14 oktober 2019
Nick Cave And The Bad Seeds
Hoeveel verdriet kan een mens eigenlijk aan? Als het je eigen verdriet is, heb je niet veel keuze. Of je maakt een einde aan je leven, of je neemt de draad weer op, ondanks alle kwetsuren die je voelt, ondanks alle pijn die het dagelijks doet, ondanks het loodzware besef dat nooit meer terugkomt wat vroeger was. Skeleton tree, het vorige album van Nick Cave and the Bad Seeds, voelde al halvelings als therapie voor een intens verdrietige vader, maar in feite was het album al grotendeels klaar toen Nick Cave zijn zoon verloor. De volle impact van dat verlies is drie jaar later te horen op Ghosteen.
Je hoort de botsing van wanhoop en verdriet enerzijs en de wil om pure schoonheid te schenken aan de andere kant, niet als een harde "bonk" maar als het versmelten, in elkaar overvloeien van materialen, alsof ze elkaar omarmen en twee wezens één worden. Zelfs als luisteraar verdrink je haast in de snik waarmee dat gebeurt, in het ploffen van de aarde op een graf, in het waaien van een ongenadige wind die het niet zozeer van zijn kracht dan wel van zijn standvastigheid moet hebben. De elf songs zijn verspreid over twee cd's en het vraagt doorzetting, dezelfde doorzetting die Cave elke dag voelt om te leven zonder zijn zoon, om beide na elkaar te beluisteren. Ghosteen is het moeras, is het drijfzand waarin je zinkt terwijl je verwonderd de intense pracht van de omliggende natuur bewondert.
De acht nummers op het eerste deel dompelen je al helemaal onder in 's mans verdriet, terwijl de Bad Seeds daar de meest prachtige én tegelijk ook de meest hartverscheurende muziek onder zetten. Daarvoor gebruiken ze niet enkel hun instrumenten, ook de achtergrondzang wordt ingezet in Bright horses. Cave bezingt zijn rauwe rouw zo intens dat je je niet kan voorstellen dat iemand nog smartelijker tevergeefs kan wachten op iemand dan in Waiting for you. Hoop weerklinkt enkel in Leviathan, althans waar de achtergrondzang invalt. Die wordt geplaatst tegenover de schrijnende tekst van Cave en ergens in die tegenstelling voel ik een soort hoop, een soort bezwering, een soort van wenkende (maar nog lang niet bereikte) catharsis.
Het tweede deel van dit dubbelalbum telt slechts drie songs, maar de titelsong en Hollywood zijn monumentale auditieve vestingen, tussen de tien en de vijftien minuten elk, die erin hakken als een pas geslapen bijl in een stuk zacht hout. Samen met het korte Fireflies vormen ze een tryptiek die de aangekondigde catharsis een beetje dichterbij brengt, al is de pijn nog te vers en de wonde nog te diep en te openliggend om die staat nu al te bereiken.
Bij de eerste beluisteringen miste ik de Cave die rondschopt, de Cave die schreeuwt, de Cave die slaat alvorens te zalven. Het duurde meerdere luisterbeurten eer de ware aard en de ware schoonheid van deze plaat zich aan me openbaarde. Nog steeds vind ik dit niet de beste plaat die Cave al ooit maakte (ik hou teveel van de ongetemde wildheid die hem zo past), maar als rouwplaat hoort Ghosteen tot de absolute top.
Beluister hieronder het volledige album:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten