07 maart 2016
Interview ID!OTS
In een Gents café naast de nachtwinkel waar het interview oorspronkelijk zou doorgaan, hadden we een gesprek met Luc Dufourmont en Wouter Spaens van ID!OTS. De band bracht immers op schrikkeldag 29 februari een tweede album uit, eenvoudigweg ll getiteld. Onlangs haalden ze nog het nieuws toen ze een try-out voor de bijhorende tournee hielden voor 100 vluchtelingen.
Jullie speelden een try-out voor 100 vluchtelingen en oorspronkelijk zou het interview vanavond plaatsvinden in een nachtwinkel. Welke boodschap willen jullie daarmee uitdragen?
Het idee voor het optreden kwam van Patrick Smagghe van de 4AD in Diksmuide. We hadden twee dagen geboekt daar om te repeteren, de visuals uit te proberen,… Hij stelde voor dat we ook zouden spelen voor een testpubliek van vluchtelingen. Het leek ons een enorme uitdaging.
Luc: mijn dochter heeft een relatie met een Afghaan en ik weet dat rockmuziek voor hen allerminst evident is. Ik was dus erg benieuwd maar ook wel wat bezorgd of het wel zou aanslaan, hoe ze zouden reageren. Het bleek echter een heel goeie ervaring. Er waren vrouwen, kinderen, mensen van alle leeftijden en vanaf het begin maakte ze ambiance. Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt met een publiek van hier. We werden voorgesteld door tolken (in het Pashtun en in het Arabisch) maar uiteindelijk bleken mijn beperkt Engels en de muziek voldoende om een band met hen te smeden.
Het was ook heel sterk emotioneel geladen. Als je zo die bruine oogjes van een jongentje ziet blinken van verwondering bij onze lichtshow en het optreden, dat bezorgt je toch een andere gedrevenheid. Het pakte echt op mijn strot. Dit overstijgt alles.
De teksten van Dick waren niet geschreven met de specifieke problematiek in gedachten maar achteraf blijken ze wel heel toepasselijk. Neem nu Never look backk. Dat is een schippersliedje over wegvaren en niet meer kunnen terugkeren, maar het gaat ook over nooit opgeven en er altijd voor blijven gaan.
Vinden jullie het niet jammer dat de boodschap die in de songs zit, wat verloren dreigt te gaan? Het soort muziek dat jullie maken, moedigt immers slechts weinigen aan om goed te luisteren naar de teksten.
Wouter: Een deel van de teksten maak ik en zijn eigenlijk vooral klanken. Dick, die de andere songteksten schrijft, maakt er op een andere manier werk van om echt iets te zeggen in de nummers.
Luc: Neem nu Crossing border. Ik werkte aan de grens in Rekkem bij een bedrijf waarvan mijn baas failliet is gegaan. Dick slaagt er dan in een namiddag in om alle frustraties die ik daarrond vind, op een namiddag in drie strofes neer te schrijven. Hij kent mij natuurlijk al dertig jaar. Toch vind ik het knap.
Wouter: Ik vind het zelf niet zo erg dat mijn teksten niet zo goed beluisterd zouden worden, voor mij is het muzikale het belangrijkste.
Luc: Eerst, vind ik, moet de muziek binnenkomen bij de luisteraar. En omdat ik geloof dat vroeg of laat ook de tekst wel opgepikt worden, is het voor mij niet frustrerend dat dat niet meteen gebeurt. Het komt er toch wel van.
Wouter: Luc is trouwens geniaal in het live aanpassen van de tekst.
Niet alleen het optreden voor vluchtelingen, ook de rol die Luc speelde in Bevergem lijkt jullie extra publiciteit op te leveren. Heeft die rol ook nog op andere manieren invloed op ID!OTS of deze plaat?
Luc: Dat staat er voor mij helemaal los van. Het heeft niets met elkaar te maken. Het is soms te makkelijk om in de media een verband te leggen of te suggereren. Bij de eerste plaat las ik overal dat Ugly Papas (een eerdere band van Luc en Dick, sv) een nieuw hoofdstuk afleverden en nu is het al Bevergem wat de klok slaat. Dat verdwijnt ook wel weer.
Wouter: Ik weet dat het voor Luc los van elkaar staat. Toch kan je het niet helemaal loskoppelen van elkaar. Beide feiten zijn er nu eenmaal.
Luc: Tja, als Mariette van de buren de plaat koopt omdat ik in Bevergem heb gespeeld, ga ik daar toch niet rouwig om zijn, hoor. Hoe meer mensen onze muziek horen, hoe liever.
Wat zijn voor jullie de belangrijkste verschillen tussen het debuut en ll?
Wouter: De eerste plaat was vooral een live-album. We speelden de songs die we al een jaar lang live speelden. Nu hadden we heel wat songs die ook voor ons vrij nieuw waren. We wilden eerst een twintig à dertig liedjes hebben waaruit we dan zouden selecteren. Ook kozen we voor een producer (PieterJan Maertens) die alles durfde zeggen. Hij heeft heel wat veranderd aan de plaat. Het belangrijkste verschil voor mij is dan ook dat we dit keer veel meer gewérkt en geschaafd hebben aan de songs.
Luc: Voor ons debuut kan je stellen dat we ons ei gelegd hebben en er dan een plaat van gemaakt hebben, nu hebben we een plaat gemaakt en moeten we ons ei er nog van leggen. Ik bedoel dat de songs nog live moeten gespeeld worden en gekneed.
Wouter: We waren een pak strenger voor dit album. Alles is veel meer overdacht. Daardoor klinkt ze breder, luchtiger ook en tegelijk ook harder. Eigenlijk klinkt ze op elk moment zoals ze moet klinken op dat moment, snap je? Daarna hebben we Jo Francken gevraagd de eindmix te doen, wat de plaat ook nog beter maakte en voor de mastering hebben we ze opgestuurd naar Howie Weinberg Mastering Studio en ook zij hebben er voor gezorgd dat ze steeds beter werd.
Dat ze kort is, vonden we ook belangrijk. We gaan zelf graag naar optredens, maar na drie kwartier vinden we meestal dat er mag afgerond worden. Vroeger waren platen vaak ook niet langer dan een half uur.
Luc: Toen ik jong was, lette ik er soms op om voor mijn geld zoveel mogelijk minuten muziek te hebben. Nu heb ik het niet meer zo voor artiesten die per se lange platen willen maken.
Als luisteraar hoor je ook altijd parallellen met andere artiesten. Zo klinkt voor ons Backk wat als Jon Spencer, Pakistan doet nogal denken aan The Rolling Stones en in Bricks to dust klinkt Luc als Nick Cave. Welke gelijkenissen kregen jullie over je muziek al te horen die jullie verbaasden, waar jullie het oneens mee waren,…?
Luc: Hm, die Nick Cave, dat hoor ik zelf niet zo. Het nummer lijkt me eerder op iets van Suicide, door die baslijn van Dick.
Maar je hebt het dus gehoord, de Rolling Stones in Pakistan. Ik zal je eens iets vertellen. Oorspronkelijk zong ik “New York City” zoals Mick Jagger dat zou doen, maar de producer wou het -terecht overigens- er uit omdat het té was. Ik ben erg blij dat je het toch nog hoort.
Wouter: Jon Spencer vind ik wel een heel mooi compliment. Het is een geweldige artiest. Verder heb ik nog nooit vergelijkingen gehoord die me verbaasden, eigenlijk.
Luc: In feite hebben we in ID!OTS invloeden van 2 generaties verwerkt. We leren ontzettend veel muziek van elkaar kennen.
Voor deze plaat hebben jullie ook samengewerkt met Roland. Hoe ging dat?
Luc: Roland zijn we 20 jaar te laat tegengekomen. Wat een energie heeft die man.
Wouter: We hebben hem een eerste keer ontmoet op een festival in Tielt. Daarna kwamen we elkaar nog een paar keer tegen en toen ontstond het idee of we hem niet zouden vragen iets samen met ons te doen. Hij bleek immers een fan van Id!ots te zijn.
Luc: Urang Utang boogie was eigenlijk voor de eerste plaat bedoeld, maar heeft die niet gehaald. Toen vroegen we Roland om er iets Zappa-achtigs mee te doen. Toen hij uiteindelijk kwam meespelen, hebben we eerst drie kwartier wat aan het zwalpen geweest, we hadden ook niet echt voorbereid en toen ineens ging het heel goed.
Wouter: Het heeft lang geduurd eer we zeker wisten of Roland zou kunnen meespelen. We hadden de rest van de song al ingeblikt en we wisten toen nog niet met zekerheid dat hij het wel zou halen. We waren erg blij toen hij eindelijk toch kon komen en we zijn deel konden opnemen.
We zijn trouwens zelf ook heel erg fan van hem.
Het klinkt haast als een droom die uitgekomen is. Met wie zouden jullie, als àlles mogelijk zou zijn, nog wel eens willen samenwerken?
Wouter: Het was niet echt een droom op voorhand, maar achteraf gezien natuurlijk wel.
Nu, ik heb veel muzikale helden, maar eigenlijk is er niemand waarvan ik denk dat ik daar echt eens mee wil samenwerken.
Luc: Bij mij wel, hoor. Met Rick Rubin zou ik wel héél graag een plaat maken.
Jullie hebben in de groep al heel wat ervaring samen. Maakt dat jullie andere keuzes maken dan beginnende groepen? Welke fouten maken jullie nu bijvoorbeeld niet meer die je voorheen met andere groepen wel nog maakte?
Luc: Ik merk vooral dat onze verschillende invloeden zorgen dat we veel van elkaar leren.
Wouter: Door onze leeftijd kunnen we sowieso niet meer dezelfde keuzes maken die ik andere écht beginnende artiesten, jonge gastjes nog, zie maken. We bekijken alles gewoon nuchter.
Dat maakt wel dat we echt zijn. We hoeven geen imago op te bouwen, we hoeven niet te doen wat “goed” is voor onze carrière. We zijn écht. We zijn wie we zijn.
Je kan dit interview ook hier lezen op Indiestyle. Lees hier de recensie van het album ll.
Labels:
2016,
indiestyle,
interview,
muziek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten