14 april 2012

Killing Joke


Ah, de eighties! Nogal wat veertigers en dertigers denken met weemoed terug aan die periode, toen de BRT Top 30 nog onze muzieksmaak bepaalde. Er zijn tegenwoordig genoeg door nostalgie gedreven mensen te vinden die ineens alles uit dat decennium goed vinden.

Killing Joke is zo’n band uit die periode die is blijven bestaan, amper nog aandacht kreeg buiten een beperkte kring trouwe aanhangers en ook in 2012 nog steeds albums uitbrengt. Erg toepasselijk heet dat MMXII, want theatrale bands uit de eighties en Romeinse getallen in koeien van letters, dat gaat goed samen. De meesten zullen deze band vooral kennen van hun (enige echte) hit Love like blood, en hier en daar zal iemand zich nog Pandemonium uit 1994 herinneren. De grote vraag bij acts als deze is dan ook hoe relevant ze nog (kunnen) zijn tegenwoordig. En hoe slaat zo een groep de brug tussen hun oudere werk – meestal het referentiepunt voor hun trouwste aanhang – en een eigentijds geluid?

In 10 songs mogen de Britten die vragen beantwoorden, en het begint alvast met een sterk retrogevoel bij het nummer Pole shift. “Eighties heavy metal” lijkt ons hierbij de meest accurate omschrijving. Het pompende geluid dat op Pandemonium en Killing Joke (het album uit 2003) zo overheerste, en wellicht ook op de mij minder bekende latere albums, keert daarna in volle glorie terug, en dat maakt Fema camp al meteen een stuk beter. Rapture is van hetzelfde laken een broek, en we vreesden al dat de toon gezet was voor de rest van de plaat. Maar toch, Colony collapse klinkt heel wat minder dreigend en voedt de nostalgie. Corporate elect, een meer punkgeoriënteerd nummer, klinkt vreemd genoeg behoorlijk radiovriendelijk, en zou zo de playlists kunnen binnenglippen en daar een plaats opeisen tussen jongere punkbands. “Tandenloze punk”, zo zullen criticasters hen verwijten, al willen wij ter verdediging aanbrengen dat slechts weinig punksongs er tegenwoordig nog in slagen écht gevaarlijk te klinken. Wie kan zich nu nog voorstellen hoe staatsondermijnend The Sex Pistols ooit geklonken moeten hebben?

Helemaal weg zijn we van In Cythera, dat een moderner geluid meekreeg en in het refrein aangevuld wordt met gitaren die naar hun eigen roots verwijzen. Jazeker, in dit nummer slaagt Killing Joke er voor het eerst op dit album in om effectief de brug te slaan tussen oud en nieuw. Jammer genoeg wordt het gevolgd door Primobile, dat bij de eerste noten nog veelbelovend in onze oren klonk, maar daarna inzakt als een soufflé. Gelukkig zijn Glitch en Trance weer heerlijke stevige lappen onversneden rock, en blijkt Primobile slechts een accident de parcours. Afsluiten doet de band in stijl: een dreigend begin, een titel die je voorbereidt op het ergste (On all hallow’s eve), een langzame opbouw naar het refrein en een demonstratie van beheersing, die vermijdt dat het nummer verzwelgt in een oceaan van pathos.

De vraag naar de relevantie van een band als Killing Joke in 2012 krijgt met deze plaat wellicht niet het verhoopte antwoord, en eigenlijk slaagt de groep er slechts éénmaal in om echt de brug te slaan tussen ouder werk en een eigentijds geluid. We vrezen dan ook dat vooral de reeds trouwe fanbase tevredengesteld wordt met MMXII. Wanneer ze binnenkort optreden, zal moeten blijken hoe het nieuwe materiaal een plaats verwerft in hun hele oeuvre.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

Geen opmerkingen: