Tussen de 20 tips voor 2012 die NME eind vorig jaar opsomde, prijkt op de eerste plaats Grimes. De Canadese Claire Boucher combineert grafische elementen, dans, video en muziek in één geheel, en zou wel eens tot de meest opmerkelijke doorbrekende artiesten kunnen behoren die we dit jaar te horen krijgen. De vooruitgestuurde nummers Oblivion en Genesis waren alvast erg veelbelovend. Op haar album Visions blijkt de 24-jarige alle lof en de hype méér dan waard. Ze bracht voorheen al 3 werkstukken uit, en dit album is haar debuut bij 4AD, een platenlabel dat al eerder baanbrekende artiesten huisvestte.
Je kan op het internet heel uiteenlopende benamingen vinden voor de muziek die ze maakt (electropop bekoort ons het meest), al zal je na beluistering moeten vaststellen dat er eigenlijk geen termen bestaan die accuraat weergeven wat je mag verwachten. Grimes maakt collages van geluiden, waaronder heel erg eighties aandoende electro en synthesizers, en samples van voetstappen, de wind, en gekraak als van een vinylplaat. Daaroverheen zingt ze met een hoog stemmetje, dat twijfelt tussen een kind en een engel. De onschuld en naïviteit die daarmee gesuggereerd worden, logenstraffen de muziek die varieert van bedwelmend tot mysterieus, van bevreemdend tot vertrouwd, van vintage tot erg modern.
De bovengenoemde eerdere singles kunnen intussen bogen op enige herkenbaarheid en springen er wellicht daarom in eerste instantie wat uit, maar na meerdere luisterbeurten hoor je dat er véél meer te beleven valt. Vowels = space and time is Madonna zonder de hang naar succes. Visiting statue klinkt als het Japanse Pizzicato Five in een meer experimentele bui. Be a body vermengt eighties pop met voorzichtige drum ‘n bass. Deze, en vrijwel alle andere nummers, bewijzen ten overvloede dat Grimes buiten de lijntjes kleurt. Of wat te denken dan van Symphonia IX (My wait is U), vol feeërieke klanken en een flow die aan Enya doet denken? Nightmusic, dat perfect in het rijtje van Genesis en Oblivion past, laat zich typeren door een kinderlijke zang over een drumpatroon dat weggelopen lijkt uit de betere drum ‘n bass- en dubstepverzamelaars.
Wij zijn alvast weg van de geniale collages die Grimes uit haar mouw schudt, al kunnen we ons voorstellen dat sommigen zich zullen storen aan het hoge stemmetje, de ogenschijnlijke eenvormigheid (de variatie horen vraagt wel wat luisterinspanning, en zit vaak ook in de details) en het soms behoorlijk volgepropte karakter van de songs. Het (toegegeven, wankele) evenwicht lijkt ons gevonden, de stem is passend en stoort ons niet. Grimes is wellicht één van die artiesten waarover iedereen meteen een mening klaar zal hebben, en waar je voor of tegen bent. Een middenweg zal moeilijk te vinden zijn.
Zo succesvol als Michael Kiwanuka, de door de BBC als meest toonaangevend voorspelde artiest van 2012, zien we haar niet worden, omdat Kiwanuka een evidentere keuze is en minder polemisch met zijn zachte en prachtige soulgloed. Grimes is een taaiere brok en, al is het appels en citroenen vergelijken, minstens even indrukwekkend.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten