Met het album The rhythm of change
sluit Helder een trilogie af. In 2003 was er The king lost his crown en in 2006 The ceiling is not the sky. Samen worden deze
albums dan ook wel eens de “The”-trilogie genoemd. Ditmaal
speelde de Gentenaar zelf alle instrumenten in. Net als bij de vorige
platen houdt hij bovendien zelf productie, arrangementen, opname en
mix in handen. Persoonlijker is haast onmogelijk als je de muziek uit
je hoofd wil vertalen naar een geluidsdrager.
Opvallend is dat Helder als
singer-songwriter veelzijdige pop brengt, die ons doet denken aan
Chuck Prophet, Freedy Johnston en Dirk Blanchart. Nochtans klinkt hij
nergens echt zoals hen, maar het zit meer in de “vibe” van de
hele plaat die deze associaties oproept. Twaalf nummers lang laveert
Helder tussen glasheldere pop (Reborn, een nummer waar we maar niet
de vinger kunnen leggen op waar we dit precies nog al eens gehoord
hebben), speelse melodietjes als tierlantijntjes (On the lake),
rauwe blues à la Jon Spencer Blues Explosion (Head hunt) en
rustige folk (Life has just begun). En hoewel rust overheerst, zijn
er genoeg ritmewisselingen om de aandacht de volle veertig minuten
vast te houden. Een song als The real thing is daar een perfect
bewijs van, en bezit bijna alle elementen die we verspreid over het
hele album aangereikt krijgen.
Dit album is al even uit, en dreigt een
beetje tussen de plooien te vallen tussen alle goeie (ook Belgische)
releases van de voorbije maanden, wat we betreuren. De meeste songs
van Helder kunnen zo de radio op, op bijna elke zender zelfs, en mits
de nodige airplay zou hij gestaag het publiek dat o.m. Milow wist te
overtuigen, voor zich kunnen winnen. De muziek klinkt erg
toegankelijk en is toch origineel genoeg om opgemerkt te worden.
Bovendien klinkt alles alsof hier een bijzonder mooie live-set in
vervat zit. En daarom durven we u -misschien nog meer dan de aanschaf
van dit album- aanraden om zijn concertkalender goed in de gaten te
houden.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
The rhythm of change
My private joke