31 december 2019
Jaaroverzicht 2019: het jaar van de identiteit
2019 wordt een jaar om nooit meer te vergeten én om snel te vergeten. Die paradox zit in de extremen die dit jaar voor mij persoonlijk kruiden en extremen, dat is net wat ook steeds meer in de wereld om ons heen aan invloed lijkt te winnen.
Het bijna afgelopen jaar was een jaar dat nog het best samen te vatten valt voor mij als het jaar waarin ik stil moest staan bij mijn eigen identiteit: wie ben ik? Wie ben ik als vader? Wie ben ik als zoon en als broer? Wie ben ik in mijn werk? Wie ben ik in dit lichaam? En die vragen houden onvermijdelijk ook de vraag in hoe anderen mij zien. Want je bent vader voor je kinderen, zoon voor je ouders, broer voor je broer en zus, werknemer voor je werkgever en collega voor je collega's (en in mijn geval: psycholoog/zorgbegeleider voor de mensen waarmee en waarvoor ik werk). En zelfs hoe je in je vel zit (letterlijk, hoe je omgang is met je lichaam en wat je lichaam met je doet) is ook onderhevig aan de blikken van anderen.
In de moeizame relatie met mijn ouders, mijn broer en zus, moest ik opnieuw op zoek naar wie ik voor hen ben, hoe zij mij zien, maar vooral ook: wie wil ik zelf zijn voor hen? Welke plaats nemen zij in voor mij en hoe verhoud ik mij tot hen? Vaak raak je verstrikt in patronen die al van kindsbeen af ontstaan en zichzelf versterken en daaruit losbreken, is een heel moeilijke opgave. Bovendien is het niet iets dat je alleen kunt doen. Ja, je kan je eigen positie herdefiniëren en je eigen manier van omgaan met de anderen anders aanpakken, maar de ander is natuurlijk ook de helft van het verhaal en als die niet mee verandert, word je door de sterkte van intrafamiliale patronen algauw meegezogen in een eindeloze herhaling, soms van iets wat je eigenlijk niet wil. Je eigen kant, dat hangt samen met je identiteit, met wie je wil zijn. Het is niet zo dat ik er op het eind van dit jaar uit ben, allesbehalve, maar ik maakte ook dit jaar keuzes die zouden moeten helpen om het allemaal scherper en duidelijker te krijgen.
Ook in de relatie met mijn zeventienjarige dochter kwamen spanningen opzetten die ik -eerlijk gezegd-niet had zien aankomen. Ze haalden me onderuit, ze brachten me in de war en ze deden me twijfelen aan bijna alles wat ik als vader al had betekend en had willen betekenen. En ze dwongen me ook vanuit een ander perspectief naar mijn vaderschap en naar de relatie met mijn dochter te kijken. En, vreemd genoeg, dwongen ze me ook de relatie met mijn zoon te herdefiniëren, kritisch te bekijken, ook daarin meer bewust te zoeken wat ik kon betekenen voor hem en welke betekenis hij geeft aan mij. Het scherpste is er intussen af maar zoals met alles wat je wereld omkeert, zal het nooit meer hetzelfde zijn, wat tegelijk deels goed en deels jammer is.
Ook mijn gezondheid was dit jaar een zorg die ik weliswaar gelukkig kon delen met mijn lief, maar die een sterke impact had en heeft op mijn leven. De aangeboren hartafwijking en het verloop ervan (en het verloop van alles wat sinds ik klein was gedaan is om de last ervan te beperken) begint ook op andere organen van invloed te zijn en dat betekent niet alleen dat ik vaak ziek was, maar ook dat ik mijn gewoonten (b.v. rond eten en drinken) noodgedwongen moet aanpassen. Net als met het tot minder fysieke activiteiten in staat zijn (iets wat al enkele tientallen jaren bezig is), voelt dit als een enorme beperking en belemmering (en dat is het ronduit ook natuurlijk). En zoals iedereen zich kan voorstellen, hebben gezondheidsproblemen op zich ook weer zelf een grote impact op andere levensdomeinen.
In mijn werk werd ik dit jaar vrij plots, door het opduiken van een onverwacht groot probleem, eveneens gedwongen stil te staan bij wat ik doe, wat ik beteken in mijn werk, hoe anderen daarnaar kijken en waar ik al dan niet naartoe wil. Mijn werk is sowieso ook al onderhevig aan maatschappelijke veranderingen en ook dat deel roept veel vragen op, want mijn werk is allesbehalve evident. Het zal u wellicht niet ontgaan zijn dat ook de welzijnssector (en dus de hulpverlening) onder druk staat en dat de overheid haar beleid van "met minder meer doen" en "elke cent moet voldoende verantwoord worden" nog verstrengde. Zowel mijn eigen specifieke ervaringen in de organisatie waar ik werk als die sturing door de overheid zorgen voor conflicten tussen mijn visie op hulpverlening en mijn visie op hoe ik zelf een goede hulpverlener kan zijn en dus moest ik wel stilstaan bij mijn identiteit als hulpverlener (en als werknemer en als collega ook trouwens).
Identiteitsvraagstukken zijn allesbehalve makkelijk. Het zijn complexe en fundamentele vragen waarover je je moet buigen en je kan het niet alleen. Je hebt hulp nodig, zowel van mensen dichtbij je als van mensen die vanop afstand met een andere blik kunnen kijken, misschien zelfs wel een professionele blik vanuit bepaalde aspecten. Gelukkig heb ik zulke mensen om me heen. Slechts één ervan wil ik expliciet noemen omdat zij voor mij in het centrum van dit alles staat: mijn lief. (De anderen weten wel wie ze zijn en aan hen zeg ik het wel persoonlijk)
Met mijn lief kocht ik dit jaar een huis. Jawel, het moment waarop haar kinderen het huis uit zijn en de mijne ook nadert (een beetje, vooral de mijne zijn nog relatief jong en mogen uiteraard nog lang bij me blijven wonen tot ze zelf hun eigen stekje willen) en geheel toevallig en onverwacht vonden we dit jaar in Ronse, ver weg van waar zowel zij opgroeide (en woont) als van waar ik opgroeide (en woon), een huis dat wel heel dicht ons ideaal benadert. Vrijwel alles wat we (op een realistische manier) wensten voor ons toekomstig gezamenlijk huis is er, en bovendien was het allemaal betaalbaar, waardoor we die unieke kans besloten te grijpen. We hebben weliswaar nog wat werk eer we daar effectief kunnen gaan samenwonen, maar we hebben ook nog tijd (in feite komt deze aankoop heel wat jaren vroeger dan we altijd gepland hadden). Ons (jawel, ONS!) huis is zowat het beste wat ons dit jaar te beurt viel. En het is zeker en vast het hoogtepunt van 2019, de basis waarop we onze toekomst samen verder kunnen bouwen en waar we, misschien wel voorbij die identiteitsvraagstukken geraakt, ons leven invulling zullen geven samen, zoals wij (en niet ik of niet zij apart) dat willen.
Over het belang dat gehecht wordt aan identiteit en hoe dat ingevuld wordt in de maatschappij tegenwoordig, heb ik al vaak getweet of berichten op Facebook gezet, en ik heb er zeker al heel veel over gesproken met veel mensen om mij heen en er komt vast een tijd om daar nog op verder te gaan, maar bij het einde van dit jaar wil ik nu vooral besluiten met de wens dat 2020 voor mijzelf meer antwoorden dan vragen oplevert, mij een nieuw evenwicht biedt en dat niet al te veel gebeurtenissen een hernieuwd evenwicht alweer uit balans brengen. En in feite wens ik ook u dat toe...
30 december 2019
Gelezen (135)
Villa des Roses - Willem Elsschot
Hoe heerlijk toch beschrijft Willem Elsschot zijn personages in dit mooie boek. In Villa des Roses, een pension in Parijs, verblijven allerlei zonderlinge figuren die elk op hun eigen manier tegelijk protserig zich van hun beste kant laten zien én zielig zijn in hun kleine menselijkheid. Goedgelovigheid treft hier zowel bedrieger als bedrogene en de rake beschrijvingen geven alles een licht humoristische toets, wat van dit boek een zeer aangenaam, vlot leesbaar geheel maakt.
De trein der traagheid - Johan Daisne
Jazeker, Johan Daisne heeft in dit boek mooie zinnen geconstrueerd, gebruikt ongebruikelijke (en ietwat in onbruik geraakte woorden) en daarmee doet hij mijn innerlijke thesaurus veel plezier, maar raken deed De trein der traagheid me niet. Het is ook niet dat dit magisch realistisch verhaal niet interessant is en niet goed is opgebouwd. "Technisch" vallen weinig opmerkingen te maken over dit boek maar wat het voor mij miste, was ziel. Je raakt als lezer moeilijk geraakt als je zinnen moet herlezen, vaak zelfs. De mooie, zwierige zinswendingen en -constructies tonen veel métier maar het begrijpend lezen wordt er niet meteen door bevorderd. En zo blijft een mooi geschreven maar té afstandelijk boek over...
Bezonken rood - Jeroen Brouwers
Twee thema's vielen me vooral op bij het lezen van dit boek van Jeroen Brouwers: de verhouding tot zijn moeder en de kampen in Indonesië waar de Japanners de Nederlands die daar als kolonisator waren, gevangen hielden.
De relatie tot zijn moeder is door de gebeurtenissen in dat Jappenkamp dermate getekend (net als Brouwers zelf) dat ze onherstelbaar beschadigd raakte en een bijzonder precieze filering ervan vinden we in dit boek terug, dat geen aanklacht tegen zijn moeder is, maar eerder een getuige van zijn onvermogen nog in verbinding te staan met haar.
De Jappenkampen moesten in wreedheid niet onderdoen voor de concentratiekampen van de Duitsers maar zijn door de geschiedenis milder toegedekt en -wellicht minder in Nederland dan hier, maar toch- vergeten geraakt in hun omvang en intensiteit. Zelf had ik er amper over gehoord en nooit had ik mij erbij kunnen voorstellen hoe onmenselijk wreed ze waren en hoe gelijkend op de Duitse concentratiekampen (en -zo daagt me intussen- op kampen in oorlogen nadien, zoals in ex-Joegoslavië).
Jeroen Brouwers laten op magistrale wijze grote en kleine thema's (vliegen, kikkers, de televisie als machine om andere dingen te zien dan de dingen die je ziet (in het echt), rood, Mariaverering,...) terugkeren in een mooi geconstrueerd boek.
De oude man en de zee - Ernest Hemingway
Deze klassieker van Ernest Hemingway vertelt het verhaal van een oude Cubaanse visser die buitengaats gaat vissen en er de grootste vis weet te vangen die hij ooit zag, na heel wat moeite. Helaas blijkt dat de vis vangen slechts een deel is van wat je moet doen eer je hem kan verkopen en uiteindelijk verliest hij de vis weer aan de zee (en de haaien erin).
Ik vraag me af of de eerbied van de visser voor de vis en zijn bewondering, ook echt de gevoelens zijn die een visser heeft of had voor de zee, voor de vissen, zelfs voor de haaien, of een geromantiseerd idee van de schrijver, maar hoedanook: het blijft een mooi verhaal.
Get Set Go
Vijfenveertig songs, goed voor 2 3/4 uur, waar krijg je tegenwoordig nog zoveel waar voor je geld als je een plaat koopt? De gulle schenker dezes is Get Set Go, een oorspronkelijk Californische band (nu residerend in Austin, Texas) die ik eerder al in mijn jaaroverzicht van 2008 opnam. Hun plaat schonk ik toen zelfs de achtste plek in mijn jaarlijst.
Daarna verloor ik hen helemaal uit het oog, wat jammer is want ze hebben, getuige Spotify, intussen heel wat platen gemaakt die onbeluisterd bleven hier. Op de valreep van dit jaar stel ik mijn gehoor alsnog ter beschikking om hun liedjes tot mij te nemen op Hesitation cuts.
45 songs is natuurlijk veel en bijna drie uur is lang, maar het is de moeite en je kan dit album gerust op de achtergrond opzetten, intussen je afwas doen, je strijk, de rest van de was opplooien, stof afdoen en zelfs al een gedeelte van je benedenverdieping dweilen (ik wou dat ik kon zeggen dat ik dat voor u uitgetest heb...). En af en toe valt je dan een liedje op dat er toch een klein beetje uitspringt. Dat doet bijvoorbeeld Here I am and this is now, waarvan de intro me deed denken aan The ship song van Nick Cave, evenals Like hurricanes, waarin een vrolijk tempo gecombineerd wordt met een jubelend refrein. Neem zeker het goede advies van People don't have to like you ter harte en Grow the fuck up. Maar vooral: beluister deze plaat zelf meerdere malen en laat telkens een andere song je hart stilaan veroveren.
Je kan dit album hier kopen via hun Bandcamppagina en het alvast hieronder beluisteren:
Labels:
2019,
embedded player,
mening,
muziek,
nieuwe release
29 december 2019
Purple Mountains
Herinnert u zich nog hoe Ween het country-genre parodieerde op 12 golden country greats (zelf vind ik Piss up a rope nog steeds hilarisch)? Wel, daaraan moest ik meteen denken bij het horen van het titelloze album van Purple Mountains, het laatste project van Silver Jews-frontman David Berman. Berman stierf in augustus en met hem dus ook wellicht de band, maar deze plaat hebben we er toch nog aan over gehouden.
Wellicht bedoelde Berman het allemaal iets serieuzer dan zijn collega's van Ween, maar de manier waarop hij zingt, hoe hij de (alt-)country naar zijn hand zet, het had allemaal niet misstaan op bovengenoemd parodie-album.
Deze plaat laveert rustig en gezapig door je gehoorgang en is een aangename luisterervaring, zonder meer. Constante kwaliteit zonder echte uitschieters maar zonder uitschuivers, het is een welkome plaat in onze collectie.
Beluister hieronder het volledige album:
28 december 2019
Gelezen (134)
Flauberts papegaai - Julian Barnes
"Boeken verklaren levens. De enige moeilijkheid is dat de levens die ze verklaren die van anderen zijn en nooit dat van jezelf." Mogelijks had ik een ander citaat uit dit boek kunnen kiezen (er staan meer dan genoeg mooie zinnen in) om mijn recensie te beginnen, maar deze keuze verraadt wat ik vooral meedraag uit dit boek over Gustave Flaubert, dienst leven en diens boeken: hier en daar schemert er iets door dat mijn leven lijkt te verklaren, door dat van iemand anders te verklaren. En dus heeft Julian Barnes misschien toch niet helemaal gelijk. Boeken verklaren ook je eigen leven, maar nooit volledig. En feitelijk verklaren ze evenmin volledig het leven van anderen.
Ik heb psychologie gestudeerd. Vijf jaar, aan de universiteit. Ik geloof in een wetenschappelijke benadering van de psyche, in de mogelijkheid via wetenschappelijke methode kennis te vergaren over de ziel, de geest, het innerlijk (zoals je dat ook kan voor het lichaam, het uiterlijk). Ik geloof daar in beperkte mate in: ik geloof namelijk evenzeer, hierin beïnvloed door een Freudiaans-Lacaniaanse lezing van de psycho-analyse, dat een deel altijd buiten het wetenschappelijk kenbare valt en dat de wetenschappelijke kenbaarheid van de psyche ronduit overdreven wordt, niet in het minst door die wetenschappers zelve. Om het in Freudiaans-Lacaniaanse termen te zeggen: het Gat In De Grote Andere zit overal in, ook in de ziel, de geest, het innerlijk. Ik geloof dat wie de psyche (net als God een ontoereikend woord voor een waarheid waarvan mensen instinctmatig weten/geloven dat ze bestaat) tot puur wetenschappelijk (kenbaar) object verengt, de ziel van die ziel verminkt, de essentie van het innerlijk verraadt en het vluchtige dat in het woord "geest" vervat ligt, ontkent. Er IS, dat ben ik zekerder van alle andere zekerheden in mijn leven, een deel van de ziel dat niet kenbaar is, niet te vatten in woorden, niet te vatten in wetenschappelijke methode.
En daarom geloof ik wat in de lessen psycho-analyse (die dus ook nog binnen een vrij enge en strikte Freudiaans-Lacaniaanse interpretatie te situeren zijn) meermaals hoorde: de kunst, dat is de plek waar de ziel, waar de psychologie het best tot uitdrukking wordt gebracht. De kunst, op zichzelf al te definiëren als de enige plek waar het Gat In De Grote Andere tot essentie wordt verheven en de ontoereikendheid van de woorden (de betekenaars, zoals Lacan ze noemde, het hoeven niet eens woorden te zijn) middel en doel zijn. En als ik het specifieker wil maken: ja, ik, de psycholoog, meen écht dat meest interessante dingen en de grootste waarheden over de psyche terug te vinden zijn in fictie, niet in de non-fictie van wetenschappelijke artikelen en boeken door psychologen geschreven. Om het in een boutade te vatten: John Steinbeck is een preciezer psycholoog gebleken dan Salvador Minuchin. (Freud durf ik niet te noemen, zijn boeken worden door sommigen eveneens als fictie beschouwd)
De ingewikkelde constructie die Julian Barnes hanteert in dit boek verheft het non-fictiekarakter ervan tot fictie. De auteur gebruikt een verteller die auteur is van het boek (maar niet Julian Barnes zelf) over Flaubert, een schrijver van proza. Flaubert schreef over de essentie van de psyche. Braithwaite (het personage, de verteller) schrijft over Flaubert en trekt conclusies over de essentie van de psyche. Toegegeven, hij beperkt zich niet tot het leven van Flaubert, maar ook zijn eigen (fictioneel) leven wordt gebruikt om die essentie te vinden. Het citaat aan het begin van deze recensie komt zelfs uit dat deel van het boek over het leven van Braithwaite. En Barnes gebruikt zijn personage Braitwaite om de essentie van de psyche te vatten. Wat een heerlijk ingewikkelde constuctie is dit om mijn stelling te beamen: fictie is de beste vorm van psychologie (tenminste, indien goed bedreven).
Ik ben psycholoog en werk als psycholoog (al heeft mijn job een andere functietitel gekregen door mijn werkgever). En natuurlijk vertrouw ik op mijn wetenschappelijk vergaarde wetenschappelijk kennis over de mens (en de psyche) om mijn werk goed uit te voeren. In een wetenschap die minder exact is dan bijvoorbeeld de wiskunde is dat nochtans een hachelijke onderneming en je moet kiezen welke invalshoek(en) je wil hanteren om die wetenschappelijke kennis te begrijpen en toe te passen. We noemen dat graag onze theorieën (gedragstheorie, psycho-analyse, systeemtheorie,...) en ze concurreren met elkaar, uiteraard. En de neuroten (die niet kunnen kiezen en eeuwig blijven twijfelen zoals Hamlet) én de verstandigen (tenminste, dat laatste is wat ik geloof, en ik reken mezelf graag minstens ook tot die tweede categorie) kiezen niet één theorie, maar laten zich inspireren door meerdere theorieën, vanuit de overtuiging dat verschillende invalshoeken een beter en accurater totaalbeeld geven. In dit boek wordt het zelfs ergens in een heel andere context (n.a.v. kritke op Flauberts beschrijving van de kleur van de ogen van Emma Bovary) verteld als volgt (geparafraseerd nu door mij): Flaubert keek naar de wereld door een gekleurd glas en zag dus de kleur anders, maar al die verschillende blikken door verschillende ogen en door verschillende gekleurde glazen samen, zeggen die niet meer over de ware aard van de ogen dan één precieze, nauwkeurige observatie van de kleur van haar ogen?
En ik laat me in mijn werk (waarvan ik geloof dat ik met mijn ervaring en met de samenhangende visie op de psyche, en op de hulpverlening enz... dat intussen behoorlijk goed verricht en met kennis van zaken) evenzeer leiden door de kennis die ik opdeed bij Steinbeck, Virginie Loveling, Ian McEwan, Michel Houellebecq en ook Julian Barnes. Want de psyche, die wordt nog het meest accuraat gevat in de context waarin je weet dat het Gat In De Grote Andere niet ontkend wordt, maar gekoesterd, waar men zich meer dan elders bewust is van het onvermogen van de woorden om als betekenaars de Grote Andere, de Waarheid, de Realiteit te bedekken. Er blijft een Gat, een tekort, en dat tekort is de essentie, misschien wel vàn de Grote Andere. En ik ben ervan overtuigd dat ik een goed psycholoog ben omdat ik noch de wetenschappelijke benadering noch de Kunst als kennisbron uitsluit.
Misschien moet ik nog iets zeggen over dit boek. Over hoe Barnes me zin doet krijgen om "Madame Bovary" te lezen (en, zoals een vriend het uitdrukte, na een tiental bladzijden te ontdekken hoe saai en vervelend het boek wel is en er spijt van te hebben en het wellicht niet eens uit te lezen). Over hoe ik op Google Maps Newhaven en Dieppe opzocht, of Croisset en Mantes (in de buurt van Rouen, zo heerlijk als Rouaan geschreven in deze editie, een stad waar ik op reis met mijn kinderen vorig jaar langsreed maar ze uiteindelijk niet bezocht). Over hoe mooi de zinnen zijn die Barnes Braithwaite in de mond legt, en hoe mooi de zinnen worden van Flaubert wanneer ze ingebed zijn in de zinnen die Barnes Braithwaite in de mond legt. Over hoe ook de vorm en stijl non-fictie verheffen tot je het gevoel krijgt fictie te lezen. Over hoe ingenieus details terugkomen (zoals: "Zachte kazen lopen uit, harde kazen worden harder. Schimmelen doen ze allebei"). Over hoe de samenhang tussen details en andere details, tussen grondthema's onderling en tussen details en grondthema's de meest van elkaar verwijderde aspecten samenbrengt en je daar de logica van inziet omdat je meegevoerd bent, zonder het te weten, tot die conclusie door een schrijver die bijzonder goed wist welke bestemming hij voor ogen had en hoe hij jou in het ongewisse kon laten tot je er was.
Over hoe ik de 5 sterren toekende die Goodreads als maximum toestaat te geven in een systeem van enkel hele sterren, minstens 1 en hoogstens 5.
Misschien heb ik dat net gedaan...
Labels:
biografie,
boeken,
geschiedenis,
literatuur,
mening,
persoonlijk
27 december 2019
Y La Bamba
Je zou het wellicht niet verwachten bij het horen van de bandnaam, maar Y La Bamba komt uit Oregon, Portland. Nu is het al een tijdje bekend dat hispanics in de VS oprukken in de demografische cijfers en toch associeer je Spaans zelden met de VS.
De plaat zelf dan, wat vind ik daarvan? Wel, het is alvast een vrolijk klinkend album, dat zoals wel meer Spaanstalige muziek als ware het vanzelfsprekend de zomer in zich draagt. Je hoort ook echo's van de eighties in Las platicas en een hispanic variant van fado (allez, een beetje toch) in Octavio. Verder zijn de ritmes vaak in elkaars buurt en zit er dus lijn in. Al bij al is 24 minuten weinig om me echt te overtuigen om meer muziek van deze band te willen ontdekken, maar het is een fijn plaatje dat tussen de kerstmuziek die overal schalt, een welkome verpozing biedt.
Je kan dit korte album hier kopen op hun Bandcamppagina en het alvast hieronder beluisteren:
Labels:
2019,
embedded player,
mening,
muziek,
nieuwe release
26 december 2019
Kitt Philippa
Soms raakt een plaat je omdat de puurheid ervan zo recht naar het hart gaat dat je geen stekeltje voelt uitsteken, geen brokje in de weg zit of geen harde noot te kraken valt. Toch hoeft zulke puurheid geen gladheid te betekenen of onopvallende middelmatigheid, maar sommige artiesten slagen erin net in dit soort albums zoveel moois en zoveel kwaliteit te leggen dat ze een persoonlijke stempel krijgen. En zulke platen, beste lezer, moet je omarmen en koesteren.
Mijn raad vandaag is om dat zeker ook te doen met het debuutalbum van Kitt Philippa, een Noord-Ierse zanger/zangeres (Kitt is androgyn en dat maakt de keuze qua voornaamwoord natuurlijk wat lastiger). Want Human bevat behalve een eenvoudige titel, een simpele hoes (een foto van de artiest) ook songs zonder tierlantijntjes. Dat hebben die ook niet nodig.
Elke songs, letterlijk elke song, is een klein juweeltje. De loepzuivere zang, de sobere arrangement, de rustige sfeer,... alles is erop gericht om zuiverheid aan te bieden en de waarde daarvan te onderstrepen. Het resultaat is dan ook één van de prachtigste platen van het jaar.
Beluister hieronder alvast het volledige album:
24 december 2019
Black Midi
Muzikale chaos heeft altijd een grote aantrekkingskracht op me uitgeoefend. Je kan natuurlijk ook overdrijven (ik vind Trout mask replica van Captain Beefheart maar niets, het lukt me zelfs niet meer dan enkele songs ver te geraken voor ik de plaat weer afzet), maar doorgaans mag het rommelig en ondefinieerbaar klinken. Het verklaart wellicht waarom ik zowel Frank Zappa als De Portables zo graag beluister.
Voeg aan dat lijstje nu dus ook maar Black Midi toe, dat met Schlagenheim dit jaar een album uitbracht dat zich gedraagt als Tijgetje na een flink shot suiker en cola en alle kanten op stuitert. In die gezellige en ook wel overweldigende drukte is het moeilijk afzonderlijke songs in herinnering te houden en dus kan ik eigenlijk enkel iets zeggen over de plaat in zijn geheel, waarop een evenwicht wordt gevonden tussen springerige rock en bijwijlen zelfs naar lo-fi neigende rustiger klanklandschappen (bijvoorbeeld in Western). Dit is het soort plaat dat je niet moet beluisteren als je hoofd al overvol zit, want dan word je er enkel maar zenuwachtig en opgefokt van, maar in alle andere omstandigheden: draaien maar!
Beluister hieronder het volledige album:
23 december 2019
Leonard Cohen
Het probleem met postuum uitgebrachte albums is vaak dat het meer als geldklopperij klinkt dan als een goed album, een verzameling soms zelfs onafgewerkte songs die nog ergens in een studio lagen te wachten en die de artiest zelf nooit in deze vorm had uitgebracht bij leven. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen en hoor je af en toe eens een plaat die de kwaliteit van de rest van het oeuvre benadert of evenaart waardoor ze niet mag ontbreken in je collectie van die artiest.
Tot die categorie hoort Thanks for the dance van Leonard Cohen, dat verklappen we u hier al nu meteen. Opener Happens to the heart doet de melancholieke, diepe stem van de Canadees alle eer aan en had niet misstaan op de vorige plaat, You want it darker. Even donker en allerminst opwekkend, maar wel wonderschoon, klinkt The night of Santiago, waarin de flamencogitaar de song extra diepgang geeft. Die flamencotoets keert op wel meer songs terug en vormt de specifieke kracht van deze plaat. Een hoogtepunt is alvast The goal dat muzikaal tegelijk sober klinkt maar toch door de piano-accenten net dat tikkeltje extra bevat. Ook The hills, waarin de achtergrondzang net als op zijn volgens mij nog steeds beste plaat (I'm your man) prominent aanwezig is en reliëf schenkt, durf ik zonder aarzelen een hoogtepunt noemen.
Qua postume albums is dit eindelijk nog eens een voltreffer en meteen dus ook een bewijs dat Cohen nog heel wat moois in zich had.
Beluister hieronder het volledige album:
22 december 2019
The Murder Capital
New wave blijft bands inspireren, ook in 2019. Van de duidelijke Joy Division-idolatrie van Whispering Sons tot het werk van The Murder Capital, je hoort het genre ook nu nog opduiken op nieuwe platen. Eén ervan is dus When I have fears van laatstgenoemde band. De Ieren spelen alsof de kalender niet 2019 maar 35 jaar eerder aangeeft. Maar hier hoor je daar geen klachten over en voor eighties-lovers zoals mijn lief zal dit vast ook geen bezwaar zijn.
Drie kwartier lang hangt een mistige, grijze en in deze tijden niet eens zo onverwachte pessimistische sfeer over de liedjes die ons toegezongen, bijna toegeschreeuwd worden. Los van die overduidelijke hang naar de jaren tachtig is dit een bijzonder mooie plaat met afwisseling: Slowdance II, dat eindigt met strijkers, is een moderne zwanenzang voor tja, wat eigenlijk... En Don't cling to life is een gitdonkere brok muziek die de boodschap van de titel mee lijkt te onderstrepen en waar je toch op zou kunnen dansen, weliswaar niet vrolijk dansen, maar dansen is dansen, niet? More is less zweept de pogoënde tiener in mezelf op en How the streets adore me now is Leonard Cohen met zwarte eyeliner en combat boots.
Geen enkel zwak moment kent When I have fears en dat is een verdienste waar niet iedereen kan op bogen. Deze plaat hoort thuis in een druilerig winterlandschap (sneeuw is er door de opwarming van het klimaat in december tegenwoordig toch niet meer bij).
Beluister hieronder het volledige album:
Viagra Boys
Ooit liet ik me één keer verleiden om naar de "Alternatieve boekenbeurs" te gaan, in De Centrale in Gent. Die boekenbeurs verenigt allerlei kleine (en iets grotere, zoals EPO) linkse en extreem-linkse uitgeverijen die er op een standje hun uitgaven trachten te slijten. Britse anarchisten stonden er naast hardcore Vlaamse ecologisten en de zaal liep vol mensen die alleen al door hun klederdracht duidelijk maakten dat ze alles wat mainstream is, verwerpen. Ik kocht er een bundeltje met kwatrijnen van Omar-I-Chayyâm, een 13-eeuwse Perzische dichter waarover weinig bekend is, uitgegeven door De Dolle Hond (en eigenlijk een op dikker papier gedrukt foldertje zoals je op schoolvoorstellingen en dergelijke als programma in de handen gedrukt krijgt) en een cassette van CRASS (want ze verkochten er niet enkel boeken).
Wat me opviel aan vele uitgaven, was dat er grafisch gekozen werd voor een soort heel naïve knip-en-plakesthetiek met oubollige lettertypes en illustraties die her en der leken gevonden te zijn, van middeleeuwse spotprenten tot uitgescheurde foto's uit tijdschriften. Eenzelfde esthetiek lijkt ook de hoes te sieren van Street worms van Viagra Boys. De plaat werd uitgebracht in september 2018 en is me nu door een eindejaarslijstje opgevallen. En zoals die eerste aanblik van de hoes deed vermoeden, krijgen we hier rommelige alternative rock, ergens tussen (post-)punk en lo-fi in. Aanstekelijk is alvast de energie die spat uit songs als Sports. Just like you drijft dan weer op een sterke ritmesectie en zou niet misstaan op Studio Brussel, mocht die zender wat minder hard zijn best doen om "hip, cool en jong" over te komen en zijn oorspronkelijke missie (kwaliteitsvolle muziek die buiten de mainstream valt promoten) wat meer zou waarmaken. En wat te denken van Shrimp shack dat al in de jaren tachtig onze hitlijsten had kunnen bestormen met succes.
Het album is een late ontdekking voor mij maar een bijzonder aangename. Wie net als ik de plaat eerder gemist heeft, kan dat nu dus alsnog goedmaken. Ik verzeker je dat je er geen spijt van zal krijgen...
Beluister hieronder het volledige album:
20 december 2019
Retro review: Nitin Sawhney
Eind jaren negentig werkte ik als thuisbegeleider in het Brusselse en in die job werk je samen met heel wat andere diensten en hulpverleners die ook betrokken zijn op de gezinnen die je begeleidt. Met sommige van die occasionele collega's klikt het beter dan met andere en af en toe krijg je de kans ergens in een wachtzaal of voorafgaand aan een overleg wat met elkaar te kletsen over niet-werkgerelateerde onderwerpen, zoals muziek. Dankzij één van hen (Guy van het CAW in Laken, althans daar werkte hij toen) kreeg ik deze mooie luistertip (op basis van het feit dat ik gezegd had dat ik Talvin Singh graag hoorde): Nitin Sawhney.
Ik kocht uiteindelijk (zonder een noot ervan gehoord te hebben, want Spotify bestond toen nog niet) de cd van Beyond skin en bekloeg me dat zeker niet. De mix van Indische muzikale invloeden en jazz drum 'n bass zoals we die ook al kenden van Roni Size ten tijde van Reprazent werkt bijzonder goed en plaatste deze plaat ergens tussen de hiphop in en de toen opkomende (maar nooit echt groot geworden) Aziatische insteek in Britse muziek. Je zou hooguit Panjabi MC een succes kunnen noemen binnen die laatsgenoemde trend.
Het is overigens vooral de zang die betovert, of het nu Indische zangers zijn of de bevallige Tina Grace in het wondermooie Letting go.
Je hoort op deze plaat een jonge muzikant zoeken tussen zijn roots en de muziek van het land waar hij opgroeit en geboren werd. Het levert een interessante kruisbestuiving op die zelfs nu nog tegelijk actueel en relatief tijdloos klinkt.
Beluister hieronder het volledige album:
19 december 2019
Vanishing Twin
Sommige albums vallen op doordat ze niet voor één gat te vangen zijn en kiezen voor ongebruikelijke paden om hun muzikale weg langs te laten slingeren. Dat geldt zeker ook voor The age of immunology van Vanishing Twin.
De muziek op deze plaat slingert vrolijk heen en weer tussen lounge (Planète sauvage) en het soort electronica dat we ons nog herinneren van Underwater love van Smoke City (The age of immunology), tussen de hippe techno in Backstroke en het eerder jazzy KRK (At home in strange places). Dat levert een album op dat zowel op de achtergrond werkt als uw aandacht verdient om die subtiele details en de mooie compositie van de songs op te merken. Je waant je tegelijk in een jazzbar, een coole lounge, een lichtjes Zuidamerikaanse café en een restaurant met niet enkel goede gastronomische smaak.
Beluister hieronder het volledige album:
18 december 2019
Gelezen (133)
De twistappel - Virginie Loveling
Er is iets aan de boeken van Loveling en Buysse dat me aangenaam treft, een soort nostalgische herinnering aan een tijd die nochtans ver voor mijn geboorte lag maar waarvan de schaduwen zich ook in mijn leven uitstrekten in de gedaanten van oude familieleden voor wie de wereldoorlogen en de alomtegenwoordigheid van Kerk en godsdienst deel uitmaakten van hun eigen, persoonlijke herinneringen. De bezoeken aan deze familieleden ademden die sfeer uit van toen al vervlogen tijden, wellicht niet toevallig daar ze op "de buiten" woonden, in de toen nog niet verstedelijkte rand van Gent (Destelbergen, Beervelde, Lochristi, Laarne).
Ook de tegenstellingen die zo prominent naar voren komen in dit boek van Virginie Loveling, voornamelijk tussen katholieke godsdienst (rijkelijk besprenkeld met het soort bijgeloof dat protestanten afzworen) en vrijzinnigheid, staan tegelijk veraf van de huidige wereld en zijn toch via dat dunne draadje van familieverhalen en terugdenken aan die ontzagwekkende figuren uit mijn kindertijd nog deels herkenbaar. Bovendien valt me telkens, bij elk boek van haar, op hoezeer Loveling gebruikt maakt van een prachtige taal, die weliswaar plechtstatig en wat archaïsch aandoet maar ook doorspekt is met neologismen en beschrijvende samenvoegingen van woorden die heel helder en treffend de situatie schilderen.
In het MSK in Gent zijn schilderijen te zien uit die periode, o.a. met een groep koeien die door een dreef voortgedreven worden, die zo lijken weggelopen te zijn uit deze roman(s). Tijdens het lezen zie ik het verhaal alsof het in mijn hoofd geschilderd wordt door Gustave Van De Woestijne of zelfs Permeke.
Het hierboven reeds genoemde hoofdthema van het boek wordt door de schrijfster belicht zonder dat ze al te veel licht werpt op haar eigen standpunt. Uit haar biografie weet ik weliswaar dat ze soms zelfs hevig antikatholiek was maar in deze roman kan je dat eigenlijk enkel lezen als je de zeer treffende beschrijvingen van de wel zeer godsdienstige personages als een soort satire opvat.
Net als in Een dure eed en Het revolverschot weet de welgestelde Virginie Loveling het platteland (ze was zelf van Nevele) heel accuraat weer te geven, in al zijn ethiek van hard werken en lijdzaam ondergaan van de natuurelementen, in zijn liefde voor het land en de voortbrengselen van het land, en in de verhouding tussen de "boeren" en de notabelen.
Hotel Savoy - Joseph Roth
Gabriel Dan, het hoofdpersonage van dit boek, is een terugkerende soldaat van het front in Rusland die in een Oostduitse stad zijn intrek neemt in het Hotel Savoy. Tijdens zijn verbijf daar maken we samen met hem kennis met een rijke stoet aan zonderlinge figuren in tijdens van economische rampspoed, een ver weg woedende maar nog steeds voortdurende oorlog en een geïmporteerde revolutie.
Joseph Roth schetst een wereld die moeilijk te vatten is, waarin de personages ronddrijven als gewichtloze objecten in de ruimte, elk met hun eigen verhaal en vele bijzonderheden. Jammer genoeg puurt hij daaruit naar mijn smaak iets te weinig een samenhangend verhaal.
The warehouse - Rob Hart
Het uitgangspunt van dit postapocalyptisch boek van Rob Hart heeft een gelijkaardige premisse als De cirkel van Dave Eggers, met een groot internetbedrijf dat zowat alle levensdomeinen overheerst. Hier is Cloud, een soort mega-Amazon, het bedrijf dat alle andere economische spelers heeft uitgeschakeld en dus een de facto monopolie heeft. Ook in dit boek wekt dat wrevel en zijn er mensen die om persoonlijke of ideologische redenen het bedrijf willen raken en zelfs kapotmaken.
Jammer genoeg mist Rob Hart de vaardigheden van Eggers om het verhaal voldoende vlot te vertellen (tot meer dan halverwege kostte het me moeite om te blijven lezen, het was heel lang een twijfelgeval of ik het boek wel zou uitlezen) en sommige wendingen in de plot zijn eerder voorspelbaar. Als waarschuwing tegen de grote macht die we vrijwillig geven aan de grote internetspelers voldoet het zeker, maar in dat genre blijft De cirkel gewoon een beter boek.
17 december 2019
Billie Eilish
Het lezen van eindejaarslijstjes heeft alvast het voordeel dat ik platen opmerk die ik eerder dit jaar, tijdens mijn niet-bloggende periode, gemist heb, ook al omdat ik toen amper muziek beluisterde (en als ik dat deed, waren het voornamelijk de platen en cd's die ik heb). En zo zal ik toch nog een deel inhalen van wat aan me voorbijging. Al denk ik niet dat ik dit jaar een eindejaarslijstje ga maken, dat voelt niet juist...
Eén van de albums die ik nooit eerder beluisterde (al kende ik de singles natuurlijk wel omdat die alomtegenwoordig waren), is When we fall asleep, where do we go? van Billie Eilish. De Amerikaanse, die morgen pas 18 jaar wordt, heeft met deze plaat een heel succesvol jaar afgedwongen en dat is zeker verdiend. Wie de plaat goed beluistert, hoor (eindelijk) nog eens de stem van een generatie. Het is een generatie waartoe stilaan mijn eigen kinderen beginnen te horen, een generatie die anders muziek luistert, anders tv (meestal niet eens via een tv) kijkt, anders zijn informatie vergaart. En zoals Nevermind van Nirvana voor mijn generatie het album was dat de tijdsgeest perfect vatte, vermoed ik dat het succes van deze plaat te maken heeft met eenzelfde waarde voor de huidige generatie. Nirvana verwoordde en verklankte (in hun muziek) gevoelens en gedachten waarvan we soms niet eens wisten dat we ze hadden maar die we meteen herkenden. Ik vraag me af of de 18-jarigen van vandaag datzelfde hebben met dit werkstuk.
Van de bekende hits (Bad guy en When the party's over) tot songs als Xanny horen we een geluid dat het einde van dit decennium markeert: de diepe bassen hebben hun plaats gevonden in het geheel en de zang is tijdlozer dan je zou verwachten van (vandaag nog net) minderjarige.
Beluister hieronder het volledige album:
09 december 2019
Andy Stott
Met It should be us plaatst Andy Stott zijn hometown Manchester (ooit het epicentrum van de Madchester-beweging) opnieuw op de kaart als dance-hoofdstad van Groot-Brittanië. De techno die hij erop laat horen, is divers en boeiend en getuigt van een open blik en een grondige kennis van de muziek van zijn voorgangers.
Dismantle laat die rijkdom al goed horen, Promises groeit naarmate de percussie een duidelijker rol krijgt en de titelsong en Take gooien me terug naar de jaren negentig en de technofuiven en -optredens van toen. OL9 draagt kiemen in zich van hetzelfde plantgoed dat Underworld altijd zo mooi laat uitgroeien tot volwaardige, interessante songs en Ballroom grijpt zelfs terug naar electro-elementen uit de jaren tachtig.
De negen liedjes op deze plaat houden de verveling altijd net op tijd weg, zelfs voor wie techno niet regelmatig beluistert en niet vertrouwd is zichzelf te verliezen in de muziek. En zo heeft de Brit een mooi nieuw hoofdstuk toegevoegd aan zijn oeuvre.
Beluister hieronder het volledige album:
08 december 2019
Pedro Kastelijns
Zijn naam klinkt alsof hij bij jou om de hoek zou kunnen wonen in om het even welk Belgisch of Nederlands dorp. Toch komt de muziek van Pedro Kastelijns ons helemaal uit Brazilië aanwaaien en gelukkig hoor je die Zuidamerikaanse invloeden in de speelse, luchtige folkliedjes die hij uitstrooit als waren het Nic-Nacjes door een helper van de Sint een klas zesjarige kapoentjes ingegooid.
Toch klinkt de muziek vaak erg psychedelisch, ergens op het kruispunt van Connan Mockasin en Beach House. Het lijkt wel of hij effectief van de paddestoel op de hoesfoto heeft geproefd.
Je kan dit album hier kopen op zijn Bandcamp-pagina en alvast hieronder beluisteren:
Labels:
2019,
embedded player,
mening,
muziek,
nieuwe release
07 december 2019
Pop. 1280
Ik merkte Pop. 1280 in het begin van hun carrière op doordat ze op het lichtelijk fantastische label Sacred Bones zaten. Nu hebben deze New Yorkers een nieuwe plaat (Way station) uitgebracht op het Brusselse label Weyrd Son Records, maar aan hun muziek, de compromisloosheid en overweldigende energie ervan is weinig veranderd.
Dat merk je meteen in songs als Boom operator en Doves, die ons terugvoeren naar het geluid van industrial uit de jaren tachtig. De punkmuziek die ze spelen, schurkt immers al altijd tegen dit genre aan en The Neon Judgement en Front 242 zijn nooit veraf. Soms echter klinkt een mix van Paul Westerberg en Tom Waits, in een Iggy Pop-jasje, de kop op, zoals in Hospice.
Over dit album hangt een fog van dreiging, een allesomvattende nevel van verdoemenis en ras naderend onheil. Geen wonder dus dat dit album perfect aansluit bij de tijdsgeest.
Je kan dit album hier kopen op de Bandcamp-pagina van het platenlabel en hun andere muziek beluisteren op hun eigen Bandcamp-pagina. Beluister Way station alvast hieronder:
Labels:
2019,
embedded player,
mening,
muziek,
nieuwe release
Abonneren op:
Posts (Atom)