26 november 2012
Daniel Pearson
Op het web blijken er niet weinig bekende Daniel Pearsons te bestaan. We vinden onder meer een bassist/producer/componist die samenwerkte met Coolio, Jennifer Lopez en Jessica Simpson en een jeugdig acteurtje dat meespeelt in de TV-reeks Tracey Beaker returns en eruitziet als een kloon van Justin Bieber. Je kan je onze opluchting voorstellen toen bleek dat het album Mercury state van geen van hen het werk is.
Gelukkig betreft het de Brit die vorig jaar pas zijn debuut Satellites uitbracht. De man uit Yorkshire liet zich voor dit album inspireren door wat er rondom hem gebeurde: de wereld van de mensen om hem heen werd op zijn kop gezet, vooral door de gevolgen van de economische crisis. Toch klinkt deze plaat niet kwaad zoals Bruce Springsteens Wrecking ball of Neil Youngs Psychedelic pills, noch als Bob Dylans Early Roman kings op diens jongste worp Tempest. Daniel Pearson wou naar eigen zeggen vooral de balans herstellen, en dat verklaart waarschijnlijk waarom dit rustig en vooral bemoedigend klinkt.
Pearson schopt niet tegen schenen, maar troost de slachtoffers. Zelfs als de gitaar eventjes vuig aan het venster komt piepen in Hard times overheerst het soort toegankelijke rock waar bankiers of politici niet voor op de loop zullen gaan. Toegegeven, dat doen ze natuurlijk ook niet voor eerder vernoemde boze artiesten. In Hard times parafraseert hij overigens de bekende regel “And if I can make it there, I can make it anywhere”.
Toch betwijfelen we of Daniel Pearson het ergens écht gaat maken. Het kan aan ons liggen, maar als een artiest een plaat maakt over de miserie die hij om zich heen ziet en die zijn vrienden en kennissen en misschien zelfs familie treft, willen wij een wild om zich heen schoppende kwaaie jonge/oude man, een door verontwaardiging gedreven zanger die de onderdrukten en geslachtofferden een stem wil geven. We willen het muzikale equivalent van Michael Moore aan de trappen van het hoofdkwartier van General Motors: fijnbesnaard noch genuanceerd, zelfs een beetje demagogisch maar tenminste oprecht in vuur en vlam gezet. De songs op deze plaat zijn mooie popnummers waarin hooguit een rimpeling op het wateroppervlak verschijnt. Over geen van die liedjes kunnen we een slecht woord neerpennen. Echter, veel inkt laten we er ook niet voor vloeien.
En dan gaan we nu met vlaggen zwaaien aan de poorten van Ford Genk of ons geld terugeisen bij de banken die we mee gered hebben en waar we nog jarenlang voor zullen blijven betalen. Daniel Pearson mag rustig thuis de kinderen vermaken.
Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Labels:
2012,
indiestyle,
mening,
muziek,
nieuwe release
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten