In een rustig café in Gent ontmoeten
we Gertjan Van Hellemont, die als Douglas Firs op 12 oktober zijn
debuutalbum, Shimmer & Glow uitbrengt.
Als je je debuutalbum in één zin
zou moeten voorstellen, wat zou je dan zeggen?
Goh, ik zou dat
niet eens proberen, denk ik. Eigenlijk is het gewoon een verzameling
van 11 nummers van mij op 1 schijfje. Kijk, we zijn begonnen met een
massa nummers, die hebben we langzaam verfijnd en we hebben ervoor
gezorgd dat ze bij elkaar passen. De uitdaging was om van de demo's,
waarop sommige nummers echt wel heel anders klonken, te groeien naar
een rode draad, voornamelijk qua sound, zodat je hoort dat het één
geheel vormt. Die manier van werken heeft de nummers ook naar elkaar
getrokken.
Een andere rode
draad is toch wel dat ze allemaal over “een” gevoel gaan van mij
persoonlijk. Een aantal nummers gaan over hetzelfde, maar in ieder
geval gaan ze allemaal over iets wat ík voelde.
Heel wat artiesten die al in een
band spelen, voelen vroeg of laat de nood om een solo-album uit te
brengen. Jij speelt al bij The Bony King Of Nowhere. Wat heeft jou
ertoe gebracht een eigen plaat te maken? Wat vind je dat jij toe te
voegen hebt aan het uitgebreide arsenaal muziek dat al bestaat?
Eigenlijk waren de
eigen nummers er eerst, hoor, nog voor ik bij The Bony King Of
Nowhere begon te spelen. Ik vind bij een band spelen ook erg leuk,
het is iets heel anders om in functie van iemand anders' nummers te
spelen. Of ik nu iets toe te voegen heb aan dé muziek of niet, ik
zou deze eigen plaat hoedanook gemaakt hebben. Die nummers begonnen
zich op te stapelen, er zat zoveel informatie in mijn hoofd dat het
er uit moest, om weer andere dingen te kúnnen doen.
Ik ben ook trots
op wat we gemaakt hebben en kijk er erg naar uit om ze ook live te
kunnen spelen.
Wat is volgens jou dan je eigen
sterkte?
Da's natuurlijk
lastig om zelf te beantwoorden. Ik maak muziek in een klassieke
singer-songwritertraditie, denk ik, en probeer te zorgen dat er
energie in die nummers zit. En wat ik iemand onlangs hoorde zeggen,
is dat er humor in de plaat zit, zelfs als het vaak om triestige
dingen gaat. Dat vond ik wel tof om te horen. In Apple
bijvoorbeeld, of in Shimmer & Glow zitten stukken tekst die het
wat relativeren, maar op een manier soms ook nog pijnlijker maken.
Je zei al dat je deze plaat
hoedanook moest maken, maar dat je wachtte tot je er trots kon op
zijn. Hoe heb je het dan aangepakt?
Ik
heb heel zorgvuldig aan de songs gewerkt, omdat ze erg kostbaar zijn
voor me. Ik wou ook graag zo veel mogelijk vertrekken van live, samen
ingespeelde basisversies in de studio, en dus heb ik gezocht naar de
juiste mensen, naar de juiste muzikanten om ze te doen bewegen en
leven. Dat lukt niet zomaar, zeker niet met de persoonlijke nummers.
Ook het vinden van de ideale producer is niet evident, omdat die
samenwerking volledig op vertrouwen moet draaien. Uiteindelijk heb ik
de productie gedeeld met Gert Jacobs.
Ik heb ook wel
voor mezelf uitgemaakt dat, waar ik nu veel tijd en zorg heb besteed
aan het uitgebreid maken van dit album, ik voor een volgende keer
misschien wel eens op een andere manier wil werken, bijvoorbeeld op
korte tijd alles opnemen en er daarna niets meer aan veranderen.
Met wie heb je samengewerkt voor dit
album?
Mijn eerste plan
was om met Neal Casal als producer te werken, maar dat is er
uiteindelijk om allerlei redenen niet van gekomen. Hij woont
bijvoorbeeld in San Francisco, en ik niet. Hij gaf me wel een heel
goeie tip mee: vertrek van een megagoeie drummer.
En zo kwam ik uit
bij Frederik Van Den Berghe (die nog drumde bij Admiral Freebee,
Arno, Milow en tegenwoordig bij Trixie Whitley). Verder is er Simon
Cassier op bas en mijn broer Sem op toetsen. Ook Senne Guns (toetsen)
speelt mee en Bram Vanparys (The Bony King Of Nowhere) en Jinte
Deprez (Balthazar) zingen de backing vocals in alle nummers. Renée
zingt mee op Misunderstood.
Met wie zou je graag samenwerken, en
dat mag zowel utopisch als realistisch zijn?
Eens met Ryan Adams een nummer bespreken, lijkt me wel fijn, of iets opnemen met
Jesse Harris, de man die Don't know why schreef voor Norah Jones
maar vooral ook supergoeie solo albums maakt. Ook Two Gallants vind
ik heel bijzonder. Het lijkt me tof om die twee in je
begeleidingsband te hebben.
Meer realistisch
is het leuk om mee te spelen in een band waar ik inspiratie kan
opdoen en kan leren door te stelen met mijn ogen en oren, zoals b.v.
bij Admiral Freebee.
Zelf horen we echo's van Absynthe Minded, Black Keys, Melanie en Boz Scaggs in je muziek. Welke
vergelijkingen heb je nog gehoord en hebben je verrast?
Melanie? Serieus?
De vergelijking met Neil Young blijft me ook verbazen, omdat ik
eigenlijk alle nummers al geschreven had voor ik Neil Young echt goed
heb leren kennen. Ik vind dat een absurde vergelijking, omdat Neil
Young op zo'n hoog voetstuk staat bij mij, maar er zijn er ergere,
natuurlijk. Melanie? Serieus?
Beïnvloedt dat je zelf hele dagen
bezig bent met muziek de manier waarop je zelf naar muziek luistert
of hoe je concerten beleeft?
Ik ga nog steeds
heel graag naar concerten en ik luister ook naar heel veel muziek, en
ik heb niet de indruk dat daarin iets veranderd is. Al moet ik
toegeven dat ik, door productie te studeren, soms wel meer luister
naar de sound.
Vanwaar komt de naam 'Douglas Firs'
eigenlijk?
Mijn
broer Sem had die naam gehoord in Twin Peaks. Al hoeft het niet per
se een verwijzing naar Twin Peaks te zijn. Hoewel ik de eerste reeks
wel super vond (en de tweede wat minder), is het voor mij vooral de
verwijzing naar de bomen, die ik mooi vond. Ik vond het ook een goeie
naam voor mezelf als artiest: Gertjan Van Hellemont leek me al heel
gauw niet meteen een naam om het mee te maken, en Douglas vind ik wel
een goeie voornaam. Bovendien, door de verwijzing naar bomen, is het
ook een goeie bandnaam, vind ik. Ik hou wel van het idee van een band
als bomen.
Hoe ga je eigenlijk te werk als je
een nummer schrijft? Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Ik vertrek bijna
steeds vanuit een muzikaal idee. Weliswaar heb ik een boekje waarin
ik tekstideeën bewaar. Al bij al is er ook geen vast stramien. Ik
merk bijvoorbeeld dat het instrument waarop ik een song schrijf, van
invloed is en zorgt voor variatie: een nummer op gitaar geschreven
klinkt vaak al anders dan één op piano geschreven. Bovendien leidt
het laten ontwikkelen van een lied tijdens repetities tot iets heel
anders dan wanneer je zelf thuis aan de opnames sleutelt.
Een tijdlang heb
ik geëxperimenteerd met een vast moment om songs te schrijven. Dan
nam ik elke dinsdagvoormiddag de tijd voor niks anders. Zo ontstond
b.v. Misunderstood.
Hoe weet je eigenlijk bij het
schrijven van een song dat je iets uniek gecomponeerd hebt, en niet
gewoon een al bestaand nummer heruitgevonden hebt?
Tja, dat is een
moeilijke vraag. Ik vermoed dat ik vertrouw op het feit dat ik
vertrek vanuit mijn eigen, uniek gevoel. Er bestaan dan wel duizenden
nummers op een bepaald gevoel, maar nooit “mijn” versie van dat
gevoel. Dat geeft me eigenlijk wel de zekerheid dat ik iets geheel
eigens geschreven heb.
Bedankt voor dit gesprek
Douglas Firs stelt zijn album voor op volgende data:
- 6/10: Play Festival - Hasselt
- 7/10: Minardschouwburg - Gent
- 9/10: Stuk - Leuven
- 13/10: Klein Mercelis theater - Brussel
2 opmerkingen:
Een heel tof interview om te lezen !
Groeten,
Jeroen van ham
Heel fijn om te horen... Bedankt!
Een reactie posten