08 maart 2014
Mijn Bob Dylanjaar (6): Highway 61 revisited
Met Highway 61 revisited zijn we bij een absolute klassieker aanbeland, en hoe schrijf je daar nog iets zinnigs over, bijna vijftig jaar later. Vijftig! Jawel! Zolang geleden is het al (of toch bijna) dat Bob Dylan dit meesterwerk maakte.
Like a rolling stone is waarschijnlijk het meest bekende nummer dat hij ooit schreef, het lied dat werkelijk iedereen wel kent en al gehoord heeft. Ondanks zijn leeftijd boette het nog niets aan kracht in. Wel viel me op dat ik meestal niet echt goed meer luister naar deze song, en als je dat wel doet, wordt je overweldigd door de symbiose van tekst, muziek en zang die als een aanklacht op je nek vallen en je haast omver blazen. Toch is dit niet het beste van deze plaat, voor mij is dat Ballad of a thin man. Eigenlijk kende ik dit nummer niet zo heel goed, maar in de film I'm not there vond ik het al heel sterk en herhaalde beluisteringen hebben het onuitwisbaar in mijn hoofd geplant. Het slome ritme en het orgeltje dat zich op de achtergrond schuilhoudt alsof we het niet zouden opmerken, verdiepen de wanhoop die uit de tekst spreekt. Het hoofdpersonage (Mr Jones, wellicht Dylan zelf) bevindt zich in een surrealistische wereld waarin zijn bekendheid als een zware last over zijn schouders hangt, waarin niemand nog op een normale manier met hem communiceert, waarin verwachtingen niet eens afgetoetst worden maar opgelegd en waarin het contact met de realiteit verloren raakt. Deze interpretatie maak ik zeker na het gebruik ervan in de hierboven vermelde film. Dat gevoel van vervreemding was daarin op dat moment van het verhaal erg prominent, en het behoeft weinig verbeelding om te zien dat Dylan, die in korte tijd al heel wat succes had meegemaakt en een status had bereikt op eenzame hoogten, zich exact in zo'n positie bevond. Als psycholoog ben ik net aangetrokken door de vertolking van deze totale aliënatie, die ik nooit eerder zo scherp heb weten weergeven.
Uiteraard is er geen enkel zwak moment op dit album te bespeuren. Tombstone blues laat ons God op onze blote knieën danken dat Dylan elektrisch gegaan is: knap staaltje blues, alweer een pakkende tekst en gitaren die scheuren zonder hun beheersing te verliezen. Een pak slepender is It takes a lot to laught, it takes a train to cry waarin de piano en de mondharmonica strijden om de eer het triestigst te klinken. Vrolijker wordt het daarna met From a Buick 6, opnieuw een reden om de elektrische gitaren te bejubelen.
Queen Jane approximately is een smeekbede waarin niet duidelijk is wie in de hoogste nood verkeert: Jane, die zich geconfronteerd weet met tegenslagen en een afvallige wereld, of de verteller die zo graag wil dat ze zich tot hem richt? De titelsong klinkt erg speels en het is de moeite waard om op internet op zoek te gaan naar de verhalen achter de personages die allemaal op één of andere manier naar Highway 61 verwezen worden (Abraham die zijn zoon moest offeren, kennen de meesten wellicht al...). In Just like Tom Thumb's blues krijgt de piano opnieuw een hoofdrol toegeschoven en die wordt met verve vertolkt. In een verzameling hoogtepunten zoals Highway 61 revisited steekt dit er nog steeds bovenuit.
Afsluiter Desolation row is een perfecte synthese van wat Dylan zo goed maakt: een sterke tekst met verwijzingen naar heel wat verhalen (van Assepoes tot Romeo en Juliet en van Einstein tot de opvarenden van de Titanic) bovenop een melodie die zich ten dienste stelt van het verhaal. Dit is opnieuw de ware essentie van folk, en hoezeer in die tijd sommigen uit de folkscene hem ook een verrader mogen genoemd hebben, hier geeft hij hen lik op stuk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten