31 maart 2017

Twintig parels per maand: maart 2017


De lente heeft zich al van zijn mooiste kant laten zien en daar horen de twintig parels bij die ik je deze maand serveer:
  1. Linger - The Cranberries: mijn eerste kennismaking met The Cranberries, nog lang voor ze een grote hit zouden scoren met Zombie. Eerlijk gezegd blijft dit mijn favoriete song van deze band
  2. Waltz #2 - Elliott Smith: mijn lief (her)ontdekte begin deze maand Elliott Smith en kocht zelfs de plaat XO waar dit nummer op terug te vinden is
  3. If I could talk I'd tell you - The Lemonheads: deze band kreeg uiteraard de meeste aandacht met Come on feel the Lemonheads, het album waar hun bekendste songs op staan. Toch is opvolger Car button cloth ook niet mis, getuige dit liedje
  4. Eat for two - 10'000 Maniacs: twee vriendinnen van me zijn recent bevallen (ééntje pas twee weken geleden) en dan moet ik altijd aan deze zwangerschapssong denken
  5. Underwhelmed - Sloan: uiteindelijk bleek het album Smeared mij wat tegen te vallen en ik heb het niet zo lang na aanschaf doorverkocht, maar de opener van de plaat blijft een pareltje uit dat magische jaar 1992
  6. No diggity - Blackstreet: iets met het ritme van deze song maakt hem onweerstaanbaar
  7. Shimmy shimmy ya - Ol' Dirty Bastard: dit intussen al lang overleden lid van de Wu-Tang Clan heeft met dit nummer zijn beste ooit uitgebracht, dat tegelijk zo kinderlijk eenvoudig klinkt dat het aanstekelijk werkt en toch ingenieus is
  8. Drôle de question - Roméo Elvis x Le Motel: hedendaagse hiphop uit Brussel
  9. Le feu - IAM: en we gooien er wat Franse hiphop achter
  10. Wedding bell - Beach House: voor dromerige pop ben je nergens beter af dan bij Beach House, en al zeker op hun schitterende album Devotion
  11. Tropic of cancer - Panda Bear: we blijven in hetzelfde genre met Panda Bear
  12. Princes - Gang Gang Dance: probeer zeker het album Saint Dymphna van Gang Gang Dance eens als je graag omver geblazen wordt door een overdaad aan weirdness
  13. Hi - Xiu Xiu: één van mijn favoriete undergroundbands, steeds in verrassingen, zie ook hun dit jaar uitgebracht album Forget dat ik eerder deze maand reviewde
  14. Midlife crisis - Faith No More: alleen al die ene regel ("Your menstruating heart / It ain't bleeding enough for two) rechtvaardigt de aanwezigheid van dit nummer
  15. Genesis - Grimes: Visions is zo'n plaat die ik af en toe nog eens opzet om te genieten van de mooi en vakkundig in elkaar geknutselde songs
  16. Nata di marzo - Pizzicato Five: één van de meest eigenzinnige en kitscherig-poppy bands uit Japan
  17. Point of view point - Cornelius: ook al uit Japan maar van een heel andere orde, is Cornelius. De plaat Point waarop dit nummer staat, kocht ik ooit op vinyl. Thuisgekomen liet ik ze echter vallen en was er een stuk uitgebroken. Het is me nooit meer overkomen...
  18. We left the apes to rot, but find the fang still grows within - Red Sparowes: de titel alleen al is een pareltje uit de post-rock, waar dergelijke songtitels overigens geen uitzondering zijn
  19. Chalice hymnal - Grails: bijna kocht ik deze tip van Mike van Consouling, maar uiteindelijk ging ik voor Here now, there then van Dool (een keuze die ik me niet beklaagd heb trouwens). Toch is het gelijknamige album van Grails het beluisteren meer dan waard
  20. Vocerah - Treha Sektori: afsluiten doen we deze maand met deze Franse band die prachtige ambient en drone maakt
Beluister hieronder de volledige afspeellijst:

30 maart 2017

Raekwon


Kernen van creativiteit zijn er om te koesteren. Of het nu het clubje rond Dr. Dre betreft of de Wu-Tang Clan, in de hiphop tonen vele voorbeelden dat gelijkgestemde zielen elkaar bevruchten en beïnvloeden, samenwerken en voor elkaar schrijven. Het resultaat is dan vaak een hele reeks releases die aan elkaar verwant zijn en elkaar qua kwaliteit naar de kroon steken. Uit zo’n nest komt Raekwon. De Wu-Tanger heeft net een nieuw album uit, The wild, en daar worden wij zo enthousiast van als een kleuter die in de tuin paaseieren mag gaan zoeken.
Terwijl hiphop zich zowat verzekerd heeft van een permanente en gewaardeerde plaats in het muzieklandschap, is het niet slecht af en toe eens terug te blikken op hoe revolutionair sommige platen wel waren. In het rijtje van beeldenstormers mag Wu-Tang Clan niet ontbreken en voor elk van de leden zijn de argusogen waarmee hun solo-projecten (als je die al solo kan noemen natuurlijk) gevolgd worden, behoorlijk intimiderend. Enkelen bezwijken zelfs letterlijk (Ol’ Dirty Bastard), anderen dragen hun aura van genialiteit als een loper die hen overal brengt (GZA). Raekwon situeren we ergens daartussen en zijn volledige naam (Raekwon Da Chef) benaderen we steeds met een ironisch monkellachje. Toch valt niet te ontkennen dat de New Yorker een mooie staat van dienst heeft met eigen albums en bijdragen aan platen van anderen.
op The wild verwelkomt hij een resem gasten waarvan CeeLo Green (Gnarls Barkley) en Lil Wayne het meest in het oog springen. De meerwaarde van die samenwerkingen blijkt voor het eerst in Marvin, een van soul doordrongen song zoals we die van ‘s mans eigen platen ook kennen. Lil Wayne zorgt voor een van de hoogtepunten van de plaat, My corner. Het zou al te gek zijn te denken dat dit nummer buurtje-leen is gaan spelen bij The Opposites (Broodje bakpau), al is de gelijkenis behoorlijk treffend. Ook Kraantje Pappie komt spontaan in ons op als referentie. De nasale stem van Lil Wayne contrasteert mooi met die van Raekwon. Nog meer vocale wisselwerking is er met de vrouwen die ‘Visiting hour’ en Purple brick road naar een hoger niveau tillen.
Raekwon laat horen dat hij hitgevoelige songs uit zijn mouw schudt met het gemak waarmee een goochelaar een konijn uit zijn hoge hoed tovert. Purple brick road verdient het een lentehit te worden (zomerhits moeten immers nóg vrolijker) en Can't you see is zo smooth dat ze bij Durex de rechten vast al opgekocht hebben voor een commercial voor een glijmiddel. Wie zijn hiphop liever gekruid heeft met dubstepelementen, is aan het juiste adres bij You hear me.
Levensveranderende songs hebben we niet aangetroffen op The wild. Potentiële hits zijn er echter wel in overvloed. En we vatten het graag samen met de lyrics van Raekwon zelf: “Forever may not exist, but man, do we have our moments“.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle. Beluister hieronder het volledige album:

Soulwax


Het vervellen is compleet. Doorheen de jaren zijn de gebroeders Dewaele, zonen van legendarische radioman Zaki, geëvolueerd van jongens uit een rockbandje tot DJ's en remixers en is elektronica steeds belangrijker geworden in hun muziek. Sinds 2nd handsome blues, hun eerste EP, is de muziek van Soulwax veranderd en de Nite versions van Any minute now maakte al duidelijk dat een gitaarplaat maken er niet echt meer in zat. 
Net als een rups die in een cocon verandert, is het toch maar even afwachten (tenzij voor de biologen die de rups kunnen determineren natuurlijk) of het een mooie vlinder dan wel een saaie mot wordt die tevoorschijn komt. In dit geval mogen we opgelucht adem halen. Songs als Missing wires en de reeds enige tijd geleden geloste single Transient program for drums and machinery laten een verfrissend geluid horen dat vol warme klanken zit. Conditions of a shared belief klinkt als Kraftwerk meets Queens' Radio gaga meets Takkyu Ishino. Die laatste zindert overigens nog wat door in het ritmische aspect van Is it always binary. Af en toe komt de band nog eens in de buurt van een rocksong (Do you want to get into trouble?) of eighties pop (Trespassers). Uiteindelijk vat The singer has become a deejay het allemaal goed samen en mag dit gelden als het credo van de Gentenaars. Wij zijn niettemin erg blij met eindelijk nog eens een "gewone" plaat van de band.

Beluister het volledige album hieronder:

29 maart 2017

Retro review: Gorky


Mijn eerste echte kennismaking met Studio Brussel was toen ik als 17-jarige bij een bakker in Melle een vakantiejob deed. In de bakkerij stond de zender de hele tijd op en één van de hoogtepunten was op zondag, toen De Afrekening uitgezonden werd. In die tijd stuurde je je top drie nog per gele briefkaart door en maakte je meteen kans om iets te winnen. In die onvergetelijke zomer prijkte ergens bovenaan een Gents bandje, Gorky. De laatste dans van Anja was me niet onbekend dankzij de platencollectie van mijn ouders en het leek me gek en ook wel zo losstaand van de tijd dat een jonge kerel als Luc De Vos een liedje zou zingen voor die zangeres. Anja bleek de voorloper van Lieve kleine piranha en toen keek ik al reikhalzend uit naar dat debuutalbum.
Wat me vooral aantrok in de groep was die mengeling van heel herkenbare, typisch Vlaamse situaties in de teksten met een hint van eigenaardigheden zoals je die eigenlijk enkel in David Lynch-films tegenkomt. Althans, zo leek het voor de middelbare scholier die ik toen was wanneer Luc zingt over een jongen die in het midden laat of hij het op de achterbank doet met zijn lief of haar moeder. Soms vraagt een mens zich af riep een wereld op waarin Gent een fantasie zou kunnen zijn en onze levens geregisseerd. Tegelijk was de muziek voor een rockgroepje behoorlijk divers in mijn nog onervaren oren. En dan is er natuurlijk die melancholie, die weemoed die steeds doorklinkt in de stem van deze zanger, alsof het leven echt een tranendal is. Het was nog lang voor mijn (intussen ex-)vrouw mijn eigen melancholie een "depressieve ondertoon" zou noemen en in Luc De Vos had ik een zielsverwant. Als er één boodschap doorklinkt in de nummers, is het wel deze: je moet niet veel verwachten van het leven en dan, as je geluk hebt, valt je soms eens een mooi moment in de schoot waar je moet van genieten en dat je moet koesteren, want het gaat zo weer voorbij. De hoofdpersonen (vaak een ik-figuur) zijn trieste mensen die blij worden van de stem van Betty (Mellaerts) op de radio of van het mogen mee-eten als je de afwas doet. Troost wordt geboden door de vrouwen die steevast sterker zijn dan de mannen. Als ik het zo allemaal neerschrijf, besef ik dat mijn wereldbeeld misschien wel sterker dan ik ooit dacht door Gorky is beïnvloed. 
Overigens is Luc De Vos misschien wel altijd die overjaarse puber gebleven. Hoe vaak zag ik hem niet optreden, soms dronken en dan leek hij een jongere versie van de zatte nonkel, maar zijn zelfrelativering ("dit is mijn groepje Gorki") gaf hem zulk een ontwapenende charme dat je hem al vergeven had nog voor hij een volgend flesje bier aan zijn mond kon zetten. Muzikaal is Gorki (intussen met een -i in plaats van een -y) in feite beter geworden maar niets uit hun oeuvre weet dit debuut te evenaren omdat de groep hier misschien wel een Vlaamse Nevermind op de wereld losliet. Ik alvast had nog nooit iets gehoord als dit en zou het in het Nederlands niet meer horen. De weg werd geplaveid voor De Mens en Noordkaap, niet toevallig evenzeer iconen van de intelligente Vlaamse nederlandstalige rock. 
Wat Luc De Vos zo geniaal maakte, was dat hij een vertrouwd beeld een wending kon geven waardoor het in zijn verhaal en in zijn kraam paste. Of het nu gaat om de Zuidafrikaanse loopster Zola Budd (Nooit meer winter) of een mooie zomeravond waarop de spelende kinderen geen honger hebben want dat zou hun spel toch maar onderbreken (Boze wolven), het krijgt allemaal een metafysische en metaforische lading. En net als op I do not want what I haven't got van Sinéad O'Connor dat ik vorige maand aan bod liet komen, eindigt de plaat met een verrassend andere song, Geef al je geld aan de arme kinderen. Net als de titelsong van dat album, snapte ik de afsluiter niet.
Wat valt er overigens nog te zeggen over Mia, dat een status kreeg op korte tijd die zelfs 't Vliegerke van Walter De Buck overstijgt. Elke 52e minuut van een wedstrijd van AA Gent zingen alle supporters samen dit lied, het officieuze "Gentse volkslied" (zolang de titel die het lied van De Buck mocht dragen). Ik ken bijna niemand die de tekst niet kan meezingen. Los van het feit of dit een verdiende nummer 1 is in allerlei jaarlijkse polls genre De Tijdloze, is het tot het cultureel erfgoed van een hele generatie gaan behoren, van meerdere generaties zelfs. Hoe wrang klinkt voor mij "de middenstand regeert het land beter dan ooit tevoren" sinds Kris Peeters uit het niets opdook en één van de belangrijkste Vlaamse politici werd, helemaal gekatapulteerd vanuit zelfstandigenorganisatie Unizo. Hoe droef weent mijn hart telkens Mia vraagt "kun jij nog dromen?". Hoezeer voel ik me aangesproken omdat ik ook graag een kans wil krijgen in het leven voor ik "stom ga doen". "Alleen Elvis blijft bestaan", het is zelfs de titel van een tv-programma geworden. En de enige sterke figuur is Mia zelf, die nooit heeft afgezien en het licht heeft gezien. Zij is het baken waar Luc en ik en velen met mij troost en bescherming vinden en misschien zelfs wel een beetje gestolen geluk.
Mijn zoon, 11 jaar intussen, is ook helemaal weg van dit album en vooral van Mia. Wat hem erin aantrekt, zal ik misschien nooit weten want hij is niet zo'n prater (en al zeker niet over zijn gevoelens). Soms beeld ik me in dat hij net als ik (we gelijken nogal op elkaar) nét door diezelfde weemoed en troost getroffen wordt, dat hij door de combinatie van herkenbare beelden (hoewel ik denk dat ze herkenbaarder zijn voor mijn generatie dan de zijne) en op een heel bijzondere wijze emotioneel geladen zinnen geraakt wordt en dat hij voelt wat ik en vele anderen voelen: Luc De Vos is één van ons. Ja, hij is/was beroemd, maar hij ervaart dezelfde problemen als wij. Ik zag hem vroeger soms in de Delhaize, hij was de meest tastbare beroemdheid die ik kende. Mijn zoon is te jong om bewust zulke herinneringen aan hem te hebben maar mijn verhalen erover lijken hem te fascineren. Op een rondleiding op Campo Santo (een wandeling met gids tijdens de Gentse Feesten) was het graf van Luc De Vos, dat eruitziet als een wijnkist, het enige wat hem echt bijblijft. Dat er flesjes bier gezet worden en plectrums gelegd, het moet voor hem het soort bizarre faam zijn die ik Jim Morrison op Père Lachaise toedicht (waar ik overigens nog nooit geweest ben).
De kwaliteiten van de plaat op zich zijn niet gering doch het is vooral de impact die de plaat en de singles eruit hadden, die Gorky laten uitstijgen tot een legendarische plaat. En als ik drie dingen moet noemen die me trots maken een Gentenaar te zijn, is dit er zeker één van.

Beluister hieronder het volledige album:

Muzikale mailbox (15)




Een song over je ouders die na ontrouw van één van hen uit elkaar gaan, het lijkt wel een tienerprobeersel maar de Canadese DYLYN weet er een twist aan te geven. Daardoor is dit nummer meer dan gewoon een hedendaagse popliedje, er ligt een soort muzikale terughoudendheid in besloten (ondanks de openhartigheid in de tekst) die me weet te overhalen.


Even dachten we Beck te horen maar het is wel degelijk Ginger Snaps die ons Number crunching in de oren spiest. Deze multi-instrumentalist en producer die eigenlijk Jay Brooks heet, heeft samen met Lee Irons, die met hem mee de nummers schrijft, bracht deze single eind maart uit.



Als je een song (bovendien hier gratis te downloaden) aangeboden krijgt die Melle heet, dan wordt je aandacht toch wel serieus getrokken. Uiteraard gaat dit lied niet over de buurgemeente van Gent. Wat we te horen krijgen, is een knutselwerkje dat niet zou misstaan hebben op het Mo' Wax-label. Benjamin Muñoz brengt binnenkort een EP¨uit bij het Britse label Push And Run.

28 maart 2017

Lied van de week: week 13 - 2017

Change - Rhea


Het zestal Rhea zorgt deze week voor het lied van de week, de fijne single Change. Die kan je hier kopen of beluisteren.

27 maart 2017

Aankondiging: Ogentroost in de AB


Op 9 april programmeert het Gentse label Consouling in de AB, in het kader van het BRDCST-festival, Ogentroost, een programma met zelfs een mini-opera. Als curator mocht Mike Keirsbilck immers een affiche samenstellen en met Empusae (dat dan zijn album Lueur zal voorstellen), CHVE (Colin H. Van Eeckhout van Amenra), A-Sun Amissa, Treha Sektori en de samenwerking tussen Barst en percussioniste Karen Willems (van o.m. Inwolves) is dat al indrukwekkend. Voeg daar ook nog eens de mini-opera Medeamaterial aan toe met Innerwoud en Astrid Stockman en de kers ligt mooi bovenop de taart.
In dit interview met Gonzo Circus kan je lezen wat het opzet is. Kaarten kan je onder meer hier bestellen. Beluister hieronder ook de mixtape die bij dit programma hoort:

23 maart 2017

Lied van de week: week 12 - 2017

Lang leve België - Froze


Froze is een Gentse rapper die oorspronkelijk uit de stal van Rauw En Onbesproken komt en intussen tekende bij Top Notch. Zijn EP Desalniettemin is uit en daaruit komt Lang leve België, een song die eerst nogal zeemzoeterig begint maar uiteindelijk de kritiek niet spaart en daarmee zich verheft boven het gemiddelde.

Je kan de EP Desalniettemin hier kopen of beluisteren.

22 maart 2017

Dool


Een tip vragen aan de eigenaar van de platenwinkel, het loont al eens de moeite. Toen ik vorig weekend naar Consouling ging in Gent, kreeg ik op basis van mijn toch eerder vage vraag deze mooie tip: Here now there then van Dool. Ik mocht al even kort luisteren in de winkel, kocht deze tip (uit alle andere tips die ik kreeg) en heb me dat nog geen moment beklaagd.
Het Nederlandse vijftal maakt occulte metal, al klinkt dat in dit geval vooral als eighties muziek naar mijn smaak. Er hangt inderdaad iets dreigends en donkers over de songs, zoals al meteen blijkt uit de lange opener Vantablack. De band neemt meer dan tien minuten de tijd om deze song zich te laten ontwikkelen. Opvallend (en niet altijd het geval bij metal) is de mooie zangstem van Ryanne van Dorst. 
Die opener mag tellen als statement met zijn meer dan 10 minuten, ook de andere songs mogen er zijn. Golden serpents begint als iets van Monster Magnet om zich dan te vervellen tot een heel melodieuze lap eighties rock. Die bijna expliciete muzikale verwijzing naar dat mythisch decennium hoor je ook in In her darkest hour en Oweynagat. En er zijn nog voorbeelden te vinden...
De teksten zijn doordrenkt van een eerder pessimistisch wereldbeeld waarop het altijd wachten is op onheil, op persoonlijk of breder vlak. Vrolijk stemmen ze allerminst. Dat is geen reden natuurlijk om niet van deze plaat te kunnen genieten. Er is immers zoveel goede muziek over lelijke of triestige dingen, soms ligt de schoonheid nog het meest in het kwade, in het lelijke, in het ongeluk,...

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

20 maart 2017

Xiu Xiu


Al sinds ik de band leerde kennen, ben ik helemaal weg van het unieke plaatsje dat Xiu Xiu inneemt in het muzieklandschap. Je kan je dus voorstellen hoe blij ik ben dat er alweer een nieuw album uit is: Forget.
Het had een hiphopalbum kunnen zijn, zoals openingsnummer The call begint. Er zit ook een vleugje Senser in... Nog zo'n song die flirt met andere genres die je niet meteen verwacht bij Xiu Xiu is Jenny GoGo, een soort industrial met zware new wave-invloeden. Het muzikaal universum van de band is sowieso heel divers en de grootste herkenbaarheid haalt Xiu Xiu uit de zang, waardoor je nummers als Hay choco bananas en Petite meteen aan hen gaat toeschrijven. 
Deze plaat is een allegaartje dat meerdere luisterbeurten vraagt om de interne samenhang te ontwaren maar wie dat geduld kan opbrengen, wordt ruimschoots beloond.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:


19 maart 2017

Democrazy concert: The Black Heart Procession (voorprogramma: Sam Coomes)


Het zal intussen al zo’n decennium zijn dat bands met het idee op de proppen kwamen om concerten te geven waarop ze een plaat integraal spelen. Niet zelden betreft het dan ofwel hun debuut ofwel hun meest succesvolle plaat, zij het commercieel of artistiek. Het statement dat daarmee gemaakt dient te worden, is niet altijd even duidelijk. We vermoeden dat een vorm van nostalgie nooit veraf is voor de muzikanten zelf. Hoe dan ook zijn zulke tournees vaak een schot in de roos. Precies dat concept bracht The Black Heart Procession op uitnodiging van Democrazy naar de Gentse Handelsbeurs.


De vroege concertganger kon vanuit de comfortabele pluche zetels die de Handelsbeurs besloten had te installeren, op gang komen met Sam Coomes. Samen met Janet Weiss, drummer bij Sleater-Kinney, vormt hij normaal het popduo Quasi. In augustus vorig jaar bracht hij zijn solodebuut uit. Wat we te zien en horen kregen, was een verbluffend optreden dat eerder als geinig dan als echt goed te omschrijven valt. Met vervormde stem speelde hij zijn liedjes op een keyboard dat ook al door de effectenmolen gehaald werd zodat het klonk als een aftands Hammondorgel uit de kringwinkel. Hij liet zich ook begeleiden door een drummachine. De set vervelde van burleske, Kurt Weill-achtige composities over spacey Spiritualized-geïnspireerde psychedelica tot wereldverbeterende John Lennon-liedjes met een hoop Connan Mockasin-allures.


"Fifteen feet of pure white snow", zo bezong Nick Cave ooit ingesneeuwde mensen. Hoewel we net de voorlopig warmste en zonnigste dag van het jaar achter de rug hadden, voelde het vanaf de eerste noten van The Black Heart Procession alsof we ons goedschiks of kwaadschiks in zo’n lot moesten schikken. Ware het niet dat de metafoor “als een warm dekentje” voor songs als deze zo versleten is als het paar wandelschoenen waarmee een Noor de tocht naar Santiago de Compostela aflegde, we zouden The waiter zo kwalificeren. Met enkel een met de strijkstok bespeelde zaag, een viool, een accordeon en zachte toetsen op de piano gaf het viertal op het podium ons zulk een warm en behaaglijk gevoel dat de in de muziek hoorbare scherpe, koude wind ons niet kon deren. Bijna geloofden we echt dat zij onze enige bescherming waren tot de Sint-Bernardhonden ons zouden bevrijden. Naadloos vloeide de muziek over in The old kind of summer.
Afwisselend in blauw en rood licht nam de band de tijd om hun debuut 1 uit 1998 te brengen. Dat schakelde voortdurend tussen rustige nummers en vaak door de gitaar gedragen meer up-tempo songs. Tot die laatste categorie behoorde onder meer Release my heart, waarop menige voet van het zittende publiek meebewoog. Opvallend was hoe melodieus en eenvoudig ze klonken. Blue water – black heart vormde op die manier een van de hoogtepunten met een refrein waarop je je ‘s anderendaags betrapt dat je het nog loopt te neuriën. Tussen die balancerende en tegen elkaar uitgespeelde songs is The winter my heart froze, een instrumentaal intermezzo van nog geen minuut, een speels accentje. Wij hoorden er alvast de hand van Danny Elfman in, ook in het erop volgende Stitched to my heart. Het half luchtige, half griezelige pianospel werd omstuwd door klanken die de snijdende wind van eerder nog aanwakkerden.
Toen de plaat integraal gebracht was, riep het publiek middels luid applaus de band terug het podium op. Het dilemma waarmee de muzikanten zich bij zo’n concept geconfronteerd zagen, is natuurlijk wat je als bisnummers moet spelen. Toen Pall Jenkins ons na het eerste toegift voor het eerst toesprak, legde hij dit vraagstuk voor en verklaarde hoe zij uiteindelijk gekozen hadden voor de publiekslieveling A cry for love en het hen in deze vreemde (politieke) tijden toepasselijk lijkend The war is over. Vooraleer we nog een derde song als afsluiter kregen, vertelde hij over hoe het duo dat de kern vormt van de band opgroeide in San Diego, nabij de Mexicaanse grens en hoe zij en hun Mexicaanse vrienden verontrust zijn door de plannen van Trump mensen te scheiden middels een muur. Die woede leidde tot een nieuw nummer, Borders, dat het verhaal vertelt van een immigrant. Naast de bijval en de sympathie die het hen opleverde, bleek het na de laatste noten ook de aanleiding voor een staande ovatie.


Setlist:
  1. The waiter
  2. The old kind of summer
  3. Release my heart
  4. Even thieves couldn't lie
  5. Blue water - black heart
  6. Heart without a home
  7. The winter my heart froze
  8. Stitched to my heart
  9. Square heart
  10. In a tin flask
  11. A heart the size of a horse
    ----------------------------------
  12. A cry for love
  13. The war is over
  14. Borders
Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

15 maart 2017

Lied van de week: week 11 - 2017

Underspoken - Low Land Home


Hier berichtten we al over de nieuwe groep van Jo Geboers, ex-bassist van Bearskin en Astronaute, die we ook live aan het werk zagen op Zebrawoods. Low Land Home heeft nu een eerste single uit en die belooft het beste voor de EP die in april verschijnt.

Dit nummer zal ook terug te vinden zijn op de gelijknamige EP die op 21 april uitkomt. Van zodra de Bandcamp-pagina van de band online komt, zal je hem daar kunnen bestellen.

Lyrics:

You step inside this room
To hide away your burden from the sun
Leave me here, I’m partly broken
Leave me here I’m underspoken, too
 

The bright light led my fear away
From where it’s supposed to be
Leave me here
The bright light scared away
Oceans drift apart for me to stay
The common in this room
 
What is this
What is left of me is this
Waves upon the shore
It’s broken
Bring them back where they were spoken too

The bright light led my fear away
From where It’s supposed to be
Leave me there
The bright led scared away
Oceans drift apart for me to stay
The humming in this room
The humming in this room
The humming in this room
The humming in this room
The humming in this room
The common in this room
The common in this room

The bright light scared away
The bright light scared away
The bright light scared away
The bright light scared away
The bright light scared away
The bright light scared away
The bright light scared away
The bright light scared away

08 maart 2017

Lucy And The Birds


Lucy And The Birds is de nieuwe band van Elke Buyneel, die Lize Accoe opvolgde als frontvrouw bij DeLaVega. Er was eerder al een titelloze EP en begin dit jaar verscheen dan het debuutalbum Stories in between.
Wat meteen opvalt, is de jazzy inslag van de plaat. A song called Mary bijvoorbeeld klinkt als het soort easy listening jazz dat ik best wel kan pruimen op een luie zondagnamiddag. We hebben het dan overigens niet over de moeilijke jazz waarmee mijn beste vriend vast veel meer vertrouwd is dan ik, maar met soort dat doorsijpelt tot in het repertorium van popbands als Hooverphonic. Toch kan Lucy And The Birds ook scherper uithalen, zoals in In a heartbeat, waarvan het me verwondert dat dit niet vaker te horen is op bijvoorbeeld Studio Brussel. Deze band misstaat immers niet tussen Lady Linn, Arsenal, Noemi Wolfs, Buscemi en Vaya Con Dios.
Afsluiter Not alone doet me dan weer heel sterk denken aan Tori Amos, ook al omdat de zangeres voornamelijk door de piano begeleid wordt. Het duet Closer met bassist Steven Van Loy is een perfecte evenwichtsoefening tussen de stemmen van beide geslachten. En zo meandert de hele plaat van stemming naar stemming, zonder de luisteraar te bruskeren.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

Lied van de week: week 10 - 2017

Afro trap part 8 (never) - MHD


Franse hiphop, dat hebben we hier nog niet eerder gehad. Het is dankzij de plonsjes van Indiestyle dat ik kennis maakte met deze song, die me meteen voor zich won. MHD is een Parijzenaar met Afrikaanse roots die ze ook duidelijk laat doorklinken in zijn muziek. Daarbij komt hij op deze song dicht in de buurt van de grime.

Je vindt de song op zijn titelloze plaat uit 2016, die je hier kan beluisteren op Spotify.

Lyrics:

[Couplet 1]
L'espoir fait vivre, j'suis pas du côté des victimes
Allô Naké, il est temps d'péter un fond d'commerce
Faut du liquide, du liquide
Belek, suis quand ça débite
Zieute mon flow quand j'dab
Et j'suis le meilleur comme d'hab
Fou, guette mes shoes
J'leur ai mis une distance, on me rattrape pas
J'suis au corner, 6 dans l'dos, j'ai la bonne pioche
Surveille tes arrières quand ça ricoche
J'suis sur tous les terrains comme la Pogbance
Laisse-moi faire, j'suis dans ma bulle
J'suis dans tous les plavons, viens on prend l'affaire
Follow me, faut qu'on s'arrange
Et dans l'game c'est MHD qui dérange

[Refrain]
Rien dit, rien entendu, rien vu, never
Tu m'détestes ? C'est réciproque
Un selfie ? Never
Un style, un prince
Tu veux être moi ? Never
Quand j'dab, tu likes
On s'follow ? Never

[Couplet 2]
Christian Dior sur l'nez
J'vois en noir et blanc comme à l'ancienne
Tout est clean, tout est frais, tout est opé
J'connais pas ces rappeurs, c'est eux qui me connaissent
Le daron veut du blé, de loin il voit que ça récolte
J'ai un disque d'or dans mon salon
Et l'autre en platine près de la cuisine
Maman s'inquiète pour mon avenir
J'lui ai dit que je voulais faire que du business
Elle a peur pour moi quand j'dois sortir
C'est la prière qui me sauve, pas les grigris
Stop, j'ai besoin d'air, j'suis pas chanceux
J'ai pas ché-la même quand j'étais derrière
DJ repeat, fuck les envieux
Deuxième projet, j'vais péter des molaires

[Refrain]
Rien dit, rien entendu, rien vu, never
Tu m'détestes ? C'est réciproque
Un selfie ? Never
Un style, un prince
Tu veux être moi ? Never
Quand j'dab, tu likes
On s'follow ? Never

[Pont]
Ils veulent me dire j'suis qu'une étoile parmi d'autres
Sur le terrain y'a pas d'arbitre, à qui la faute ?
J'me pavane dans la zone mais ma place est sur le trône
Couronne sur la tête, la Moula Gang poursuit sa quête

[Refrain]
Rien dit, rien entendu, rien vu, never
Tu m'détestes ? C'est réciproque
Un selfie ? Never
Un style, un prince
Tu veux être moi ? Never
Quand j'dab, tu likes
On s'follow ? Never

06 maart 2017

De Zwerver-concert: Strand Of Oaks (voorprogramma: Jason Anderson)


Zaterdagavond ging ik (eindelijk) nog eens naar een concert. In De Zwerver in Leffinge ging ik met vrienden kijken en luisteren naar Strand Of Oaks, de band van Timothy Showalter die ik al eerder aan het werk zag in Trix en op Pukkelpop. Er bleken onder het publiek nog meer bekenden en vrienden aanwezig. Het was overigens ook een klein beetje met een bang hartje, want 's mans nieuwste album, Hard love, viel me wat tegen (zoals je hier kan lezen). Anderzijds hadden sommigen me al verzekerd dat zijn concert in de AB eerder in de week werkelijk groots was.



Het voorprogramma werd verzorgd door Jason Anderson, die trouwens door Timothy Showalter zelf werd voorgesteld. Hij bleek intussen ingelijfd bij Strand Of Oaks, maar mocht met zijn solo-muziek de zaal opwarmen. Nu ja, of hij daar veel toe bijgedragen heeft, is me toch een raadsel. Zijn sobere arrangement (gitaar en/of keyboards) bij zijn teksten die veel herhaling bevatten en weinig om het lijf hadden, maakten die songs vooral erg inwisselbaar en eigenlijk ronduit zwak.



Al vroeg in de set verraste Strand Of Oaks met psychedelische uitvoeringen van Shut in en Taking acid and talking to my brother, waardoor mijn vrees al wat weggenomen werd. Die lekkere psychedelische saus overgoot immers zowat de hele set en maakte dat ook de nieuwe songs er beter uit kwamen. En bovenal is er het enthousiasme en de pure, échte spelplezier van een man die zwarte sneeuw heeft gezien en nu alsnog zijn droom leeft. Het werkt zo aanstekelijk dat ik alvast me niet al te erg stoor aan de soms wat predikantachtige stijl die hij hanteert (al weet ik dat sommigen dat wel doen). Verder in de set hoorden we heel mooie versies van Radio kids, Heal en Everything. Daarbij viel vooral ook de essentiële rol van de bassist op die heel vak met goeie riffs de basis legde voor een song om dan stilletjes op de achtergrond te verdwijnen en van daaruit toch de songs te blijven dragen.
In de bisronde kwamen eerst Timothy en Jason Anderson alleen terug voor een niet echt beklijvend Cry, op plaat ook al één van de mindere song. Dat werd echter daarna goed gemaakt met de twee beste nummers van de avond: de ode aan Jason Molina, JM, en de grootste hit waarmee het succes in 2014 ook een aanvang nam, Goshen '97.



Setlist:

05 maart 2017

Tinariwen


Woestijnblues, zo noem ik (maar ik haal de term vast van iemand anders) de muziek van Tinariwen. Wat de zevenkoppige band uit Mali de wereld voorschotelt op hun platen, laat horen hoe diep de blues geworteld zit in Westafrikaanse tradities, wat ik overigens al wist sinds ik Ali Farka Touré ontdekte. Ze hebben net een nieuwe plaat uit, Elwan, waarop in enkele nummers enkele westerse artiesten hun medewerking verlenen, zonder in het heldere licht van de Berbers te gaan staan. Tinariwen blijft de ster van dit album.
Zo hoor je in opener Tiwàyyen amper dat Kurt Vile en Matt Sweeney meedoen. Beide artiesten komen later nog terug op het album. Kurt Vile doet dat samen met Mark Lanegan in Nànnuflày. Daarin hoor je de zanger, maar ook hij beheerst zich en laat de eer toch vooral aan de Berbers. Voorts is het op deze plaat vooral genieten van de zalige relaxed sfeer en de betoverende klanken, zoals in Hayati en het zeer rustige Arhegh ad annàgh.
Tussen de gitaarplaten en de danceklanken die vaak mijn huiskamer bevolken, is deze plaat een welkome afwisseling, die terugvoert naar de bron van heel wat mooie muziek en tegelijk absoluut niet (ver)oud(erd) klinkt.
Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

04 maart 2017

Strand Of Oaks


Goh, wat een goeie plaat was Heal van Strand Of Oaks. Ik herinner me nog heel goed hoe verzot ik erop was. Wiens geheugen zich minder bezighoudt met wat mij wel of niet behaagt, is er gelukkig ook nog deze blogpost waarin ik het allemaal haarfijn uitlegde. Het album hield de belofte in dat Strand Of Oaks zelfs nog groeimarge had. En dus keek ik heel erg uit naar het nieuwe album, Hard love, dat onlangs verscheen. En kocht ik een kaartje voor zijn optreden (mijn verslag daarvan mag je één van de komende dagen verwachten).
Wat is het dan ook zo jammer dat de opvolger zo hard tegenvalt... Op heel wat songs raakt Timothy Showalter niet verder dan middelmatige rock(ballads) (Salt brothers, On the hill, Cry, Rest of it,...). Vooral de trage nummers zijn duidelijk niet zijn forte. Wel goed zijn Radio kids, een vrolijke meezinger die een beetje aansluit bij het meest toegankelijke van Dinosaur Jr, en Taking acid and talking to my brother, dat twijfelt tussen Buffalo Tom en iets rustigs van de vroege Smashing Pumpkins.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

Star Club West


Twintig songs op een plaat stansen, doet iemand dat werkelijk nog? Natuurlijk draaien ego’s als Kanye West en Drake er hun hand niet voor om. Sympathieke rockbandjes houden het daarentegen liever wat bescheiden. De Limburgers van Star Club West vormen daar de spreekwoordelijke uitzondering op: op hun vorige plaat My ill women stonden 21 liedjes, het nieuwe NIN bevat er slechts eentje minder.
De band ontstond uit een brokstuk van het uiteengevallen Orange Black. Dat lijkt een trivia-weetje als je voorbijgaat aan de muzikale verbinding die tussen beide bands bestaat. De muziek die ze toen, onder meer met Dieter Sermeus (The Go Find) en Aldo Struyf (Millionaire) maakten, heette nog gewoon lo-fi. De productie op NIN mag dan al een pak beter klinken, de feel van de toenmalige platen klinkt erg goed door in nummers als Tit city of There is comfort. Achteloze gitaren met als een oud deken daaroverheen gedrapeerd warme stemmen; het lijkt ook nu nog steeds het handelsmerk van Star Club West. Dat de technologie ontdekt werd, is duidelijk merkbaar in de vele geluidseffecten die doorheen de songs geweven worden.
Deze plaat klinkt alsof ze door de vier heren eventjes snel op een home studio is opgenomen, en de producer en de bandleden elk knopje wilden proberen. Are we heavy gaat gebukt onder de stempel van Daft Punk met de vervormde stem. Je hoort echter dat de instrumenten een heel ander pad uitwandelen. Klopje bevat samples van alledaagse geluiden die zo vertrouwd klinken dat we ze niet altijd even goed thuis kunnen brengen. In Spaniels worden de gitaren mishandeld alsof het gevangenen in Guantanamo Bay betrof en iemand vond nog een kerkorgel én -koor om Teach me thy way, oh Lord uit te bouwen tot een Sonic Youth-cover van een Vlaamse gospelzang. Aan variatie dus geen gebrek op NIN.
De hamvraag is natuurlijk of al dat vrolijk ronddartelen in de muzikale speeltuin ook een interessante plaat oplevert of slechts een verzameling bekoorlijke liedjes. Eenduidig antwoorden is niet eenvoudig. Je krijgt geen coherente plaat voorgeschoteld die een verhaal vertelt. Anderzijds zijn het geen losse flodders of toevalstreffers die je richting uitkomen. Als we dan toch een vergelijking van stal moeten halen om uit te leggen wat dit album oplevert, wenden we ons tot het weer, dat onderwerp waarmee je elk gesprek op gang krijgt. NIN is als de verkwikkende stortbui op een zomerdag. Het maakt niet uit of de druppels groot of klein zijn, warm of koud, je krijgt gewoon alles in één keer over je uitgestort. Soms geniet je nog het meest als je het allemaal maar gewoon laat gebeuren.

Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle. Beluister hieronder het volledige album:

03 maart 2017

Lied van de week: week 9 - 2017

Ballad of the dying man - Father John Misty


Wanneer Father John Misty een nieuwe single uitbrengt, is dat hier ten huize altijd reden om met een gelukzalige glimlach rond te lopen. Ik kijk dan ook erg uit naar de nieuwe plaat, maar eerst is er dus deze single.

Je vindt dit nummer op Pure comedy, het nieuwe album dat verschijnt op 7 april en dat je hier alvast kan bestellen.

Lyrics:

Naturally the dying man wonders to himself:
Has commentary been more elusive than anybody else?
And had he successfully beaten back the rising tide
Of idiots, dilettantes, and fools
On his watch while he was alive
Lord, just a little more time


Oh, in no time at all
This'll be the distant past
Ooh


So says the dying man once I'm in the box
Just think of all the overrated hacks running amok
And all of the pretentious, ignorant voices that will go unchecked
The homophobes, hipsters, and 1%
The false feminists he'd managed to detect
Oh, who will critique them once he's left?


Oh, in no time at all
This'll be the distant past


What he'd give for one more day to rate and analyze
The world made in his image as of yet
To realize what a mess to leave behind


Eventually the dying man takes his final breath
But first checks his news feed to see what he's 'bout to miss
And it occurs to him a little late in the game
We leave as clueless as we came
For the rented heavens to the shadows in the cave
We'll all be wrong someday


Oh
Oh
Oh

02 maart 2017

Gelezen (99)

De stille Amerikaan - Graham Greene


Graham Greene beschrijft het wedervaren van een Brits journalist in Vietnam toen de Fransen er het nog voor het zeggen hadden en de Amerikanen al achter de schermen zich begonnen te mengen in het conflict, zijn vriendschap met een Amerikaan die clandestien meewerkt aan de Amerikaanse inmenging en zijn liefde voor een Vietnamese. De verhaallijnen van de oorlog, van de vriendschap (en het verraad) en van de liefde zijn mooi verweven en dat is precies wat dit boek tot een klassieker verheft: het particulieren en het historische vormen tevens het decor voor het universele. Prachtig boek!

Player one - Douglas Coupland


Net als in Girlfriend in a coma van dezelfde auteur, brengt Douglas Coupland ook hier weer enkele personages samen die een apocalyptische gebeurtenis meemaken, al wijst aanvankelijk niets daar op. Het is voor de schrijver de aanleiding om vrijelijk te denken over identiteit, bewustzijn, het specifieke van de mens, tijd en tijdsbeleving en nog wel wat meer filosofische onderwerpen. Soms duren die passages net iets te lang, maar meestal dendert het verhaal, verteld vanuit vijf perspectieven, goed voort.

Twee levens - Stefan Brijs


Natuurlijk is dit bijlange niet zo goed als De engelenmaker, een roman waarin Stefan Brijs wel de tijd had om zijn personages verder uit te werken en de plotlijn langzaam te laten ontwikkelen en het tempo te laten volgen dat de lezer meesleept. Dit korte boek bevat twee verhalen over eenzelfde moment (kerstavond 2000), verteld vanuit twee perspectieven (van buren).
Het eerste verhaal, verteld door een jonge man, klinkt heel herkenbaar en houdt de vaart er voldoende in. Het tweede verhaal, van de oude buurvrouw wiens man vijf jaar voordien overleed, mist die vaart omdat de stukken muziek (waarvan de tekst voortdurend geciteerd wordt) er veel te veel tussenkomen. Bovendien loopt dit nogal voorspelbaar af.
Jammer dus, al bevat het boekje nog genoeg goede elementen om de kwalificitie "wel ok" mee te krijgen...

01 maart 2017

Every Stranger Looks Like You


Brakel is voor velen niet meer dan een vaste passage tijdens de Ronde van Vlaanderen én de thuisbasis van Herman (en intussen ook zoon Alexander) De Croo. De parel der Vlaamse Ardennen staat daarentegen bij weinigen bekend als een bruisend epicentrum van grunge of post-hardcore. Daar hoopt het driekoppige Every Stranger Looks Like You verandering in te brengen met hun debuutplaat Bluest shade of black.
Na de vijftig tinten grijs zit vermoedelijk niemand meer echt te wachten op nog een les kleurenleer. Het Oostvlaamse trio trekt ons toch over de streep met rauwe muziek die ons rood van opwinding, witheet van de kolkende energie en ook wel een beetje groen van jaloezie maakt. En dan zijn blauw en zwart nog niet aan de orde geweest... De stembanden van Tim lijken wel aan flarden gescheurd te worden als lappen vers vlees in de muil van een hongerige wolf. Zoals het een grungeband betaamt, vormen de gitaar, bas en drums een harmonieus en afwisselend samenspel van verpletterend hard en melodieus. Zo doet Shards ons onwillekeurig denken aan de vroege Soundgarden en Half of me half the time is Mother Love Bone op amfetamines.
Wie denkt een nostalgische trip enkele richting jaren negentig te kunnen maken, onderschat de stevig geplante voeten van de band in de hedendaagse modder van de door wielertoeristen zo beminde heuvels. De intro van Salt had Nine Inch Nails kunnen zijn door een gehaktmolen van het standaard techno-instrumentarium gehaald. Hoe het combo erin slaagt dat geluid te krijgen met slechts de drie oerklassieke rockinstrumenten, is ons een raadsel. Af en toe zit de band gewoon op de bandwijdte van de metal (Ouroboros of Self-portrait, 2016). Eerder dan woede is wanhoop de drijvende kracht. Die wanhoop klinkt zelfs als het onvermijdelijk in het diepst mogelijk gat vallen op (no) Future friends. Gelukkig valt er toch nog soms eens een tweede adem te halen met songs als Catharsis (Self-help) (enkele weken geleden nog lied van de week). De zelfmoordcijfers in Vlaanderen zijn zo al hoog genoeg, Every Stranger Looks Like You.
Bluest shade of black is geen album voor doetjes. Niet enkel je trommelvliezen dienen tegen het één en ander bestand te zijn, ook je ziel vereist de capaciteit krassen te verdragen. Zich verdiepen in de lyrics gaat je wereldbeeld niet rooskleurig(er) maken en net als bij Nirvana bekruipt je het gevoel dat al dat moois de natuur nabootst die de giftigste planten camoufleert met de aanlokkelijkste kleuren. Misschien is dat wel de belangrijkste les van deze kleurenleer: het felste blauw verbergt het diepste zwart.

Deze recensie verschijnt eerstdaags ook op Indiestyle. Je kan dit album bestellen bij de band zelf via everystrangerlookslikeyou@gmail.com of via deze link. Beluister het volledige album alvast hieronder: