02 juni 2014
tUnE-yArDs
De kans dat je dit jaar nog een plaat zal horen zoals Nikki nack van tUnE-yArDs is volgens ons bijzonder klein. De uitdrukking “het beste van twee werelden” doet haar waarschijnlijk nog tekort. Niet alleen lijkt de Amerikaanse meerdere werelden met elkaar te verzoenen op haar nieuwste werkstuk, en passant wordt er nog zeker één nieuwe uitgevonden.
De opvolger van W H O K I L L opent alvast ijzersterk met het zowel aan Bachs klavecimbelmuziek, Afrikaanse pop en hypermoderne dance schatplichtige Find a new way en de single Water fountain. Behalve voor de hand liggende referenties als Talking Heads beschikt deze song over de vrolijke zang die Feist ons brengt in 1 2 3 4 of Lilly Allen in LDN. In tijden waarin het WK voetbal onze blik voornamelijk richt op Brazilië bewijst Merrill Garbus dat het ook zomert op andere continenten en dat samba niet het enige of zelfs maar noodzakelijke ingrediënt hoeft te zijn om de muzikale zon te laten branden. Time of dark klinkt als een gepast eerbetoon aan Miriam Makeba.
Net als bij een soufflé bestaat de kunst erin na een veelbelovende start niet alles te laten inzakken. Bij de eerste beluisteringen hadden we het gevoel dat de zangeres er niet echt in slaagt die valkuil te vermijden, maar na een tijd hadden we door dat het sterke openingstrio onze verwachtingen zo hoog had gespannen dat wat erna komt aanvankelijk van wat mindere kwaliteit lijkt. Sink-O ontpopt zich echter als op steroïden grootgebrachte breakbeats die in Las Vegas dronken trouwden met de stem van een teer meisje dat de puberteit net ontgroeid is. De tribale ritmes die invallen in de tweede helft zijn de kers op de bruidstaart. Why do we dine on the tots? is een uit Alice in Wonderland weggelopen spielerei die gedeclameerd schijnt te worden door The Mad Hatter. De claps waarmee Stop that man aanvatten, brengen ons weer met beide dansvoeten op de grond. Wij voelen een nieuwe single aankomen. Wie ooit een opname voor het Smithsonian Institution hoorde van primitieve stammen die zingen rond een open plek midden in hun huttendorpen, waant zich naar die verzamelaars teruggeworpen met Rocking chair. En dan vallen ineens strijkers in, om maar te zeggen dat deze artieste werkelijk àlle muziekjes met plezier verenigt in amper meer dan twee minuten.
Niet elke song staat even sterk op eigen benen, doch het geheel is het vreemdste dat we sinds de voorganger hebben gehoord. Elke keer dat we de dertien nummers door onze stereo jagen, vallen ons weer andere details en accenten op, raken we verknocht aan andere liedjes, zoals tijdens het schrijven van deze review aan Manchild, en zijn we drie kwartier lang weg van deze wereld.
Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Beluister hieronder het volledige album:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten