22 april 2011

Huisconcert : Josh T. Pearson

U hebt er geen idee van hoezeer Last of the country gentlemen van Josh T. Pearson onder mijn huid is gaan kruipen de voorbije weken. Dit is een groeiplaat als geen ander : eerst denk je "leuk maar het lijkt wel allemaal heel erg op elkaar, en die nummers duren ook zo lang", maar gaandeweg ontdek je de schoonheid in de songs, hoe de traagheid het beste eruithaalt en je in de liedjes zuigt, tot je plompverloren amper zonder kan.

Toen de organisator van de huisconcerten aankondigde dat diezelfde man in zijn huiskamer zou komen spelen, kon mijn geluk dan ook amper op. Wat een buitenkans : in de intimiteit van die living luisteren naar de man die zulke mooie muziek maakt ! En bovendien hoorde ik de voorbije dagen op het internet waaien dat hij ongelooflijk grappig is tussen zijn liedjes door...



We werden opgewarmd door een special guest : Charles Frail, een Amsterdamse singer-songwriter die zijn plaatsje tussen het publiek moest verdienen met 2 songs (het werden er uiteindelijk 3). De man kan gitaar spelen, heeft mooie liedjes, en zingt op een wel heel bijzondere manier. Frail heeft een zeer hese stem, waarin je een vleugje Antony Hegarty (u weet wel, van Antony & The Johnsons) herkent, en hij laat zijn stem vreemd vibreren. Het maakt dat zijn zang wellicht maar 2 mogelijkheden toestaat : you love it or you hate it. Eerlijk, ik ben er niet zot van... Drie nummers (hoe mooi die ook waren) was voor mij genoeg...



Voor Spookhuisje moesten alle lichten uit en 1 enkel kaarsje verlichtte de huiskamer. Sfeer oproepen, heet zoiets in vaktermen. De instrumentale nummers, allemaal gespeeld op een electrische gitaar, overweldigden, omdat je er zoveel in kon horen : flarden blues, rock, invloeden uit Spaanse en Mexicaanse muziek, americana,... Het ene moment denk je aan Ry Cooder, dan weer aan Los Lobos, of zelfs Queens Of The Stone Age light, en dan weer aan al die live registraties van concerten eind de jaren '60 waarin groepen als Fleetwood Mac en The Jimi Hendrix Experience freewheelen in ellenlange intro's en outro's.


Maar we waren vooral gekomen voor Josh T. Pearson, en die was het allemaal meer dan waard. Het was het beste huisconcert dat ik al ooit zag hier (en dat wil wat zeggen). Hij was heel grappig, nam het publiek in, schrok zelf dat zijn ironie aanvankelijk niet begrepen werd (toen hij vroeg "Could you all come a little bit closer?" in de krappe huiskamer, deed de eerste rij dat effectief, en hij kreeg de slappe lach), charmeerde Eva in het publiek en zette als een rasechte stand-up comedian het publiek vaak even op het verkeerde been.



De ernst van de muziek contrasteert daarmee, maar nét dat maakt deel uit van de sterkte van de set. De lange nummers (vaak meer dan 10 minuten) halen je langzaam naar binnen, verorberen je, masseren je, prikkelen je, overmannen je, laten je niet meer los. Gezien het album ook al zo'n groeiplaat bleek, is vertrouwdheid met de nummers handig om hier ten volle van te genieten. We herkende prachtige nummers als Sweetheart I ain't your Christ, Sorry with a song, Woman, when I've raise hell en Country dumb, en er werd afgetrapt met een cover van Boney M (yeah right, dachten we eerst nog): Rivers of Babylon, een traditional eigenlijk die hij helemaal naar zijn hand zette en waarin je amper nog Boney M herkende...



De grappen, de onverwachte humor vaak, zijn uitdrukkelijke vraag om achteraf nog na te kunnen praten : het droeg allemaal bij tot een uniek concert, waarin de muziek op zich al tot het beste hoorde wat we dezer dagen kunnen horen...

Geen opmerkingen: