Stefaan Decroos is een 34-jarige leraar gedragswetenschappen en leerlingbegeleider, die sinds 2009 op zijn eentje I Do I Do vormt. Hij leerde op zijn vijftiende gitaar spelen, speelde in geboortestad onder meer bij Land, waarmee hij in 2002 de finale van Humo's Rock Rally haalde.
1. Daar zijn de smurfen weer – Conny Vink
2. Kamiel in België – Raymond van het Groenewoud
3. Let me come over – Buffalo Tom
4. Don't ask, don't tell – Come
5. Blood on the tracks – Bob Dylan
6. Exit the dragon – Urge Overkill
7. Selected ambient works 85-92 – Aphex Twin
8. Death chants, breakdowns and military waltzes – John Fahey
9. Third (Sister lovers) – Big Star
10. Crooked rain, crooked rain – Pavement
Als uitsmijter geven we u alvast nog een liedje mee dat I Do I Do gratis aanbiedt op hun website :
I Do I Do bracht intussen al 2 albums uit (None in 2007 en More light in 2010) en intussen wordt er volop gewerkt aan een volgend album, dat wellicht helemaal instrumentaal wordt.
Hij selecteerde voor ons 10 platen die zijn muzikaal leven beïnvloedden.
1. Daar zijn de smurfen weer – Conny Vink
Naar deze kinderplaat heeft Stefaan erg vaak geluisterd. Wie I Do I Do een beetje kent, zou dit misschien niet in zijn lijstje verwachten, maar Stefaan schetst ons hoe zijn ouders vooraanstaande leden waren van de plaatselijke carnavalvereniging en zelfs koning en koningin werden van een carnavalsorde. Tussen alle carnavalmuziek kwamen ook de Smurfen aan bod, en nog steeds vindt hij dat dit eigenlijk heel goeie muziek is. “Alle nummers kloppen gewoon,” vertrouwt hij ons toe, “en je hoort dat met veel liefde en zorg aan de arrangementen is gewerkt.” Het verschil met sommige hedendaagse kindermuziek (om Studio 100 niet te noemen) is groot, en het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat deze plaat nu ook de lievelingsplaat is van zijn driejarig dochtertje.
Ook de songtitels verbazen : “Groene Peter van Mars” roept haast psychedelische beelden op, en -gezien zijn beroepsactiviteiten misschien niet verrassend- ook “Het mooiste van de schooltijd is de vakantie” is een persoonlijke favoriet van Stefaan.
2. Kamiel in België – Raymond van het Groenewoud
Live-platen zijn een moeilijke zaak, aldus Stefaan. Toch weet deze live-registratie uit de toernee die Raymond maakte, van studentenvereniging naar studentenvereniging, uit te blinken. Het luidruchtige publiek en de interactie van Raymond daarmee, maken dat je als het ware meteen tussen het publiek zit, en daarom vat deze plaat zo goed wat een optreden kan zijn.
Hoewel het niet echt een kinderplaat was, luisterde Stefaan als kind hier vaak naar, meestal op de cassette in de auto van zijn vader. Het is een echte rockplaat, vol klassiekers die ook vandaag nog door velen gekend zijn.
3. Let me come over – Buffalo Tom
Van alle Buffalo Tom-platen in zijn platenkast, is dit het meest gedraaide album. Terwijl de grunge helemaal losbrak, luisterde hij hier eindeloos naar en identificeerde Stefaan zich heel sterk met zanger Bill Janovitz. Kurt Cobain vond hij immers te excentriek en te mooi, maar Janovitz was een gewone jongen uit de straat, die aantoonde dat jij en ik ook rocksterren kunnen worden.
I Do I Do zou als trio starten, in eenzelfde bezetting als Buffalo Tom. Bovendien zouden ze een plaat opnemen in Boston, bij producer Paul Kolderie (van Fort Apache), die behalve met Buffalo Tom (hij produceerde “Let me come over”) ook nog werkte met The Lemonheads, Morphine, Radiohead, Hole (als producer) en als engineer voor Pixies, Come, Dinosaur Jr, Warren Zevon,...
Stefaan is nog steeds helemaal weg van het geluid van de gitaren, met laag op laag, tegelijk ruw en poppy. Dat ook de hoesfoto's en zo vooral gewone, haast dagelijkse taferelen lieten zien, versterkte het beeld van de gewone jongens die een steengoeie plaat konden maken.
4. Don't ask, don't tell – Come
Chris Brokaw, frontman van de band Come, zou een belangrijke rol spelen in het muzikale leven van Stefaan Decroos. Hij was de man die hem in contact had gebracht met Paul Kolderie, waardoor I Do I Do in Boston met hem als producer kon werken, en hij blijft nog steeds de absolute muzikale held van Stefaan.
Come was een nineties indie rock band die eigenlijk veel bluesakkoorden speelde (alles in mineur) met een heel donkere flow. Zangeres Thalia Zedek klonk als een man (het duurde lange tijd eer Stefaan wist dat zijn favoriete nummers eigenlijk door een vrouw werden gezongen). Volgens Stefaan zit op deze plaat gewoon alles absoluut goed: de drums, de bas en zeker de gitaar. Ze slagen erin om twee gitaren als één te laten klinken.
Voor hem is dit dé beste rockplaat ooit, die jammer genoeg bij ons onder de radar bleef, hoewel Come in Boston wel nog steeds geldt als dé band van de jaren '90.
5. Blood on the tracks – Bob Dylan
Toen Stefaan zo'n 20 jaar oud was, leerde hij Bob Dylan kennen. Dylan spreekt hem als verteller enorm aan. Hij slaagt erin om -hoewel hij in de 3e persoon vertelt- doorheen al zijn personages toch iets fundamenteels prijs te geven over wie hij is. Dylan slaagt er ook in om beelden te creëren, en je ziet bij een beluistering van zijn platen eigenlijk een heel verwarrende film voor je ogen.
Geen wonder dus dat Stefaan een zware Dylanfan is, die andere mensen wel eens durft af te meten aan hun liefde voor Dylan.
Deze plaat geldt voor hem als de meest autobiografische plaat. In 1975 leek het voorbij te zijn voor Dylan, en bovendien was er net de breuk met zijn vrouw Sara. Hoewel Dylan zelf ontkent dat de nummers autobiografisch zijn, zijn er heel veel aanwijzingen dat dit toch zo is...
Door de open D-tuning op alle nummers, is er één overheersende, bindende klank, die Stefaan enorm aanspreekt.
6. Exit the dragon – Urge Overkill
Deze rockplaat, die er echt wel spuuglelijk uitziet (zo vertrouwt hij ons toe), leunt erg dicht aan bij The Rolling Stones, en klinkt als een duiveluitdrijving door de band die de meeste mensen kennen van “Girl, you'll be a woman soon” (uit de soundtrack van Pulp Fiction). Stefaan bezweert dat Urge Overkill dingen doet die geen enkele andere band doet, al geeft hij toe dat je er moeite voor moet doen om ten volle de rijkdom van de plaat te waarderen. Volgens hem lijkt de plaat eerst niet zo supergeweldig en vooral veel te lang, maar als je goed blijft luisteren ontdek je dat ze van op zich matige ideeën toch iets speciaals weten te maken.
7. Selected ambient works 85-92 – Aphex Twin
De eerste beluistering van dit album was in het leegstaand ouderlijk huis, en blijft Stefaan daarom zo sterk bij. De aparte akoestiek van een leegstaand huis en de emotionele geladenheid van het moment vielen zo voor Stefaan samen met zijn eerste kennismaking met instrumentale muziek. En toch, zo benadrukt hij, zijn het echt wel allemaal echte songs.
Geïnspireerd door Aphex Twin werden “cut and copy” en keyboards binnengebracht in het palet van Land, de groep waarmee Stefaan uiteindelijk zelfs deelnam aan de Rock Rally.
8. Death chants, breakdowns and military waltzes – John Fahey
We hadden het Stefaan Decroos bij een concert van I Do I Do al eens eerder horen vertellen, hoezeer hij beïnvloed was geraakt door John Fahey. En ook tijdens dit gesprek bevestigt hij dat Fahey voor hem op dit moment de belangrijkste muzikant is in zijn leven.
John Fahey, die nooit echt bekend werd -al was hij enorm invloedrijk voor een hele generatie gitaristen-, maakte al in de jaren '50 en '60 muziek. Eind 2008 zou Stefaan hem ook ontdekken, en het is de “laatste muzikale aardverschuiving” die hij gehoord heeft. Fahey getuigt van de meest consequente koppigheid, doet nergens ook maar een inspanning om wie dan ook te overtuigen en het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij nooit rijk en beroemd werd. Hij schijnt zelfs een heel dramatisch levensverhaal gekend te hebben, en hij stierf in 2001, geveld door een combinatie van ziektes en alcohol, na een hartoperatie.
Wat Stefaan zo aantrekt in de muziek van John Fahey, is -naast de al eerder genoemde koppigheid- dat alles eigenlijk klinkt als heel eenvoudige “kindermelodieën” die vermoedelijk allemaal in één take opgenomen zijn. Niemand klinkt zo diep als Fahey. Stefaan leerde via Fahey de fingerpickin' stijl kennen en spelen en heeft nu al 3 jaar geen electrische gitaar meer gespeeld, en kiest meer en meer voor instrumentale muziek, zoals zijn grote voorbeeld.
9. Third (Sister lovers) – Big Star
Het derde album van Big Star, simpelweg “Third” (intussen ook gekend als “Sister lovers”), mocht ook niet ontbreken in dit lijstje. De band van Alex Chilton (die op zijn 16e al een wereldhit -”The letter”- had met The Box Tops) had al 2 vrij poppy en vrolijke platen gemaakt, maar dit album klonk heel anders. Het was een zeer ecclectische plaat, met regelrechte “onnozeliteiten” en trage ballads. Hoewel ook wel sterk Beatlesgericht, is dit toch een plaat waar je duidelijk meer moeite moet voor doen om ze tot haar recht te laten komen.
Voor Stefaan persoonlijk was dit eveneens de plaat die een sterke rol speelde in de verwerking van een belangrijk verlies.
10. Crooked rain, crooked rain – Pavement
Op de middelbare school, in wat je als het plaatselijk jeugdhuis zou kunnen omschrijven, hoorde Stefaan Pavement. “Cut your hair” sprak hem meteen heel sterk aan, en Pavement zou hem daarna blijven “achtervolgen”.
De plaat bevat enkele nummers die haar echt tot een hoger niveau tillen. Wat Stefaan in deze ultieme slackerplaat vooral aanspreekt, zijn de grappige teksten (vaak erg associatief) en de attitude die de plaat uitstraalt: alles kan!
Als uitsmijter geven we u alvast nog een liedje mee dat I Do I Do gratis aanbiedt op hun website :
Geen opmerkingen:
Een reactie posten