Denemarken, en Kopenhagen in het bijzonder, associëren we als kind
vaak met de over het water turende kleine zeemeermin. En wanneer we in
de lagere school leren over de Sirenen, en de zee-engtes Kattegat en
Skaggerak, durft bij sommigen de fantasie wel eens op de loop te gaan,
en zien we een Sirene net als die kleine zeemeermin op een rots
uitkijken over de smalle zeedoorgang. Wie Katrine Ottosen, de vrouw
achter CALLmeKAT, opener Somewhere hoort zingen, verbeeldt zich haar
daar zittend, om de voorbijvarende matrozen te lokken.
Waar de meeste Scandinavische artiesten, en al zeker de vrouwen, de
laatste jaren vooral een typisch geluid lieten horen, waardoor we meteen
weten dat de wind uit het noorden blaast, is het verfrissend te horen
hoe CALLmeKAT absoluut niet "Scandinavisch" klinkt. Meer voor de
hand liggend zijn de vergelijkingen met Feist eigenlijk: Tiger head is
een mooi voorbeeld daarvan. Nu ja, vergelijkingen zijn eigenlijk amper
nodig. CALLmeKAT heeft mooi een eigen geluid gevonden, dat erg
toegankelijk is. Dit is intelligente pop, met slimme arrangementen,
variatie en een erg mooie stem.
Going home heeft een intro die erg lijkt op A day in the life
van The Beatles en vocalen waarin het verlangen naar huis doorklinkt,
neemt rustig de tijd om open te bloeien, en is daarmee de mooiste parel
van dit plaatje. Het wordt gevolgd door The haze, dat een stuk
eigentijdser klinkt en toch vaag op de achtergrond een echo van het
vorige nummer in zich draagt. Helemaal anders klinkt Heart full of soul, met welgemikte orgeltoetsen, alsook het vrolijke Sunny day, met
handclaps die de zomer binnenlokken. Ook Glass walls is sterk, met
een alweer Beatlesque intro waarna het geweer alsnog van schouder
veranderd wordt, en een beheerste popsong wordt uitgewerkt. Ook de
blazers in het al eerder genoemde Tiger head houden zich genoeg op de
achtergrond om niet te gaan overheersen en toch een wezenlijke bijdrage
te leveren.
Zonder echt vaak vrolijk te klinken, is Where the river turns black een opwekkend popalbum
geworden, zo eentje dat je af en toe uit je platenkast haalt om door de
Sirene naar je stereo gelokt te worden. Wij blijven met plezier blind
voor de rotsen langs de kustlijn.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten