30 september 2014

Aankondiging: debuut-EP van Sue Me Charlie


Op 10 oktober brengt Sue Me Charlie (ooit nog te gast voor een Ongeletterd Concert) de debuut-EP Flaws uit, met 4 songs. Welke dat zijn, is momenteel nog een goed bewaard geheim, maar we gokken alvast op onderstaand lied, dat net een clip kreeg:



But the blinds are down - Sue Me Charlie

Die avond spelen ze trouwens een releaseconcert in Bar Lucy in Antwerpen om 20u.

29 september 2014

Trix concert: Strand Of Oaks (voorprogramma: Geppetto And The Whales)


Timothy Showalter, de man achter Strand Of Oaks, was oprecht blij en dankbaar met het publiek in een uitverkochte Trix in Antwerpen. Na vele jaren ploeteren vindt hij het ongelooflijk dat hij, een simpele jongen uit Philadelphia, Indiana, de oceaan mag oversteken en dat zoveel mensen op een zondagavond willen betalen om te luisteren naar zijn songs.


Opener van dienst waren Geppetto And The Whales. Vorige week zagen we hen nog op Leffingeleuren en het dient gezegd dat de schwung die we toen wat misten in hun set, er dit keer wel inzat. Het zestal zette sterke versies neer van onder meer Cocklane ghosts, 1814, Jonathan en afsluiter Duquesne's horse. Ondanks wat technische probleempjes, onder andere met de gitaarriem, hoorden we een band die er staat als een huis en dat leverde als hoogtepunt een subliem Heads op.


Setlist:
  1. For the black hand at dawn
  2. Cocklane ghosts
  3. Indian child
  4. Heads
  5. 1814
  6. Esther, you
  7. Animals
  8. Maxburg
  9. Jonathan
  10. Duquesne's horse

Showalter praatte tussen de liedjes door, dankte de omstanders herhaaldelijk, kondigde de meeste nummers aan en speelde bovendien een sterke set waarin enkele hoogtepunten uit de meest recente plaat van Strand Of Oaks al vroeg gespeeld werden. Heal en Goshen '97 misten zo vroeg in het concert een beetje de kracht die ze op plaat wel hebben, maar vooral de laatstgenoemde blijkt een in ieder geval niet kapot te krijgen klassieker in wording. Na een felle start verlieten de drummer en bassist even het podium voor het rustige gedeelte, of zoals de zanger het verwoordde: “We’ve had the Wayne’s world headbanging shit, and now it’s time for the mellow shit”. Na de belofte dat het later in de set terug ruiger zou worden, dankte hij ons alweer dat we op die trip tussen uitersten mee wilden gaan, bovendien echt aandachtig luisterden naar de ingehouden songs en ook mee uit de bol gingen met de gierende gitaar. Op het einde van Woke up to the light vielen de twee muzikanten die stilletjes verdwenen waren terug in, en zo begon het derde deel.
Strand Of Oaks kwam terug voor één toegift (Mirage year), waarna de frontman het publiek instapte en enkele mannen uitbundig knuffelde. Je zou geloven dat hij nog meer dan ons tevreden en dankbaar was voor het fijne concert.


Setlist:
  1. Satellite moon
  2. Heal
  3. Goshen '97
  4. For me
  5. JM
  6. Diamond drill
  7. Two kids
  8. Woke up to the light
  9.  Shut in
  10. Plymouth
  11. Sterling
  12. Wait for love
Bis: Mirage year


Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

28 september 2014

Twintig parels per maand: september 2014


Ook deze maand verzamelde ik weer twintig parels die het verdienen nog eens gehoord te worden.
  1. Song away - Hockey: we beginnen met een vrolijk liedje, met een motto dat me op het lijf geschreven is: "Tomorrow's just a song away"
  2. Apply some pressure - Maxïmo Park: een beetje Britpop van een band die al gauw uit het oog verloren wordt, al concerteren ze binnenkort opnieuw in de Vooruit en blijven ze relevant
  3. If I ever feel better - Phoenix: nog zo'n band die bij niet zo heel veel mensen een belletje doet rinkelen, al brachten ze al behoorlijk wat goed materiaal uit, zoals deze (bij velen dan weer wel bekende) single
  4. Into temptation - Crowded House: het songschrijverstalent van de broertjes Finn kan moeilijk overschat worden, zoals onder andere uit dit pareltje mag blijken
  5. Paperback bible - Lambchop: de band rond Kurt Wagner, een man met zowat de meest oncharismatische uitstraling mogelijk voor een frontman, zag ik al eens live in de Botanique. Eigenlijk stellen ze zelden teleur en daar torent dit nog eens bovenuit
  6. Kiss kiss is getting old - Les Savy Fav: toen ik nog heel regelmatig andere (vooral Amerikaanse) muziekblogs las, kwam deze band geregeld bovendrijven en dat is zeer terecht. Prachtige albums hebben ze ons al geschonken, maar Let's stay friends is toch wel hun meesterwerk en daar komt dit liedje uit
  7. Don't get fooled by the football players' summery outfit - Le Man Avec Les Lunettes: het Indiecater platenlabel bracht al enkele keren ter gelegenheid van grote voetbaltornooien verzamelaars uit van bands die bij hen getekend zijn en die in opdracht een song schreven in verband met voetbal. Op Fast forward: an indie music companion to World Cup 2010 staat dit leuk liedje
  8. Salva mea - Faithless: tijd voor wat dance, met een klassieker van Faithless
  9. Rechoque - Shameboy: intussen een Belgische dance-classic en altijd een aanrader op feestjes en fuiven
  10. Requiem for a hit - Miss Kittin: wat ik van Miss Kittin moet denken, weet ik nog steeds niet echt goed. De enige conclusie die ik kan trekken, is dat ze erg intrigerende muziek maakt, duidelijk met een randje af en een steek los
  11. Nothing is wrong - FC Kahuna: een fijn nummer waar voor de rest niet zo heel veel over te vertellen valt
  12. Signal failure - Padded Cell: ik weet niet meer waar ik Padded Cell leerde kennen, wel nog dat hun benadering van dance erg nauw aansluit bij mijn eerste kennismakingen met het genre
  13. Daydreamin' - Lupe Fiasco featuring Jill Scott: meestal ben ik niet zo te vinden voor rappers die heel dicht bij een hit blijven en daar overheen rappen (ja, ik bedoel jullie, Black Eyed Peas, na wat jullie deden met Misirlou en Mas que nada), maar dit is een meevaller, met de prachtige stem erbovenop van Jill Scott
  14. I wish that I could see you soon - Herman Dune: ik ben helemaal voor dit nummer gevallen door de clip (een soort Sesamstraatachtige video die mijn kinderen toen ze klein waren leuk vonden en die voor Engelstalige kinderen vast nog een pak plezieriger is), maar eigenlijk blijft dit een wonderlijk popliedje
  15. I've got this friend - The Civil Wars: het album Barton hollow waar dit later op verscheen en dat ik reviewde voor Indiestyle, viel me wat tegen, maar deze single is wel top
  16. High five, swan dive, nose dive - Pulled Apart By Horses: de bandnaam alleen al trekt de aandacht, maar dit is gewoon een keigoed indierocknummer
  17. Comfy in nautica - Panda Bear: de Beach Boys zijn niet veraf in deze zomerse song van Panda Bear
  18. Everyone's a Vip to someone - The Go! Team: is dat geen mooie visie op het leven?
  19. In the shadows - The Rasmus: de bombast neem ik er met plezier bij, want ik krijg telkens kippenvel van dit nummer. En ik vermoed dat mijn zoon het kapsel geweldig cool zou vinden...
  20. The sinking belle - Sunn O))) with Boris: twee bands die heel bijzondere muziek maken, hier met wellicht hun meest toegankelijk nummer
Zo, dat was het weer voor deze maand. Geniet hieronder van de 20 parels:

Charnia


Lokeren is voor sommigen uit het Gentse een soort hellegat: niet echt een stad maar ondanks het schampende "boeren!" toch ook niet echt de buiten in die perceptie. Muzikaal is het een soort niemandsland, zo lijkt het. En toen het provinciestadje onder impuls van een blauwe burgemeester ook nog eens de primeur van de nultolerantie had, werd er vanuit de provinciehoofdplaats nog smalender op neergekeken.
Net daar maakte een lokaal viertal in "the woods of Daknam" een d(r)oomdebuut met Dageraad. Doom, sludge, ambient: dat zijn de genres waarvan Charnia zich bedient. Als soundtrack bij onze volgende trip naar Lokeren zal het stadje er alleen maar griezeliger op worden. De vier jonge mannen weten perfect met afwisseling van rustige doch dreigende stukken en in-your-face lappen de gapende afgrond muzikaal te verbeelden. De afsluitende titelsong bijvoorbeeld dreigt minutenlang open te barsten en wanneer dat meer dan 8 minuten niet gebeurt, snak je tevergeefs naar verlossing en opluchting, ondanks de neergedwarrelde rust. En dan is er ineens toch de climax die louterend werkt, voor de luisteraar en voor de band.

Je kan het album hier kopen via Consouling Records. Beluister hieronder 2 songs eruit:

27 september 2014

AB concert: Swans (voorprogramma: Pharmakon)


Nadat Swans dit jaar alweer een erg goed album uitbrachten, To be kind, was het uitkijken naar hun concert donderdagavond in de AB. Wie hen al eerder aan het werk zag, weet immers dat je niet onbewogen kan blijven en dat de kans helemaal overspoeld te worden door hun muziek, bijzonder groot is.
Al vroeg op de avond opent Pharmakon de avond met een bizarre mix van gesamplede en geloopte geluiden en gebrul en gegil. De muzikante is een heel kwade vrouw, zo lijkt, die over het podium baggert en haar woede uitschreeuwt. Ze verdwijnt ook tussen het publiek en wie ze in de ogen kijkt, is er (even) niet goed van. De intensiteit heeft ze al, jammer genoeg ontbreekt het nog aan goede songs.
Daar hebben Swans dan weer géén gebrek aan: de indrukwekkende back catalogue van de band spreekt boekdelen. De voorbije jaren voegden ze daar met The seer en dit jaar nog To be kind nog eens kanjers van jewelste aan toe. Live brengen ze met hun zessen een post-punkbelevenis om vingers en duimen bij af te likken. Als telkens weer te pletter slaande woeste golven met schuimkoppen die angstaanjagend opspatten, beuken de repetitieve bassen en gitaarriffs op onze oren in. Dat beuken mag je trouwens behoorlijk letterlijk nemen, gezien Swans bekendstaat om het luid spelen.
Minutenlang wordt op een gong geslagen, daarna vallen minutenlang de bekkens van het drumstel bij en langzaam voegen zich ook bas en gitaar toe aan het geheel. Opener Frankie M duurt uiteindelijk zo’n veertig (!) minuten en als het concert na meer dan twee uur eindigt, hebben we zes à zeven songs gehoord. De Amerikanen blijven nooit onder het kwartier en het half uur wordt al eens makkelijk overschreden. Daarmee vormt het zestal de tegenpool van The Ramones, die na een snel 1-2-3-4 keihard rammen tot nog geen twee minuten later de laatste noot van het lied al gespeeld is.
Er wordt overigens niet enkel uit de laatste plaat gepuurd, met onder meer een geweldig hoogtepunt als The apostate uit The seer. Thor Harris, de tweede percusionnist, tovert ook een viool, een klarinet en een schuiftrombone tevoorschijn om de overweldigende muziek bijzondere toetsen te geven. Michael Gira en zijn kompanen lijken aanvankelijk weinig communicatief, maar naarmate de set vordert krijgen we een meer lachende frontman te zien die het publiek uitvoerig bedankt. De stoere mannen eindigen hun show overigens met een reeks diepe buigingen voor de fans. We zijn dan al een indringende ervaring rijker. Wie hen enkele jaren geleden zag, merkt wel dat ze geen aanslag meer proberen plegen op onze oren en het leek ook allemaal wat minder overdonderend dan die eerste keer voor ondergetekende, maar een Swansconcert blijft amper te vergelijken met andere shows.

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

26 september 2014

Lied van de week: week 39 - 2014

Digsaw - The Wytches


Op Leffingeleuren waren The Wytches voor mij dé ontdekking, zoals je hier kan lezen. Ik heb hun album intussen al ettelijke malen beluisterd en ben er helemaal weg van. Deze single doet ook jou hopelijk de smaak te pakken krijgen.

Je kan het album Annabel dream reader hier kopen.

Lyrics:

Please don't cry
My train-jumping child
I am here but lost in the light
I know you and I took the last of the light
From a bulb that resembled a tear


Stop your talking
We are the same twin
All I hear is mothers crying
I'm not honest
I'm not honest
Oh so selfish
And dishonest


She took all of the light
Took all of the light
Took all of the light


You spin and you wind through the canyons and find
That you span right back where you started
As I weep for my loss and a beloved cross
Then I stood and wept like a gypsy


Stop your talking
We are the same twin
All I heard was mothers crying
I'm not honest
I'm not honest
Oh so selfish
And dishonest

25 september 2014

Verslag Leffingeleuren 2014 - dag 3

Op de laatste dag van Leffingeleuren stuurden we onze man opnieuw op pad om verslag te doen van de optredens. Deze dag mocht dan al rustiger zijn met minder optredens, maar toch noteerden we nog enkele puike prestaties.


“Papa, ik wil later ook coole liedjes schrijven zoals Flip Kowlier, niet mooie liedjes zoals jij”, zo zei het zoontje van Wannes Cappelle in de auto. Dat krijg je vast als je in plaats van vrolijk van Min moaten, zingt “ge zijt de slechtste van mijn allerbeste moaten” in ‘Ik haat u nie’. Het Zesde Metaal, een vijftal dat indie brengt in het West-Vlaams, wist van de thuismatch een mooie passage te maken. Tussen de premières door van nieuwe songs uit Nie voe kinders, dat eind oktober verschijnt, kregen we ook de gekendere deuntjes zoals Ier bie oes en Ploegsteert, de ode aan (wielrenner) Frank Vandenbroucke.


Helemaal in zijn eentje bracht Tom McRae zijn singer-songwritermateriaal. Aanvankelijk leek dat wat te mager voor een groot festivalpodium tot hij met veel gevoel voor humor en zelfrelativering het publiek wist te betrekken in een singalong van Dose me up of liet meefluiten in Strangest land. Fans op de voorste rij bliezen zeepbellen tijdens The boy with the bubblegun, wat de Brit zeer wist te pruimen. One Mississippi leek de gedroomde afsluiter te worden met een geweldige apotheose. Er bleek echter nog tijd voor een extra nummer en zo eindigde McRae met een rustiger en triester liedje: Lord, how long?.


We lieten The Delta Saints voor wat ze waren en pikten op het podium van Busker Street nog Redlight District, een vrolijk duo, en Sarah Devreese mee. Die laatste stond moederziel alleen op het podium voor een door de wind behoorlijk leeggewaaid plein. 


In het café begon meteen daarna Quilt aan hun set. Het Amerikaanse viertal brengt folk met harmonieuze samenzang en invloeden zoals we die herkennen van toen The Beatles in India herbrond hadden. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat ze vaak vergeleken worden met The Byrds en The Mamas And The Papas en een perfecte kruisbestuiving produceren van hedendaagse folk en het beste van eind jaren 60 en begin jaren 70. Alle bandleden zongen afwisselend mee en zo viel een eind van het hoofdpodium één van de verrassingen van dit festival te rapen.


Reikhalzend keken we uit naar Wovenhand dat in het verleden zelden live teleurstelde. Helaas hadden we al tijdingen gehoord dat ze op deze tournee de songs iets te vaak lieten verdrinken in noise en de eerste nummers in de set bevestigden die geruchten. Het is ons een raadsel waarom David Eugene Edwards zijn diep in roots en religie gedrenkte songs laat vermalen door -godbetert- metalriffs. Naarmate het optreden vorderde, kwam er meer balans en hoorden we echo’s van wat vroeger was. Tot overmaat van ramp echter leek de band er niet al te veel zin in te hebben. Vijf minuten te vroeg begonnen bleek te betekenen dat er tien minuten te vroeg geëindigd werd en vruchteloos werd een bis gesmeekt. Wovenhand was op die manier de teleurstelling van dit festival.


Gelukkig maakte Admiral Freebee dat meer dan goed met zijn nieuwe band. Tom Van Laere kan intussen al op meer dan genoeg hits bogen en plukt vrolijk uit nieuw en ouder materiaal. De zevenkoppige groep injecteerde funk in Always on the run en vooral de twee blazers gaven het vroege repertorium een nieuwe adem. Nothing else to do, Bad year for rock 'n roll, Einstein brain, Oh darkness, Rags and run, Ever present: de hoogtepunten werden gewoon aan elkaar geregen als een kleurrijke kralenketting. En de admiraal had er zin in. Hij maakte een einde aan een gevecht in het publiek met een grappige tussenkomst, vertelde verhalen op een toon waarbij je gewoon wist dat hij zelfs met semi-spirituele toogpraat nog zou wegkomen en kon gewoon niet ophouden in de slotsong. Het laatste zomerfestival sloot zo af met een muzikaal feestje waar iedereen goedgezind van werd.

Je kan dit verslag ook hier lezen op Indiestyle.

24 september 2014

Verslag Leffingeleuren 2014 - dag 2

Ook op de tweede dag van Leffingeleuren was het warm en meestal droog en het is dan ook geen wonder dat onze man alweer het echte zomerfestivalgevoel had. Hij overbrugde de korte afstand tussen concerttent en zaal De Zwerver meermaals om je verslag te doen van wat zaterdag zoal te zien en horen viel.


Twee drummers en twee blazers meebrengen, zo kom je algauw aan acht leden op het podium. Trashcan Blues Collective heeft van de Mississippi alvast onthouden dat buiten de oevers treden vruchtbaar kan zijn en daarom spelen ze niet enkel blues, maar waagt de groep zich ook aan muzikale uitstapjes buiten het genre dat in hun naam verwerkt zit. Diverse bandleden nemen al eens plaats achter de microfoon. Wij onthouden naast hun eigen songs ook de mooie cover van Dirt in the ground (Tom Waits).
Jammer genoeg bleek door onverwachte omstandigheden het optreden van BRNS afgelast. We bleven even hangen op het plein voor De Zwerver waar op zaterdag en zondag telkens 10 geselecteerde singer-songwriters kort acte de présence geven in het kader van Busker Street. Wij pikten een grappige en goede Siel Meeus en The Salesman Who, wiens zenuwen duidelijk in de weg zaten, mee.


In heel korte tijd is het snel gegaan met de populariteit van het Nederlandse Dotan, dat zijn eerste Belgische concert ooit speelde voor massaal opgekomen pubermeisjes en andere jonge fans. Hun muziek zouden we een soort folkpop noemen, die door de gelijkenissen met de stem van José Gonzalez soms verrassend dicht bij Junip aanschurkt. “Thuis” is een weerkerend thema in hun liedjes, getuige opener Home II en afsluiter Home, de single die al dat plotse succes verklaart. En waar sommigen bij hun coverkeuze al eens de mist in durven gaan, blijkt de frontman over voldoende zelfkennis te beschikken om te kiezen voor Stolen dance (Milky Chance), dat hen uitstekend ligt en waarvan hun tragere versie wist te bekoren.

 
Home (live) - Dotan 


Een meer exotische naam op de affiche was Bombino. In tegenstelling tot de Syriër Omar Souleyman die op Pukkelpop ineens een heuse cultstatus bereikte en massa’s jongeren naar de tent lokte, moest hij het stellen met voornamelijk wat oudere, avontuurlijke luisteraars. De desertblues uit Niger dat het viertal bracht, bewijst waarom de blues in het Westafrikaanse buurland van Mali evengoed thuiskomt. Parallellen met Ali Farka Touré en Toumani Diabaté waren, zeker door het bijzondere gitaarspel, nooit ver weg.

  
Met stip aangeduid op het festivalschema stond Blood Red Shoes. Het duo uit Brighton speelde hier al eerder en bracht een vierde album mee, dat eerder dit jaar uitgebracht werd. Na een instrumentale wervelwind werd ingezet met I wish I was someone better uit hun debuut en dat maakte uiteindelijk duidelijk hoe de nieuwe nummers opnieuw meer aansluiten bij hun vroegste werk. Don't ask en Light it up uit de tweede plaat behoorden eveneens tot de parels maar de beste song bleek toch het nieuwe An animal.


Dé ontdekking van deze dag was het Britse The Wytches. Het jonge trio, ook al uit Brighton, brengt noiserock met het enthousiasme van Niels Albert die net te horen heeft gekregen van de dokter dat hij terug aan veldrijden mag doen. Vanaf het openingsnummer is al meteen duidelijk dat het vroege Nirvana nooit veraf is, maar ook het jonge Oasis, The Black Keys en een portie surf worden erdoorheen gemengd. Als grunge de komende jaren een revival zou kennen, verwachten we dit drietal op de eerste rij. Zelfs de hese ballads verraden tonnen talent.

 
Crying clown (live) - The Wytches


Het minste wat je kan zeggen over het optreden van Tricky, is dat het een hele belevenis is. En dat geldt niet enkel voor wie voor het podium staat, maar zowaar nog meer voor de drummer, de gitarist en de zangeres (Francesca Belmonte) die hij meebracht. Strak, haast dictatoriaal dirigeert hij hen, met handgebaren en soms zelfs vocaal aangevend wanneer ze hun instrument het zwijgen moeten opleggen, mogen invallen of luider moeten spelen. Zelf vecht hij intussen met de microfoons en strompelt over het podium, alle aandacht voor zichzelf opeisend. Het publiek weet niet zo goed wat het moet aanvangen met zijn attitude, die volkomen zijn imago van moeilijke jongen bevestigt. Maar de muziek is fenomenaal goed. Daarbij wordt niet enkel geplukt uit het net verschenen Adrian Thaws. Toch blijven de grote hits uit het verleden in de kast. Afgesloten wordt er, nadat de voorziene tijd al overschreden is, met een extra lange versie van By myself.


In de zaal bewijst Madensuyu net als andere vele andere duo’s dat je met twee ook minstens evenveel kracht en energie kan uitstralen. De songs uit Stabat mater gaan er bij het talrijke publiek in als zoete broodjes. Hun set is al even bezig als iedereen die Tricky niet wou missen, snel komt binnengelopen. Strak en stevig wordt er gemusiceerd en daar lusten we wel een papje van. Bovendien blijkt een zaal de perfecte biotoop voor deze Belgen.


Oscar And The Wolf kleedde het podium in de concerttent aan met palmbomen en de relaxte, zomerse vakantiesfeer van hun muziek komt er perfect tot zijn recht. Het typische en herkenbare geluid dat zijn hoogtepunt kent in de massaal meegezongen singles Princes en Strange entity is naast hun sterkte ook hun zwakte. In het geheel van een volledige set missen we wat variatie om een plaats zo hoog op de affiche helemaal te rechtvaardigen, maar verder geen kwaad woord over Max Colombie en zijn kompanen. De uit zijn voegen barstende tent gaf hen overigens meer gelijk dan ons.

Je kan dit verslag ook hier lezen op Indiestyle.

23 september 2014

Verslag Leffingeleuren 2014 - dag 1

Leffingeleuren gaat er prat op de officiële afsluiter te zijn van de festivalzomer. Vrijdag startte het gebeuren met alvast een divers aanbod in de concerttent, de zaal en het café van De Zwerver


In de concerttent mochten de Limburgers van Geppetto And The Whales het feestje in gang zetten. Met behoorlijk wat (vooral jonge) fans in het publiek, enige Afrekeningglorie en een goed ontvangen debuutalbum leek dat geen al te moeilijke opgave te worden. Ondanks de grimassen, het beuken op de banjo en een verstandige opbouw van hun set, die je voelde groeien naar een climax, slaagde de band er toch niet helemaal in om het vuur er in te krijgen. Daarvoor misten ze wat schwung in de uitvoering.

 
live-fragment


Een grote toekomst wordt Hydrogen Sea voorspeld en dat bleek helemaal terecht. Het Brusselse duo maakt pareltjes van songs, opgebouwd uit de wonderlijkste details en gezongen met een stem die het midden houdt tussen de Lorelei en een verlegen meisje voor de spiegel. De hoogtepunten werden aaneengeregen met onder andere End up, Only oleanders, Free falling en Wear out. Bijwijlen moeten we denken aan labelgenoten Maya’s Moving Castle, doch dit tweetal heeft al een geheel eigen universum weten op te bouwen met enkel een ep op hun palmares.


Intergalactic Lovers hebben zich de voorbije jaren ontpopt tot een ware festivalgroep. De manier waarop Lara Chedraoui het publiek de set in weet te zuigen, garandeert een topervaring voor (en ook op) het podium. Bovendien hebben ze met Islands en Delay enkele ijzersterke singles achter de hand die met volle overtuiging meegezongen en -gebruld worden. Het optreden eindigen ze met een welverdiend applaus voor elk bandlid door één voor één uit de slotsong te stappen, tot enkel de bassist nog staat te spelen en hij als laatste de lof mag ontvangen.


De Deen Trentemøller bracht een pak muzikanten mee: een bassist die de vetste licks speelde, een drummer die de beat je oren in stampte en drie gitaristen waarvan één vrouw die de zang bij enkele nummers voor haar rekening nam. De basis voor zijn muziek haalt hij vooral in de dance, om die dan te versieren met elementen uit de meest uiteenlopende genres, zoals dreunende new wave en surf. Een eerste relatief rustpunt in de stomende set vormde Miss you. Zelden voorheen zagen we verdriet zo dansbaar. Natuurlijk mocht ook zijn grootste hit, Moan, niet ontbreken.


De knotsgekke bende die Robbing Millions heet, was al begonnen toen we na de laatste noten van de Deen snel richting de zaal liepen. Vooraf getipt wilden we niets missen van dit vijftal dat live totaal uit zijn dak gaat. De glitterende kermisballonnen die ze hier en daar aan instrumenten hadden opgehangen en de manier waarop ze stonden te dansen op het podium, maakten meteen duidelijk hoe ze die reputatie verdienden. Muzikaal combineren ze de gekte van het Antwerpse Capsule aan de zich ontwikkelende songsmeedkunst van Great Mountain Fire. De mix van genres levert een opwindend geheel op. Toch kan je in de drukte ook overdrijven en bij momenten werd die grens wel eens overschreden. Laten we het erop houden dat deze mannen een nog ongepolijste edelsteen zijn met mogelijks een schitterende toekomst.


In het café zelf sloten wij onze eerste dag af met de Texanen van Holy Wave. De vijf muzikanten komen uit de entourage van Austin Psych Fest en spelen een mix van garagerock, psychedelica en Beatlesiaanse melodieën. Nu ja, gooi daar maar zowat alles uit de “summer of love” tegenaan, want wij herkenden ook vleugjes Rolling Stones (de riff uit Let's spend the night together) en America (het begin van A horse with no name). Een goed gevuld café werd zo weer helemaal teruggeslingerd naar het einde van de jaren 60 en dat niemand een song van de Amerikanen leek te kennen, deerde niet om er toch een geweldig feestje van te maken.

Je kan dit verslag ook hier lezen op Indiestyle.

Chantal Acda


Bijna een jaar geleden schreven we hier over het prachtige solo-album van Chantal Acda, waarvoor ze overigens hulp kreeg van gerenommeerde artiesten als Nils Frahm, Peter Broderick, Gyda Valtysdottir en Shahzad Ismaily. Daarna trok ze in binnen- en buitenland de hort op en een registratie van haar concert in Dresden, waar ze bijgestaan werd door Gaetan Vandewoude (Isbells), Alan Gevaert en Eric Thielemans, ziet nu het levenslicht. Zes van de negen songs van haar debuut kunnen we vergelijken met de live-versie.
Chantal Acda toont zich tussen de liedjes door een bescheiden vrouw, die dankbaar het applaus in ontvangst neemt. Door de andere stemkleur van Gaetan in vergelijking met Nils of Peter krijg je sowieso een wat andere sfeer in We will, we must. Voor wie met de studioversie vertrouwd is, kan het even wennen zijn, doch Gaetans vocalen moeten amper voor het origineel onderdoen. Voor Backdrops worden meer dan 10 minuten uitgetrokken en dat geeft de muzikanten de gelegenheid hun kunnen te etaleren. Gelukkig vervallen ze niet in stoerdoenerij of pochen. De soberheid van deze song wordt in stand gehouden en Chantals stem is bij momenten het enige instrument dat alle ruimte krijgt. Het gevolg is dat hier minder vaart in zit dan in het nummer zoals we het kenden van de plaat. En dat was al een traag nummer. Ook afsluiter Wintercoat, nog net iets langer, wordt tijd gegund. Bewonderenswaardig is opnieuw hoe de bandleden zich ten dienste blijven stellen van het lied. De xylofoon vervult een hoofdrol zonder springerig en opdringerig het voorplan op te hotsen.
Wanneer je studio- en live-platen vergelijkt, komt al snel de aandrang bovendrijven om te gaan zeggen of dit nu beter of slechter is. We zouden die vraag eerlijk gezegd niet kunnen beantwoorden. De versies die we hier krijgen, zijn niet per se beter of slechter, maar anders. Ze hebben bestaansrecht op zichzelf en tonen een kant van Chantal Acda die minder aan bod komt op de plaat. Misschien ligt daarin wel de verklaring waarom we Arms up high en We must hold on hier noodgedwongen missen. Het zou wel eens kunnen dat die beter thuishoren op wat de Nederlands-Belgische ons vorig jaar al toeschoof.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

19 september 2014

Lied van de week: week 38 - 2014

Queen - Perfume Genius


Hoe goed ik het vorige album van Perfume Genius vond, kan je hier lezen. Volgende week brengt hij een nieuwe plaat uit, Too bright, en de eerste single eruit laat alvast het beste vermoeden.

Je kan het album hier al bestellen.

Lyrics:

Don't you know your queen?
Yet even flower bloom at my feet
Don't you know your queen?
Cracked, peeling
Riddled with disease
Don't you know me

CHORUS:
No family is safe
When I sashay

Don't you know your queen?
Gleaning, wrapped in golden leaves
Don't you know me
Rank, ragged
Skin sewn on sheets
Case in the barracks
For an ass to break and harness into the fold
Mary

CHORUS:
No family is safe
When I sashay

15 september 2014

My Brightest Diamond


Tromgeroffel: het vierde album van My Brightest Diamond neemt een aanvang. En nee, dit keer bedoelen we dat niet metaforisch. Want het beroeren van de trom is exact het eerste wat we te horen krijgen wanneer we This is my hand in de cd-lade schuiven. Het circus lijkt te beginnen en aanvankelijk past de muziek daar ook heel erg bij, tot de stem van Sarah Worden inzet. Pressure ontvouwt zich als een betoverende popsong, uitermate geschikt om je zomeravonden van een soundtrack te voorzien en dit seizoen toch te overleven.
Net als in die opener bewijst My Brightest Diamond van vele markten thuis te zijn en al die invloeden met plezier bij elkaar te brengen in één lied. De New Yorkse hanteert een stem die alle nummers een vrolijke toets geeft. Zo wordt Before the words er net heel lichtvoetig door, lijkt Lover killer op iets wat Emily Jane White had kunnen maken als die electropop had ontdekt en tuurt Florence Welch meerdere keren om de hoek, bijvoorbeeld in Looking at the sun. Muzikaal zit het snor met verwijzingen naar het beste en het meest bekende. Wij ontwaren The XX in Resonance en het James Bond-thema in de blazers van I am not the bad guy. Dat laatste pareltje plaatst overigens ook de gitaren wat prominenter op de voorgrond dan elders op This is my hand.
Hadden we bij eerste beluisteringen nog de indruk dat dit fijn maar niet veel meer was, dan blijkt er toch een groeiplaat te schuilen in het vierde werkstuk van de Amerikanen. De variatie valt niet onmiddellijk op, doch de oren wat langer blootstellen aan de tien vlechtwerkjes openbaart de ingenieuze combinaties die gemaakt worden en de subtiele flitsen van ambachtelijk meesterschap. Het geheel wordt afgesloten met de zachte tinteling van Apparation, dat onder de lieflijke feeënstem en delicate aanraking een sluimerende dreiging nét genoeg hoorbaar laat om je niet helemaal gerust achter te laten.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Luister hieronder naar het volledige album:

14 september 2014

Festivalvooruitblik: Leffingeleuren 2014


Volgend weekend kan je drie dagen lang naar de Oostendse deelgemeente Leffinge voor het festival dat De Zwerver er organiseert. Ik zette hieronder 20 tips in een Spotify-lijstje.
Hier kan je de 10 tips lezen die ik voor Indiestyle bijeen zocht, telkens met een clipje erbij van een live-uitvoering.
Geniet ervan!
  1. For the black hand at dawn - Gepetto And The Whales
  2. Delay - Intergalactic Lovers
  3. Leave a mark - Hydrogen Sea
  4. The dream - Trentemøller featuring Low
  5. Soldier - Amatorski
  6. Puppy - Magnus
  7. Dinosaur - Robbing Millions
  8. Psychological thriller - Holy Wave
  9. Mexico - BRNS
  10. Amidinine - Bombino
  11. Everything all at once - Blood Red Shoes
  12. Dauphine - Gabriel Rios
  13. Excess - Tricky
  14. Do the watching the ex-wives dance dance - Gruppo Di Pawlowski
  15. Everything's a thread - The John Steel Singers
  16. Ploegsteert - Het Zesde Metaal
  17. Liar (live) - The Delta Saints
  18. Tie up the tides - Quilt
  19. Sinking hands - Wovenhand
  20. Oh darkness - Admiral Freebee

Lied van de week: week 37 - 2014

Adriana - Broeder Dieleman


Deze nieuwe single van Broeder Dieleman klinkt een pak duisterder dan de songs die ik van hem ken van zijn vorig album, Alles is ijdelheid. Gloria, de opvolger, is net besteld maar heb ik nog niet ontvangen en dus nog niet beluisterd. Ik had wel al gelezen dat nu de man op Snowstar Records zit, de donkerte van zijn liedjes meer op de voorgrond treedt.
In de clip bij dit nummer zien we een boer uit Grijpskerke (nabij Middelburg in Zeeland) die gedwongen is te stoppen met werken. Zijn koeien heeft hij al eerder verkocht en hij verbrandt het laatste stro uit zijn stallen, terwijl hij afscheid neemt van zijn bezittingen.

Je kan het album Gloria hier bestellen.

13 september 2014

Birds That Change Colour


Nog meer dan op voorganger On recording the sun dompelt Koen Kohlbacher, de frontman van Birds That Change Colour, zich onder in pastorale folk zoals we die al lang niet meer gehoord hebben op On recording birds. Met vocale steun van Nathalie Delcroix (Laïs, Eriksson Delcroix) en Naomi Sijmons (Reena Riot) en volgens de foto deels buiten opgenomen, ademt deze plaat één en al platteland. Zowel muzikaal als tekstueel worden thema’s hernomen, waardoor we een mooi afgerond en samenhangend geheel voorgeschoteld krijgen.
Alleen al het artwork van Maarten Donders zou je moeten overtuigen dit album in huis te halen. Wij moeten erbij denken aan wat Chad VanGaalen grafisch toevoegt aan zijn muziek, al is de stijl van Donders meer feeëriek en “hippie-achtig”. In ieder geval ligt dit in het verlengde van wat op het schijfje zelf aangetroffen wordt: gitaren die bij het haardvuur vertellen over liefde en de seizoenen. Terwijl de folkdeuntjes rakelings langs kleinkunst scheren, benaderen Birds That Change Colour soms ook de sfeer van het rustigste uit de American recordings van Johnny Cash. Luister bijvoorbeeld maar eens goed naar State of confusion. In Songs till May loeren de vroege Beatles dan weer om de hoek. Alle nummers worden omgeven door geluiden van vogels en stromende beekjes. Het gevoel van zomeravonden wordt ons zonder probleem weer in herinnering gebracht.
My love lijkt uit de jaren 60 gekatapulteerd naar vandaag. Die retro-touch is nadrukkelijk aanwezig en klinkt toch allerminst gedateerd. Kohlbacher en zijn kompanen zweven evenzeer in de buurt van hedendaags en tijdloos. De luie luisteraar houdt het bij het beoordelen van deze tweede plaat op een nostalgische trip, wij horen het overspannen van decennia muziek binnen een genre dat voor velen onbekend terrein is geworden.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Luister hieronder naar het volledige album:

12 september 2014

Snailking


Het Zweedse Snailking maakt doom die oud klinkt. Dat heeft zo zijn redenen: er werd gebruik gemaakt van retro opname-apparatuur zodat de klank neigt naar analoge opnames. Dit weids geluid op Storm komt naar het schijnt nog beter tot uiting op de vinyl versie maar ook de cd laat een band horen wier muziek echt wel uitwaaiert.
Vijf serieuze lappen, nooit minder dan 6'32" en zelfs eens meer dan een kwartier lang, krijgen we om de oren geslagen. Het zijn geen hapklare brokken doch gelukkig ook geen taaie biefstukken. De Zweden weten sfeer neer te zetten zonder de melodie helemaal uit het oog te verliezen.

Het album kan je kopen bij Consouling.

08 september 2014

Luke Sital-Singh


Al vanaf de eerste noten van opener Nothing stays the same weet je dat Luke Sital-Singh goud in de vingers heeft (eind vorig jaar was het hier trouwens "lied van de week"). De eenvoudige gitaar, de sobere arrangementen en de erg vlot binnenkomende stem zadelen je op met een oorwurm van jewelste. Toch brak het nummer eind vorig jaar niet bepaald veel potten. Dat gebeurde intussen wel met Greatest lovers (ook al een "lied van de week" onlangs), waardoor de interesse voor debuut The fire inside meteen gewekt is.
De 26-jarige Brit, zo leren we uit zijn biografie, maakte als fan van The Offspring en Korn kennis met Damien Rice en belandde zo uiteindelijk bij inspiratiebronnen als Ryan Adams, Ray LaMontagne, Josh Ritter, Neil Young en Bruce Springsteen. Wij horen ze niet allemaal terug in zijn eerste plaat, maar dat hij intussen veraf staat van punkrock en nu metal, mag wel duidelijk zijn. Eerlijk gezegd zou ‘s mans stem in die genres ook niet echt passen. Gelijkenissen die we dan weer wel horen, zijn The Killers en Manic Street Preachers. Luke Sital-Singh slaagt er immers in om melodieën te schrijven die erg radiovriendelijk zijn, slechts een tikkeltje stout en overgoten met vaseline voor de oren. Het valt dan ook te voorspellen dat puristen algauw zullen staan roepen dat hij zijn muzikale ziel verkoopt aan makkelijk succes en “té commercieel” is. Natuurlijk zijn we niet blind voor het hitpotentieel in vele van de songs en avontuurlijk zullen we dit niet noemen, doch ter verdediging van de Engelsman stippen we aan dat het niveau altijd hoog blijft en dat Luke binnen het spectrum dat hij wil bestrijken de nodige variatie aan de dag legt.
Vrijwel elk nummer komt in aanmerking om als single uitgebracht te worden. Of het nu het fluisterliedje Lilywhite is of Everything is making you, steeds verlang je ernaar dit op gezette tijden terug te horen, als voormiddagdeuntje tijdens het werk of als ontspannende muziek bij het avondeten. Nearly morning houdt stand in elke playlist van Studio Brussel én Radio 1. We don't belong brengen we eveneens graag onder je aandacht.
Valt er dan niets negatiefs te zeggen over dit album? Jawel, want de zwakte zit hem natuurlijk in het al bij al misschien wat beperkte spectrum waarbinnen Sital-Singh blijft. Avontuurlijke oren blijven op hun honger en zullen misschien een lichte geeuw niet kunnen onderdrukken, hoewel ze het vakmanschap waarderen. De Brit lijkt voorlopig niet van plan zijn comfortzone te verlaten, wat hem bij een debuut makkelijk te vergeven valt, doch het lijkt ons eerder noodzakelijk als hij ook in de toekomst wil blijven luisteraars charmeren en boeien.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Beluister hieronder het volledige album:


06 september 2014

Democrazy concert: Chad VanGaalen (voorprogramma: Cousins)


De afwezigen hadden weer eens ongelijk: de Canadees Chad VanGaalen kwam naar Gent om er te concerteren en wie er niet bij was, heeft een optreden gemist van een artiest die nog al te vaak onderschat wordt. Democrazy wist hem hierheen te halen nadat hij eerder dit jaar zijn vierde album Shrink dust uitbracht. De singer-songwriter blijkt live een pak steviger uit de hoek te komen.


Nadien begrepen we dan ook beter waarom Cousins, ook al uit Canada, het voorprogramma op zijn tour verzorgt. Duo’s bestaande uit een drummer en een zanger-gitarist zijn al langer vaak succesvol: The White Stripes, Black Box Revelation, Two Gallants, Royal Blood, … Ze begonnen alvast rustiger aan hun set dan voornoemde bands gewoonlijk op ons loslaten. Na een tijd kwam het vuur er meer in en zelfs wanneer gezongen wordt over de grootmoeder van de zanger werden we met ruige bluesrockriffs om de oren geslagen. Bij de afsluiter kwam VanGaalen overigens al eens meespelen op sax, om de apotheose het volle gewicht te geven.


Chad VanGaalen is erg vergelijkbaar met Daniel Johnston in die zin dat ook hij een geheel eigen universum creëert waarin ook zijn grafisch werk een belangrijke plaats inneemt. In de (animatie)clips die hij zelf tekent komen voortdurende metamorfoses als centraal thema naar voren, met lichamen en lichaamsdelen als mond en ogen die splitsen, openrijten en zich vermenigvuldigen. Muzikaal merkten we gelijkaardige gedaanteverwisselingen. Op welke overweldigende wijze de single Where are you? gebracht werd, liet er geen twijfel over bestaan dat hij een orkaan over ons zou laten rollen en razen. Met achter en naast zich een drummer en bassist en zelf rammend op zijn gitaar voegt VanGaalen op het podium heel wat kracht toe aan de liedjes. Als zoals op DOK de muziek vrijgelaten wordt in open lucht, dan krijg je een indrukwekkende ervaring. Jammer genoeg bleek de set niet enkel krachtig maar ook kort: minder dan een uur na de eerste noten die vrij onverwachts na het soundchecken de start markeerden, sloot het drietal af. De bissen waar het publiek bleef om vragen, kregen we niet. Het was de enige smet op een voorts geweldig optreden.

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

04 september 2014

Lied van de week: week 36 - 2014

Figure it out - Royal Blood


Het Britse duo Royal Blood maakt potige rock die in de buurt komt van wat The White Stripes ons in het verleden voorschotelden, dus is het geen wonder dat ik erg verguld ben met deze single. Laat je maar helemaal gaan!

Je kan het titelloze debuutalbum hier kopen.

Lyrics:

Nothing here to see
Just a kid like me
Trying to cuss and see
Trying to FIGURE IT OUT


Nothing better to do
When I'm stuck on you
And still I'm here
Trying to FIGURE IT OUT


Getting hard to sleep
But it is in my dreams
But it's killing me
To try and FIGURE IT OUT


Nothing better to do
When I'm stuck on you
And still I'm here
Trying to FIGURE IT OUT


I'll let it go 'cause I won't see you later and I'm not allowed to talk it out
I said I'll come, I'll promise I won't show but I see you trying to figure it out
I promise you, I'll take a bet on you but you didn't know I planned it out
I said I'll go, yeah, I won't see you later and I'm not allowed to figure it out


Nothing here to see
Just a kid like me
Trying to cuss and see
Trying to FIGURE IT OUT


Nothing better to do
When I'm stuck on you
And still I'm here
Trying to FIGURE IT OUT


I'll let it go 'cause I won't see you later and I'm not allowed to talk it out
I said I'll come, I'll promise I won't show but I see you trying to figure it out
I promise you, I'll take a bet on you but you didn't know I planned it out
I said I'll go, yeah, I won't see you later and I'm not allowed to figure it out

03 september 2014

Mijn Bob Dylanjaar (11): New morning


Na het veelzijdige Self portrait dat heel wat verrassingen bevatte, maakte Bob Dylan in 1970 (ik was toen nog niet geboren) New morning. Op opener If not for you lijkt de vertrouwde Dylan terug, en hoewel je dat gedeeltelijk terecht kan opmerken, is er toch een verschuiving gekomen in wat hij brengt. Day of the locusts bijvoorbeeld zou je niet hebben kunnen terugvinden op de eerdere albums. Muzikaal sluipen de jaren 70 al binnen, hoor je als luisteraar decennia later.
Met Time passes slowly krijgt de piano een belangrijke rol toebedeeld. Lijkt deze song op het eerste zich nogal gewoontjes, dan ontvouwt zich na enkele beluisteringen de charme ervan. Die ligt vooral in het eenvoudige, sobere arrangement hoewel er toch voldoende muzikale details een rijkdom bevatten die het simpele popliedje overstijgen. Datzelfde merken we ook bij Went to see the gypsy. Winterlude bevat verrassende Griekse invloeden en flirt zodoende met de grens met kitsch. Is dit een platte wals of is er "more than meets the eye"?
De piano is ook de opvallende protagonist in het jazzy If dogs runs free. Zelf heb ik niet zo heel veel met jazz en dat zal ook wel  meespelen in waarom dit me weinig aanspreekt. Dan vind ik de titelsong een pak interessanter. Die is een logischer verderzetting van het traditionelere ambacht van Dylan zonder uit de toon te vallen in het nieuwere geluid dat de plaat overheerst. Sign on the window beklijft amper maar gelukkig keert Dylan in One more weekend terug naar pianoblues. Dit vraagt erom op een luid volume afgespeeld te worden, bij voorkeur in een donker en rokerig krocht (hoe ongezond sigaretten ook mogen zijn). Helaas is The man in me wat licht. Het parlando in Three angels heeft zijn charmes en roept ook al de sfeer op van de late uren in een café, al doen de backing vocals ons ook aan de kerkgebouwen denken waarin gospel niet altijd opzwepend hoeft te zijn.
Met Father of night wordt een naar mijn mening wat wisselvallige plaat mooi afgesloten. In zekere zin is het een vlot behapbaar album maar er staan naar mijn zin iets te veel wel erg lichte songs op.