15 mei 2012

Zulu Winter


Wil je graag weten in welke omgeving je Zulu Winter moet zoeken in het brede spectrum der indiemuziek? Denk Beach House, Tame Impala, Deerhunter en ook een vleugje Vampire Weekend. Al houden we er niet van om groepen al vanaf hun debuut (of later) in een vakje te stoppen, een beetje oriëntatie kan geen kwaad.
Het Londense vijftal klinkt op Language al vanaf de eerste noten wat zweverig, en koppelt daar gelukkig erg goeie nummers aan. Luister maar eens naar hun meest recente single We should be swimming, dat niet alleen een catchy refrein heeft, maar ook prachtige details herbergt. En waar de eerder vernoemde groepen erg Amerikaans klinken, weet Zulu Winter de Britse identiteit te bewaren. Niet alleen in de manier van zingen, maar net ook in die details. De melancholische ondertoon van Bitter moon wijst richting Echo & The Bunnymen, de intro van Never leave lijkt Stewart Copeland van The Police op de drums te hebben. Bij momenten klinken de songs ook wat wijdlopig, zoals bij Coldplay of Editors. Even later klinken ze wat ingetogener, zoals in afsluiter People that you must remember. Al die invloeden en de in wezen goeie popmelodieën maken het niet zo verwonderlijk dat Zulu Winter zowat overal getipt wordt als the next big thing, en dat ze vergeleken worden met alle succesvolle bands van de laatste jaren.
Vanaf de openingsintro van Key to my heart (en we verwijzen nog éénmaal naar een andere band: The Cure) tot de slotakkoorden van People that you must remember weet Zulu Winter in ieder geval te overtuigen. Het loepzuivere geluid klinkt nooit te gepolijst, en alle invloeden of vergelijkingspunten worden met mate genuttigd. Zo ontstaat een evenwichtige plaat die we op haar eigen merites kunnen beoordelen, en waarvan we nu al weten dat ze, tot leven gebracht op festivals, kan uitgroeien tot één van de platen die onze zomer kleur zullen geven. Want, laat je niet misleiden door de bandnaam, deze plaat klinkt erg zomers en erg festivalgevoelig. In gedachten horen we het publiek nu al meezingen met Silver tongue, We should be swimming en bij uitbreiding vrijwel elke song eigenlijk.
De vijf Britten hebben een plaat gemaakt die bij 2012 hoort zoals chocoladesaus bij vanille-ijs, en aangezien dit nog maar het debuut is, verwachten we nog veel van deze band. Laat hen nu maar eerst onze festivals veroveren.

Deze recensie kan je ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: