23 juli 2013
Grant Hart
Bij de eerste beluistering dachten we nog dat The argument van Grant Hart een wisselvallige plaat was, die daardoor uiteindelijk ergens vergeten zou worden op een plekje in de platenkast waar we nooit heen grijpen. Vele draaibeurten later hebben we onze mening grondig herzien.
Grant Hart vormde ooit samen met Bob Mould het legendarische Hüsker Dü. Wie hun platen nog nooit hoorde, mag zich naar het dichtstbijzijnde streamingkanaal reppen om zijn of haar schade in te halen en te horen waar vele bands de mosterd vandaan haalden. Ook na Hüsker Dü bleef Hart actief. Hij deed dat deels solo, maar ook enkele jaren in het rocktrio Nova Mob. De kans dat je van die laatsten gehoord hebt, is wat kleiner, en dat is jammer. De beide albums die door deze band werden uitgebracht, bleken moeilijk te doorgronden doch erg mooie werkstukken. Solo is de man pas aan zijn vierde plaat toe. Tussen de eerste drie zat telkens tien jaar, dus dat The argument slechts vier jaar nodig had om voltooid te raken, is relatief snel.
En wat valt er te beleven? Twintig songs worden over ons uitgezaaid. En net als in de bijbelse parabel vallen ze niet allemaal in de goeie, vruchtbare grond waar ze meteen ontkiemen. Gelukkig blijkt ook het zaad dat eerst tussen harde rotsen terechtkwam over genoeg kracht te beschikken om uiteindelijk tot bloeiende planten uit te groeien. De invloeden die je meent te herkennen, zijn erg divers. In Awake, arise! klinkt Grant als David Bowie, If we have the will is een rouwklacht bovenop een kermisdeuntje met de bliktrommel uit Grass’ meest bekende boek. Golden chain bevat Chinese invloeden, War in heaven opent met een brandweersirene en geweersalvo’s en Underneath the apple tree (met de onsterfelijke zin “I was born a simple reptile / Upon my belly I would crawl” vat hij het verhaal aan van de beroemde slang uit het Adam-en-Evaverhaal) klinkt als een kinderliedje, gespeeld op speelgoedinstrumenten (en een kazoo). Joy Division loert om de hoek in I am death en net als in heel wat liedjes komt er dan een twist waardoor er een andere sfeer ontstaat. Hier krijgen we Kaiser Chiefs nà het innemen van de ADHD-medicatie.
Lijken sommige nummers aanvankelijk toch niet helemaal waar je op hoopte, dan blijken het nadien één voor één groeiertjes te zijn. En zo blijkt deze hele plaat als goede wijn, die je lang genoeg moet laten rijpen.
Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Labels:
2013,
indiestyle,
mening,
muziek,
nieuwe release
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten