04 maart 2017

Star Club West


Twintig songs op een plaat stansen, doet iemand dat werkelijk nog? Natuurlijk draaien ego’s als Kanye West en Drake er hun hand niet voor om. Sympathieke rockbandjes houden het daarentegen liever wat bescheiden. De Limburgers van Star Club West vormen daar de spreekwoordelijke uitzondering op: op hun vorige plaat My ill women stonden 21 liedjes, het nieuwe NIN bevat er slechts eentje minder.
De band ontstond uit een brokstuk van het uiteengevallen Orange Black. Dat lijkt een trivia-weetje als je voorbijgaat aan de muzikale verbinding die tussen beide bands bestaat. De muziek die ze toen, onder meer met Dieter Sermeus (The Go Find) en Aldo Struyf (Millionaire) maakten, heette nog gewoon lo-fi. De productie op NIN mag dan al een pak beter klinken, de feel van de toenmalige platen klinkt erg goed door in nummers als Tit city of There is comfort. Achteloze gitaren met als een oud deken daaroverheen gedrapeerd warme stemmen; het lijkt ook nu nog steeds het handelsmerk van Star Club West. Dat de technologie ontdekt werd, is duidelijk merkbaar in de vele geluidseffecten die doorheen de songs geweven worden.
Deze plaat klinkt alsof ze door de vier heren eventjes snel op een home studio is opgenomen, en de producer en de bandleden elk knopje wilden proberen. Are we heavy gaat gebukt onder de stempel van Daft Punk met de vervormde stem. Je hoort echter dat de instrumenten een heel ander pad uitwandelen. Klopje bevat samples van alledaagse geluiden die zo vertrouwd klinken dat we ze niet altijd even goed thuis kunnen brengen. In Spaniels worden de gitaren mishandeld alsof het gevangenen in Guantanamo Bay betrof en iemand vond nog een kerkorgel én -koor om Teach me thy way, oh Lord uit te bouwen tot een Sonic Youth-cover van een Vlaamse gospelzang. Aan variatie dus geen gebrek op NIN.
De hamvraag is natuurlijk of al dat vrolijk ronddartelen in de muzikale speeltuin ook een interessante plaat oplevert of slechts een verzameling bekoorlijke liedjes. Eenduidig antwoorden is niet eenvoudig. Je krijgt geen coherente plaat voorgeschoteld die een verhaal vertelt. Anderzijds zijn het geen losse flodders of toevalstreffers die je richting uitkomen. Als we dan toch een vergelijking van stal moeten halen om uit te leggen wat dit album oplevert, wenden we ons tot het weer, dat onderwerp waarmee je elk gesprek op gang krijgt. NIN is als de verkwikkende stortbui op een zomerdag. Het maakt niet uit of de druppels groot of klein zijn, warm of koud, je krijgt gewoon alles in één keer over je uitgestort. Soms geniet je nog het meest als je het allemaal maar gewoon laat gebeuren.

Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle. Beluister hieronder het volledige album:

Geen opmerkingen: