Hoewel ik de Gentse Feesten gisteren niet begon met de traditionele openingsstoet, heb ik er toch een stukje van meegepikt onderweg. In vergelijking met de vorige jaren werd een gewijzigd parcours gevolgd (ik had me daar wat aan laten vangen, en geraakte niet zo vlot voorbij de mensenzee als ik had gewild). Het leek me alsof het nieuwe parcours vooral het oude (van lang, lang geleden) benadert, met de tribune op het Bisdomplein.
's Avonds was het alvast druk, en een eerste stop was ingelast bij Swing Cité, in de Rembert Dodoensdreef, het kleine dreefje aan de rand van het Baudelopark. Een swingdansdemonstratie én een soort theaterstukje waarin swingdans geïntegreerd was (of dat rondom de dans gebouwd was ; het verhaaltje was behoorlijk flauw eigenlijk), werd ons deel.
In de Spiegeltent van vzw Trefpunt startte gisteren ook het concours Jonge Wolven. Opener van de wedstrijd was dit jaar Charlie Fields, de band rond Pieter Servranckx (die blijkbaar al voor de derde keer met een groep meedeed). Die klonken absoluut niet slecht en zelfs de nummers die maar halfslachtig begonnen, groeiden tot een goed niveau. Hier en daar was er een voorzichtig uitstapje richting blues of jazz en het bleef allemaal nogal braaf en onschuldig, en op die manier dreig je als band een beetje lijn in je optreden te verliezen natuurlijk. Goed, was ons eindoordeel, maar ik denk niet dat ik de winnaar gezien heb... Met zijn krullen en hoed deed de zanger ons trouwens een beetje denken aan de piepjonge Jasper Steverlinck.
Onder de stadshal heeft Radio Modern haar tenten opgeslaan (al moet u dat hier uiteraard figuurlijk nemen: de door sommigen verguisde stadshal is een prachtige locatie voor dit soort evenementen!). Waren we bij Swing Cité nog in de jaren 30, dan werden we nu gekatapulteerd naar de USA van de jaren 50. Rock, rockabilly, rhythm and blues en nog een hele hoop muziekgenres in het verlengde daarvan werden opgediend door Slick Nick And The Casino Special. Je waande je in Happy days of verwachtte elk moment vooraan een tafeltje waar The Godfather instemmend knikt naar de muzikanten. Het spelplezier droop eraf en het publiek werd zonder moeite meegevoerd in de droomwereld en in de aanstekelijke, sprankelende muziek. De frontman bleek overigens een geboren performer en kreeg de dansende toeschouwers geheid op zijn hand.
Als bisnummer brachten ze Batman to the rescue, met de Batman theme uit de originele reeks erin verwerkt, als eerbetoon aan de superheld.
De eerste dag sloten we af met Meuris op het groot podium aan Sint-Jacobs. Het is de derde gedaante waarin ik de Limburger er zie optreden: vroeger met Noordkaap en Monza, nu dus met de band die hij maar gewoon naar zijn familienaam heeft vernoemd. Het schept tenminste duidelijkheid.
Wat opvalt, is dat Stijn Meuris in al die jaren grappiger geworden is, ervaring heeft opgedaan in het omgaan met en bespelen van een soms balorig publiek én dat zijn basishouding op het podium hetzelfde gebleven is. Hij smijt zich echt, molenwiekend als weleer. In de set zaten nummers uit de nieuwe plaat (titelnummer Mirage, 1974,...) maar ook oudere nummers. Naarmate de set verstreek, kwam de nadruk trouwens meest op de Noordkaaptijden te liggen, al was er ook al geopend met Panamarenko. Verder herkende we nog Een heel klein beetje oorlog, Hoopvol, Gigant, Satelliet Suzy, Druk in Leuven en Monza-hit Van God los. De rond Meuris verzamelde muzikanten speelden een bijzonder strakke set en een nummer als Hoopvol klonk in het nieuwe arrangement helemaal anders (het duurde een tijdje vooraleer ik het herkende...). Gebist werd er met een nieuw nummer en met het meegezongen en -gebrulde Arme Joe. Net voor de laatste strofe, begon Stijn Meuris een hele uitleg af te steken, die herinnerde aan hoe Jim Morrison bij The Doors hele flarden tekst binnensmokkelde in songs. En kijk, een kort fragment van The end werd ingezet als tussendoortje... Grappig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten