13 september 2015
Low
Wie wil weten wat een opmerkelijk religieuze achtergrond én een leven on the road met je hele gezin doen voor een band kan dat nog het best uitvissen in de documentaire You may need a murderer, die de Nederlandse David Kleijwegt in 2007 mocht maken in het voetspoor van Low. Acht jaar later brengt de Amerikaanse groep, met als spil het gehuwd stel Mimi Parker en Alan Sparhawk, haar elfde studio-album uit. Ones and sixes werd opgenomen in de studio van Justin Vernon (Bon Iver) in Eau Claire, Wisconsin. Twijfel overheerst, en het donker in Sparhawk druipt na twee meer optimistische lp’s weer uit alle kieren en gaten.
Dan denk je natuurlijk meteen aan een terugkeer naar Drums and guns, de plaat waar Murderer huisde en waarnaar de vernoemde documentaire verwijst. Maar zoveel tijd later maakt een groep uiteraard niet meer hetzelfde werk. Het verklaart waarom we tussen herkenbaar trage, zwarte pracht ook zo vaak verrast worden. Volgens de zanger zelf is een belangrijke factor in hoe deze worp uiteindelijk werd vormgegeven het overlijden van zijn vader vorig jaar. Nu waren er al weinig fundamenten te vinden in het leven van deze man (diepgelovige Mormoon én drank- en drugsverslaafde), maar de enige resterende houvast, met uitzondering van zijn vrouw, verdween daarmee. Tekstueel gaat Alan dan ook weer heel diep. Rouw is nu eenmaal het bijstellen van je beeld van de ander, je beeld van je relatie tot de ander en ultiem ook het bijstellen van je eigen plaats in de wereld. Dat hoor je onder meer in afsluiter DJ.
De hoes van Ones and sixes toont een kale boom tegen een achtergrond van grijs. Het is eerder een minimalistisch silhouet dan een levend natuurelement en roept daardoor desolaatheid op. Heel toepasselijk is dan ook de sound van opener Gentle. Zoals het beeld van de bladerloze boom kristalhelder afsteekt tegen de egale achtergrond, zo klinken op het nummer alle instrumenten en vooral de melodie als hoofdtoon zuiver als bronwater. De zang lijkt zelfs ondergeschikt, waardoor we Low amper herkennen, maar woorden schieten tekort wanneer we lyrisch de lof willen zingen van deze song: hij steekt zelfs onze favoriet Murderer naar de kroon. Deze parel wordt gevolgd door een al even atypisch No comprende, waarin we wél uitdrukkelijk de vocalen van Sparhawk herkennen uit de duizend, maar dat muzikaal het slepende waar het trio om beroemd werd combineert met een gitaar die de ritmesectie aanvult, eerder dan dat ze een melodie ontvouwt.
Spanish translation is dan weer vintage Low en illustreert waarom de band het etiket “slowcore” maar niet afgeschud krijgt. “Everything always confusion / Things I could never explain”: algauw lijkt dit lied over echtelijk bedrog te gaan, maar bij Low weet je nooit en zit er vaak meer achter. Twijfel is nu eenmaal het centrale thema van deze plaat. Ook No end en vooral What part of me (met alweer een naar het hart grijpende tekst) en Lies dragen onmiskenbaar de stempel die hen onderscheidt van songs van eender welke andere groep.
Naar het einde zoekt het trio, dat naast het eerder genoemde koppel sinds 2010 ook bassist Steve Garrington omvat, de ruimte van langere nummers op. Landslide duurt bijna tien minuten, en wie vertrouwd is met hun eerder werk weet drommels goed dat Sparhawk, Parker en Garrington zich in die ogenschijnlijk onmetelijke muzikale ruimte perfect thuis weten. Wij zien dit lied alvast uitgroeien tot de climax op het einde van hun concerten. Het heeft alles om je gestaag op sleeptouw te nemen, je vast te binden en je de diepte in te gooien van de overweldigende chaos van alle instrumenten samen, tot de laatste dertig seconden verlossing brengen in een wegdeemsterende outro. Ook DJ eindigt met wegstervende noten en akkoorden tot de plaat geruisloos “aan het gaatje komt”, zoals dat vroeger zo mooi heette.
Een slecht woord over de discografie van Low zal je zo gauw niet van ons horen. Toch steekt deze plaat met kop en schouders boven meer dan de helft ervan uit. Ware het niet dat Things we lost in the fire, Trust, The great destroyer en Drums and guns (niet toevallig vier opeenvolgende platen) al zulke meesterwerken waren, dan zouden we ons wagen aan uitspraken als “hun beste ooit”. Nu houden we het erop dat Ones and sixes tenminste in dat illustere rijtje thuishoort.
Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Beluister hieronder het volledige album:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten