Nog voor het voorprogramma moest optreden, leek er mist neergedaald over
Kortrijk, of nee… IN De Kreun in Kortrijk. De rookmachine was blijkbaar
uitgebreid getest, en dus mocht het publiek al meteen, nog voor een
noot gespeeld was, opgaan in de witte slierten.
De eerste noten werden gespeeld door Maze, de winnaar van Westtalent
vorig jaar. In de klassieke triobezetting drums-gitaar-bas brachten ze
een potje stevige noiserock. Frontman van deze band zijn, het lijkt me
niet erg gezond. Hij zong/schreeuwde zijn teksten met een hoge stem, bij
momenten kwam hij zelfs in de buurt van het soort smurfenstem dat je
krijgt wanneer je 33-toerenplaten draait op 45 toeren. Het dient gezegd:
hun nummers waren stevig en dik in orde. De bindteksten waren vooral
erg bondig (“bedankt”, “oud nummertje”, “nieuw nummertje”,…)
Gisteren nog speelde A Place To Bury Strangers in Trix in Antwerpen
(het verslag daarvan kan u hier lezen), vandaag waren
ze headliner in De Kreun. Omdat de band met visuals werkt, zitten ze een
beetje gevangen in een keurslijf wat setlist betreft, en veel verschil
met hun optreden gisteren was er dan ook niet. De verschillen zaten
vooral in de details. Frontman Oliver Ackermann vecht het hele concert
lang met zijn gitaar. Het gooien ervan in het begin van de set bleek
fataal voor een eerste gitaar (al hopen we dat ze achteraf toch nog
gereanimeerd kon worden), en dus moest hij zijn gitaar al gauw
vervangen. Ook de vervanger werd echter gegeseld met een enthousiasme
waar folteraars op Guantanamo een puntje kunnen aan zuigen.
De visuals die geprojecteerd werden op een scherm achter de band,
maar ook op de bandleden zelf, waardoor ze voortdurend baadden in
kleurrijk licht, toonden ons lavastromen, bomen, een oriëntaals
uitziende danseres, een hartslagregistratie,… Onderwijl liet het trio
(ook al in diezelfde klassieke bezetting als Maze) vooraan zowat de
beste shoegaze horen die tegenwoordig op een podium te scoren valt. Die
klonk bijwijlen verrassend modern, zonder echter de referenties aan
bands als Ride, Lush, Curve en natuurlijk The Jesus And Mary Chain
achterwege te laten.
Ook vandaag werd geëindigd met een langgerekt slottrio, dat al een
heel lang muzikaal stuk bevatte dat je zou kunnen omschrijven als het
shoegaze-equivalent van een gitaarsolo: bakken noise, feedback,
effecten,… Net toen we dat toch een beetje beu dreigden te worden, werd
opnieuw zang ingezet. Helemaal op het einde kregen we een nog veel
langere noisetrip, die nog ingezet werd door de drie groepsleden samen
(al bood het de drummer wel de gelegenheid zijn flesje bier ad fundum
uit te drinken terwijl hij met één hand repetitief een cymbaal
beroerde), maar die bijna 10 minuten lang verdergezet werd door enkel de
gitarist-frontman. Hij bewerkte op alle mogelijke manieren de
pick-upelementen en koppelde daarvoor ook de snaren los. Gehuld in een
haast eindeloos onweer van stroboscooplicht, door machines uitgebraakte
rook en noise, maakte hij daarmee bisnummers onmogelijk, al maalde het
publiek daar na de veel te lange “outtro” schijnbaar niet erg om.
Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten