Het Rijselse Cerceuil mocht de avond openen in Diksmuide, en deed dat aanvankelijk met gerecyleerde new wave, waarover de zangeres Engels met een licht Frans accent uitgoot. Naarmate de set vorderde, klonk hun muziek minder en minder retro en hoorden wij elementen die ons herinnerden aan Battles en Death In Vegas. Het sympathieke trio was een goeie opwarmer, maar meer ook niet.
Een goed volgelopen 4AD kreeg daarna een concert voorgeschoteld van zo ongeveer de coolste Zwitsers die we kennen. The Young Gods herinneren we ons nog heel goed van hun baanbrekende en opmerkelijke eerste platen, en niet in het minst van TV Sky, dat we af en toe nog weleens graag willen beluisteren. Hoewel de band sindsdien verder evolueerde en af en toe nog eens nieuw werk uitbracht, dat steevast goede kritieken krijgt, leken we -afgaand op de reacties van het publiek- lang niet de enigen die vooral dat vroege werk herkennen.
Het eerste deel van de reguliere set putte wellicht vooral uit het recentere werk, met onder meer About Time. De band klonk goed en niet gedateerd, maar toch misten we het vuur dat we verwacht hadden. Met Introducing kregen we iets voorbij de helft van de show zelfs een nummer dat vooral gedragen wordt door de semi-akoestische gitaar, en we raakten enigzins teleurgesteld. The Young Gods leken niet meer die opmerkelijke band die we bijna 20 jaar geleden leerden kennen. We wilden net schrijven dat ze in de buik van het peloton thuishoren tegenwoordig, goed voor af en toe een overwinning in de E3-prijs, de Scheldeprijs of een rit in de Ronde van Zwitserland, maar niet voor de grote klassiekers of rondes. Zelfs niet voor een nevenklassement. En toen, toen serveerden ze een machtig trio, waarin hun volle explosiviteit, hun hypnotiserende repetitieve en van industrial doordrenkte sound van vroeger weer helemaal terug was. Everythere, met het herhaalde mantra “All electric now”, maakte zo meteen veel goed.
Twee keer kwamen The Young Gods terug voor bisnummers, en die duurden samen bijna zolang als de reguliere show. Gelukkig viel de keuze nu vooral gekozen op oudere nummers en vooral dus steviger werk, zoals Skinflowers, C'est Quoi C'est Ca en Gasoline Man. Het publiek ging helemaal uit zijn dak en zo maakten The Young Gods de verwachtingen toch nog waar, al onthouden we dat dit een optreden met twee gezichten was.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten