27 september 2014
AB concert: Swans (voorprogramma: Pharmakon)
Nadat Swans dit jaar alweer een erg goed album uitbrachten, To be kind, was het uitkijken naar hun concert donderdagavond in de AB. Wie hen al eerder aan het werk zag, weet immers dat je niet onbewogen kan blijven en dat de kans helemaal overspoeld te worden door hun muziek, bijzonder groot is.
Al vroeg op de avond opent Pharmakon de avond met een bizarre mix van gesamplede en geloopte geluiden en gebrul en gegil. De muzikante is een heel kwade vrouw, zo lijkt, die over het podium baggert en haar woede uitschreeuwt. Ze verdwijnt ook tussen het publiek en wie ze in de ogen kijkt, is er (even) niet goed van. De intensiteit heeft ze al, jammer genoeg ontbreekt het nog aan goede songs.
Daar hebben Swans dan weer géén gebrek aan: de indrukwekkende back catalogue van de band spreekt boekdelen. De voorbije jaren voegden ze daar met The seer en dit jaar nog To be kind nog eens kanjers van jewelste aan toe. Live brengen ze met hun zessen een post-punkbelevenis om vingers en duimen bij af te likken. Als telkens weer te pletter slaande woeste golven met schuimkoppen die angstaanjagend opspatten, beuken de repetitieve bassen en gitaarriffs op onze oren in. Dat beuken mag je trouwens behoorlijk letterlijk nemen, gezien Swans bekendstaat om het luid spelen.
Minutenlang wordt op een gong geslagen, daarna vallen minutenlang de bekkens van het drumstel bij en langzaam voegen zich ook bas en gitaar toe aan het geheel. Opener Frankie M duurt uiteindelijk zo’n veertig (!) minuten en als het concert na meer dan twee uur eindigt, hebben we zes à zeven songs gehoord. De Amerikanen blijven nooit onder het kwartier en het half uur wordt al eens makkelijk overschreden. Daarmee vormt het zestal de tegenpool van The Ramones, die na een snel 1-2-3-4 keihard rammen tot nog geen twee minuten later de laatste noot van het lied al gespeeld is.
Er wordt overigens niet enkel uit de laatste plaat gepuurd, met onder meer een geweldig hoogtepunt als The apostate uit The seer. Thor Harris, de tweede percusionnist, tovert ook een viool, een klarinet en een schuiftrombone tevoorschijn om de overweldigende muziek bijzondere toetsen te geven. Michael Gira en zijn kompanen lijken aanvankelijk weinig communicatief, maar naarmate de set vordert krijgen we een meer lachende frontman te zien die het publiek uitvoerig bedankt. De stoere mannen eindigen hun show overigens met een reeks diepe buigingen voor de fans. We zijn dan al een indringende ervaring rijker. Wie hen enkele jaren geleden zag, merkt wel dat ze geen aanslag meer proberen plegen op onze oren en het leek ook allemaal wat minder overdonderend dan die eerste keer voor ondergetekende, maar een Swansconcert blijft amper te vergelijken met andere shows.
Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.
Labels:
2014,
indiestyle,
mening,
muziek,
optreden
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten