Vorig jaar bespraken we het debuutalbum van Budam, een muzikant uit de Faroer Eilanden. Bij Stories of Devils, Angels, Lovers and Murderers dachten we vooral aan Tom Waits, en verder ook aan Nick Cave en The Walkabouts. We herinneren ons ook de eigen stem en smoel die ons toen opvielen.
Bij het ontvangen van 's mans tweede album, Man, begonnen we de luistersessies dan ook met verwachtingen. Bovendien liet zijn label weten dat dit een conceptalbum is, ingedeeld in 4 delen, dat de natuur, de religie, de liefde en de dood bezingt. Wanneer we zien dat er 9 nummers op het album staan die ergens 4 delen van een concept moeten behelzen, slaat de schrik ons -eerlijk gezegd- een beetje om het hart. Worden de verwachtingen ingelost? Nee en ja. Nee: Tom Waits is niet meer aanwijsbaar te bespeuren, en de sfeer van de plaat is anders dan bij het debuut. Ja: Budam weet alweer een gevarieerde plaat af te leveren, met eigen stem en smoel, en we zijn zeer tevreden over het resultaat.
Dat sommige nummers bij elkaar horen, is duidelijk te merken. Opener The Fly en opvolger The Elephant ademen beiden een dreigende sfeer uit, die nu vooral door de bastonen en de drums opgeroepen wordt. Bij The Elephant moeten we weliswaar vaak aan de kokodie-kokoda denken uit het kinderliedje Mijn Haan is Dood. We begrijpen niet zo goed wat hij precies zingt, maar het lijkt er wel heel erg op. Het dierenhoofdstuk wordt gevolgd door The Man Who Knows Everything dat de dreiging nog verder opvoert, en uit het recentere werk van Einstürzende Neubauten lijkt weggelopen te zijn. Het hoge ritme, de samenzang en vooral de opgejaagde, hyperkinetische stem van Budam zelf, het repetitieve waarbij de instrumenten naar de achtergrond verdwijnen om dan weer aan te zwellen en het gefluisterde “we are being watched” zorgen voor kippenvel en opengesperde ogen, waakzaam rondloerend, en gespitste oren.
Na zoveel dreiging is The Bicycle schijnbaar heel lichtvoetig en vrolijk, met ineens een palet aan hogere tonen dat aangeboord wordt. De timing is perfect, en werkt waarschijnlijk ook live. Het is een eerste rustpunt van pure schoonheid. Het wellicht verwante The Aeroplane is alweer wat nerveuzer en drum 'n bass lijkt niet veraf, zowaar. Maar de drums halen net niet voldoende snelheid en de bassen zijn net niet prominent genoeg.
De afwisseling tussen een traag (You Are My Religion) en een nerveuzer nummer (God is Fucking With Our Heads) werkt opnieuw goed in het volgende duo dat we aangereikt krijgen, en daarna wordt het thema dood aangesneden in twee songs die van die thematiek doordrenkt zijn. Last Song, niet de afsluiter van het album, is als een wiegeliedje uit een muziekdoosje waarmee je je kindje veilig de nacht inloodst. All You Dream You Get to Keep is verstilling op zijn zuiverst. De strijkers die zuinig op de achtergrond blijven maken het net niet a capella, deze samenzang die eindigt zoals het leven zelf: met een laatste adem en dan niets meer.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten