12 april 2012

Lee Ranaldo


Lee Ranaldo is natuurlijk vooral gekend als gitarist en stichtend lid van Sonic Youth, al heeft hij intussen al behoorlijk wat solo-albums uitgebracht. Die variëren van Dirty windows, een plaat met gesproken teksten waaronder hij gitaar speelt, tot werken als Scriptures of the golden eternity, waarin zijn gitaarspel aangevuld wordt met tape loops en hier en daar wat vocalen. Between the times and the tides is dan ook een opvallend buitenbeentje in zijn solo-oeuvre.

Ranaldo laat zich op deze nieuwe plaat bijstaan door goed volk als John Medeski (van Medeski, Martin & Wood), Jim O’Rourke, Steve Shelley (drummer bij Sonic Youth) en zijn vrouw Leah Singer. En de nummers klinken onverwacht erg toegankelijk. Bij een blinde luistertest hadden we misschien wel durven zweren het (vroege) R.E.M. te horen te krijgen, en af en toe lijken Foo Fighters een rustiger lied tussen de songs gesmokkeld te hebben. Eigenlijk vinden we alleen Stranded, waarin een pedal steel guitar een americanatoets toevoegt, wat minder geslaagd. Voor de rest kunnen we enkel stellen dat we een prachtige, onvermoede popplaat in onze cd-lader hebben.

Het is vast geen toeval dat Between the times and the tides start met Waiting on a dream, dat erg lijkt op Paint it black van The Rolling Stones en eindigt met Tomorrow never comes, dat dan weer heerlijk verwijst naar Tomorrow never knows van The Beatles. Echo’s van Neil Young en The Byrds zijn ook zelden veraf, en Lee Ranaldo laat ongegeneerd zien welke muzikale helden uit het verleden hem nog steeds beïnvloeden. De springerige indierock van Off the wall of Lost brengt ons bij R.E.M., terwijl Fire Island (Phases) niet misstaan had op het debuutalbum van Foo Fighters. En zo overspant deze plaat muzikaal enkele decennia.

Het contrast tussen deze release en zijn vroeger solowerk, en nogal wat Sonic Youth-materiaal overigens ook, kon amper groter. Lee Ranaldo levert hier een plaat af die een groot publiek zou kunnen aanspreken, laat experimentele zijpaden even achterwege en beperkt zich tot toegankelijke, steengoede rock, met referenties naar artiesten uit meerdere decennia. Bovendien klinkt dit alles zo pretentieloos dat elke muziekliefhebber hierdoor wel gecharmeerd moet raken.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

Geen opmerkingen: