30 juni 2016

Twintig parels per maand: juni 2016


We gaan de grote vakantie in, maar niet zonder de parels van de maand juni over jullie uit te schudden:
  1. Mad about the boy - Dinah Washington: toen ik nog veel jonger was, werd dit nummer opnieuw populair door een jeans-commercial. Toen besefte ik nog niet wat een geweldig nummer van een geweldige zangeres dit is
  2. I picked a flower the color of your eyes - Tommy Dorsey: toen romantiek nog niet overgecommercialiseerd was en leidde tot prachtsongs
  3. The things we did last summer - George Shearing Quintet with Nancy Wilson: nog meer prachtigs uit lang vervlogen tijden
  4. Calling Dr. Gillespie - Gene Krupa: instrumentaaltje
  5. Krupa - Apollo 440: Gene Krupa (van het vorige nummer) leerde ik kennen dankzij zijn vermelding in dit nummer uit 1997
  6. Atari teenage riot - Atari Teenage Riot: de band van Alec Empire verkende extremen als geen ander, maar ik heb hier gekozen voor een meer toegankelijk nummer
  7. For whom the bell tolls (The irony of it all) - Metallica featuring DJ Spooky: ook al in 1997 remixte DJ Spooky één van de klassieke songs van Metallica, voor de soundtrack van de film Spawn
  8. Children of the grave - White Zombie: geweldige cover van een Black Sabbath-nummer
  9. Me so horny - Revolting Cocks: ik kende het nummer eigenlijk enkel van 2 Live Crew maar deze versie van Revolting Cocks (met onze eigen Luc Van Acker) is véél beter
  10. Carnivàle main title theme - Wendy and Lisa: de openingssong van de geweldige HBO-reeks Carnivàle. Ik was me er niet van bewust dat Prince-protégées Wendy and Lisa hem maakten
  11. Slow - Leonard Cohen: twee jaar geleden bewees Leonard Cohen dat hij het nog steeds kan. Ik smelt telkens weer voor die heel gloedvolle, warme en diepe stem
  12. Still on fire - Aztec Camera: ik heb Aztec Camera altijd een onderschatte groep gevonden, die geweldige popmuziek maakten. Deze song is bij velen onder jullie misschien niet geheel onbekend, uit 1984
  13. The red telephone - Love: het hele album Forever changes van Love is een topper en daaruit koos ik niet voor Alone again or (dat me onder meer door een cover door Calexico bekend raakte) maar dit prachtnummer
  14. Can't seem to make you mine - The Seeds: een band om te ontdekken!
  15. Cinderella - The Sonics: garagerock van de bovenste plank
  16. The werewolf - Paul Simon: Paul Simon heeft net een nieuw album uit, Stranger to stranger, en deze opener toont dat hij nog steeds muziekjes uit de hele wereld op een unieke wijze samensmeedt tot een geweldige popsong
  17. Brando - Scott Walker and Sunn O))): in 2014 bracht Scott Walker (van The Walker Brothers maar intussen nog veel meer van een indrukwekkende solo back catalogue) een album uit samen met de dronemeesters van Sunn O))) (Soused). Dit is echt voor avontuurlijke oren en het loont zeker de moeite je hier voor open te stellen
  18. Lavender - BadBadNotGood featuring Kaytranada: dit soort liedjes moet je gewoon op je in laten werken
  19. Wildflower - Ghostface Killah: Ghostface Killah (één van de leden van de Wu-Tang Clan) bracht twintig jaar geleden een solo-album uit dat zeer de moeite bleek (Ironman)
  20. Niggas in Paris - Jay Z and Kanye West: we eindigen deze maand met het resultaat van de samenwerking tussen de twee grootste namen in de hiphop. Dit is een knaller van formaat dus zet het volume maar heel hoog!
Beluister hieronder de volledige luisterlijst:

29 juni 2016

Lied van de week: week 26 - 2016

My children - Ignatz


De blues die Ignatz (Bram Devens) maakt op zijn eerdere platen, is zo experimenteel én basic dat hij me meteen kon bekoren. Nu brengt Ignatz een nieuwe album uit, The drain, met daarop dit nummer. Als voorproefje kan dit tellen, ik ben al heel benieuwd naar de volledige plaat.

Je kan het album The drain hier bestellen.

28 juni 2016

Gespot voor u: Low Land Home


Jo Geboers, ex-lid van Bearskin en Astronaute, vormt samen met Jolien Bové Low Land Home, een band die minimalistische piano combineert met warme zang en een tikkeltje ambient en electronica.
Er wordt gewerkt aan een EP, met hulp van Pieter-Jan De Craene (van Rhinos Are People Too) maar voorlopig moeten we op de Vi.be-pagina nog doen met vijf demo's.
Je kan hen wel al live aan het werk zien op volgende plaatsen:
Beluister hieronder drie nummers van de band:

27 juni 2016

DJ Shadow


Vorige week was de nieuwe single, Nobody speak, nog het lied van de week. Intussen is ook het album waarop die song terug te vinden is, uit. The mountain will fall start met hoge verwachtingen, niet enkel omwille van het nog steeds fantastische Endtroducing dat een mijlpaal in de (experimentele) hiphop betekende, maar ook dankzij de single en de nummers die DJ Shadow de afgelopen jaren loste.
Zo goed als het bejubelde en hierboven al aangehaalde album, wordt het nooit meer. Maar waarom zou ik blijven hangen bij wat twintig jaar geleden de standaard zette? De nieuwe plaat verdient het met oren van vandaag beluisterd te worden en afgemeten te worden aan de standaard van de nieuwe releases. 
Opvallend aan dit schijfje is dat DJ Shadow alweer ging voor samenwerkingen die niet altijd voor de hand liggen. Naast Run The Jewels (waarmee hij de single opnam) passeert bijvoorbeeld ook Nils Frahm de revue. Dat is toch wel een verrassende naam. Het resultaat overtuigt niet onmiddellijk, maar meerdere en/of grondigere luisterbeurten later kan ik niet anders dan besluiten dat beide heren de som van 1 en 1 tot het mooie 3 hebben weten laten oplopen. Met Ernie Fresh als gastvocalist op The sideshow krijgen we dan weer een vintage old school hiphopnummer voorgeschoteld en dat blijft smaken.
Helaas zakt de plaat nadien toch een klein beetje in als een soufflé: Ashes to oceans is te lang(dradig) en songs als Pitter patter en Ghost town bevatten zowel goeie elementen als slaapverwekkende passages. Een halve plaat lang weet DJ Shadow dus het hoge niveau aan te houden, maar daarna zijn er nog wel goeie ideeën maar geen volledige songs meer die daar een bevredigende uitwerking van zijn.
De dreiging van Depth charge schreeuwt om gebruik in allerlei tv-programma's en films terwijl het electro-minimalisme van Mambo verfrist als een Calippo op het strand. 

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

26 juni 2016

Alkerdeel


Een duiveltje dat door zijn benen onze richting uitkijkt terwijl hij een dikke scheet laat: sommige platenhoezen vertellen zoveel meer dan woorden om te beschrijven wat je mag verwachten. Alkerdeel weet op de opvolger van Morinde zijn duivels niet alleen los te binden maar ze inderdaad ook nog eens recht in ons gezicht te laten lachen, ons omhullend met de stank van een wind die opgespaard lijkt gedurende een week. En het gekke is: ik ben er dol op!
Geef mij maar meer van die bulderende gitaren die enkel wijken voor een parlando in het Frans in Regardez ses yeux (een song die in 3 delen uiteenvalt). Overstelp me maar met de gecontroleerde woede die ik vermoed in de titelsong. En voor een finale als Gråt delenaaf mag je me om het even wanneer wakker maken en meesleuren naar de moshpit. 
Er zijn harde gitaarplaten en er is Alkerdeel. Onthoud die naam!

Deze plaat kan je hier kopen via Consouling en kan je alvast hieronder beluisteren:

25 juni 2016

Echo Beatty


Drie jaar geleden wist Echo Beatty al vele muzikale harten te veroveren met Tidal motions en dit jaar is er de opvolger Nonetheless die de wereld ingezonden wordt met een missie. Die missie is niet enkel die veroveringstocht verder te zetten, maar veel meer veronderstel ik dat de band troost wil bieden in het woelig jaar dat 2016 al gebleken is. Het papieren zakdoekje volstaat niet en dus biedt het duo dat live tot een drietal vervelt, een zachte boezem om tegen aan te huilen en de lichaamswarmte die als een van wasverzachter doordrenkte handdoek om ons heen geslagen wordt.
Meer nog dan op het debuut sta ik versteld van de hoge kwaliteit die Echo Beatty tentoonspreidt. Soldier on furlough bijvoorbeeld is knap geconstrueerd, vlekkeloos ingespeeld en perfect in evenwicht. De Antwerpenaren weten ook Knots zo mooi en stelselmatig op te bouwen dat vergelijkingen met Teardrop van Massive Attack aan de orde zijn: ook daarin hoor je immers heel goed hoe de verschillende instrumenten samen een groots resultaat opleveren en hoe ze daarin elk op zich hun eigen unieke plaats hebben. Single Hunger hunger combineert ons favoriet alt-country-gevoel (wijdsheid zover het oog, of het oor, reikt) met een radiohitpotentieel dat elke verstandige programmator weet te benutten.

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

24 juni 2016

Vooruitconcert: Sunn O))) (voorprogramma: Lugubrum Trio)


Gehuld in monnikspijen kwam Sunn O))) ons in de Gentse Vooruit op hun enige Belgische concert niet zozeer met de bijbel om de oren slaan dan wel met drones die door merg en been gingen. Dit werd zoveel meer dan een concert: een beleving waarin de muziek je overspoelde.


De concertavond werd afgetrapt door Lugubrum Trio, een cultstatus genietend Belgisch metalcombo. De zanger kondigde het eerste nummer aan als yoga, maar hiermee breng je de chakra’s van menige bejaarde ex-hippie danig in de war. De originele bassist was voor de gelegenheid nog eens opgetrommeld en met zijn instrument zette hij het raamwerk op waarrond de songs gespannen werden. Met een verrassend instrument als de trompet en met droge humor die het verorberen van een wortel tijdens het concert en inleidingen waarvan je niet wist of je ze nu serieus moest nemen of niet inhield, overtuigden ze moeiteloos. Kenmerkend waren de onvoorspelbare tempowisselingen in de songs.


Al een half uur voor aanvang van het concert werd het podium door rookmachines gehuld in een dichte mist. Toen uiteindelijke zanger Attila Csihar van Sunn O))) tevoorschijn kwam, ging hij a capella aan de slag. Zijn stem werd als instrument gebruikt en vervormd tot de diepste bastonen, die de zanger van Crash Test Dummies en Harry Belafonte zondermeer tot Wiener Sängerknaben met een beginnende baard in de keel degradeerden. In een onverstaanbare taal braakte het silhouet dat we zagen klanken uit die zo intens klonken dat we als versteend stonden te luisteren en te kijken. Geleidelijk ontwaarden we in de rook tegen een monochrome achtergrond ook de drie andere leden van Sunn O))). Met twee gitaren en een Moog synthesizer traden zij hun opperhoofd bij.
De drones klonken indringender dan de blik van de Italiaanse ex-scheidsrechter Collina en werden zo traag ontwikkeld dat je overspoeld raakte door de muziek. De songs leken één groot geheel te vormen. Alle gebaren werden traag uitgevoerd, tot zelfs het drinken uit een fles wijn toe, waardoor de allesomvattende sfeer je stevig in de greep hield. Er leek geen ontsnappen mogelijk, al leek niemand in het publiek dat te willen. Geaccentueerde hand- en armbewegingen tekenden zich af en op geen enkel moment tijdens het concert kon je een glimp opvangen van de man onder de pij vooraan het podium. Het viertal beschouwde je algauw als de vleesgeworden Nazgûl, als de vier Ruiters van de Apocalyps. Je oren werden overrompeld door de luide, repetitieve, langgerekte gitaarakkoorden en je ogen aanschouwden een vertraagde herhaling die tegelijk een overprikkeling van je visueel zintuig inhield, want elk detail werd door de langzame uitvoering vergroot tot de sterkste prikkel. Na een heel lang instrumentaal deel begon Csihar opnieuw aan wat je zingen zou kunnen noemen. Niet alleen tot bassen werden zijn vocalen nu gemanipuleerd, maar ook tot gekrijs dat leek alsof de drie-ogige kraaien de boodschap “Winter is coming” kwamen verkondigen.


Uiteindelijk verdween de frontman langzaam molenwiekend van het podium waarna twintig minuten volgden waarin de overgebleven bandleden meer in de focus kwamen. De twee gitaristen geselden hun gitaren in een battle, een opbod om de diepst zinderende en langst gerekte drone. Wie dacht dat daarmee een orgelpunt gezet werd achter het concert, vergiste zich echter schromelijk. Plots verscheen Csihar opnieuw, dit keer gehuld in een mantel bezet met grote puntige spiegelscherven en met een kroon van bijzonder scherpe, lange spievormige spiegels. Hij droeg ook enkele lasers die een paarse lichtbundel rondstrooiden bij elke beweging, die dikwijls gereflecteerd werd door de onderdelen van zijn nieuwste outfit. Als een kruising tussen een futuristische Christus die losgeraakt was van zijn kruis en een luguber gemuteerd Vrijheidsstandbeeld riep hij nu werkelijk de Apocalyps, het Einde der Tijden over de concertzaal af. Met een eindeloos doorgaand slotakkoord van verdoemenis, gierende gitaren, onherkenbare zang, een dreigende choreografie die angstaanjagender was dan om het even welke griezelfilm kwam na twee uur het concert behoorlijk abrupt tot een einde.


De betovering werd jammer genoeg verbroken toen de zaallichten aangingen en de bandleden herkenbaar het applaus en de waardering van het publiek in ontvangst namen. De zorgvuldige opgebouwde mystiek verloor daarmee ultiem een beetje van zijn immense kracht. Sunn O))) is immers het soort groep waarvan je eigenlijk niet wil weten wie de muzikanten nu eigenlijk zijn. Hou ons dus maar weg van elk interview waarin ze hun hobby’s of favoriete gerecht toelichten. Een concert als dit verdient het om voor altijd in de herinnering te blijven voortleven, gehuld in een dik, ondoordringbaar deken van mystiek en mysterie, van raadsels, silhoueten en de duisternis van de geheime bibliotheek uit De naam van de roos.


Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

22 juni 2016

Lied van de week: week 25 - 2016

Nobody speak - DJ Shadow featuring Run The Jewels




Sinds Endtroducing kan DJ Shadow amper iets fout doen voor mij en nu heeft hij voor zijn nieuwe single ook nog samengewerkt met Run The Jewels, die verantwoordelijk waren voor één van de beste hiphopalbums van de laatste jaren. Het resultaat is fantastisch!

Dit nummer is terug te vinden op het nieuwe album The mountain will fall dat je hier kan kopen.

Lyrics:

(Verse 1)
Picture this
I’m a bag of d**ks
Put me to your lips
I am sick
I will punch a baby bear in his s**t
Give me lip
I’ma send you to the yard, get a stick, make a switch
I can end a conversation real quick 

(Killer Mike)
I am crack
I ain’t lying kick a lion in his crack
I’m the s**t, I will fall off in your crib, take a s**t
Pet your momma on the booty, kick your dog, f**k your bi**h
Fat boy dressed up like he’s Santa and took pictures with your kids
We the best
We will cut a frowny face in your chest, little wench
I’m unmentionably fresh, I’m a mensch, get correct
I will walk into a court while it wrecks, screaming Yes!
I am guilty motherf**kers, I am death
Hey, you wanna hear a good joke?

(Refrain)
Nobody speak, nobody get choked

(Verse 2)
Get running
Start pumping your bunions, I’m coming
I’m the dumbest, who flamethrow your function to Funyons
Flame your crew quicker than Trump f**ks his youngest
Now face the flame f**kers your fame and fate’s done with

(Killer Mike)
I walk Charlie Brown, Peppermint Patty, Linus and Lucy
Put coke in the doobie roll to smoke with Snoopy
I still remain that d**k grabbing slacker that spit a loogie
Cause the tolda of the toolie’ll murder you Frank and Moolies
F**k outta here, yeah

(Repeat Refrain 2X)

(Verse 3)
Only facts I will shoot up
Baby d**k if it quacks, with a Ruger
Top billing, come cops and villainous shots is blocked
Shipped out, and bought, and you’re feeling it
El-P killing it, Killer Mike killing s**t
What more can I say, we top dealing it
Valiant without villiany
Viciously file victory
Burn towns and villages
Burning looting and pillaging
Murderers try to hurt us we curse them and all their children
I just want the bread and bologna bundles to tuck away
I don’t work for free, I am barely giving a fuck away
So tell baby Johnny and Mommy to get the f**k away
Heyyo here’s a gun son now run get it to gutterway
Live to shoot another day

(Repeat Refrain 2X)

21 juni 2016

Managua


Meer eighties wurm je amper in een nummer dan Managua doet in Near the canal, de opener van de gelijknamige debuut-EP. We horen vleugjes zwoele Cock Robin en gitaren die uitwaaieren zoals ze dat alleen in de jaren tachtig deden. Maar de EP toont dat deze band wel meer muziekjes naar zijn hand weet te zetten.
Managua is een zestal rond Johan Loeckx, die ik nog ken van No Angry Young Man. Over die band, die tijdelijk een pauze inlast, kan je hier meer lezen. Het zijn diens composities, die zich vaak aanschurken tegen een jazzy soort pop, en de stem van Marie Schoovaerts die de kenmerken vormen van hun sound.
Dat jazzy komt het sterkst tot uitdrukking in Tea in Vermont waaraan de gitaar een spaarzame Spaanse toets toevoegt. Net als de overige nummers (op de opener na) klinkt het zestal erg relaxt. Ze brengen je dan ook met gemak in een sfeer van zomerse late avonden, met vrienden in de tuin.

Beluister hieronder de EP. Je kan de band aan het werk zien in café De Hopsack in Antwerpen op 24 juni (tickets hier te koop) en in Goudblommeke In Papier in Brussel op 28 juni (bestel hier je tickets).

20 juni 2016

Gelezen (88)

De shockdoctrine - Naomi Klein


In "De shockdoctrine" toont Naomi Klein, van wie ik ook al het bejubelde "No logo" las (ook al zo'n eye-opener), hoe al sinds de jaren 70 het neoliberalisme onder aanvoering van (de ideeën van) Milton Friedman en zijn Chicago School van crisissen gebruik heeft gemaakt om de meest radicale kapitalistische agenda door te voeren. Vanuit de parallellen met shocktherapie in de psychiatrie, toont de auteur aan hoe hele maatschappijen getraumatiseerd en vervolgens beroofd werden en hoe deze modus operandi uitgroeide tot een doctrine die steeds verfijnder werd. Het is geen mooi zicht en dat maakt het boek vaak erg pessimistisch en duister, al verhoogde mijn begrip van b.v. de Griekse crisis erdoor aanzienlijk.
In het laatste hoofdstuk toont Klein de kiemen van hoop in een nieuw model dat langzaam oprijst (vooral in Latijns-Amerika) en de shockdoctrine niet zozeer bestrijdt, dan wel zich er onafhankelijk van en immuun voor maakt. De gebeurtenissen sinds het boek verscheen, tonen dat het neoliberalisme zich echter niet zonder slag of stoot gewonnen geeft en we zien ook hier in Vlaanderen hoe het meedogenlozer zijn weg zoekt, daarbij ook gebruik makend van crisissen (financiële en andere, zoals b.v. de "vluchtelingencrisis"). Daarbij toont de auteur zich (met de kennis van vandaag) toch iets te optimistisch.


Gimmick! - Joost Zwagerman



Vorig jaar benam Joost Zwagerman zich van het leven. Ik vond hem op tv altijd een heel aimabel maar ook een heel belezen man, die over heel wat onderwerpen wist mee te praten. Boeken van deze auteur las ik echter totnogtoe niet en daar heb ik nu verandering in gebracht met Gimmick, zijn eerste bejubelde roman. 
Het verhaal is gesitueerd in het kunstenaarsmilieu in Amsterdam en veel verhaal hoef je er niet in te zoeken. In feite kwam het boek op mij vooral over als een kruising van De avonden van Gerard Reve en Less than zero van Brett Easton Ellis. Walter van Raamsdonk ('Raam') is een kunstenaar die eigenlijk het hele boek amper iets uitvreet, behalve drinken, drugs nemen, lullen, rondreizen en heel veel vrijen (en dat wellicht allemaal om zijn liefdesverdriet zo weinig mogelijk te moeten voelen). Het nihilisme van de hoofdpersonages bekritiseert in één beweging ook heel goed de symbiose tussen moderne kunst en geld en legt het inhoudsloze van de kunstscène bloot. Zwagerman doet dat met goed proza, maar desondanks weet het boek me toch niet echt te overtuigen...

19 juni 2016

The Monkees


Wie kent I'm a believer niet, die guitige sixties hit van het Amerikaanse antwoord op The Beatles? Diezelfde Monkees, die toen een eigen tv-show hadden, zijn na al die jaren terug op de proppen gekomen met een album, Good times!. Omdat bij zulke gelegenheden de mogelijkheid dat men poen wil scheppen op de kap van pure nostalgie niet gering is, kan/mag/moet men zo'n heel late come-back argwanend en kritisch tegemoet treden.
Wat bij de opener (tevens titelsong) meteen opvalt is dat muzikaal uit hetzelfde vaatje getapt wordt als zo'n vijftig jaar geleden, maar de stemmen van de bandleden klinken uiteraard niet meer zo jeugdig en fris als weleer. Nu waren dat natuurlijk de wezenkenmerken van The Monkees en de opener stemt me dan ook niet zo hoopvol. Het gevoel dat er amper muzikale vooruitgang geboekt is terwijl men het sprankelende, dat tot op vandaag doorklinkt in de oude platen van deze band, kwijtgeraakt is, rechtvaardigt mijn scepsis.
Benader ik dit album echter alsof het een nieuw bandje betrof, dan gebiedt de eerlijkheid me te wijzen op meer dan behoorlijke songs zoals She makes me laugh (geschreven door Rivers Cuomo van Weezer) en Me and Magdalena (van de hand van Ben Gibbard van Death Cab For Cutie). Ze grijpen weliswaar terug naar een sound en vibe uit die intussen al lang vervlogen decennia waarin The Monkees succes kenden doch ze zouden amper misstaan in de back catalogue van -we noemen maar iemand- Crowded House. Toegegeven, het zouden ook bij de Nieuw-Zeelanders nog steeds geen wereldsongs worden. Hun plaatsje op de radio of in je playlist verdienen ze echter wel.
Deze come-back levert een wisselvallige plaat op die twijfelt tussen retro-songs die bijlange niet kunnen tip aan de vroegere hits en goed gemaakte luisterliedjes die per se ondergedompeld moesten worden in eenzelfde retro-bad. Deels werden immers composities voor de groep gemaakt in de jaren zestig, afgewerkt, en deels mocht een keur aan songschrijvers materiaal leveren voor het viertal. Het levert te weinig op om de aanschaf van het album te rechtvaardigen, maar in de huidige iTunes-tijden loont het de moeite eens te grasduinen om de geslaagde nummers eruit te vissen.  

Je kan het volledige album hieronder beluisteren:

Lied van de week: week 24 - 2016

One way glass - Innerspace Orchestra



Innerspace Orchestra is een supergroep bestaande uit leden van The Horrors, Fanfarlo en The Pipettes. Hun eerste single samen is alvast een leuk nummer, met een mooie clip erbovenop. Het is een cover van een song van Manfred Mann's Earth Band.

Je kan deze single hier digitaal kopen.

Lyrics:

Give me a window with one way glass 
To look out on the world and watch people pass 
Give me a window to shield me 
Where I can't be seen, I don't wanna be free 

Give me a window to stop the sound 
To keep out the noise of the merry-go-round 
Give me a window with one way glass 
Save me from the questions I might have to ask 

Give me a window with one way glass 
To look out on the world and watch people pass 
Give me a window to shield me 
Where I can't be seen, I don't wanna be free

17 juni 2016

De Portables


Als u dit jaar één Belgische plaat koopt, laat het dan The killing horizon zijn van De Portables, een viertal dat zulke spannende muziek maakt dat zwemmen in de Amazone samen met een school piranha's meer een tijdverdrijf voor doetjes lijkt.
De stijlen die deze band mengt en aan elkaar last, zijn zeer uiteenlopend en vertonen die gelijkenis dat ze een grote muzikale vrijheid voorop stellen. De melodieuze kracht van een song als G8 lie neet bezit van de luisteraar die nietsvermoedend een nieuwe muzikaal universum wordt binnengeleid. Zelden hebben we bands hun toehoorders aan de zachte hand zo radicaal iets vernieuwends horen voorleggen. Geen beeldenstorm voor De Portables, maar een fluwelen revolutie vormt hun wapen.
In The undercurrent wordt gezongen: "I'm almost drowning but not just yet". Het is een gevoel dat we kennen, maar gelukkig wel vreemd is aan deze plaat. Want de reddingsboeien die het kwartet de luisteraard toegooit, zijn niet min. In een oceaan van vernieuwende muziek krijg je kapstokken aangereikt waaroverheen je de dub (Dub ist alles), post-rock en indie rock en pop mooi kan draperen. Neem nu Dub ist alles: ja, je hoort heel erg uitgebeende dub en tegelijk zit er een lichtvoetigheid in de drums die kenmerkend is voor pop. Naar het einde wordt het tempo omhooggestuwd, geleidelijk. Het maakt de tien minuten ook voor wie het genre niet genegen is, vrij vlot verteerbaar. En wat dan te denken van het psychedelische Flow means dull means angry. De Zuidamerikaanse toets die door een panfluit lijkt veroorzaakt te worden (maar in de liner notes vind ik geen vermelding van dat instrument, dus het zal uit een synthesizer komen, vermoed ik), vormt desondanks toch een mooie symbiose met de Indisch aandoende sitarachtige klanken.
Contrapunk draagt elementen in zich van klassieke muziek en het erg korte Cheese also lijkt een gitaarriedeltje, een niemendalletje maar bereidt op eigenzinnige wijze de weg voor de lange, langzaam oplossende stilte die transformeert in de postrockachtige afsluiter Oliver.
Soms zijn dubbelaars overambitieuze projecten van muzikanten die te weekhartig zijn voor "kill your darlings", soms bewijzen ze net de brede en haast onmetelijke rijkdom van het muzikaal spectrum dat de band weet te beslaan. The killing horizon hoort zonder twijfel tot die tweede categorie.

Je kan dit album hier bestellen bij Consouling. Beluister het hieronder alvast in zijn geheel:

14 juni 2016

PUP


Enkele weken geleden was opener If this tour doesn't kill you, I will lied van de week. PUP heeft intussen het full album uit: The dream is over. Dat blijkt ook nog vrij snel het geval te zijn, dat van die droom. Amper een half uur laten (en tien songs), is het liedje al uit.
Dat de snelheid hoog ligt, kan je daar zelf uit afleiden. Elk nummer duurt 2'19" tot 4'01": dat is de tijd die nodig is om akkoorden te rammen, op je drumstel te meppen en tussenin ook nog eens samen de lyrics te zingen/schreeuwen. Punkrock heet zo iets vaak. Al biedt PUP meer. Zeggen dat ze zoals Nirvana daar hele goeie, beatle-eske melodieën aan koppelen, zo ver zou ik niet willen gaan. Maar songs als Doubts, Sleep in the heat en My life is over and I couldn't be happier vertonen toch wel dat extraatje dat ze boven de modale punkrocksong uittilt. Van de humor van If this tour doesn't kill you, I will tot slotnummer Pine point voel je zelfs zonder goed naar de teksten te luisteren, dat de plaat wat zwaarder gaat wegen en achter het clownsmasker verdriet en kwaadheid schuilgaan.

Je kan het album hier alvast volledig beluisteren:

10 juni 2016

YODOK III


YODOK III is een samenwerking tussen 2 Noorse artiesten (Tomas Järmyr en Kristoffer Lo) en de Belg Dirk Serries, over wie je hier al eerder kon lezen. Op Legion of radiance, dat live opgenomen werd in Trondheim in mei van vorig jaar, brengen ze samen één nummer dat dan wel meer dan een uur duurt. Na een zeer trage opbouw waarin je slechts langzaamaan volume hoort toenemen, blijft de ambient vooral zweven door mijn woonkamer. Beklijven doet deze plaat pas als je je laat onderdompelen in het geluid. Of je nu het label "avant-garde", "experimentele jazz", "drone" of "ambient" hanteert, YODOK III laat zich vooral beluisteren als golven die op het strand aanspoelen. Pas halverwege wordt de muzikale ruimte gevuld met meer klanken waarin je als een drenkeling rondtrappelt tot de rust je houvast biedt en de koperblazer van dienst je een reddingsboei toewerpt. Daarna verandert de song in één langgerekte drone die vibreert tot in het merg. Dat blijkt zowel de voorbode als de kern te zijn van een volgende, traag opgebouwde lap chaos die apotheosegewijs stilvalt en in applaus overgaat.

Je kan deze plaat hier kopen bij Consouling.

09 juni 2016

Radiohead


Met uitzondering van Nick Cave en zijn Bad Seeds is Radiohead van de nog actieve bands voor mij de meest interessante groep gebleven. Hun muzikaal pad en universum bekoren mij keer op keer en ze stellen eigenlijk nooit terug. Grijp iets willekeurigs uit uw platenkast dat zij gemaakt hebben en u zal me niet teleurstellen. Zowel hun ouder werk, hun meesterwerken als recente muziek klinken telkens bijzonder sterk en blijven dat ondanks de jaren tussen de release en de beluistering ook steevast doen.
Het mag u dan ook niet verbazen dat ik verheugd was met de aankondiging dat de band dit jaar weer nieuw werk op de wereld zou loslaten. A moon shaped pool, zo bleek dat album uiteindelijk te heten en het passeerde hier al ontelbare keren door de boxen.
Radiohead maakt geen instant klassiekers, maar gaat vaak voor de verrassing en de betovering en die heeft wat langer nodig om doel te treffen. Het is pas na die meerdere beluisteringen dat ik iets zinnigs kan vertellen over A moon shaped pool. En het zal vermoedelijk nog enkele maanden duren (zoniet jaren) eer ik in de kwalitatieve rangschikking van alle Radioheadalbums deze plaat zijn rechtmatige plaats kan toewijzen.
Als geheel straalt dit nieuwe werk een sfeer uit die niet in één woord te vatten is. Mysterieus maakt er deel van uit, een tikkeltje zweverig ook bij momenten (maar dan weer heel aards) en uiteindelijk dekt de hoesfoto nog het best de lading: als opspattend water, eindeloos in beweging en onpeilbaar en tegelijk zo vertrouwd.
Een song als Present tense houdt de traditie in ere van haast vluchtige, op rook lijkende songs als Fake plastic trees terwijl Burn the witch een venijnige single is die heviger brandt dan de heks zelve. Decks dark is één van mijn favorieten. Het klinkt als een synthese, niet enkel van deze plaat, maar ook van heel wat eerdere platen van de band. 
Mijn tips is: laat deze plaat op je inwerken. Neem er de tijd voor, zet ze vaak op tijdens het eten of tijdens de afwas, beluister ze 's avonds, 's middags en 's morgens, te midden de drukte én ook op rustige momenten en ondervind wat ze met je doet op al die momenten. Als een caleidoscoop verandert de beleving van moment tot moment en de som van al die ervaringen definieert A moon shaped pool. 

08 juni 2016

Lied van de week: week 23 - 2016

War horse - Black Box Revelation
 

Ik weet nu al dat mijn lief gaat lachen en me gaat plagen, omdat ik weken heb gedacht dat de nieuwe single van Black Box Revelation Warlords heette en ik dat dus meezong... Nu ja, ik trek het me niet aan. Die single is zo goed dat ik hem eventjes nog wat meer onder de aandacht breng (al kreeg hij dat al een tijdje, want hij stond zelfs al op 1 in De Afrekening).

Je vindt deze single ook terug op het album Highway cruiser, dat je hier kan kopen.

Lyrics:

I got bags full of memories 
slung across my back
the pass is getting heavier 
slowing my tracks 

But I'm a war horse 
I'm a war horse 
nothing will stop me 
I'm a war horse 

my mind is on the ocean 
surfing the tides 
that old moon shining bright 
making day of the night 
words turn into sounds 
as I'm losing my tongue 
going deaf to the sirens 
deaf to their songs 

Cos I'm a war horse 
I'm a war horse 
nothing will stop me 
I'm a war horse

07 juni 2016

Gelezen (87)

Mosquitoland - David Arnold


Dit is een vaak grappige en mooi geschreven "road story" over een meisje dat wegloopt bij haar vader en stiefmoeder om haar moeder, waarvan ze vermoedt dat die in nood verkeert, te helpen. Zoals gebruikelijk in dit soort verhalen laat David Arnold niet enkel de fysieke weg zien die ze aflegt, maar ook de emotionele en geestelijke weg van het hoofdpersonage. Tussen de regels door is het boek bovendien kritisch voor hulpverlening die focust op medicatie en aan het verhaal van de patiënt voorbijgaat.

To kill a mockingbird - Harper Lee


Je zou het verhaal kunnen terugbrengen tot dat van de advocaat die een zwarte die beschuldigd wordt van verkrachting, verdedigt, maar dat is toch tekort doen aan dit monumentale en iconische boek van Harper Lee. Het beeld dat geschetst wordt van het rurale zuiden van de VS tijdens het interbellum, waarin racisme sterk aanwezig blijft, is zoveel rijker dan dat. Het is niet alleen een heel mooi geschreven boek, de auteur slaagt er ook in met veel zin voor detail een beeld op te roepen dat nuance combineert met maatschappelijk engagement.


At home - Bill Bryson



Met de kamers van de oude domineewoning waar Bill Bryson woont in Engeland als gids, neemt hij ons mee doorheen de geschiedenis van een heleboel dagelijkse activiteiten, voorwerpen, domeinen,... Dat doet hij met heel veel humor. Dat maakt dat je niet constant het gevoel hebt overladen te worden met wel heel veel informatie. Vaak zijn de verhalen markant, interessant, verrassend en soms zelfs ontroerend. Dit boek is een hele turf, maar de moeite toch wel waard, met aandacht voor geschiedenis, architectuur, kunst, volkskunde,....


Deep south - Paul Theroux



Dit keer neemt Paul Theroux ons in zijn reisboek niet mee naar verafgelegen gebieden (nu ja, voor ons wel nog natuurlijk) maar naar het voor hem verrassend dichtbije zuiden van de Verenigde Staten. Staten als South-Carolina, Georgie, Alabama, Arkansas, Mississippi,...: ze vormen de achtergrond voor een verhaal over armoede, onderontwikkeling maar ook racisme en wapenfanatici. Theroux vermijdt de grote steden en zoekt echt kleinere steden en het platteland op om te schetsen hoe de Burgeroorlog nog steeds nazindert in het door jobvlucht geteisterde zuiden.
Jammer genoeg wordt de boodschap van Paul Theroux nogal drammerig gebracht: het zuiden is er minstens zo erg aan toe als de Derde Wereld, maar ontvangt weinig middelen van de VS-overheid en rijke weldoeners, die liever miljoenen en zelfs miljarden pompen in arme landen ver weg dan in de eigen achtertuin. De auteur herhaalt dit echter zo vaak dat het gaat vervelen, iets wat hij uiteindelijk ook zelf begrijpt als hij een keer te veel Clinton als voorbeeld aanhaalt in gesprekken met arme, zwarte boeren.
Die nodeloze herhalingen kenmerken ook wel een beetje de rest van het boek. Sommige zinnen worden te vaak herhaal (zoals bij de wapenshows, waar hij niet komt om te oordelen, maar om te kijken en luisteren). Soms gebeurt het zelfs dat in eenzelfde stukje van het verhaal de herhaling toeslaat en achtergrondinformatie dubbel gegeven wordt, vaak met dezelfde woorden.
Theroux grijpt graag terug naar de literatuur om toestanden te duiden en vergelijkingen te trekken tussen heden en verleden. Een jammerlijk gemiste kans is wel dat hij muziek (en in feite ook film) als cultuurgoed te weinig betrekt in die beschouwingen, hoewel de muziekcultuur toch erg prominent aanwezig is in de VS en niet in het minst in het zuiden. Wie weet hoe groot country is en welke maatschappelijke invloed het genre heeft, kan niet goed begrijpen waarom we er amper iets over te lezen krijgen in dit boek. In het interludium over het woord "nigger" komt hiphop nog wel even aan bod en heel spaarzaam wordt de blues binnengebracht in het verhaal, maar dat staat toch niet in verhouding tot de impact die muziek had en heeft.
Wat het volgen van het verhaal ook bemoeilijkt, is dat nergens in het boek een kaartje opgenomen is, dat de lezer zou kunnen helpen zich te oriënteren bij de omzwervingen die hij maakt.
Paul Theroux blijft een begenadigd schrijver, maar dit boek is toch het minst goeie dat ik van hem las, omwille van de gemiste kansen en omwille van de uiteindelijk storende herhalingen.

05 juni 2016

An Pierlé


Dat An Pierlé allang niet meer de jonge deerne op de zitbal is, maar groeide tot een volwassen artieste, hoor je meteen duidelijk op Arches. Het onmiskenbare stemgeluid mag dan iets van zijn jeugdige klank behouden hebben, de frasering en de inhoud van de songs laten een vrouw horen die haar deel van de tegenslagen en teleurstellingen van de volwassenheid heeft gezien. De barokke instrumentatie waarin het album gedrenkt is, twijfelt tussen majestueuze kathedralen en slaapkamers van gothic pubers. Vrolijk worden we ook al niet van de songs. Met titels als There is no time, The road is burning, Certain days en Feel for the child is dat niet zo verwonderlijk.
De belangrijkste vraag die we ons na beluistering stelden, is: welke plaats heeft het kerkorgel in pop en rock? En we vragen ons ook wel een beetje af of An Pierlé hiermee haar roem, die stilaan aan het verdampen lijkt, terug kan opkrikken. Over beide vragen valt nog lang te discussiëren. Wij geraken er alvast niet echt uit.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle. Beluister hieronder het volledige album:

04 juni 2016

Pantha Du Prince


Al meer dan een decennium lang slaagt Henrik Weber erin met zijn platen te verrassen en te ontroeren. Bekend is hij vooral als Pantha Du Prince. De basis daarvoor legde hij in 2010 met Black noise, dat ook nog eens een remixalbum kreeg, en 2013 met Elements of light. Drie jaar later is er nu The triad.
Om je het scrollen naar onderen te besparen, volgt hier alvast onze conclusie: mooi plaatje vol electronica die balanceert tussen lieflijk en vrolijk. Missie geslaagd dus? Niet helemaal: we missen dat tikkeltje meer dat beide eerder vernoemde platen de Duitser die naambekendheid bezorgde. Zelfs onze slager is het met ons eens: het mocht gerust ietske meer zijn.
Ontevredenheid moet je desondanks niet verwachten van ons. Zoals al eerder aangegeven, zijn de nummers (stuk voor stuk zelfs) mooi gecomponeerd en glashelder uitgevoerd. Zonder uitzondering bevatten ze geluidjes die de electronica-fan gelukkig stemmen. The winter hymn klinkt in feite zoals een song met die titel hoort te klinken, tenzij je een ondergesneeuwde gitzwarte dag voor ogen hebt. Wij smokkelen dit op het eind van het jaar gegarandeerd een kerk of zelfs een winkelcentrum binnen om te laten weerklinken tussen de kerstliedjes – het zal een verademing zijn. En You what? Euphoria is zulk een eenvoudige vrolijkheid in noten gegoten dat die glimlach niet meer van ons gezicht kan: we lijken The Joker wel. Dream yourself awake bevat alle onderdelen van goeie electronica. Wie vermoedt dat “maar mist ziel” zou volgen, is eraan voor de moeite. De zang voert dit nummer naar een hoger niveau.
Elk op zich kunnen de liedjes op dit album ruimschoots overtuigen, dus wat is er dan mis met deze plaat? Een terechte vraag die niet zomaar eenvoudig te beantwoorden valt. Probeer The triad in zijn geheel te beluisteren en merk op hoe de songs in elkaar overvloeien en het geheel er niet in slaagt de aandacht lang genoeg vast te houden. Meerdere luisterbeurten lossen het euvel niet op, nauwkeurig luisteren legt weliswaar meer details bloot. Toch vergeet je twee nummers later wat je in het begin gehoord hebt. Beklijven doet de plaat niet. Het is het verschil tussen vakmanschap en kunst.
Na zijn voorgangers valt The triad net op dit cruciaal punt tegen. Applaus voor de goeie techniek, in het beste geval een twijfelgeval voor “weet-de-luisteraar-te-raken”. In een vluchtige wereld waarin dagelijks enkele goeie releases te noteren vallen, sluimert vergetelheid dan al vanaf de eerste minuut. Dat is heel jammer voor een artiest die voorheen nog bewees dat hij het in zich heeft.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle. Beluister hieronder het volledige album:

03 juni 2016

RY X


Indie folk is het vakje waarin Ry X door Last.fm en Spotify wordt ondergebracht en dat is niet helemaal zonder reden, maar zoals steeds doet het hokjesdenken onrecht aan de ware artiest.
Er zijn natuurlijk de gelijkenissen met The Tallest Man On Earth en Ásgeir, en die vallen op het debuutalbum Dawn nadrukkelijk op in onder meer Salt maar het aandoenlijk eenvoudig doch zo efficiënt memorabel Howling bewijst hoe Ry X pop weet te koppelen aan minder populaire genres. Ben Howard is trouwens niet zo veraf. Het ingetogen, zelfs wat aan Nils Frahm verwante Berlin verscheen eerder al op de gelijknamige EP. 's Mans baard is intussen gegroeid, getuige de hoesfoto's, de song zelf blijft even krachtig en betoverend.
Dawn is een consistent album geworden met een constante kwaliteit en de lof die deze man toegezwaaid krijgt op het internet, vind ik alvast verdiend.
Je kan het volledige album hieronder beluisteren: