24 november 2012

Brasstronaut


Het meest opvallende aan Mean sun, de tweede plaat van Brasstronaut, is de erg warme, gloedvolle sound, die dit album meteen heel geschikt maakt voor de koude winteravonden die in het verschiet liggen. Dat heeft natuurlijk te maken met het koper (brass) uit de groepsnaam.
Dat koper blijkt overigens nogal relatief te zijn. Ja, er doet een trompettist mee, maar verder zijn er nog slide-gitaar, klarinet, synthesizers, stemmen en drums. Toch klinkt de koperklank zo overheersend, dat het opletten wordt voor koperdieven.
Aan afwisseling is er op Mean sun geen gebrek. Hoewel het album nogal gelijkmatig klinkt op Bounce en Francisco, wordt er een nieuwe dimensie toegevoegd in de titelsong. Vooral de gestreelde drums doen het hem, denken we. In Fossil worden The Last Shadow Puppets in herinnering gebracht, dankzij de op Alex Turner lijkende stem. Moonwalker klinkt behoorlijk zweverig, met een zanger die letterlijk op de maan lijkt te lopen zingen. Revelstoke Dam zou het kerstlied van dienst kunnen zijn op deze plaat, en glijdt bijzonder vlotjes door het oor.
In Falklands lijken Dimitri From Paris of Nouvelle Vague langsgekomen te zijn om het nummer een Franse variété-touch te geven. Dat klinkt erger dan het is. Ook hier weer is het de trompet die de song aan de goeie kant van de dunne scheidslijn tussen kunst en kitsch houdt. In afsluiter Mixtape wordt ruimschoots de tijd genomen (7’08”) om de song zich te laten ontwikkelen, en zich om je vinger te winden (of andersom). Heel even klinkt de groep er zelfs als Sigur Rós.
Brasstronaut heeft geen hippe sound, geen flitsende of opvallende songs, geen groots opgezet marketingplan om de wereld te veroveren. Wat ze wel hebben is een uitstekende plaat waarmee ze menige huiskamer kunnen verwarmen tussen november en maart.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: