22 juni 2012

De Kreun concert: Thee Oh Sees (voorprogramma : Thee Marvin Gays - Little Trouble Kids)



Als seizoensafsluiter koos De Kreun (in samenwerking met The Pit's) woensdagavond voor het Californische Thee Oh Sees, en twee bands als voorprogramma.


Opener van de avond was Thee Marvin Gays, een kwartet uit Doornik dat een aanstekelijke mix bracht van surf, rockabilly en garage rock. De set swingde, hield een hoog tempo aan en hoewel de band al meteen startte nadat de deuren opengingen en het publiek pas binnendruppelde, slaagden ze er toch in dat publiek te begeesteren. Wel willen we hen de tip geven beter af te spreken wie wanneer spreekt, want nu werd de bassiste enkele keren toen ze het publiek toesprak, onderbroken door de gitarist die een boodschap had voor de geluidstechnicus...


Het Torhoutse duo Little Trouble Kids trad voor het eerst op in De Kreun. Al het goede dat u al over hen gehoord hebt, mag u inderdaad geloven. Door hun bezetting doen ze misschien wat denken aan The Kills en Blood Red Shoes, maar eigenlijk kunnen we hen nog het best omschrijven als rock met een vleugje Gossip en een flinke scheut The Ting Tings. Vooral Kids in amusement parks toonde hoe veelzijdig ze kunnen zijn, en we hoorden zelfs iets wat in de buurt kwam van het meest toegankelijke van Sonic Youth.


Gelukkig speelde Thee Oh Sees een langere set dan eerst aangekondigd. Oorspronkelijk zouden ze slechts veertig minuten spelen, maar ze gingen ruimschoots over het uur en kwamen nog eens terug voor bijna een kwartier bisronde. Dit viertal ziet er redelijk geschift uit, met frontman John Dwyer wiens vele tatoeages we mochten bewonderen, die veelvuldig op de grond spuwde tussen het zingen door, zijn plectrum vaak in zijn mond stak en met zijn tong ronddraaide en die zelfs af en toe zong met dat plectrum achter de kiezen. Razendsnelle en vaak ook erg melodieuze garage rock, surf en pretpunk kregen we geserveerd, en feedback, echo, andere effecten en veel draaien aan knoppen deden het geheel klinken als een kudde losgeslagen gitaren. De nummers werden voortgestuwd door de drummer, die halfweg in de spotlights mocht staan met een geweldige solo en die de bisronde ook als eerste kwam openen. In de zaal werd flink tot pogoën overgegaan. John Dwyer heeft een verrassend hoge stem gezien zijn uiterlijk (een beetje zoals David Beckham) en de andere gitarist, Petey Dammit!, zag eruit als een fan van Oi! én Madness.
Het prettig gestoorde viertal was zo'n waardige seizoensafsluiter en stuurde ons welgemutst de warme zomeravond in...

Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: