16 december 2020

Gelezen (155)

Op weg naar het einde - Gerard Reve


In de vorm van brieven maakt Reve ons hier deelgenoot aan zijn leven en belevenissen begin jaren zestig. Een dichter die ik volg op Twitter, had ik gevraagd met welk boek ik best kon beginnen aan het oeuvre van Reve (enkel De avonden las ik al) en dit was één van zijn twee tips. Het is me goed bevallen.
Reve schrijft over zichzelf, over de dood, over seks (vooral die volgens de Griekse beginselen), over het schrijverschap, over God, maar nog meer dan waarover hij schrijft, is het de manier waarop hij dat doet die bewondering afdwingt. Hij hanteert heel lange, barokke zinnen, vol bijzinnen en uitweidingen maar houdt telkens vakkundig de draad vast en doet dat bovendien met zoveel bravoure, liefde voor de taal en humor, dat het boek als een trein leest ondanks die lange zinnen.

Blindelings - Kris Van Steenberge


In een mooie en erg toegankelijke taal, die niettemin bij momenten erg poëtisch is, vertelt Kris Van Steenberge het verhaal van een verstikkende moeder, een machteloze vader, een gefrustreerde zoon die amper uitweg vindt voor zijn woede en een idealistische hulpverleenster die de brokken in haar eigen leven niet kan lijmen en dan maar aan de slag gaat met die van een ander. Deze vier personages wisselen elkaar af in het vertellen van het verhaal, met veel flash-backs, dat culmineert in een climax waar geen van hen beter van wordt. Want dit boek gooit je terug de werkelijkheid in met de waarschijnlijkheid dat wat gebroken is, nooit meer volledig goedkomt en dat mensen doorgaans de problemen die hun gedrag veroorzaakt, proberen op te lossen door méér van hetzelfde gedrag te stellen.

Gods onkruid. Nederlandse sekten en messiassen - Wim Zaal


De Nederlandse journalist Wim Zaal schreef het verhaal neer over vreemde en buitenissige godsdienstbeleving in Nederland (en Vlaanderen) in de negentiende en twintigste eeuw. Hij focust daarbij op de sekten en de messiassen die af en toe opdoken, zoals Zwart Jannetje en Lou de Palingboer of de sekte der Stevenisten (blijkbaar nog steeds levend in kleine kernen zoals het Westvlaamse Gits bij Roeselare). De verhalen zijn vermakelijk, de godsdienstige visieverschillen echter soms moeilijk te begrijpen voor wie niet echt thuis is in de verschillende stromingen binnen de Nederlandse (of Verenigd-Nederlandse) katholieke en protestantse kerken. Bovendien hanteert Zaal bij momenten (en al helemaal in het laatste hoofdstuk) een gezwollen taalgebruik dat uitstekend past bij zijn onderwerp (een hoogdravende religieus discours gelijk) maar voor de moderne lezer wel veel inspanning vraagt. 

Geen opmerkingen: