Als seizoensafsluiter koos De Kreun (in
samenwerking met The Pit's) woensdagavond voor het Californische Thee Oh Sees, en twee bands als voorprogramma.
Opener van de avond was Thee Marvin Gays, een kwartet uit Doornik dat een aanstekelijke mix bracht van
surf, rockabilly en garage rock. De set swingde, hield een hoog tempo
aan en hoewel de band al meteen startte nadat de deuren opengingen en
het publiek pas binnendruppelde, slaagden ze er toch in dat publiek
te begeesteren. Wel willen we hen de tip geven beter af te spreken
wie wanneer spreekt, want nu werd de bassiste enkele keren toen ze
het publiek toesprak, onderbroken door de gitarist die een boodschap
had voor de geluidstechnicus...
Het Torhoutse duo Little Trouble Kids
trad voor het eerst op in De Kreun. Al het goede dat u al over hen
gehoord hebt, mag u inderdaad geloven. Door hun bezetting doen ze
misschien wat denken aan The Kills en Blood Red Shoes, maar eigenlijk
kunnen we hen nog het best omschrijven als rock met een vleugje
Gossip en een flinke scheut The Ting Tings. Vooral Kids in amusement parks toonde hoe veelzijdig ze kunnen zijn, en we hoorden zelfs iets
wat in de buurt kwam van het meest toegankelijke van Sonic Youth.
Gelukkig speelde Thee Oh Sees een
langere set dan eerst aangekondigd. Oorspronkelijk zouden ze slechts
veertig minuten spelen, maar ze gingen ruimschoots over het uur en
kwamen nog eens terug voor bijna een kwartier bisronde. Dit viertal
ziet er redelijk geschift uit, met frontman John Dwyer wiens vele
tatoeages we mochten bewonderen, die veelvuldig op de grond spuwde
tussen het zingen door, zijn plectrum vaak in zijn mond stak en met
zijn tong ronddraaide en die zelfs af en toe zong met dat plectrum
achter de kiezen. Razendsnelle en vaak ook erg melodieuze garage
rock, surf en pretpunk kregen we geserveerd, en feedback, echo,
andere effecten en veel draaien aan knoppen deden het geheel klinken
als een kudde losgeslagen gitaren. De nummers werden voortgestuwd
door de drummer, die halfweg in de spotlights mocht staan met een
geweldige solo en die de bisronde ook als eerste kwam openen. In de
zaal werd flink tot pogoën overgegaan. John Dwyer heeft een
verrassend hoge stem gezien zijn uiterlijk (een beetje zoals David Beckham) en de andere gitarist, Petey Dammit!, zag eruit als een fan
van Oi! én Madness.
Het prettig gestoorde viertal was zo'n
waardige seizoensafsluiter en stuurde ons welgemutst de warme
zomeravond in...
Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten