijkt het dus vooral de afstand die bleef bestaan tussen mij als lezer en het verhaal, inclusief het hoofdpersonage, het grootste struikelblok te zijn waarom ik dit boek weliswaar goed vond, maar er zeker niet sterk van onder de indruk raakte.
Kraftwerk: Publikation. A biography - David Buckley
Omdat het duo dat de kern vormt/vormde van Kraftwerk (Ralf Hütter en Florian Schneider) altijd zelf weinig persoonlijke aandacht zocht en privé-informatie beschermde tegen al te nieuwsgierige fans en journalisten, is dit boek van David Buckley niet het soort biografie waarin je veel te weten komt over hun levens (maar wel een beetje natuurlijk). Wel krijgen we hier een overzicht van de groei van de band en hoe en waarom ze zo invloedrijk werd. En al bevestigt het boek dat na halfweg de jaren tachtig Kraftwerk maar weinig vernieuwends meer bracht, althans niet op inhoudelijk vlak, toch is het leuk om te lezen hoe hun visie op muziek consequent doorgevoerd werd doorheen alles wat ze maakten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten