We kennen mensen die niet van violen houden. Eén goede raad alvast voor hen: loop met een grote boog om Dirty Three heen.
Dirty Three is het trio rond Warren Ellis, sinds enkele jaren een goede vriend van Nick Cave en al een Bad Seed sinds 1995 (en lid van Grinderman). We leerden hen kennen met hun derde en vierde album (Horse stories en Ocean songs), waarop de viool van Warren Ellis centraal stond. Prachtige albums waren het, en in 2005 wisten ze ons opnieuw te bekoren met Cinder. Sindsdien kreeg Ellis het wel heel erg druk in de samenwerkingen met Nick Cave (ze verzorgden samen de soundtracks van onder meer The proposition en The assassination of Jesse James by the coward Robert Ford), en nu is er dus eindelijk een nieuw album (Toward the low sun).
Furnace skies maakt het de luisteraar niet makkelijk: een door tics geplaagde drummer blijkt rusteloos het post-rockgeweld van gitaren en viool te komen verstoren. Wie de band nog niet kende, dreigt hier al af te haken. Dat is erg jammer, want Sometimes I forget you've gone bewijst waarom we deze Australiërs ooit zo hartstochtelijk in het hart sloten. Ze weten immers met een niet voor de hand liggend instrumentarium muziek op te bouwen waarin een quasi-lieflijke melodie omgeven wordt door kronkels die we haast blindelings aan een band als Tortoise zouden toeschrijven.
Moon on the land zet die trend voort, en had op Cinder kunnen staan. Rising below past zo op Horse stories, vooral voor de manier waarop de viool meandert als de Ourthe of de Semois. Wie zich door de eerste twee nummers heeft weten worstelen als niet-kenner van Dirty Three, wordt met dit duo alsnog beloond. Ook The pier borduurt verder op het gekende en vertrouwde recept, en de bepalende rol die Warren Ellis als violist speelt, verklaart waarom Nick Cave de man ooit gevraagd heeft om het geluid van The Bad Seeds te komen aanvullen. Halfweg het nummer ontwikkelt het lied zich als een veelzijdige compositie, en dit groeit zowaar uit tot een hoogtepunt op de plaat.
Teleurgesteld waren we aanvankelijk over Rain song, dat wel enkele goede ideeën bevat, die onvoldoende uitgewerkt leken op het eerste gehoor. En kijk, na meerdere luisterbeurten weten we de ruwheid ervan meer en meer te waarderen, en horen we zelfs de regen… That was was daarentegen weet ook na vele beluisteringen niet te overtuigen: teveel geluidsbrei en te weinig song, luidt ons hardvochtig verdict.
Dirty Three wedt niet enkel op het ene paard genaamd Viool van Warren Ellis. De toegevoegde waarde van de piano in Ashen snow laat dit lied aansluiten bij de winterse ballads van Nick Cave, zonder de typische sound van Dirty Three te verliezen. Zelden eerder slaagde dit trio erin zulk een radiovriendelijk nummer te maken zonder zichzelf te verloochenen. Met de geknipte stem erbij (Elvis Costello is een niet voor de hand liggende, maar volgens ons toepasselijke keuze) kan je hier een pracht van een single, misschien zelfs een hit, van maken.
Hoewel niet slecht, is afsluiter You greet her ghost het lied teveel op dit album, en dus spoelen we maar snel door naar ons besluit: er wordt een dam opgeworpen die nieuwe luisteraars afschrikt, maar daarna zien we een adembenemend mooi meer opdoemen (met aan de horizon jammer genoeg één landschapsontsierend gebouw). Of, in eenvoudiger bewoordingen: moeilijk begin maar wel een straf plaatje.
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten